De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel L wordt na het eerste lid een lid ingevoegd, luidende:
1a. In afwijking van het eerste lid treedt artikel I, onderdeel C, onder 1, met ingang
van 1 januari 2029 in werking.
Toelichting
Het kabinet heeft ter uitvoering van de motie-Idsinga1 in het wetsvoorstel een maatregel voorgesteld waardoor de grondslag voor inkomen
uit een middellijk gehouden lucratief belang wordt verbreed door middel van een multiplier,
als de voordelen vanwege toepassing van de zogenoemde aanmerkelijkbelangvariant in
box 2 zijn belast. Hierdoor wordt de belastingdruk op de betreffende voordelen uit
een middellijk gehouden lucratief belang via deze grondslagverbredende multiplier
in box 2 per 1 januari 2026 verhoogd tot maximaal 36%. Met dit amendement wordt de
inwerkingtredingsdatum van de voorgestelde multipliermaatregel uitgesteld tot 1 januari
2029.
De voorgestelde aanpassing van de lucratiefbelangregeling heeft aanzienlijke gevolgen
voor innovatieve ondernemingen, investeringsbereidheid en het bredere Nederlandse
vestigingsklimaat. De maatregel verhoogt de effectieve belastingdruk op participatiebelangen
op een wijze die afwijkt van vergelijkbare landen, terwijl juist toegang tot kapitaal,
ondernemerschap en het kunnen aantrekken van talent essentieel zijn voor groei en
innovatie.
Daarnaast staat de voorgestelde wijziging niet op zichzelf. Parallel worden belangrijke
trajecten uitgewerkt, waaronder het advies van de Commissie Wennink, de nieuwe box-3-systematiek
en de aandelenparticipatieregeling voor werknemers in start- en scale-ups. Deze regelingen
grijpen inhoudelijk in elkaar. Een wijziging in de lucratiefbelangregeling vooruitlopend
op die trajecten brengt risico’s met zich mee voor de samenhang, voorspelbaarheid
en uitvoerbaarheid van het fiscale stelsel.
Ook de Belastingdienst voorziet extra uitvoeringslasten en meer complexe beoordeling
achteraf, terwijl eerder onderzoek adviseert dergelijke wijzigingen pas door te voeren
nadat het nieuwe box-3-stelsel is ingevoerd.
Dit amendement stelt daarom voor de inwerkingtreding van de voorgestelde wijziging
uit te stellen tot 1 januari 2029. Dat biedt de benodigde ruimte om de maatregel integraal
te beoordelen naast de andere trajecten en te komen tot één duidelijk, samenhangend
en investeringsvriendelijk fiscaal stelsel dat innovatie, groei en ondernemerschap
ondersteunt.
Het uitstellen van de invoering van de multipliermaatregel leidt ertoe dat er in 2026,
2027 en 2028 een budgettaire derving ontstaat van € 45 miljoen per jaar. Dit wordt
gedekt door de Aof-premie voor deze jaren met 0,02 procentpunt te verhogen. De Minister
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt verzocht de verhoging van de Aof-premie
bij ministeriële regeling door te voeren.
Van Eijk Inge van Dijk Hoogeveen