36 817 Tweede wijziging van de Wet minimumbelasting 2024 in verband met de in december 2023, juni 2024 en januari 2025 internationaal overeengekomen administratieve richtsnoeren en een aantal overige technische wijzigingen (Tweede wet aanpassing Wet minimumbelasting 2024)

A VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR FINANCIËN1

Vastgesteld 4 december 2025

De leden van de fracties van de VVD, JA21, Volt en de Fractie-Hamakers-Visseren hebben met belangstelling kennisgenomen van de tweede wet aanpassing Wet minimumbelasting 2024 en de bijbehorende stukken. Deze hebben aanleiding gegeven tot het maken van de volgende opmerkingen en het stellen van de volgende vragen

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van VVD

De fractieleden van de VVD vragen hoe wordt voorkomen dat Nederlandse bedrijven in geschillen terechtkomen over de interpretatie van de technische bepalingen, en welke rechtsbescherming zij hebben.

Hoe is gewaarborgd dat andere EU-landen en OESO-landen dezelfde technische interpretaties hanteren, zodat er geen verschillen ontstaan in de praktijk?

Deze wet is nu al voor de tweede keer aangepast binnen twee jaar. Moeten bedrijven rekening houden met nog meer wijzigingen? Hoe worden stabiliteit en voorspelbaarheid gewaarborgd?

In de nota naar aanleiding van het verslag bij het Belastingplan 2025 stelt de regering dat 130 landen een handtekening hebben gezet om pijler twee te implementeren. Driekwart van de landen hebben deze pijler nog niet ingevoerd.2 Kan de regering aangeven of meer landen pijler twee hebben ingevoerd? En welke landen hebben aangegeven pijler twee in ieder geval niet uit te voeren?

De Staatssecretaris Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane heeft de motie van het lid Van Eijk c.s.3 de appreciatie «oordeel Kamer» gegeven. Deze motie roept de regering onder andere op om in internationaal verband in te zetten op een gelijk speelveld en het behoud van de concurrentiekracht. Op welke wijze is de regering voornemens deze motie tot uitvoering te brengen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van JA21

Dit wetsvoorstel volgt uit OESO-afspraken, maar de implementatie en handhaving van deze richtlijn blijven wereldwijd steken. De EU en Nederland lopen hierin voorop, terwijl belangrijke economieën traag of beperkt meebewegen, aldus de fractieleden van JA21.

Hoe beoordeelt de regering het risico dat multinationale ondernemingen zich statutair buiten de EU gaan vestigen om zo de minimumbelasting te voorkomen? En welke maatregelen overweegt de regering te nemen om te voorkomen dat Nederlandse bedrijven hierdoor in een nadelige concurrentiepositie belanden?

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van Volt

De minimumbelasting vloeit voort uit OESO-verplichtingen. Daarbij is tijdens de invoering van de Nederlandse wet uitgegaan van een wereldwijde invoering van deze minimumbelasting. Hierover horen de fractieleden van Volt echter tegenstrijdige geluiden. Is de regering bekend met landen die expliciet hebben aangegeven deze minimumbelasting (voorlopig) niet in te voeren? Kan er, eventueel via het OESO-secretariaat, een overzicht worden gegeven van landen die de OESO-richtlijn in wet hebben omgezet? Is de regering voornemens extra heffingen op te leggen aan bedrijven die in hun land geen minimumbelasting hoeven te betalen? In hoeverre wordt hierover overleg gepleegd binnen de EU?

Vragen en opmerkingen van het lid van de Fractie-Visseren-Hamakers

Het fractielid van Fractie-Visseren-Hamakers vraagt wat de exacte administratieve richtsnoeren uit de OESO zijn die door middel van deze wetswijziging worden geïmplementeerd.

De leden van de vaste commissie voor Financiën zien de nota naar aanleiding van het verslag met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 5 december 2025.

De voorzitter van de vaste commissie voor Financiën, Van Ballekom

De griffier van de vaste commissie voor Financiën, Karthaus


X Noot
1

Samenstelling:

Kroon (BBB) (ondervoorzitter), Van Wijk (BBB), Martens (GroenLinks-PvdA), Crone (GroenLinks-PvdA), Karimi (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Rosenmöller (GroenLinks-PvdA), Van Ballekom (VVD) (voorzitter), Van der Linden (VVD), Vogels (VVD), Bovens (CDA), Bakker-Klein (CDA), Aerdts (D66), Griffioen (D66), Moonen (D66), Van Strien (PVV), Baumgarten (JA21), Van Apeldoorn (SP), Holterhues (ChristenUnie), Van den Oetelaar (FVD), Schalk (SGP), Hartog (Volt), Van der Goot (OPNL), Van Rooijen (50PLUS), Van de Sanden (Fractie-Van de Sanden), Walenkamp (Fractie-Walenkamp), Visseren-Hamakers (Fractie-Visseren-Hamakers)

X Noot
2

Kamerstukken I 2024/25, nr. 11, item 3.

X Noot
3

Kamerstukken II 2025/26, 36 812, nr. 79.

Naar boven