Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de minister van Justitie over het CJIB en het toepassen van vervangende hechtenis (ingezonden 6 augustus 2010).

Vraag 1

Herinnert u zich uw antwoorden op de Kamervragen van 8 juli 2010 over het toepassen van vervangende hechtenis door het Centraal Justitieel Incasso Bureau (CJIB)?1

Vraag 2

Waarom benadrukt u in uw antwoorden dat de vervangende hechtenis bij niet volledige betaling voortvloeit uit het arrest van het hof te Den Haag van 19 november 2009, terwijl dit geen bevoegdheid van de rechter is maar direct voortvloeit uit de wet?2 Ligt hieraan niet de gedachte ten grondslag dat iemand die niet bereid is te betalen, terwijl diegene daar wel toe in staat is, gedwongen moet worden te betalen? Wat heeft het dwangmiddel voor zin wanneer iemand wel wil, maar niet kan betalen? Bent u bereid de wet hierop aan te passen?

Vraag 3

Deelt u de mening dat een schadevergoedingsmaatregel als doel heeft het herstel in de rechtmatige toestand, oftewel de schade vergoeden aan de gedupeerde(n) en dat het doel van een maatregel niet is leed toe te voegen aan de veroordeelde?

Vraag 4

Klopt het dat de rechter, die volgens de wet voor moet schrijven dat geen detentie behoeft te worden ondergaan wanneer de schuld aan de gedupeerden wordt voldaan, geen termijn voorschrijft waarbinnen deze schuld redelijkerwijs kan worden voldaan met inachtneming van inkomen- en vermogenspositie van betrokkene? Vloeit deze termijn voort uit de wet of is het de bevoegdheid van het CJIB deze termijn vast te stellen, met inachtneming van alle belangen van alle betrokkenen, waaronder het belang van de gedupeerden om uiteindelijk geheel of zoveel mogelijk schadeloos te worden gesteld?

Vraag 5

Indien uw antwoord op de vorige vraag luidt dat het CJIB geen bevoegdheid heeft deze termijn vast te stellen, bent u dan niet van mening dat het CJIB deze bevoegdheid wel moet krijgen? Zo neen, waarom niet? Heeft het Openbaar Ministerie (OM) deze bevoegdheid? Zo neen, zou het OM deze bevoegdheid dan moeten hebben?

Vraag 6

Wanneer is er sprake van een «schrijnend geval», waarbij het CJIB af mag wijken van de termijn van 36 maanden? Wanneer het uitgangspunt is «dat de openstaande schuld daadwerkelijk moet worden voldaan», wat draagt hechtenis hier dan aan bij?

Vraag 7

Kunt u uw antwoord toelichten dat het eventuele instemmen door het CJIB met langere betalingstermijnen feitelijk zou leiden tot het kwijtschelden van een deel van de schuld? Vindt u eigenlijk niet dat het opsluiten in hechtenis waarschijnlijk eerder zal leiden tot het niet kunnen betalen van schulden dan wanneer relatief kleine bedragen per maand worden afbetaald?

Vraag 8

Hoe beoordeelt u het feit dat het traject van vervangende hechtenis eraan in de weg staat dat een andere door de rechter gestelde voorwaarde kan worden nageleefd, te weten het toezicht van de reclassering, hetgeen in dit geval concreet betekent dat behandeling plaats vindt bij een forensisch-therapeutische instelling, met als gevolg dat dit ook weer extra detentie op kan leveren?

Vraag 9

Wat heeft dit resocialisatieproces onder toezicht van de reclassering, dat nu noodgedwongen moet worden afgebroken, in dit concrete geval tot dusverre gekost?

Vraag 10

Wat is uw reactie op het klemmende verzoek van de reclassering (per brief van 5 juli 2010) om coulance te betrachten, af te zien van het detentietraject en te komen tot maandelijkse afbetaling van een redelijk bedrag?

Vraag 11

Hoe kan het dat het ministerie van Justitie en het CJIB naar elkaar verwijzen voor commentaar?3 Wie is hier nu op aan te spreken? Kunt u nauwkeurig uiteenzetten hoe de verantwoordelijkheden liggen ten aanzien van dergelijke beslissingen? In hoeverre zijn respectievelijk het OM, het CJIB en het ministerie hier op aan te spreken?

Vraag 12

Op welke wijze informeert het CJIB doorgaans de betrokkene per welke datum de vervangende hechtenis ten uitvoer zal worden gelegd? Waarom worden de betrokkene en haar advocaat in dit geval zo slecht geïnformeerd over wat er nu concreet gaat gebeuren? Blijft het slechts bij termen als «arrestatiebevel zal worden uitgevaardigd», waarbij onduidelijk blijft wat dit nu concreet inhoudt en per wanneer? Kunt u ervoor zorgen dat deze communicatie in de toekomst helderder wordt?

Vraag 13

Waarom heet vervangende hechtenis eigenlijk zo, nu deze vorm van hechtenis bij schadevergoedingsmaatregelen helemaal niets vervangt?4 Bent u bereid een naam te zoeken voor deze vorm van hechtenis die de lading wel dekt?


XNoot
1

Antwoorden van 2 augustus 2010, 2010D30966.

XNoot
2

Artikelen 36f jo. 24c Wetboek van Strafrecht.

XNoot
3

uitzending Eenvandaag, «Betalen, anders de cel in», 16 juli 2010.

XNoot
4

artikel 36f lid 6 Wetboek van Strafrecht.

Naar boven