31 985 Buitenlands beleid en handelspolitiek

Nr. 23 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 november 2014

Op verzoek van uw Kamer doe ik u hierbij de appreciatie toekomen van de gepubliceerde tekst van het recent uitonderhandelde vrijhandelsverdrag tussen de Europese Unie (EU) en Canada, het Comprehensive Economic and Trade Agreement, kortweg CETA-verdrag.

Sinds 2009 onderhandelen de EU en Canada over een vrijhandelsakkoord. Dit akkoord is na 5 jaar onderhandelen een van de meest veelomvattende vrijhandelsakkoorden ooit uit de historie van zowel de EU als Canada geworden. Op 26 september 2014 zijn de onderhandelingen formeel afgerond en zijn de onderhandelingsteksten openbaar gemaakt. Het akkoord biedt belangrijke kansen voor het bedrijfsleven maar zal ook een positieve impuls geven aan de bilaterale relatie tussen Canada en Nederland. Van oudsher is Nederland een van de belangrijkste trans-Atlantische partners voor Canada dat ook naar ons zal kijken als de gateway to Europe.

Uit de beschikbare teksten komt naar voren dat het akkoord verplichtingen vastlegt op traditionele gebieden, zoals het wegnemen/verlagen van invoertarieven voor landbouwproducten en industriegoederen. Ook worden belemmeringen in de handel in diensten en voor de toegang van investeringen weggenomen en worden bijna alle importheffingen afgeschaft door Canada. Daarnaast wordt de toegang voor Europese bedrijven op het gebied van overheidsaanbestedingen op alle niveaus (nationaal, regionaal en gemeentelijk niveau) sterk verruimd en is de bescherming en handhaving van intellectuele eigendomsrechten van Europese bedrijven versterkt. Verder bevat het akkoord afspraken op het terrein van investeringsbescherming en het mechanisme voor de beslechting van investeringsgeschillen. Dit is een nieuw element in een handelsakkoord van de Europese Unie.

Al met al is er een gebalanceerde uitkomst tot stand gekomen waar Nederland, als een van de meest open handelslanden binnen de EU, ruimschoots van kan profiteren.

Tijdens het Algemeen Overleg van 1 oktober jl. heb ik uw kamer toegezegd om een appreciatie te leveren van de huidige CETA onderhandelingstekst zoals deze op 26 september is vastgesteld. Met deze brief doe ik deze toezegging gestand. Ik ga hieronder in op de verschillende kernonderdelen van het akkoord. Dit betreft douanetarieven, diensten, landbouw, oorsprongsregels, intellectueel eigendom, aanbestedingen en investeringen. Ook zal ik ingaan op de procedure omtrent de ratificatie van het akkoord, zoals aan uw Kamer toegezegd tijdens het Algemeen Overleg van 1 oktober jl.

Douanetarieven

Douanetarieven zijn een traditioneel onderwerp bij vrijhandelsakkoorden. Op basis van onder andere de indeling van goederen in het gemeenschappelijk douanetarief van de EU, de oorsprong van de goederen en de waarde van de goederen is er normaal gesproken een vastgesteld tarief van toepassing. Onder het vrijhandelsverdrag met Canada is vastgesteld dat ruim 98% van de douanetarieven op de handelsstromen tussen de EU en Canada worden geëlimineerd. Daarnaast verdwijnen alle tarieven die betrekking hebben op de handelsstromen in industriële goederen.

Ook zijn er afspraken gemaakt die betrekking hebben op non-tarifaire belemmeringen. Non-tarifaire belemmeringen zijn regels en normen die niet te maken hebben met tarieven, maar niettemin een handelsbarrière vormen en de kosten van producten verhogen. Er zijn afspraken gemaakt dat een aanzienlijk deel van deze belemmeringen zal verdwijnen of zal worden versimpeld. Dit leidt niet tot een verlaging van de huidige Europese normen op het gebied van consumentenveiligheid, milieu en gezondheid.

De afspraken die gemaakt zijn op dit gebied bevorderen de handel tussen beide economische blokken in grote mate, aangezien het gemakkelijk en goedkoper wordt om te handelen tussen Canada en de EU. Hier profiteren zowel bedrijven als consumenten van en leidt tot een belangrijke stimulans voor de economieën van alle betrokken partijen.

Diensten

In het akkoord met Canada zijn tevens bepaling opgenomen op het gebied van wederzijdse liberalisering van diensten. De afspraken hebben betrekking op grensoverschrijdende dienstverlening, commerciële vestiging en de tijdelijke aanwezigheid van natuurlijke personen. Canada en de EU verplichten zich tot het geven van vrije markttoegang aan elkaar en zullen elkaars dienstverlenende bedrijven en dienstverleners niet minder gunstig behandelen dan eigen soortgelijke bedrijven en dienstverleners. De verplichtingen gelden in principe voor alle dienstensectoren, tenzij een sector expliciet door de EU of een lidstaat is uitgezonderd.

Met de huidige tekst die is opgenomen met betrekking tot diensten is de toegang van Nederlandse en Europese bedrijven in Canada versterkt. In het bijzonder zijn er grote winsten voor de Nederlandse maritieme sector. Zo zijn er veel nieuwe kansen voor Nederlandse baggerdiensten en feederdiensten (het overslaan van goederen van grote naar kleinere schepen). Hiernaast hebben ook de Nederlandse financiële sector en Nederlandse rederijen naar verwachting relatief veel baat bij het verdrag, naast de gebruikelijke sectoren.

Landbouw

Landbouw is bij de meeste onderhandelingen over vrijhandelsverdragen een van de meest gevoelige punten om een akkoord op te bereiken, zo ook met Canada. Er is echter een evenwichtige overeenkomst bereikt op de punten over landbouw, waarbij nagenoeg alle tarieven op landbouwproducten worden geëlimineerd. Hierbij is extra aandacht geschonken aan gevoelige sectoren zoals vlees en zuivel, waarvoor gebalanceerde quota’s zijn vastgelegd. Specifiek is vastgelegd dat Canada ruimere quota’s krijgt voor varkens- en rundvlees, en heeft de EU een ruimer quotum met betrekking tot zuivelproducten. Om toewijzing van de quota’s goed te laten verlopen is tegelijkertijd een gebalanceerd systeem voor de toewijzing van de quota’s opgenomen. Het systeem zal werken op basis van inschrijving op en toewijzing van licenties voor de uitvoer van zuivel en vlees. Hiermee wordt voorkomen dat grote hoeveelheden goedkoop vlees naar de Europese markt worden geëxporteerd.

Een voor Nederland belangrijke bepaling heeft betrekking op het tegengaan van de invoer van hormoonvlees. In CETA blijft de EU-wetgeving omtrent hormoonvlees onverkort van kracht. Hiermee moet Canadees vlees dat naar de EU wordt geëxporteerd hormoonvrij zijn. Hiernaast doet de EU ook geen concessies ten aanzien van de EU-regelgeving op het gebied van Genetisch Gemodificeerde Organismen (GGO’s). Ook hebben Canada en de EU zich in het verdrag gecommitteerd aan een intensieve samenwerking ter bevordering van dierenwelzijn door de uitwisseling van informatie, kennis en ervaringen.

Met betrekking tot landbouw is het CETA akkoord positief voor Nederland. Naast de normale markttoegang zijn beide partijen bereid gebleken om relevante en ruime markttoegang te onderhandelen op de gevoelige gebieden zoals vlees en zuivel. Dit biedt vele kansen voor de Nederlandse zuivelsector, onder andere door een verdubbeling van de exportquota voor kaas. Ook zijn de afspraken met betrekking tot de quota’s vlees, dat hormoonvrij moet zijn, dermate groot dat er een belangrijke stimulans is voor Canadese producenten om meer hormoonvrij vlees te gaan produceren. Op termijn kan dit zelfs leiden tot een volledige hormoonvrije vleesindustrie in Canada.

Overheidsaanbestedingen

De EU heeft een akkoord weten te bereiken met Canada dat op het gebied van overheidsaanbestedingen verder gaat dan ooit tevoren. Canada heeft de toegang voor Europese bedrijven tot overheidsaanbestedingsprocedures op alle niveaus (nationaal, regionaal en gemeentelijk) verder opengesteld dan ooit tevoren in een vrijhandelsakkoord.

Voor vele Nederlandse bedrijven biedt CETA met deze verruimingen belangrijke kansen die voorheen niet beschikbaar waren. Een belangrijke sector waar Nederlandse bedrijven van zouden kunnen profiteren is de nieuwe mogelijkheid tot het meedingen bij aanbestedingen van havens en luchthavens.

Oorsprongsregels

Ook biedt CETA een solide pakket aan detailleerde oorsprongsregels. Met deze regels wordt aan de grens van de EU of van Canada aan de hand van de oorsprong van goederen bepaald welke voorwaarden c.q. tarieven gelden. Het EU-systeem van oorsprongsregels blijft coherent, zij het met uitzonderingen voor bijvoorbeeld auto’s. Er is een quotum ingesteld van maximaal 100.000 auto’s. Daarnaast is voor auto’s een cumulatiemogelijkheid met de VS opgenomen, gekoppeld aan een toekomstig resultaat in de TTIP-onderhandelingen. Op het moment dat TTIP is afgerond, kunnen auto’s afkomstig uit de VS profiteren van de oorsprongsregels in CETA.

Intellectueel eigendom

Naast de internationale afspraken die betrekking hebben op intellectueel eigendom, die herbevestigd worden in CETA, zijn er aanvullende bepalingen opgenomen over deze afspraken. Zo bevat CETA afspraken over auteursrechten en naburige rechten, rechten in verband met octrooien, handelsmerken, modellen, ontwerpen voor schakelpatronen (topografieën) en kwekersrechten. Specifiek zijn in CETA beschermingen opgenomen over belangrijke geografische aanduidingen. Die hebben betrekking op merknamen die een product uit een bepaalde regio aanduiden, zoals Parmaham en Parmezaanse kaas. Voor Nederland zijn hiervoor specifiek Edam Holland en Gouda Holland opgenomen.

Een vermeldenswaardig punt over dit hoofdstuk zijn de breed gedragen zorgen met betrekking tot de tekst van CETA die overeen zou komen met het verworpen Anti Counterfeiting Trade Agreement (kortweg het ACTA verdrag). Deze zorgen hebben reeds in 2012 in uw Kamer tot vragen geleid en zijn in de CETA-tekst weggenomen. Dit betreft specifiek de gevoeligheden met betrekking tot strafrechtelijke handhaving van intellectuele eigendomsrechten op internet. Nederland, samen met een meerderheid van de lidstaten, heeft gepleit voor het schrappen van de bepalingen die betrekking hebben op strafrechtelijke handhaving van intellectuele eigendomsrechten. Hier is Canada mee akkoord gegaan, met uitzondering van een artikel over «camcording» (het middels een videocamera opnemen van films in de bioscoop). Dit artikel is niet dwingend van aard, en het is hierdoor aan de lidstaten om te bepalen of ze dit artikel implementeren.

Hiermee is de bescherming en handhaving van intellectueel eigendom van Europese en Nederlandse bedrijven versterkt. De afspraken zijn in lijn met de EU-richtlijnen, de nationale wetgeving en de Nederlandse inzet. Tevens maakt alleen civielrechtelijke handhaving onderdeel uit van CETA, waarmee is voorkomen dat de gevoeligheden uit het ACTA verdrag zijn overgenomen.

Investeringen, investeringsbescherming en geschillenbeslechting

In het akkoord met Canada zijn tevens bepaling opgenomen op het gebied van wederzijdse liberalisering van investeringen. De afspraken hebben betrekking op commerciële vestiging. Canada en de EU verplichten zich tot het geven van vrije markttoegang aan elkaar en zullen elkaars vestigingen en investeerders niet minder gunstig behandelen dan eigen soortgelijke vestigingen en investeerders. De verplichtingen gelden in principe voor alle sectoren, tenzij een sector expliciet door de EU of een lidstaat is uitgezonderd, bijvoorbeeld uitzonderingen in de onderwijssector.

Naast de opname van deze traditionele componenten van een vrijhandelsakkoord zijn in CETA ook bepalingen opgenomen die betrekking hebben op de bescherming van Europese investeerders in Canada en vice versa. Hierbij zijn waarborgen vastgelegd over de non-discriminatoire behandeling van elkaars investeerders, worden voorwaarden gesteld voor onteigening en de mogelijkheid voor investeerders om kapitaal vrij over te kunnen maken naar het buitenland. Het verdrag biedt investeerders de mogelijkheid bij onrechtmatig handelen door verdragspartijen, mogelijke schadevergoeding te eisen via het geschillenbeslechtingsmechanisme tussen een investeerder en de betrokken verdragspartij (ISDS).

CETA is het eerste EU-akkoord sinds het Verdrag van Lissabon waarbij de competentie voor investeringen is overgegaan naar de EU. Het akkoord brengt op dit terrein diverse vernieuwingen, zo zijn de standaarden voor investeringsbescherming specifieker geformuleerd dan voorheen in Nederland en andere EU-lidstaten gebruikelijk was in bilaterale investeringsakkoorden. Daarnaast bevat de tekst waarborgen voor het behoud van verdragspartijen om in het publieke belang te reguleren. Zo bestaan er uitzonderingen om prudentiële maatregelen te nemen. Daarnaast bevat de tekst waarborgen waarbij maatregelen die in het publieke belang genomen zijn geen indirecte onteigening vormen. De geschillenbeslechtingsprocedure biedt duidelijke regels ten aanzien van de ontvankelijkheid van claims, transparantie en een gedragscode voor arbiters.

In verband met de bestaande maatschappelijke zorgen die leven over de opname van investeringsbescherming en ISDS is het van belang dat de CETA-tekst die zorgen afdoende adresseert. Zorg bestaat dat internationale afspraken over investeringsbescherming en ISDS een inperking zou betekenen van de Nederlandse beleidsvrijheid om publieke belangen te behartigen. Ook zijn er zorgen dat ISDS niet transparant en niet voldoende onafhankelijk zou zijn. Het debat hierover wordt met name gevoerd in het kader van de toekomstige onderhandelingen over een vrijhandelsakkoord tussen de EU en de VS (TTIP), maar is ook relevant voor het akkoord tussen de EU en Canada.

Nederland heeft in dit kader een wetenschappelijke studie naar ISDS in TTIP laten uitvoeren gericht op de potentiële sociale en milieurisico’s en de gevolgen van ISDS voor Nederland en naar de financiële risico’s voor de Nederlandse overheid in TTIP Kamer gedeeld. Dit onderzoek is op 25 juni 2014 met een begeleidende brief aan Uw Kamer gestuurd (zie ook: 21501-02-1397).Hieruit blijkt dat belangrijke verbeterpunten voor de vormgeving van de investerings- en ISDS-bepalingen noodzakelijk zijn. Het betreft hier specifiek aspecten over de ontvankelijkheid van claims, de afbakening van de investeringsbescherming en verbeteringen van de arbitrageprocedures.

De CETA-tekst lijkt voldoende waarborgen te bieden om ongewenste risico’s te mitigeren. Ik heb hierover op 3 november jl. ook een gesprek gevoerd met mijn Duitse en Zweedse collega. Hierbij is afgesproken de ISDS-tekst nog nader tegen het licht te houden en te bezien of verdere technische verbeteringen nodig zijn. Die zouden kunnen worden meegenomen tijdens het proces van de juridische controle van de tekst.

Procedure voor de totstandkoming van het CETA

Gelijktijdig met mijn toezegging over bovenstaande appreciatie vroeg u mij om uitleg te geven over de mogelijke scenario’s omtrent ratificatie en hierbij specifiek in te gaan op de mogelijkheden voor uw Kamer om inspraak te krijgen over het verdrag. Hierbij doe ik mijn toezegging daarover ook gestand.

Recentelijk zijn de onderhandelingen afgerond en op 26 september zijn de resultaten openbaar gemaakt. Dit markeert de start van het proces van de juridische revisie (legal scrubbing), ofwel het controleren van de onderhandelingsteksten op innerlijke consistentie en juridische juistheid. De tekst na revisie zal dan worden vertaald in alle officiële talen van de Europese Unie.

In het navolgende zal worden uitgegaan van een verdrag dat gemengd van karakter is en dat zowel door de Europese Unie als door de lidstaten zal moeten worden ondertekend en gesloten.

Allereerst komt de Europese Commissie met een voorstel voor ondertekening en voorlopige toepassing door de Europese Unie. De Raad beslist over de ondertekening en de voorlopige toepassing namens de Europese Unie. Het kabinet zal dan moeten besluiten of Nederland in de Raad zal instemmen met dit voorstel. Voorlopige toepassing namens de EU kan alleen gelden voor die delen van het akkoord waarvoor de Europese Unie een bevoegdheid heeft. Voordat het kabinet hierover beslist, zal dit ook met uw Kamer worden besproken. Tegelijkertijd moeten de EU-lidstaten volgens hun nationale procedures besluiten over de ondertekening van het verdrag als verdragspartij.

Nadat de Raad heeft ingestemd met de ondertekening en voorlopige toepassing volgt de fase van de sluiting van het verdrag. Daartoe zal de Commissie een afzonderlijk voorstel indienen bij de Raad. De Raad stelt het besluit over de sluiting vast na goedkeuring door het Europees parlement. Het Europees parlement beraadslaagt over alle aspecten van het verdrag en neemt vervolgens een besluit over de goedkeuring.

Tegelijkertijd zullen de lidstaten hun nationale procedures voor de goedkeuring van het verdrag als zelfstandige verdragspartij in gang zetten. Daarbij heeft het Nederlandse parlement een eigen bevoegdheid om het verdrag te aanvaarden of te verwerpen.

Indien het Europees parlement besluit haar goedkeuring niet te verlenen kan de Raad het besluit tot sluiting ervan niet vaststellen. De voorlopige toepassing van het akkoord wordt voortgezet tot dat de Raad Canada ervan in kennis stelt dat de Unie niet langer voornemens is partij te worden bij het verdrag. In beginsel kan dan een nieuw onderhandelingsproces worden gestart. Dit kan echter alleen met instemming van Canada. Indien een of meer lidstaten het akkoord niet willen ratificeren maar het Europees parlement wel, kan de voorlopige toepassing in beginsel worden voortgezet.

Nadat alle partijen hun procedures tot sluiting hebben afgerond kan het verdrag in werking treden.

De Commissie heeft op 30 oktober jl. besloten om advies in te winnen bij het Europees Hof van Justitie over de bevoegdheidsverdeling tussen de EU en haar lidstaten voor wat betreft het met Singapore voorgenomen verdrag. De uitkomst van deze adviesprocedure heeft mogelijk ook gevolgen voor het karakter van het verdrag met Canada: gemengd met de lidstaten of EU-only.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen

Naar boven