CLIV Europees Semester 2023

D VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 4 september 2023

De leden van de vaste commissies voor Financiën1 en Economische Zaken en Klimaat2 hebben kennisgenomen van de brief van de Minister van Financiën van 9 juni 20233 inzake de kabinetsreactie op het lentepakket van het Europees Semester 2023. De leden van de fracties Volt en OPNL hebben naar aanleiding hiervan gezamenlijk een aantal vragen. De leden van de VVD-fractie sluiten zich aan bij deze vragen.

Naar aanleiding hiervan is op 12 juli 2023 een brief gestuurd aan de Minister van Financiën.

De Minister heeft op 21 augustus 2023 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde schriftelijk overleg.

De griffier voor dit verslag, De Man

BRIEF VAN DE VOORZITTERS VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR FINANCIËN EN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Minister van Financiën

Den Haag, 12 juli 2023

De leden van de vaste commissies voor Financiën en Economische Zaken en Klimaat hebben met belangstelling kennisgenomen van uw brief van 9 juni 20234 inzake de kabinetsreactie lentepakket Europees Semester 2023. De leden van de fracties Volt en OPNL hebben naar aanleiding hiervan gezamenlijk een aantal vragen. De leden van de VVD-fractie sluiten zich graag aan bij deze vragen.

De leden van de fractie-Volt en OPNL-fractie danken u en de Minister van Economische Zaken en Klimaat voor de kabinetsreactie. Het verduidelijkt volgens hen de manier waarop de regering met de aan Nederland gerichte landspecifieke aanbevelingen om wenst te gaan. Deze leden merken echter op dat over de landspecifieke aanbevelingen voor andere lidstaten in het geheel niets wordt gezegd. Deze zijn desalniettemin volgens hen van belang voor de Nederlandse economie en worden daarom ook aan de Raad van Ministers voorgelegd. Zonder aan te willen dringen op een compleet overzicht, zijn er naar uw oordeel saillante aanbevelingen aan andere lidstaten die een belangrijk effect op Nederland hebben? Kunt u aangeven wat de top vijf aanbevelingen aan de andere lidstaten zouden zijn die u mist of anders zou hebben geformuleerd?

Aanbeveling 3a van de Europese Commissie betreft het verminderen van prikkels om gebruik te maken van flexibele of tijdelijke contracten. Heeft u zicht op de effecten van deze prikkels op de arbeidsmarkt in Nederlandse grensregio’s?

De leden van de vaste commissies voor Financiën en Economische Zaken en Klimaat zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk vier weken na dagtekening van deze brief.

Een afschrift van deze brief zal worden verstuurd naar de Minister van Economische Zaken en Klimaat.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, W.T. Van Ballekom

BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 augustus 2023

Hierbij stuur ik u de beantwoording van de schriftelijke vragen van de leden van de vaste commissies voor Financiën en Economische Zaken en Klimaat aan de Minister van Financiën over het lentepakket van het Europees Semester.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag

Vragen van de Eerste Kamer leden van de fracties Volt en OPNL over de kabinetsreactie lentepakket Europees Semester.

Vraag 1

Zonder aan te willen dringen op een compleet overzicht, zijn er naar uw oordeel saillante aanbevelingen aan andere lidstaten die een belangrijk effect op Nederland hebben?

Antwoord 1

Het Europees Semester is een belangrijk mechanisme binnen de EU om het economisch en begrotingsbeleid van lidstaten te coördineren en monitoren. Alle aanbevelingen die uit dit proces voortkomen hebben effect op Nederland voor zover deze bijdragen aan economische en financiële stabiliteit en convergentie binnen de Economische en Monetaire Unie (EMU). Nederland is als open economie verankerd in de gemeenschappelijke markt en muntunie en is daarbij sterk gebaat bij deze stabiliteit en convergentie.

Sommige aanbevelingen hebben echter een directer effect op Nederland dan andere. Een daarvan is de aanbeveling aan alle lidstaten om de energiesteunmaatregelen in 2023 en 2024 uit te faseren indien er geen nieuwe prijsstijgingen ontstaan. De Commissie heeft aangegeven dat, indien deze uitfasering plaatsvindt, de totale begrotingsimpuls in de eurozone naar verwachting verkrappend zal zijn. Een verkrappende begrotingsimpuls voorkomt een verstoring van het huidige Europese monetaire beleid dat gericht is op het verlagen van de inflatie in de eurozone, en zorgt er bovendien voor dat het monetair beleid niet de volledige last van de inflatiebestrijding moet dragen. Indien het monetair beleid zonder hulp van het budgettair beleid een lagere inflatie zou moeten realiseren, dan zou dit de ECB dwingen om het monetair beleid sterker te verkrappen. Dit zou ook voor Nederland het risico vergroten op financiële instabiliteit.

Een andere aanbeveling die een directer effect heeft op Nederland is de afronding en snelle implementatie van de REPowerEU-plannen van lidstaten. Mede door middel van REPowerEU kunnen lidstaten in de EU sneller hun energietoevoer diversifiëren en verduurzamen en daarmee hun energie-afhankelijk van Rusland afbouwen. Ook kunnen lidstaten hun REPowerEU-gelden gebruiken om de knelpunten in de interne en grensoverschrijdende energietransmissie en -distributie aan te pakken, wat het functioneren van de Europese energiemarkt verbetert. Zodoende draagt REPowerEU bij aan de verlaging van de energieprijzen in de hele EU, waar Nederland ook direct van profiteert.

Vraag 2

Kunt u aangeven wat de top vijf aanbevelingen aan de andere lidstaten zouden zijn die u mist of anders zou hebben geformuleerd?

Antwoord 2

De Europese Commissie baseert de aanbevelingen die zij voorstelt op grondige analyses van de economische situatie in de lidstaten. Dit doet zij onder andere op basis van de jaarlijkse Hervormingsprogramma’s en Stabiliteit- of Convergentieprogramma’s die de lidstaten aanleveren, de landenrapporten en de landspecifieke diepteonderzoeken in het kader van de macro-economische onevenwichtighedenprocedure. Daarbij weegt momenteel ook mee wat landen al hebben vastgelegd aan hervormingen in hun Herstel- en Veerkrachtplan. Het kabinet kon zich vinden in de landspecifieke aanbevelingen in 2023, en heeft daarom ook ingestemd met de aanbevelingen in de Ecofinraad. Hoewel de aanbevelingen gericht zijn op individuele lidstaten en de economische situatie in een lidstaat, bevatten deze ook veel elementen die voor alle lidstaten gelden. Zo heeft iedere lidstaat aanbevelingen gekregen ten aanzien van houdbare overheidsfinanciën, afbouw van de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, de implementatie van de RRF en ten aanzien van het vergroten van vaardigheden van de beroepsbevolking.

De landspecifieke aanbevelingen hebben een brede reikwijdte aan beleidsterreinen. Veel van de beleidsterreinen waar Nederland aan hecht in Europees verband kwamen terug in de landspecifieke aanbevelingen, zoals het borgen van gezonde overheidsfinanciën en het versnellen van de energietransitie. Er zijn ook onderwerpen die minder terugkwamen in de aanbevelingen, zoals onderzoek en innovatie, digitalisering, interne markt, activerend arbeidsmarktbeleid, en toegang tot (groei)financiering.5 Dit zijn belangrijke beleidsterreinen voor het toekomstige groeivermogen, investeringsklimaat en concurrentievermogen van de EU-lidstaten en de Unie als geheel, die ook voldoende aandacht behoeven. Aanbevelingen op deze thema’s had Nederland ook kunnen steunen.

Vraag 3

Aanbeveling 3a van de Europese Commissie betreft het verminderen van prikkels om gebruik te maken van flexibele of tijdelijke contracten. Heeft u zicht op de effecten van deze prikkels op de arbeidsmarkt in de Nederlandse grensregio’s?

Antwoord 3

Het arbeidsmarktpakket6 beoogt de zekerheid van werkenden te vergroten en dat bedrijven wendbaar blijven. Op dit moment is het aandeel flexibele banen hoog in Nederland, namelijk zo’n 40%, terwijl het Europees gemiddelde zo’n 30% is. De maatregelen uit het arbeidsmarktpakket zullen er naar verwachting toe leiden dat Nederland vanuit Europees perspectief meer in de pas gaat lopen.

De wetsvoorstellen uit het arbeidsmarktpakket gelden in principe tot de landgrenzen. Het is dan ook niet uitgesloten dat het arbeidsmarktpakket in specifieke gevallen in grensregio’s tot economische verschuivingen leidt. Een aantal elementen uit het arbeidsmarktpakket kunnen het aantrekkelijker maken voor bedrijven om zich in Nederland te vestigen of activiteiten te ontplooien. Een omgekeerde beweging is denkbaar voor organisaties waarvan het bedrijfsmodel is gebaseerd op de inzet van flexkrachten. Dit is inherent aan de gemaakte keuzes in het arbeidsmarktpakket, en past bij de beoogde balans op de Nederlandse arbeidsmarkt.

Daarnaast is de verwachting dat het arbeidsmarktpakket invloed heeft op de mate van arbeidsmigratie vanuit andere EU-lidstaten. De Adviesraad Migratie wijst erop dat vanwege de flexibilisering de aantrekkelijkheid van de arbeidsmarkt voor korttijdelijke arbeidsmigratie wordt vergroot, maar ook dat de afhankelijkheid en vraag naar goedkope arbeidsmigratie enorm is toegenomen. Dit leidt ertoe dat het voor sommige sectoren loont om een zogenoemde «low road» strategie te kiezen, en te kiezen voor relatief goedkope arbeid van arbeidsmigranten en beperkt in te zetten op technologie, scholing en sociale innovatie. Het arbeidsmarktpakket is gericht op het vergroten van zekerheid. Daarmee zullen sectoren sneller geneigd zijn om te kiezen voor een «high road» strategie, gericht op technologie, scholing en sociale innovatie.


X Noot
1

Samenstelling:

Kroon (BBB) (ondervoorzitter), Van Wijk (BBB), Heijnen (BBB), Griffioen (BBB), Martens (GroenLinks-PvdA), Crone (GroenLinks-PvdA), Karimi (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Rosenmöller (GroenLinks-PvdA), Van Ballekom (VVD) (voorzitter), Van de Sanden (VVD), Vogels (VVD), Bovens (CDA), Bakker-Klein (CDA), Aerdts (D66), Moonen (D66), Van Strien (PVV), Visseren-Hamakers (PvdD), Baumgarten (Ja21), Van Apeldoorn (SP), Holterhues (CU.), Van den Oetelaar (FVD), Schalk (SGP), Hartog (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

X Noot
2

Samenstelling:

Kemperman (BBB), Van Langen (BBB) (ondervoorzitter), Panman (BBB), Crone (GroenLinks-PvdA), Kluit (GroenLinks-PvdA) (voorzitter), Thijsssen (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Vos (GroenLinks-PvdA), Van Ballekom (VVD), Van de Sanden (VVD), Petersen (VVD), Bovens (CDA), Prins (CDA), Aerdts (D66), Dittrich (D66), Faber-Van de Klashorst (PVV), Visseren-Hamakers (PvdD), Baumgarten (Ja21), Van Apeldoorn (SP), Holterhues (CU), Dessing (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL).

X Noot
3

Kamerstukken I 2022/23, CLIV, C.

X Noot
4

Kamerstukken I 2022/23, CLIV, C.

X Noot
5

Zie ook pagina 22 van de lentepakket communicatie voor een overzicht en matrix van de aanbevelingen per beleidsterrein en lidstaat. 2023 European Semester: Spring Package Communication (europa.eu).

X Noot
6

Kamerstukken II, 2021/22, 29 544, nr. 1112.

Naar boven