Vragen van het lid Koopmans (CDA) aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over het overgangsrecht voor het separate projectbesluit (ingezonden 9 augustus 2010).

Vraag 1

Bent u bereid de reikwijdte van het bericht in de nieuwsbrief Wro juni 2010 met betrekking tot het projectbesluit en overgangsrecht nader uit te leggen?1 Is de gepubliceerde tekst een rechtstreekse vertaling van de wetstekst of een interpretatie daarvan?

Vraag 2

Deelt u de mening dat de overheid ervoor moet zorgen dat projecten niet langer in juridische procedures zitten dan strikt noodzakelijk is en dat we niet nieuwe drempels moeten inbouwen door het invoeren van de omgevingsvergunning? Is dat niet onwenselijk gezien de huidige problemen in de bouwsector?

Vraag 3

Kunt u aangeven welke vertraging er kan ontstaan als er geen bouwvergunning (eerste fase) is verleend? En kunt u daarbij aangeven welke procedures er vervolgens (opnieuw) moeten worden doorlopen?

Vraag 4

Is het niet vreemd dat er juridische procedures alsnog moeten worden doorlopen, terwijl er vanuit de overheid een positieve grondhouding is om een en ander binnen het bestemmingsplan toe te staan? Zo ja, wat gaan we hier als overheid aan doen om ruimte en vertrouwen te geven richting burgers en bedrijven? Zo nee, kunt u uitleggen waarom het dan wel logisch is?

Vraag 5

Biedt de overheid (lokaal, regionaal en nationaal) niet juist een afdoende mate van rechtszekerheid aan de vergunningaanvragers en samenleving, door het overgangsrecht zo toe te passen op de situatie dat er wel een artikel 19-procedure onder de oude WRO is doorlopen, terwijl er nog geen concrete bouwvergunning is afgegeven?

Vraag 6

Bent u bereid deze vragen op korte termijn te beantwoorden, zodat er nog een mogelijkheid is om voor inwerkingtreding per 1 oktober een en ander aan te passen?


XNoot
1

http://www.vrom.nl/pagina.html?id=48229

Naar boven