CVIII Rol van de overheid bij digitale dataverwerking en -uitwisseling II; privacy en toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten

H MOTIE VAN HET LID DE VRIES C.S.

Voorgesteld 23 september 2014

De Kamer,

gehoord de beraadslagingen,

constaterende, dat de Verenigde Staten de wettelijke bescherming die zij op het gebied van privacy aan de eigen burgers verlenen, niet aan burgers van andere landen gunnen;

overwegende, dat het onaanvaardbaar is dat op dit gebied met twee maten wordt gemeten;

overwegende, dat de bescherming van grondrechten een universele strekking heeft en dat de wettelijke bescherming van de privacy door Nederland ook geldt voor burgers van en in andere landen;

verzoekt de regering, in overleg met de Verenigde Staten in bilateraal verband en in het kader van de Europese Unie, met kracht na te streven dat het recht van burgers op privacy op gelijke voet wordt beschermd voor eigen burgers en die van andere landen;

en gaat over tot de orde van de dag.

De Vries

Gerkens

Franken

Strik

Naar boven