Vragen van het lid Azough (GroenLinks) aan de minister van Justitie over staatloze Roma (ingezonden 22 april 2010).

Vraag 1

Kent u het bericht dat er in Nederland zo’n duizend Roma problemen ondervinden door hun staatloosheid? Zo ja, zijn dit bericht en de daarin geschetste problemen waar?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat het ongewenst is dat dit een bijzondere categorie vreemdelingen betreft, aangezien er geen herkomstland is dat hen zou kunnen terugnemen, maar het tegelijk onmogelijk is om aan te tonen dat er geen herkomstland is? Is het daardoor niet geïndiceerd om een vergunning tot verblijf buiten schuld toe te kennen? Zo nee, waarom niet?

Vraag 3

Deelt u de mening dat de in de Grondwet en de mensenrechtenverdragen geformuleerde grond- en mensenrechten ook gelden voor vreemdelingen zonder nationaliteit, waardoor Nederland een bijzondere zorgplicht zou moeten voelen om de effectuering ervan te waarborgen, bijvoorbeeld door het toekennen van studiefinanciering, toelating tot de arbeidsmarkt en het toekennen van recht op medische zorg, ook als er geen medische noodzaak bestaat? Zo nee, waarom niet?

Vraag 4

Welke maatregelen neemt u zich voor om te voorkomen dat deze groep in een onmogelijke situatie belandt, waarbij het verblijf in Nederland onmogelijk gemaakt wordt zonder een alternatief op een rechtmatig verblijf elders?


XNoot
1

de Volkskrant 20 april 2010: «Roma in Almere, tussen droom en «einde opvang».

Naar boven