Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 740 Financieel Jaarverslag van het Rijk 2024

Nr. 2 BIJLAGEN BIJ HET FINANCIEEL JAARVERSLAG VAN HET RIJK 2024

Ontvangen 21 mei 2025

Vergaderjaar 2024–2025

1 RIJKSREKENING VAN UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Op grond van artikel 2.35, tweede lid, van de Comptabiliteitswet 2016, neemt de Minister van Financiën in het Financieel Jaarverslag van het Rijk de rekening van uitgaven en ontvangsten van het Rijk op. Deze rekening, de Rijksrekening genoemd, is het overzicht op het totaalniveau van de rijksbegroting van alle uitgaven en ontvangsten van de rijksdienst in een jaar die binnen begrotingsverband zijn gerealiseerd. Voor de departementale en niet-departementale begrotingen zijn in tabellen 1.1, 1.2 en 1.3 de verplichtingen, kasuitgaven en kasontvangsten opgenomen. In aanvulling op de gegevens onder de begroting voor Nationale schuld vermelden de tabellen 1.4 en 1.5 de voor 2024 onder de begroting van Nationale schuld oorspronkelijk geraamde en de gerealiseerde rentelasten onderscheidenlijk rentebaten. Deze gegevens zijn opgesteld in overeenstemming met het hier toepasselijke transactiestelsel. De tabellen 1.6 tot en met 1.9 hebben betrekking op baten-lastenagentschappen die, zoals het woord, aangeeft het batenlastenstelsel als begrotingsstelsel hanteren. Tabel 1.10 blijft leeg vanwege het in 2024 niet voorkomen van verplichtingen-kasagentschappen.

In de onderstaande tabellen worden de verschillen in de verschillenkolom niet toegelicht. Voor die toelichtingen wordt verwezen naar de betrokken jaarverslagen. Let op! Door afrondingen kunnen er verschillen ontstaan met de cijfers op de Rijkssaldibalans.

Tabel 1.1 Verplichtingen 2024 van de departementale en niet departementale begrotingen ( x € 1000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

I

Koning

55.901

58.487

2.586

IIA

Staten-Generaal

239.158

292.564

53.406

IIB

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten

180.815

190.606

9.791

III

Algemene Zaken

96.679

118.077

21.398

IV

Koninkrijksrelaties

192.292

187.614

‒ 4.678

V

Buitenlandse Zaken

12.899.524

11.596.051

‒ 1.303.473

VI

Justitie en Veiligheid

24.682.577

25.610.050

927.473

VII

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

11.734.451

11.436.708

‒ 297.743

VIII

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

57.687.903

61.085.218

3.397.315

IXA

Nationale Schuld1

34.987.977

40.782.916

5.794.939

IXB

Financiën

16.992.360

50.149.780

33.157.420

X

Defensie

21.608.286

13.203.012

‒ 8.405.274

XII

Infrastructuur en Waterstaat

15.217.279

14.673.239

‒ 544.040

XIII

Economische Zaken en Klimaat

23.900.746

20.044.398

‒ 3.856.348

XIV

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

6.523.859

7.906.277

1.382.418

XV

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

58.958.694

63.875.505

4.916.811

XVI

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

34.389.691

39.639.097

5.249.406

XVII

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

2.152.879

3.335.529

1.182.650

A

Mobiliteitsfonds

10.360.488

10.445.546

85.058

B

Gemeentefonds

42.873.720

44.107.822

1.234.102

C

Provinciefonds

3.340.648

3.954.345

613.697

F

Diergezondheidsfonds

15.624

33.766

18.142

H

BES-fonds

71.170

106.723

35.553

J

Deltafonds

2.128.669

1.948.190

‒ 180.479

K

Defensiematerieelbegrotingsfonds

13.609.715

17.813.666

4.203.951

L

Nationaal Groeifonds

4.608.040

104.529

‒ 4.503.511

 

Totalen

399.509.145

442.699.715

43.190.570

X Noot
1

Van de Nationale schuld zijn in dit overzicht de verplichtingen opgenomen, exclusief de renteverplichtingen. Voor de renteuitgaven, die op transactiebasis worden verantwoord, zie tabel 1.4.

Tabel 1.2 Kasuitgaven 2024 van de departementale en niet departementale begrotingen ( x € 1000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

I

Koning

55.901

58.487

2.586

IIA

Staten-Generaal

239.158

270.874

31.716

IIB

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten

182.743

192.305

9.562

III

Algemene Zaken

96.679

118.111

21.432

IV

Koninkrijksrelaties

223.203

212.198

‒ 11.005

V

Buitenlandse Zaken

13.154.258

11.295.448

‒ 1.858.810

VI

Justitie en Veiligheid

24.730.325

25.483.438

753.113

VII

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

11.395.030

10.925.271

‒ 469.759

VIII

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

55.299.160

56.463.783

1.164.623

IXA

Nationale Schuld1

34.987.977

40.782.916

5.794.939

IXB

Financiën

11.826.839

26.020.667

14.193.828

X

Defensie

22.497.398

12.466.547

‒ 10.030.851

XII

Infrastructuur en Waterstaat

15.251.537

13.918.645

‒ 1.332.892

XIII

Economische Zaken en Klimaat

12.715.901

10.009.670

‒ 2.706.231

XIV

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

3.999.161

4.043.955

44.794

XV

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

58.639.952

63.328.936

4.688.984

XVI

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

35.456.816

38.231.080

2.774.264

XVII

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

3.719.718

3.985.806

266.088

A

Mobiliteitsfonds

10.217.181

9.709.362

‒ 507.819

B

Gemeentefonds

42.873.720

43.835.927

962.207

C

Provinciefonds

3.340.648

3.954.345

613.697

F

Diergezondheidsfonds

30.939

34.921

3.982

H

BES-fonds

71.170

103.883

32.713

J

Deltafonds

1.819.495

1.622.819

‒ 196.676

K

Defensiematerieelbegrotingsfonds

10.923.657

7.605.821

‒ 3.317.836

L

Nationaal Groeifonds

1.456.566

20.924

‒ 1.435.642

 

Totalen

375.205.132

384.696.139

9.491.007

X Noot
1

Van de Nationale schuld zijn in dit overzicht de kasuitgaven opgenomen, exclusief de renteuitgaven. Voor de renteuitgaven, die op transactiebasis worden verantwoord, zie tabel 1.4.

Tabel 1.3 Kasontvangsten 2024 van de departementale en niet departementale begrotingen ( x € 1000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

I

Koning

1.831

1.895

64

IIA

Staten-Generaal

3.865

8.768

4.903

IIB

Overige Hoge Colleges van Staat en Kabinetten

6.297

8.232

1.935

III

Algemene Zaken

7.837

9.083

1.246

IV

Koninkrijksrelaties

49.958

165.395

115.437

V

Buitenlandse Zaken

4.075.549

3.710.084

‒ 365.465

VI

Justitie en Veiligheid

1.484.143

1.853.010

368.867

VII

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

630.989

1.155.263

524.274

VIII

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2.038.040

2.382.523

344.483

IXA

Nationale Schuld1

66.506.523

70.560.304

4.053.781

IXB

Financiën

236.643.055

241.850.371

5.207.316

X

Defensie

228.804

314.603

85.799

XII

Infrastructuur en Waterstaat

86.555

66.526

‒ 20.029

XIII

Economische Zaken en Klimaat

5.789.765

6.766.483

976.718

XIV

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

97.775

235.067

137.292

XV

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

2.341.636

2.579.277

237.641

XVI

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

178.122

1.129.024

950.902

XVII

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

57.815

75.591

17.776

A

Mobiliteitsfonds

10.217.181

9.520.871

‒ 696.310

B

Gemeentefonds

42.873.720

43.835.927

962.207

C

Provinciefonds

3.340.648

3.954.345

613.697

F

Diergezondheidsfonds

31.558

30.377

‒ 1.181

H

BES-fonds

71.170

103.883

32.713

J

Deltafonds

1.819.495

1.443.100

‒ 376.395

K

Defensiematerieelbegrotingsfonds

10.923.657

147.925

‒ 10.775.732

L

Nationaal Groeifonds

1.456.566

0

‒ 1.456.566

 

Totalen

390.962.554

391.907.927

945.373

X Noot
1

Van de Nationale schuld zijn in dit overzicht de ontvangsten opgenomen, exclusief de rentebaten. Voor de rentebaten, die op transactiebasis worden verantwoord, zie tabel 1.5.

Het gerealiseerde saldo van de kasuitgaven en de kasontvangsten over 2024, zoals dat uit de tabellen 1.2 en 1.3 blijkt – het verschil tussen 384,7 miljard euro en 391,9 miljard euro, zijnde een verschil van 7,2 miljard euro – heeft geen directe relatie met het EMU-saldo 2024 van het Rijk. De saldoberekeningen van beide opstellingen verschillen daartoe teveel van elkaar. Een belangrijk verschil vormen de uitgaven en ontvangsten van Nationale Schuld (IXA) die betrekking hebben op de financieringstransacties (de aflossingen en de aangetrokken leningen in verband met de tekortfinanciering en herfinanciering). Deze zijn wel in de tabellen 1.2 en 1.3 meegenomen, maar tellen niet mee in de berekening van het EMU-saldo. Ook wordt het EMU-saldo opgesteld op transactiebasis, terwijl hier de gepresenteerde opstelling op kasbasis is. Het Europees Stelsel van Rekeningen (ESR) 2010 schrijft voor welke uitgaven en ontvangsten als relevant voor het EMU-saldo worden aangemerkt.

Tabel 1.4 Rentekosten 2024 (op transactie basis) van de begroting Nationale Schuld ( x € 1000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

IXA

Nationale Schuld

10.497.778

9.508.769

‒ 989.009

 

Totalen

10.497.778

9.508.769

‒ 989.009

Tabel 1.5 Rentebaten 2024 ( op transactiebasis) van de begroting Nationale schuld ( x € 1000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

IXA

Nationale Schuld

186.287

382.098

195.811

 

Totalen

186.287

382.098

195.811

Tabel 1.6 Lasten 2024 van de baten-lastenagentschappen ( x € 1000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

AZ

Dienst Publiek en Communicatie

145.474

175.021

29.547

BZK

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

208.540

218.933

10.393

BZK

Logius

345.770

346.076

306

BZK

Organisatie en Personeel Rijk

314.174

301.454

‒ 12.720

BZK

Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek

148.964

155.721

6.757

BZK

FM Haaglanden

180.412

189.621

9.209

BZK

SSC-ICT Haaglanden

372.334

410.470

38.136

BZK

Rijksvastgoedbedrijf

1.591.879

1.699.631

107.752

BZK

Dienst Huurcommissie

35.128

34.037

‒ 1.091

BZK

Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie

101.708

103.272

1.564

JenV

Centraal Justitieel Incassobureau

213.108

239.628

26.520

JenV

Dienst Justitiële Inrichtingen

3.184.327

3.391.200

206.873

JenV

Immigratie- en naturalisatiedienst

852.701

932.747

80.046

JenV

Justis

62.926

64.226

1.300

JenV

De Justitiële ICT Organisatie

176.696

186.329

9.633

JenV

Justitiële Informatiedienst (Justid)

78.710

90.787

12.077

JenV

Nederlands Forensisch Instituut (NFI)

114.488

136.223

21.735

OCW

Dienst Uitvoering Onderwijs

445.212

533.162

87.950

OCW

Nationaal Archief

61.800

75.505

13.705

DEF

Paresto

84.258

101.997

17.739

IenW

Rijkswaterstaat

3.605.607

4.230.990

625.383

IenW

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

105.908

120.595

14.687

EZK

Rijksdienst voor ondernemend Nederland

1.052.220

1.201.147

148.927

EZK

Rijksinspectie Digitale Infrastructuur

90.920

88.434

‒ 2.486

EZK

Dienst ICT Uitvoering

374.000

390.359

16.359

EZK

Nederlandse Emissieautoriteit

20.939

20.180

‒ 759

LNV

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

597.641

620.395

22.754

VWS

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

670.300

693.194

22.894

VWS

Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg

110.689

122.040

11.351

VWS

College ter Beoordeling Geneesmiddelen

74.138

77.489

3.351

 

Totalen

15.420.971

16.950.863

1.529.892

Tabel 1.7 Baten 2024 van de baten-lastenagentschappen ( x € 1000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

AZ

Dienst Publiek en Communicatie

145.474

174.293

28.819

BZK

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

189.992

229.407

39.415

BZK

Logius

345.770

351.405

5.635

BZK

Organisatie en Personeel Rijk

314.174

300.437

‒ 13.737

BZK

Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek

148.964

154.117

5.153

BZK

FM Haaglanden

180.412

186.564

6.152

BZK

SSC-ICT Haaglanden

372.174

389.572

17.398

BZK

Rijksvastgoedbedrijf

1.591.879

1.695.157

103.278

BZK

Dienst Huurcommissie

35.128

36.335

1.207

BZK

Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie

101.708

98.779

‒ 2.929

JenV

Centraal Justitieel Incassobureau

213.108

227.496

14.388

JenV

Dienst Justitiële Inrichtingen

3.184.327

3.377.940

193.613

JenV

Immigratie- en naturalisatiedienst

852.701

900.848

48.147

JenV

Justis

62.926

71.533

8.607

JenV

De Justitiële ICT Organisatie

176.696

188.227

11.531

JenV

Justitiële Informatiedienst (Justid)

78.710

90.311

11.601

JenV

Nederlands Forensisch Instituut (NFI)

114.488

138.382

23.894

OCW

Dienst Uitvoering Onderwijs

445.212

535.899

90.687

OCW

Nationaal Archief

61.800

73.230

11.430

DEF

Paresto

84.258

103.447

19.189

IenW

Rijkswaterstaat

3.607.127

4.132.906

525.779

IenW

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

105.908

116.708

10.800

EZK

Rijksdienst voor ondernemend Nederland

1.052.220

1.232.165

179.945

EZK

Rijksinspectie Digitale Infrastructuur

90.920

92.280

1.360

EZK

Dienst ICT Uitvoering

374.000

397.754

23.754

EZK

Nederlandse Emissieautoriteit

20.939

21.342

403

LNV

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

597.641

642.185

44.544

VWS

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

670.300

703.893

33.593

VWS

Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg

110.689

124.306

13.617

VWS

College ter Beoordeling Geneesmiddelen

74.138

79.250

5.112

 

Totalen

15.403.783

16.866.168

1.462.385

Tabel 1.8 Kapitaaluitgaven 2024 van de baten-lastenagentschappen ( x € 1000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

AZ

Dienst Publiek en Communicatie

0

0

0

BZK

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

4.877

20.024

15.147

BZK

Logius

0

0

0

BZK

Organisatie en Personeel Rijk

3.338

9.880

6.542

BZK

Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek

450

741

291

BZK

FM Haaglanden

8.295

13.520

5.225

BZK

SSC-ICT Haaglanden

111.680

99.641

‒ 12.039

BZK

Rijksvastgoedbedrijf

1.213.447

1.170.595

‒ 42.852

BZK

Dienst Huurcommissie

300

162

‒ 138

BZK

Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie

0

66

66

JenV

Centraal Justitieel Incassobureau

4.670

6.048

1.378

JenV

Dienst Justitiële Inrichtingen

12.000

12.283

283

JenV

Immigratie- en naturalisatiedienst

5.950

32.508

26.558

JenV

Justis

0

3.884

3.884

JenV

De Justitiële ICT Organisatie

48.160

22.666

‒ 25.494

JenV

Justitiële Informatiedienst (Justid)

6.847

3.959

‒ 2.888

JenV

Nederlands Forensisch Instituut (NFI)

9.970

17.116

7.146

OCW

Dienst Uitvoering Onderwijs

109.300

107.692

‒ 1.608

OCW

Nationaal Archief

7.600

4.363

‒ 3.237

DEF

Paresto

0

494

494

IenW

Rijkswaterstaat

77.853

63.096

‒ 14.757

IenW

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

4.296

3.847

‒ 449

EZK

Rijksdienst voor ondernemend Nederland

47.420

57.431

10.011

EZK

Rijksinspectie Digitale Infrastructuur

15.815

4.844

‒ 10.971

EZK

Dienst ICT Uitvoering

36.601

28.314

‒ 8.287

EZK

Nederlandse Emissieautoriteit

2.947

3.191

244

LNV

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

17.097

10.251

‒ 6.846

VWS

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

4.500

11.631

7.131

VWS

Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg

13.550

14.701

1.151

VWS

College ter Beoordeling Geneesmiddelen

650

55

‒ 595

 

Totalen

1.767.613

1.723.003

‒ 44.610

Tabel 1.9 Kapitaalontvangsten 2024 van de baten-lastenagentschappen ( x € 1000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

AZ

Dienst Publiek en Communicatie

0

0

0

BZK

Rijksdienst voor Identiteitsgegevens

0

0

0

BZK

Logius

0

0

0

BZK

Organisatie en Personeel Rijk

0

0

0

BZK

Rijksorganisatie Beveiliging en Logistiek

0

0

0

BZK

FM Haaglanden

3.110

8.221

5.111

BZK

SSC-ICT Haaglanden

76.602

63.383

‒ 13.219

BZK

Rijksvastgoedbedrijf

802.562

822.526

19.964

BZK

Dienst Huurcommissie

0

0

0

BZK

Rijksorganisatie voor Ontwikkeling, Digitalisering en Innovatie

0

2.800

2.800

JenV

Centraal Justitieel Incassobureau

1.860

18.392

16.532

JenV

Dienst Justitiële Inrichtingen

3.000

47.527

44.527

JenV

Immigratie- en naturalisatiedienst

950

1

‒ 949

JenV

Justis

0

642

642

JenV

De Justitiële ICT Organisatie

31.609

9.850

‒ 21.759

JenV

Justitiële Informatiedienst (Justid)

4.542

2.036

‒ 2.506

JenV

Nederlands Forensisch Instituut (NFI)

5.000

10.425

5.425

OCW

Dienst Uitvoering Onderwijs

73.600

85.900

12.300

OCW

Nationaal Archief

1.200

0

‒ 1.200

DEF

Paresto

0

0

0

IenW

Rijkswaterstaat

56.918

34.986

‒ 21.932

IenW

Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

2.590

7.990

5.400

EZK

Rijksdienst voor ondernemend Nederland

27.800

38.171

10.371

EZK

Rijksinspectie Digitale Infrastructuur

11.458

0

‒ 11.458

EZK

Dienst ICT Uitvoering

20.000

18.307

‒ 1.693

EZK

Nederlandse Emissieautoriteit

2.104

2.530

426

LNV

Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit

10.850

12.668

1.818

VWS

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

0

0

0

VWS

Centrum Informatiepunt Beroepen in Gezondheidszorg

11.790

8.396

‒ 3.394

VWS

College ter Beoordeling Geneesmiddelen

0

0

0

 

Totalen

1.147.545

1.194.751

47.206

Tabel 1.10 Verplichtingen, kasuitgaven en kasontvangsten 2024 van de verplichtingen- kasagentschappen ( x € 1000)
 

Onderdeel

Oorspronkelijk vastgestelde begroting

Realisatie

Verschil

In 2024 waren er geen verplichtingen-kasagentschappen.

2 SALDIBALANS VAN HET RIJK PER 31 DECEMBER 2024

Tabel 2.1 Saldibalans van het Rijk 31 december 2024
 

DEBET

31-12-2024

31-12-2023

 

CREDIT

31-12-2024

31-12-2023

 

OMSCHRIJVING

€ mln.

€ mln.

 

OMSCHRIJVING

€ mln.

€ mln.

1

Uitgaven ten laste van de begroting

394.205

377.264

12

Ontvangsten ten gunste van de begroting

392.290

374.307

2

Vorderingen buiten begrotingsverband

12.618

17.044

13

Schulden buiten begrotingsverband

11.644

15.090

 

(intra-comptabele vorderingen)

   

(intra-comptabele schulden)

  

14

Saldi begrotingsfondsen

  

14

Saldi begrotingsfondsen

1.358

1.206

3

Liquide Middelen

2.996

8.360

    

4

Saldo geldelijk beheer van het Rijk

3.651

0

4

Saldo geldelijk beheer van het Rijk

0

3.733

    

15

Saldi begrotingsreserves

8.178

8.331

 

Totaal intra-comptabele posten

413.469

402.667

 

Totaal intra-comptabele posten

413.469

402.667

5

Openstaande rechten

53.276

52.617

16

Tegenrekening openstaande rechten

53.276

52.617

6

Vorderingen

91.771

73.356

17

Tegenrekening vorderingen

91.771

73.356

7

Tegenrekening schulden

517.516

484.658

18

Schulden

517.516

484.658

8

Voorschotten

335.137

279.532

19

Tegenrekening voorschotten

335.137

279.532

9

Tegenrekening andere verplichtingen

256.546

223.801

20

Andere verplichtingen

256.546

223.801

10

Deelnemingen

44.089

45.587

21

Tegenrekening deelnemingen

44.089

45.587

11

Tegenrekening garantieverplichtingen

229.177

223.421

22

Garantieverplichtingen

229.177

223.421

 

Totaal extra-comptabele posten

1.527.513

1.382.972

 

Totaal extra-comptabele posten

1.527.513

1.382.972

 

TOTAAL-GENERAAL

1.940.982

1.785.639

 

TOTAAL-GENERAAL

1.940.982

1.785.639

Toelichting op de saldibalans van het Rijk

De saldibalans van het Rijk is een optelling van de goedgekeurde saldibalansen van de afzonderlijke begrotingshoofdstukken, die geconsolideerd wordt met de saldibalans van de centrale administratie van de Schatkist van het Rijk.

Voor een nadere toelichting op de cijfers wordt verwezen naar de jaarverslagen van de ministeries of begrotingsfondsen. Let op! Door afrondingsverschillen kunnen de sommen van bepaalde onderdelen afwijken van andere tabellen.

Ad 1) Uitgaven ten laste van de begroting

Onder de post uitgaven ten laste van de begroting worden de gerealiseerde uitgaven van het betreffende begrotingsjaar opgenomen van alle ministeries en begrotingsfondsen. Ook hierin meegenomen zijn de rentelasten zoals opgenomen in tabel 1.4 van de rijksrekening.

Ad 2) Vorderingen buiten begrotingsverband (intra-comptabele vorderingen)

Onder de post vorderingen buiten begrotingsverband worden de uitgaven opgenomen die in een later jaar met een ander onderdeel van het Rijk dan wel met een derde worden verrekend. Onder deze post staan alleen de vorderingen waarvan wordt verwacht dat binnen een afzienbare termijn verrekening zal plaatsvinden. Het totaal van deze post is 12.618 miljoen euro, waarvan 11.395 miljoen euro uit kas-transverschillen bestaat. Voor de toelichting van de kas-transverschillen verwijzen wij u naar toelichting Saldibalans Nationale Schuld IXA.

Ad 3) Liquide middelen

Onder de post liquide middelen worden de saldi bij de banken en de contante gelden opgenomen.

Ad 4) Saldo geldelijk beheer van het Rijk

Onder de post saldo geldelijk beheer van het Rijk wordt opgenomen: de door het ministerie van Financiën overgenomen uitgaven en ontvangsten binnen begrotingsverband van afgesloten begrotingsjaren. De definitieve afsluiting van een begrotingsjaar vindt plaats nadat de Staten-Generaal de Slotwetten hebben aangenomen, waarna de eindbedragen voor de uitgaven en ontvangsten die betrekking hebben op het afgesloten begrotingsjaar worden overgeboekt op de post saldo geldelijk beheer van het Rijk. Het saldo geldelijk beheer is hiermee een meerjarige optelling (cumulatie) van alle door het parlement goedgekeurde uitgaven en ontvangsten van het Rijk tot en met het laatst afgesloten boekjaar.

Ad 5 en 16) Openstaande rechten

Rechten zijn een voorfase van de ontvangsten. Onder de post openstaande rechten worden opgenomen: vorderingen die niet voortvloeien uit met derden te verrekenen begrotingsuitgaven, maar op andere wijze ontstaan. Rechten kunnen ontstaan doordat conform wettelijke regelingen vastgestelde aanslagen aan derden worden opgelegd (bijvoorbeeld belastingen, college- en schoolgelden) of op grond van doorberekening van de kosten van verleende diensten of geleverde goederen.

Ad 6 en 17) Vorderingen (extra-comptabel)

Onder de post extra-comptabele vorderingen worden de vorderingen opgenomen, die zijn voortgevloeid uit uitgaven ten laste van de begroting. Het gaat dan om reeds verrichte uitgaven, die binnen begrotingsverband zijn geboekt en waarvoor op termijn nog een verrekening met derden dan wel met een ander onderdeel van het Rijk zal plaatsvinden. Tevens zijn hierin de uitgaven opgenomen, die in eerste instantie op derdenrekeningen zijn geboekt, maar waarvan de verrekening met derden dan wel een ander onderdeel van het Rijk niet binnen een redelijke termijn heeft plaatsgevonden, terwijl verrekening wel mogelijk is.

Ad 7 en 18) Schulden (extra-comptabel)

Onder de post schulden worden schulden opgenomen die zijn voortgevloeid uit ontvangsten ten gunste van de begroting. Net als bij extra-comptabele vorderingen gaat het om reeds ontvangen bedragen welke geboekt zijn binnen begrotingsverband en waarvoor nog op termijn een verrekening plaats zal vinden. Ook uitgegeven leningen worden onder de post schulden opgenomen.

Ad 8 en 19) Voorschotten

Onder de post voorschotten worden de bedragen opgenomen die aan derden zijn betaald vooruitlopend op een later definitief vast te stellen c.q. af te rekenen bedrag.

Het totaal van de openstaande voorschotten per 31/12/2023 van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) sluit niet aan bij de gecontroleerde en goedgekeurde jaarverslagen 2023. In het jaarverslag 2024 van IenW is deze wel gecorrigeerd overgenomen, waardoor het verschil ca. 295 mln. bedraagt. In de Rijkssaldibalans is de eindstand van 31/12/2023 uit het FJR 2023 overgenomen in het FJR 2024.

Ad 9 en 20) Andere verplichtingen

Onder de post andere verplichtingen wordt het saldo opgenomen van aangegane verplichtingen en hierop verrichte betalingen. Het saldo heeft zowel betrekking op de binnen als buiten begrotingsverband geboekte verplichtingen.

Ad 10 en 21) Deelnemingen

Onder de post deelnemingen worden alle deelnemingen in besloten en naamloze vennootschappen en internationale instellingen opgenomen. De waardering van de deelnemingen geschiedt op basis van de oorspronkelijke aankoopprijs. In enkele gevallen geschiedt de waardering tegen de nominale waarde van het aandeel in het gestort en opgevraagd kapitaal.

Ad 11 en 22) Garantieverplichtingen

Onder de post garantieverplichtingen worden de bedragen opgenomen die de hoofdsommen vormen van afgegeven garanties aan derden en garanties van ministeries aan het ministerie van Financiën. Een afgegeven garantie wordt gezien als een verplichting en moet ook op dezelfde manier in de administratie worden verwerkt. Er is dus geen verschil in de registratie van garantieverplichtingen en andersoortige verplichtingen. Een verschil tussen een garantieverplichting en een andere verplichting is wel dat de hoofdsom van een garantieverplichting veelal niet of slechts gedeeltelijk tot uitbetaling zal leiden.

Ad 12) Ontvangsten ten gunste van de begroting

Onder de post ontvangsten ten gunste van de begroting worden de gerealiseerde ontvangsten van het betreffende begrotingsjaar opgenomen van alle ministeries en begrotingsfondsen. Ook hierin meegenomen zijn de rentebaten zoals opgenomen in tabel 1.5 van de rijksrekening.

Ad 13) Schulden buiten begrotingsverband (intra-comptabel)

Onder de post schulden buiten begrotingsverband worden de ontvangsten geboekt die in een later jaar met een ander onderdeel van het Rijk dan wel met een derde worden verrekend.

Ad 14) Saldi begrotingsfondsen

Onder de post saldi begrotingsfondsen worden saldi van het voorgaande begrotingsjaar opgenomen. Het betreft hier de saldi van het Diergezondheidsfonds, het Mobiliteitsfonds, het Deltafonds en het Defensiematerieelbegrotingsfonds en het Nationaal Groeifonds. In 2023 en 2024 betreft het een positieve saldo.

Ad 15) Saldi begrotingsreserves

Onder de post saldi begrotingsreserves worden de interne reserves van de ministeries opgenomen. Het gaat hier om de volgende reserves:

  • Nationale Hypotheekgarantie, Sanerings- en Projectsteun Woningcorporaties en FHG (BZK);

  • FOM, DGGF, DRIVE en DTIF (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking);

  • Borgstelling MKB-kredieten, Groeifaciliteit, Garantie Ondernemingsfinanciering, Garantie MKB-financiering, Duurzame energie, Aardwarmte, ECN verstrekte leningen, Klein Krediet Corona, Begrotingsreserve BMKB-Groen (EZK);

  • Exportkredietverzekeringen, Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorismeschades en Garantstelling DGS BES eilanden (Financiën);

  • Asiel (JenV);

  • Landbouw, Visserij, Risicovoorziening jonge boeren, Apurement, Borgstellingsfaciliteit, Natuur (LNV);

  • Museaal Aankoopfonds en Risicopremie garantstelling onderwijsinstellingen (OCW);

  • Waarborgfonds voor de Zorgsector, Stimuleringsregeling wonen en zorg, Pallas (VWS).

3 DE BELASTING- EN PREMIEONTVANGSTEN IN 2024

Tabel 3.1 De belasting- en premieontvangsten in 2024 op EMU-basis (in miljoenen euro)
 

Miljoenennota 2024

Realisatie 2024

Verschil

Indirecte belastingen

121.935

117.138

‒ 4.798

Invoerrechten

4.984

4.297

‒ 688

Omzetbelasting

79.455

78.597

‒ 857

Belasting op personenauto's en motorrijwielen

1.485

1.382

‒ 103

Accijnzen

13.884

12.010

‒ 1.873

- Accijns van lichte olie

5.164

4.526

‒ 639

- Accijns van minerale oliën, anders dan lichte olie

3.845

3.342

‒ 504

- Tabaksaccijns

3.533

2.991

‒ 542

- Alcoholaccijns

425

374

‒ 52

- Bieraccijns

528

448

‒ 81

- Wijnaccijns

387

330

‒ 56

Overdrachtsbelasting

3.885

3.819

‒ 66

Assurantiebelasting

3.737

3.932

195

Motorrijtuigenbelasting

4.946

4.873

‒ 73

Belastingen op een milieugrondslag

8.184

6.638

‒ 1.546

- Afvalstoffenbelasting

273

257

‒ 16

- Energiebelasting

6.831

5.291

‒ 1.540

- Waterbelasting

368

344

‒ 24

- Brandstoffenheffingen

1

1

0

- Vliegbelasting

710

745

36

Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a.

690

612

‒ 78

Belasting op zware motorrijtuigen

213

198

‒ 14

Bankbelasting

473

601

128

Inframarginale heffing

0

179

179

    

Directe belastingen

147.522

157.233

9.710

Inkomstenbelasting

11.919

18.302

6.383

Loonbelasting

78.878

82.923

4.044

Dividendbelasting

6.497

6.922

425

Kansspelbelasting

958

991

33

Vennootschapsbelasting

46.241

44.556

‒ 1.686

Bronbelasting op rente en royalty's

71

125

54

Schenk- en erfbelasting

2.958

3.415

458

    

Overige belastingontvangsten

364

364

0

- Belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland

256

244

‒ 12

    

Totaal belastingen

269.822

274.734

4.912

    

Premies volksverzekeringen

42.074

38.477

‒ 3.597

Premies werknemersverzekeringen

91.047

94.012

2.965

waarvan zorgpremies

56.022

57.320

1.298

    

Totaal belasting- en premieontvangsten

402.943

407.224

4.281

Tabel 3.2 De belasting- en premieontvangsten in 2024 op kasbasis (in miljoenen euro)
 

Miljoenennota 2024

Realisatie 2024

Verschil

Indirecte belastingen

122.903

116.137

‒ 6.766

Invoerrechten

4.964

4.197

‒ 767

Omzetbelasting

80.383

78.017

‒ 2.366

Belasting op personenauto's en motorrijwielen

1.466

1.387

‒ 79

Accijnzen

13.915

12.146

‒ 1.769

- Accijns van lichte olie

5.190

4.577

‒ 613

- Accijns van minerale oliën, anders dan lichte olie

3.876

3.382

‒ 494

- Tabaksaccijns

3.519

3.014

‒ 505

- Alcoholaccijns

420

379

‒ 41

- Bieraccijns

530

460

‒ 69

- Wijnaccijns

381

334

‒ 48

Overdrachtsbelasting

3.891

3.713

‒ 178

Assurantiebelasting

3.726

3.888

162

Motorrijtuigenbelasting

4.910

4.883

‒ 27

Belastingen op een milieugrondslag

8.112

6.516

‒ 1.596

- Afvalstoffenbelasting

277

262

‒ 15

- Energiebelasting

6.762

5.193

‒ 1.568

- Waterbelasting

367

336

‒ 31

- Brandstoffenheffingen

1

1

0

- Vliegbelasting

705

724

20

Verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken e.a.

672

590

‒ 81

Belasting op zware motorrijtuigen

213

199

‒ 14

Bankbelasting

473

601

128

Inframarginale heffing

179

0

‒ 179

    

Directe belastingen en premies volksverzekeringen

155.115

167.334

12.219

Inkomstenbelasting

12.177

22.796

10.619

Loonbelasting

79.484

83.033

3.550

Dividendbelasting

6.497

9.396

2.899

Kansspelbelasting

1.010

1.073

63

Vennootschapsbelasting

46.475

45.097

‒ 1.379

Bronbelasting op rente en royalty's

81

95

14

Schenk- en erfbelasting

2.958

3.415

458

Solidariteitsbijdrage

6.433

2.429

‒ 4.004

    

Overige belastingontvangsten

364

336

‒ 28

waarvan Belasting- en premieontvangsten Caribisch Nederland

256

244

‒ 12

    

Totaal belastingen op kasbasis

278.382

283.807

5.425

    

Premies volksverzekeringen

42.684

39.025

‒ 3.659

Premies werknemersverzekeringen

91.785

94.149

2.364

    

Aansluiten naar EMU (KTV)

‒ 9.909

‒ 9.758

151

    

Totaal belasting- en premieontvangsten op EMU-basis

402.943

407.224

4.281

4 UITGAVEN EN NIET- BELASTINGONTVANGSTEN

Deze bijlage biedt een overzicht van de verschillende manieren waarop de uitgaven en de niet-belastingontvangsten van de overheid worden weergegeven. Er wordt een vergelijking gemaakt tussen de begroting van 2024 zoals gepresenteerd in de Miljoenennota 2024 en de realisatie van dat jaar in het voorliggende Financieel Jaarverslag van het Rijk 2024. De overheidsuitgaven kunnen op kasbasis, maar ook op transactiebasis worden geregistreerd. In het eerste geval worden transacties geboekt in de periode waarin betaling plaatsvindt, in het tweede geval in de periode waarin rechten en verplichtingen zijn ontstaan. Op de departementale begrotingen worden de uitgaven op kasbasis geregistreerd: welke bedragen worden daadwerkelijk van de bankrekeningen van het Rijk afgeschreven. Bij het saldo van de overheid (EMU-saldo) wordt niet uitgegaan van de uitgaven op kasbasis, maar op transactiebasis: de uitgaven worden geboekt in de periode waarin rechten en verplichtingen zijn ontstaan. Bij de tabellen hieronder worden de gebruikte begrippen verder toegelicht.

Tabel 4.1 bevat alle netto-uitgaven van de Rijksoverheid: de optelsom van de uitgaven minus de niet-belastingontvangsten. Om de uitgaven te beheersen is er een uitgavenkader. De uitgaven binnen het uitgavenkader mogen het uitgavenkader niet overschrijden. De uitgangsregel is dat alle uitgaven die relevant zijn voor het EMU-saldo ook onder het uitgavenkader vallen, tenzij hier een uitzondering voor gemaakt is. De uitgaven en ontvangsten die niet binnen het kader vallen worden in tabel 4.6 nader uitgesplitst.

In tabel 4.1 zijn de uitgaven uitgesplitst in de begrotingsgefinancierde en de premiegefinancierde uitgaven. De begrotingsgefinancierde uitgaven worden betaald uit belastingen en zijn de optelling van alle uitgaven en niet-belastingontvangsten op de departementale begrotingen. Dit zijn de uitgaven waarvoor het parlement autorisatie verleent door de begrotingswetten aan te nemen. Naast de begrotingsgefinancierde uitgaven zijn er ook premiegefinancierde uitgaven. De uitgaven aan zorg en sociale zekerheid worden voornamelijk gefinancierd uit de premies. Samen vormen de begrotingsgefinancierde en premiegefinancierde netto-uitgaven de totale netto-uitgaven.

Tabel 4.1 Netto-uitgaven naar type (in miljoenen euro)
 

MN 2024

FJR 2024

Verschil

Bron

Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven

    

Netto-uitgaven onder het uitgavenkader

240.717

225.799

‒ 14.919

Tabel 4.5

Netto-uitgaven buiten het uitgavenkader

55.368

68.435

13.067

Tabel 4.6

Totaal begrotingsgefinancierde netto-uitgaven

296.086

294.234

‒ 1.852

Tabel 4.4

     

Premiegefinancierde netto-uitgaven

172.927

171.159

‒ 1.768

Tabel 4.5

     

Totaal netto-uitgaven

469.013

465.393

‒ 3.619

 

Tabel 4.2 geeft alle uitgaven zoals die vermeld zijn in de individuele begrotingshoofdstukken van de Rijksbegroting. In die hoofdstukken zelf zijn de uitgaven verdeeld over verschillende beleids- en niet-beleidsartikelen, maar in de tabel wordt alleen het totaal per begrotingshoofdstuk weergegeven. Het betreft hier de kasuitgaven van de begrotingshoofdstukken. Alleen voor het begrotingshoofdstuk van Nationale Schuld zijn de bedragen op transactiebasis.

Tabel 4.2 Uitgaven begrotingen (in miljoenen euro)
  

MN 2024

FJR 2024

Verschil

1

De Koning

56

58

3

2A

Staten-Generaal

239

271

32

2B

Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad

183

192

10

3

Algemene Zaken

97

118

21

4

Koninkrijksrelaties

223

212

‒ 11

5

Buitenlandse Zaken

12.790

11.295

‒ 1.495

6

Justitie en Veiligheid

24.116

25.483

1.368

7

Binnenlandse Zaken

11.200

10.925

‒ 275

8

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

55.467

56.464

997

9A

Nationale Schuld (Transactiebasis)

12.719

11.990

‒ 729

9B

Financiën

11.827

26.021

14.194

10

Defensie

21.298

12.467

‒ 8.832

12

Infrastructuur en Waterstaat

14.652

13.919

‒ 734

13

Economische Zaken en Klimaat

12.245

10.010

‒ 2.235

14

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

2.863

4.044

1.181

15

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

58.022

63.329

5.307

16

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

35.268

38.231

2.963

17

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

3.641

3.986

345

50

Gemeentefonds

42.874

43.836

962

51

Provinciefonds

3.341

3.954

614

55

Mobiliteitsfonds

10.246

9.709

‒ 536

58

Diergezondheidsfonds

31

35

4

60

Accres Gemeentefonds

671

0

‒ 671

61

Accres Provinciefonds

129

0

‒ 129

64

BES-fonds

71

104

33

65

Deltafonds

1.819

1.623

‒ 197

66

Defensiematerieelbegrotingsfonds

10.724

7.606

‒ 3.118

70

Nationaal Groeifonds

1.572

21

‒ 1.551

AP

Aanvullende Posten

8.946

0

‒ 8.946

90

Consolidatie1

‒ 23.698

‒ 10.408

13.290

HGIS

Internationale Samenwerking2

(9.554)

(11.258)

‒ 1.704

 

Totaal

333.631

345.495

11.863

1) Dit betreft een correctie voor dubbeltellingen die ontstaan door het «bruto-boeken» van bijdragen. Het bruto-boeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het gaat onder andere om bijdragen via de begroting van Infrastructuur en Waterstaat aan het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds en van de begroting van Defensie aan het Defensiematerieelbegrotingsfonds.

2) In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.

Tabel 4.3 bevat alle niet-belastingontvangsten op de verschillende begrotingshoofdstukken van de Rijksbegroting. Dit betreft alle ontvangsten die geen belasting- of premie-ontvangst zijn. Denk bijvoorbeeld aan het dividend dat uitgekeerd wordt door staatsdeelnemingen, het terugbetalen van studieschulden of de opbrengst van boetes en schikkingen. Ook hier geldt dat alle bedragen op kasbasis zijn, behalve bedragen op de begroting van Nationale Schuld die deels op transactiebasis is opgesteld. Omdat hier inzicht wordt gegeven in de niet-belastingontvangsten worden de ontvangsten vanuit het uitgeven van nieuwe staatschuld niet meegeteld. Deze ontvangsten komen in bijlage 5 aan bod bij de bepaling van het EMU-saldo.

Tabel 4.3 Niet-belastingontvangsten begrotingen (in miljoenen euro)
  

MN 2024

FJR 2024

Verschil

1

De Koning

2

2

0

2A

Staten-Generaal

4

9

5

2B

Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad

6

8

2

3

Algemene Zaken

8

9

1

4

Koninkrijksrelaties

50

165

115

5

Buitenlandse Zaken

4.076

3.710

‒ 365

6

Justitie en Veiligheid

1.484

1.853

369

7

Binnenlandse Zaken

631

1.155

524

8

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

2.038

2.383

344

9A

Nationale Schuld (Transactiebasis)

15.409

24.129

8.720

9B

Financiën

4.548

5.937

1.389

10

Defensie

229

315

86

12

Infrastructuur en Waterstaat

87

67

‒ 20

13

Economische Zaken

5.620

6.766

1.147

14

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

78

235

157

15

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

2.342

2.579

238

16

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

183

1.129

946

17

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

58

76

18

50

Gemeentefonds

0

0

0

51

Provinciefonds

0

0

0

55

Mobiliteitsfonds

10.246

9.521

‒ 725

58

Diergezondheidsfonds

32

30

‒ 1

65

Deltafonds

1.819

1.443

‒ 376

66

Defensiematerieelbegrotingsfonds

10.724

148

‒ 10.576

70

Nationaal Groeifonds

1.572

0

‒ 1.572

AP

Aanvullende Posten

0

0

0

90

Consolidatie1

‒ 23.698

‒ 10.408

13.290

HGIS

Internationale Samenwerking2

(340)

(409)

‒ 69

 

Totaal

37.545

51.261

13.715

1) Dit betreft een correctie voor dubbeltellingen die ontstaan door het «bruto-boeken» van bijdragen. Het bruto-boeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het gaat onder andere om bijdragen via de begroting van Infrastructuur en Waterstaat aan het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds en van de begroting van Defensie aan het Defensiematerieelbegrotingsfonds.

2) In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.

Tabel 4.4 geeft per begrotingshoofdstuk de netto-uitgaven weer, oftewel de uitgaven (tabel 4.2) minus de niet-belastingontvangsten (tabel 4.3).

Tabel 4.4 Netto-uitgaven begrotingen (in miljoenen euro)
  

MN 2024

FJR 2024

Verschil

1

De Koning

54

57

3

2A

Staten-Generaal

235

262

27

2B

Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad

176

184

8

3

Algemene Zaken

89

109

20

4

Koninkrijksrelaties

173

47

‒ 126

5

Buitenlandse Zaken

8.715

7.585

‒ 1.129

6

Justitie en Veiligheid

22.632

23.630

999

7

Binnenlandse Zaken

10.569

9.770

‒ 799

8

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

53.429

54.081

653

9A

Nationale Schuld (Transactiebasis)

‒ 2.690

‒ 12.139

‒ 9.449

9B

Financiën

7.279

20.084

12.804

10

Defensie

21.070

12.152

‒ 8.918

12

Infrastructuur en Waterstaat

14.566

13.852

‒ 714

13

Economische Zaken en Klimaat

6.625

3.243

‒ 3.382

14

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

2.785

3.809

1.024

15

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

55.681

60.750

5.069

16

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

35.085

37.102

2.017

17

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

3.583

3.910

327

50

Gemeentefonds

42.874

43.836

962

51

Provinciefonds

3.341

3.954

614

55

Mobiliteitsfonds

0

188

188

58

Diergezondheidsfonds

‒ 1

5

5

60

Accres Gemeentefonds

671

0

‒ 671

61

Accres Provinciefonds

129

0

‒ 129

64

BES-fonds

71

104

33

65

Deltafonds

0

180

180

66

Defensiematerieelbegrotingsfonds

0

7.458

7.458

70

Nationaal Groeifonds

0

21

21

AP

Aanvullende Posten

8.946

0

‒ 8.946

HGIS

Internationale Samenwerking11

(9.214)

(10.850)

‒ 1.636

 

Totaal

296.086

294.234

‒ 1.852

1) In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.

X Noot
1

In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.

Tabel 4.5 geeft per begrotingshoofdstuk de netto-uitgaven weer die binnen het uitgavenkader vallen. Tabel 4.6 geeft vervolgens per begrotingshoofdstuk de uitgaven weer die buiten het uitgavenkader vallen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om uitgaven die niet meetellen in het begrotingstekort (het EMU-saldo), zoals het verstrekken van (studie)leningen, de bijdrage van het Rijk aan de sociale fondsen of de opbrengst van het verkopen van staatsdeelnemingen. Daarnaast zijn er uitgaven die wel EMU-saldorelevant zijn, maar buiten het uitgavenkader zijn geplaatst, zoals de uitgaven aan de zorgtoeslag.

Evenals bij voorgaande tabellen geldt dat de genoemde bedragen in tabel 4.5 en 4.6 op kasbasis zijn, behalve het begrotingshoofdstuk van Nationale Schuld dat deels op transactiebasis wordt opgesteld. De uitgaven aan het aflossen van en de ontvangsten uit het uitgeven van de staatsschuld zijn niet in deze tabel opgenomen, maar worden in bijlage 5 afzonderlijk toegelicht.

Tabel 4.5 Netto-uitgaven binnen het uitgavenkader (in miljoenen euro)
  

MN 2024

FJR 2024

Verschil

 

Begrotingsgefinancierd

   

1

De Koning

54

57

3

2A

Staten-Generaal

235

262

27

2B

Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad

176

184

8

3

Algemene Zaken

89

109

20

4

Koninkrijksrelaties

169

23

‒ 145

5

Buitenlandse Zaken

3.731

2.978

‒ 753

6

Justitie en Veiligheid

19.383

20.897

1.514

7

Binnenlandse Zaken

10.602

9.820

‒ 782

8

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

50.100

52.606

2.505

9A

Nationale Schuld (Transactiebasis)

7.788

22

‒ 7.766

9B

Financiën

7.425

9.952

2.526

10

Defensie

20.015

9.794

‒ 10.221

12

Infrastructuur en Waterstaat

14.526

13.851

‒ 675

13

Economische Zaken en Klimaat

7.901

4.365

‒ 3.535

14

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

2.785

3.809

1.024

15

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

29.202

31.309

2.107

16

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

7.084

6.470

‒ 614

17

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

3.599

3.704

105

50

Gemeentefonds

42.874

43.806

932

51

Provinciefonds

3.341

3.954

614

55

Mobiliteitsfonds

188

188

60

Accres Gemeentefonds

671

‒ 671

61

Accres Provinciefonds

129

‒ 129

64

BES-fonds

71

104

33

65

Deltafonds

180

180

66

Defensiematerieelbegrotingsfonds

7.334

7.334

70

Nationaal Groeifonds

21

21

AP

Aanvullende Posten

8.768

‒ 8.768

90

Consolidatie1

HGIS

Internationale Samenwerking2

(8.398)

(8.185)

213

 

Begrotingsgefinancierde netto-uitgaven

240.717

225.799

‒ 14.919

     
 

Premiegefinancierd

   

40

Sociale Verzekeringen

77.657

77.936

279

41

Zorg

95.270

93.224

‒ 2.046

 

Premiegefinancierde netto-uitgaven

172.927

171.159

‒ 1.768

 

Totaal

413.644

396.958

‒ 16.686

1) Dit betreft een correctie voor dubbeltellingen die ontstaan door het «bruto-boeken» van bijdragen. Het bruto-boeken houdt in dat zowel het departement dat bijdraagt, als het departement dat ontvangt de uitgaven op zijn begroting opneemt. Het gaat voornamelijk om bijdragen via de begroting van Infrastructuur en Waterstaat aan het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds.

2) In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.

Tabel 4.6 Netto-uitgaven buiten het uitgavenkader (in miljoenen euro)
  

MN 2024

FJR 2024

Verschil

4

Koninkrijksrelaties

5

23

19

5

Buitenlandse zaken

4.984

4.608

‒ 376

6

Justitie en Veiligheid

3.248

2.733

‒ 515

7

Binnenlandse Zaken

‒ 33

‒ 50

‒ 17

8

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

3.328

1.475

‒ 1.853

9A

Nationale Schuld (Transactiebasis)

‒ 10.478

‒ 12.161

‒ 1.683

9B

Financiën

‒ 146

10.132

10.278

10

Defensie

1.055

2.358

1.303

12

Infrastructuur en Waterstaat

40

1

‒ 39

13

Economische Zaken en Klimaat

‒ 1.276

‒ 1.122

154

15

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

26.478

29.441

2.962

16

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

28.001

30.632

2.631

17

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

‒ 16

207

223

50

Gemeentefonds

0

30

30

58

Diergezondheidsfonds

‒ 1

5

5

66

Defensiematerieelbegrotingsfonds

0

124

124

70

Nationaal Groeifonds

0

0

0

AP

Aanvullende posten

179

0

‒ 179

HGIS

Internationale Samenwerking1

(1.039)

(2.665)

‒ 1.626

 

Totaal netto-uitgaven buiten het kader

55.368

68.435

13.067

1) In deze tabel zijn de niet-belastingontvangsten voor Internationale Samenwerking toegerekend aan de begrotingen waarop deze worden verantwoord. De totale uitgaven voor Internationale Samenwerking zijn tussen haakjes vermeld en lopen niet mee in de totaaltelling.

Tabel 4.7 geeft de totale netto-uitgaven aan Internationale Samenwerking (HGIS) aan per begrotingshoofdstuk. Deze uitgaven aan internationale samenwerking worden gecoördineerd door het ministerie van Buitenlandse Zaken, maar worden verantwoord op de individuele begrotingen. In bovenstaande tabellen zijn deze middelen onderdeel van de totalen per begroting. Onderaan deze tabellen staat het totaal aan HGIS-uitgaven over alle begrotingen.

Tabel 4.7 Netto HGIS-uitgaven begrotingen (in miljoenen euro)
  

MN 2024

FJR 2024

Verschil

5

Buitenlandse Zaken

2.451

2.455

4

6

Justitie en Veiligheid

1.339

1.279

‒ 59

7

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

0

0

0

8

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

112

116

4

9B

Financiën

341

288

‒ 53

10

Defensie

217

218

2

12

Infrastructuur en Waterstaat

36

33

‒ 3

13

Economische Zaken en Klimaat

31

38

7

14

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

41

43

2

15

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

1

1

0

16

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

8

8

1

17

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

3.599

3.704

105

AP

Aanvullende posten

0

0

0

 

Totaal kaderrelevante netto-uitgaven HGIS

8.175

8.185

10

     

5

Buitenlandse Zaken

0

42

42

6

Justitie en Veiligheid

0

3

3

8

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

0

1

1

9B

Financiën

0

34

34

10

Defensie

1.055

2.351

1.295

12

Infrastructuur en Waterstaat

0

1

1

13

Economische Zaken en Klimaat

0

27

27

17

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

‒ 16

207

223

 

Totaal niet kaderrelevante netto-uitgaven HGIS

1.039

2.665

1.626

 

Totaal netto-uitgaven HGIS

9.214

10.850

1.636

Tabel 4.8 Aansluiting visuele samenvatting (in miljarden euro)
 

2024

Bron

Netto-uitgaven visuele samenvatting

414,1

Visualisatie

Sociale Zekerheid

107,5

 

Sociale Zaken en Werkgelegenheid kaderrelevant

31,3

Tabel 4.5

Sociale verzekeringen premiegefinancierd

77,9

Tabel 4.5

Werkgeversbijdrage kinderopvang niet kader- wel saldorelevant

‒ 1,7

H15 artikel 7

Zorg

106,2

 

Volksgezondheid, Welzijn en Sport kaderrelevant

6,5

Tabel 4.5

Zorg premiegefinancierd

93,2

Tabel 4.5

Zorgtoeslag en TSZ niet kader- wel saldorelevant

6,5

H16 artikel 8

Oekraïnemiddelen VWS niet kader- wel saldorelevant

0,0

Tabel 10.1

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

52,7

 

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kaderrelevant

52,6

Tabel 4.5

Overig OCW niet kader- wel saldorelevant

0,1

H8

Gemeenten en provincies

52,2

 

Gemeentefonds en accres Gemeentefonds kaderrelevant

43,8

Tabel 4.5

Provinciefonds en accres Provinciefonds kaderrelevant

4,0

Tabel 4.5

Btw-compensatiefonds

4,4

H9 artikel 6

Gemeentefonds niet kader-, wel saldorelevant

0,0

H50

Justitie en Veiligheid

23,6

 

Justitie en Veiligheid kaderrelevant

20,9

Tabel 4.5

Oekraïnemiddelen JenV niet kader- wel saldorelevant

2,7

Tabel 10.1

Defensie

19,6

 

Defensie kaderrelevant

9,8

Tabel 4.5

Defensiematerieelbegrotingsfonds kaderrelevant

7,3

Tabel 4.5

Oekraïnemiddelen DEF niet kader- wel saldorelevant

2,4

Tabel 10.1

Oekraïnemiddelen DMF niet kader- wel saldorelevant

0,1

Tabel 10.1

Infrastructuur en Waterstaat

14,2

 

Infrastructuur en Waterstaat kaderrelevant

13,9

Tabel 4.5

Mobiliteitsfonds kaderrelevant

0,2

Tabel 4.5

Deltafonds kaderrelevant

0,2

Tabel 4.5

Overig IenW niet kader- wel saldorelevant

0,0

H12

Buitenlandse Zaken

11,5

 

Buitenlandse Zaken kaderrelevant

3,0

Tabel 4.5

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking kaderrelevant

3,7

Tabel 4.5

EU-afdrachten Invoerrechten niet kader- wel saldorelevant

4,2

H5 artikel 3

Oekraïnemiddelen BZ niet kader- wel saldorelevant

0,4

Tabel 10.1

Oekraïnemiddelen BHOS niet kader- wel saldorelevant

0,2

Tabel 10.1

Financiën en Nationale Schuld

11,3

 

Financiën kaderrelevant

10,0

Tabel 4.5

Rentelasten staatsschuld niet kader- wel saldorelevant

5,8

H9A artikel 11

Rentelasten schatkistbankieren niet kader- wel saldorelevant

1,7

H9A artikel 12

Oekraïnemiddelen FIN niet kader- wel saldorelevant

0,2

H9B

BIR en overig niet kader-, wel saldorelevant

‒ 1,9

H9B

af: Btw-compensatiefonds

‒ 4,4

H9B artikel 6

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

9,9

 

Binnenlandse Zaken kaderrelevant

9,8

Tabel 4.5

Koninkrijksrelaties kaderrelevant

0,0

Tabel 4.5

BES-fonds kaderrelevant

0,1

Tabel 4.5

Overig BZK niet kader- wel saldorelevant

0,0

H7 artikel 12

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

3,8

 

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit kaderrelevant

3,8

Tabel 4.5

Diergezondheidsfonds niet kader- wel saldorelevant

0,0

Tabel 4.4

Economische Zaken en Klimaat

3,3

 

Economische Zaken en Klimaat kaderrelevant

4,4

Tabel 4.5

Nationaal Groeifonds kaderrelevant

0,0

Tabel 4.5

ETS en overig EZK niet kader-, wel saldorelevant (incl. NGF)

‒ 1,1

H13 en H70

Overig

‒ 1,8

 

Kas-transverschillen en overige posten

‒ 2,4

Tabel 5.4

Overige begrotingen

0,6

Tabel 4.5

Totale netto-uitgaven relevant voor het EMU-saldo centrale overheid

414,1

Tabel 5.1

5 EMU-SALDO EN EMU-SCHULD

Tabel 5.1 betreft een overzicht van de inkomsten, de uitgaven, het EMU-saldo en de EMU-schuld (de budgettaire kerngegevens). Het betreft de inkomsten en uitgaven van het Rijk die relevant zijn voor het EMU-saldo. Om van het EMU-saldo Rijk tot het saldo van de gehele collectieve sector te komen, wordt het EMU-saldo van de decentrale overheden meegeteld. De EMU-schuld wordt hier voor de gehele collectieve sector weergeven.

Tabel 5.1 Budgettaire kerngegevens (in miljarden euro, + = overschot)
 

MN 2024

FJR 2024

Verschil

Inkomsten (belastingen en sociale premies)

402,9

407,2

4,3

    

Netto-uitgaven binnen het uitgavenkader

413,6

397,0

‒ 16,7

Overige netto-uitgaven en correcties voor het EMU-saldo

19,9

17,1

‒ 2,8

Totale netto-uitgaven en correcties voor het EMU-saldo

433,6

414,1

‒ 19,5

    

EMU-saldo centrale overheid

‒ 30,6

‒ 6,9

23,8

EMU-saldo decentrale overheden

‒ 1,1

‒ 3,2

‒ 2,1

    

EMU-saldo collectieve sector

‒ 31,7

‒ 10,1

21,6

EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp)

‒ 2,9%

‒ 0,9%

2,1%

    

EMU-schuld collectieve sector

509,5

491,6

‒ 17,9

EMU-schuld collectieve sector (in procenten bbp)

47,3%

43,3%

‒ 3,9%

    

Bruto binnenlands product (bbp)

1.078,3

1.134,1

55,8

Tabel 5.2 geeft de opbouw van het EMU-saldo van de collectieve sector weer. Dit EMU-saldo, ook wel het overheidssaldo genoemd, is de optelsom van alle inkomsten en uitgaven van de Rijksoverheid en de decentrale overheden. De inkomsten en uitgaven van de Rijksoverheid zijn in meer detail te vinden in bijlage 3 en 4. Om tot het EMU-saldo te komen worden enkele correcties toegepast: sommige uitgaven tellen namelijk niet mee voor het EMU-saldo (deze zijn uitgesplitst in tabel 5.3) en voor sommige posten telt een ander bedrag mee voor het EMU-saldo (op transactiebasis) dan op kasbasis in de Rijksbegroting is opgenomen (deze zijn uitgesplitst in tabel 5.4).

Tabel 5.2 EMU-saldo (in miljoenen euro, + is overschot)
  

MN 2024

FJR 2024

Verschil

1

Belasting- en premieontvangsten

402.943

407.223

4.280

2

Totale netto-uitgaven

469.013

465.393

‒ 3.619

3

Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven

‒ 41.482

‒ 48.899

‒ 7.418

4

Bij: Kas-transverschillen en overige posten

‒ 6.036

2.414

8.449

5

Bij: EMU-saldo decentrale overheden

‒ 1.090

‒ 3.227

‒ 2.137

6

EMU-saldo collectieve sector (1-2-3+4+5)

‒ 31.713

‒ 10.084

21.629

De uitgaven die wel op de Rijksbegroting staan, maar die niet meetellen voor het EMU-saldo, staan vermeld in tabel 5.3. Wat er wel en niet meetelt voor het EMU-saldo is vastgesteld door het Europese statistiekbureau Eurostat in de Manual on Government Deficit and Debt.

Tabel 5.3 Uitgaven niet-relevant voor het EMU-saldo (in miljoenen euro, + is uitgave)
 

MN 2024

FJR 2024

Verschil

Verstrekking studieleningen

4.707

3.013

‒ 1.694

Aflossing studieleningen

‒ 1.379

‒ 1.614

‒ 235

Aan- en verkoop staatsdeelnemingen

549

‒ 972

‒ 1.521

Voortijdige beeindiging derivaten

0

‒ 206

‒ 206

Rente-ontvangsten derivaten

1

52

51

Uitgaven gerelateerd aan Oekraïne

0

0

0

Rijksbijdragen aan sociale fondsen (incl. rente)

51.884

56.992

5.107

Kasbeheer

‒ 13.023

‒ 21.073

‒ 8.051

Lening TenneT

0

13.100

13.100

Overig

‒ 1.258

‒ 392

866

Totaal

41.482

48.899

7.418

Tabel 5.4 geeft de posten weer die wel meetellen voor het EMU-saldo, maar die niet, of niet op dezelfde manier, in de Rijksbegroting staan. Voor een deel ervan geldt dat voor het EMU-saldo wordt gerekend met de uitgaven en ontvangsten op transactiebasis, terwijl de Rijkbegroting de uitgaven op kasbasis bijhoudt. Om tot het EMU-saldo te komen moet daarom bovenop het bedrag dat daadwerkelijk de kas heeft verlaten nog een zogenoemd kas-transverschil worden meegeteld. Daarnaast is er een aantal posten die niet op de Rijkbegroting staan, zoals het positieve of negatieve saldo van agentschappen en de kosten van zorgverzekeraars. Deze posten zijn ook meegenomen in tabel 5.4, omdat deze ook meetellen voor het EMU-saldo.

In tabel 1.2.1.1 in de hoofdtekst van dit Financieel Jaarverslag is in de verticale toelichting van het EMU-saldo een overige post van 3.297 miljoen euro opgenomen. Dit bedrag kan uit tabel 5.4 worden berekend door het Totaal Rijk en sociale fondsen (8.363 miljoen euro) te verminderen met de KTV rijksbijdragen aan decentrale overheden (4.798 miljoen euro) en de Mutatie begrotingsreserves (267 miljoen euro).

Tabel 5.4 Kas-transverschillen en overige posten (in miljoenen euro, + is saldoverbeterend)
 

MN 2024

FJR 2024

Verschil

KTV EU-afdrachten

0

‒ 901

‒ 901

KTV Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid (NOW)

0

1.156

1.156

KTV Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL)

0

‒ 39

‒ 39

KTV OV-beschikbaarheidsvergoeding

13

18

5

KTV OV-studentenkaart

‒ 1.000

0

1.000

KTV Veilingopbrengsten

284

117

‒ 167

KTV Gasbaten

‒ 580

212

792

KTV Publiek private samenwerking

199

160

‒ 39

KTV Defensie

0

1.534

1.534

KTV Prestatiebeurzen

‒ 1.895

‒ 1.639

256

KTV Rijksbijdragen aan decentrale overheden

0

4.798

4.798

Mutatie begrotingsreserves

‒ 421

‒ 153

267

Saldo agentschappen en rest centrale overheid

0

540

540

Overig

‒ 1.805

1.490

3.295

Subtotaal Rijk

‒ 5.204

7.294

12.498

    

Eigenrisicodragers WGA/ZW

497

503

6

Zorgbemiddeldingskosten

‒ 1.328

‒ 1.813

‒ 484

Correctie aansluiting premiegefinancierde uitgaven en ontvangsten1

0

‒ 4.055

‒ 4.055

Overige correcties

0

484

484

Subtotaal sociale fondsen

‒ 831

‒ 4.880

‒ 4.049

Totaal Rijk en sociale fondsen

‒ 6.036

2.414

8.449

1 Het stelsel van macro-economische statistieken zoals het CBS deze bijhoudt wordt de nationale rekeningen genoemd. Deze nationale rekeningen (NR) zijn afgelopen zomer gereviseerd. De wettelijke sociale premies die socialezekerheidsfondsen betalen op de uitkeringen werden voorheen gesaldeerd met de uitkeringen. Vanaf de NR-revisie worden de uitkeringen en de bijbehorende wettelijk sociale premies bruto geregistreerd: bijvoorbeeld de Zvw-premie die afgedragen wordt bij een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Dit leidt tot zowel hogere uitgaven als hogere premie-inkomsten die per saldo tegen elkaar wegstrepen. De raming van premie-inkomsten is gebaseerd op data van CPB en CBS. Daarom is hierbij uitgegaan van de bruto registratiewijze. Voor de premiegefinancierde uitgaven op de rijksbegroting wordt gewerkt volgens de gesaldeerde registratiewijze. Om te voorkomen dat deze twee verschillende registratiewijzen tot een onbedoeld technisch effect op het EMU-saldo leiden, is een correctie toegepast.

Tabel 5.5 geeft de verdeling van het EMU-saldo over de verschillende onderdelen van de collectieve sector weer. In tabel 5.6 wordt het EMU-saldo van het Rijk verder uitgesplitst.

Tabel 5.5 Opbouw EMU-saldo collectieve sector (in miljoenen euro, - is tekort)
 

MN 2024

FJR 2024

Verschil

EMU-saldo centrale overheid

‒ 41.871

‒ 20.298

21.573

EMU-saldo sociale fondsen

11.247

13.441

2.194

EMU-saldo decentrale overheden

‒ 1.090

‒ 3.227

‒ 2.137

EMU-saldo collectieve sector

‒ 31.713

‒ 10.084

21.629

EMU-saldo collectieve sector (in procenten bbp)

‒ 2,9%

‒ 0,9%

2,1%

Tabel 5.6 EMU-saldo Rijk (in miljoenen euro, - is uitgave / tekort)
 

MN 2024

FJR 2024

Verschil

Belastingontvangsten

269.822

274.734

4.912

Netto begrotingsgefinancierde uitgaven

‒ 296.086

‒ 294.234

1.852

Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven

41.482

48.899

7.418

Betaalde rijksbijdrage en rente aan sociale fondsen

‒ 51.884

‒ 56.992

‒ 5.107

Kas-transverschillen en overige posten Rijk

‒ 5.204

7.294

12.498

EMU-saldo Rijk (centrale overheid)

‒ 41.871

‒ 20.298

21.573

Tabel 5.7 geeft het financieringstekort van het Rijk weer. Het financieringstekort is het bedrag dat het Rijk op kasbasis in een jaar tekort komt of over heeft. Het financieringstekort is daarmee dus ook het bedrag dat in een jaar extra moet worden geleend of, bij een overschot, waarmee schulden kunnen worden afgelost. Waar het EMU-saldo een begrip op transactiebasis is, is het financieringstekort een begrip op kasbasis. Om te komen tot het financieringstekort moeten naast de belastingontvangsten en de uitgaven op de begrotingen nog een aantal correcties worden toegepast. Ten eerste zijn de belastingen, zoals die meetellen voor het EMU-saldo, berekend op transactiebasis. Om tot de belastingen op kasbasis te komen moet het kas-transverschil hier vanaf worden getrokken. Hetzelfde geldt voor posten op de Rijksbegroting die niet op kasbasis zijn. Allereerst is dat de rente op de staatsschuld. Deze staat in de Rijksbegroting op transactiebasis, terwijl voor het financieringstekort alleen de kasuitgaven meetellen. Daarnaast wordt geld storten in (of opnemen uit) een begrotingsreserve op de begroting gezet als uitgave of ontvangst, terwijl het geld de schatkist in dat geval niet daadwerkelijk verlaat of binnenkomt. Daarom wordt voor dit type uitgaven ook gecorrigeerd om tot het financieringssaldo te komen.

Tabel 5.7 Financieringssaldo Rijksoverheid (in miljoenen euro, - is uitgave / tekort)
 

MN 2024

FJR 2024

Verschil

Belastinginkomsten (kasbasis)

278.381

283.807

5.426

Netto begrotingsgefinancierde uitgaven

‒ 296.086

‒ 294.234

1.852

Af: kas-transverschil rentelasten

‒ 390

847

1.237

Mutatie begrotingsreserves

‒ 421

‒ 153

267

Mutaties derdenrekeningen inclusief Fortis lening

0

‒ 180

‒ 180

Financieringssaldo Rijksoverheid

‒ 18.515

‒ 9.913

8.602

Het financieringssaldo werkt één op één door in de staatsschuld. Voor een financieringstekort moet immers geleend worden op de financiële markten, terwijl een overschot gebruikt kan worden om schulden af te lossen. Tabel 5.8 geeft de ontwikkeling van de EMU-schuld weer gedurende het jaar 2024, in de eerste kolom zoals verwacht werd bij Miljoenennota 2024 en in de tweede kolom zoals daadwerkelijk gerealiseerd. De EMU-schuld betreft de hele collectieve sector, dus ook het tekort van decentrale overheden en agentschappen heeft invloed op de EMU-schuld.

Tabel 5.8 Opbouw EMU-schuld collectieve sector (in miljoenen euro, - is overschot)
 

MN 2024

FJR 2024

Verschil

EMU-schuld begin jaar

489.927

482.228

‒ 7.699

Financieringssaldo Rijksoverheid

18.515

9.913

‒ 8.602

EMU-saldo decentrale overheden

1.090

3.227

2.137

EMU-saldo rest centrale overheid

0

‒ 540

‒ 540

Schatkistbankieren decentrale overheden

0

0

0

Overig

0

‒ 3.243

‒ 3.243

EMU-schuld einde jaar

509.532

491.585

‒ 17.947

EMU-schuldquote (in procenten bbp)

47,3%

43,3%

‒ 3,9%

Tabel 5.9 bevat de ontwikkeling van de EMU-schuldquote (de EMU-schuld in verhouding tot het bbp). Behalve het begrotingstekort of -overschot heeft ook de ontwikkeling van het bbp zelf invloed op de schuldquote. Dit is weergegeven als het noemereffect.

Tabel 5.9 Opbouw EMU-schuldquote (in procenten bbp)
 

MN 2024

FJR 2024

Verschil

EMU-schuldquote begin jaar

47,6%

46,6%

‒ 1,0%

Noemereffect bbp

‒ 2,2%

‒ 4,1%

‒ 1,9%

Financieringssaldo Rijksoverheid

1,7%

0,9%

‒ 0,8%

EMU-saldo decentrale overheden

0,1%

0,3%

0,2%

EMU-saldo rest centrale overheid

0,0%

0,0%

0,0%

Schatkistbankieren decentrale overheden

0,0%

0,0%

0,0%

Overig

0,0%

‒ 0,3%

‒ 0,3%

EMU-schuldquote einde jaar

47,3%

43,3%

‒ 3,9%

De tabellen 5.10 en tabel 5.11 geven een historisch overzicht van het EMU-saldo en de EMU-schuld in de afgelopen tien jaar, zowel in euro's als in procenten van het bbp.

Tabel 5.10 Historisch overzicht EMU-saldo (in miljarden euro, - is tekort)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

EMU-saldo

‒ 12,4

1,6

9,9

11,6

14,8

‒ 29,5

‒ 19,6

0,1

‒ 3,8

‒ 10,1

bbp

699,2

720,2

750,9

787,3

829,8

816,5

891,6

993,8

1.067,6

1.134,1

EMU-saldo (in procenten bbp)

‒ 1,8%

0,2%

1,3%

1,5%

1,8%

‒ 3,6%

‒ 2,2%

0,0%

‒ 0,4%

‒ 0,9%

Tabel 5.11 Historisch overzicht EMU-schuld (in miljarden euro)
 

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

2024

EMU-schuld

446,3

438,5

420,4

406,0

395,4

436,1

450,2

481,1

482,2

491,6

bbp

699,2

720,2

750,9

787,3

829,8

816,5

891,6

993,8

1.067,6

1.134,1

EMU-schuld (in procenten bbp)

63,8%

60,9%

56,0%

51,6%

47,7%

53,4%

50,5%

48,4%

45,2%

43,3%

Tabel 5.12 en tabel 5.13 geven een aansluiting tussen de cijfers zoals deze zijn gepresenteerd in bijlage 1 Rijksrekening en bijlage 5 EMU-saldo en EMU-schuld.

Tabel 5.12 Aansluiting uitgaven Rijksrekening en budgettaire kerngegevens (in miljarden euro)
 

FJR 2024

Bron

Totaal kasuitgaven begrotingen

384,7

Tabel 1.2

Rentelasten

9,5

Tabel 1.4

Totaal kasuitgaven begrotingen en rentelasten

394,2

 
   

Af: uitgaven aflossing vaste schuld

38,3

H9A artikel 11

Af: uitgaven aflossing vlottende schuld

0,0

H9A artikel 11

Af: consolidatie

10,4

Tabel 4.2

Totaal uitgaven begrotingen

345,5

Tabel 4.2

   

Af: niet-belastingontvangsten begrotingen

51,3

Tabel 4.3

Totaal netto-uitgaven begrotingen

294,2

Tabel 4.4

   

Totaal premiegefinancierde netto-uitgaven

171,2

Tabel 4.5

w.v. Sociale Verzekeringen

77,9

Tabel 4.5

w.v. Zorg

93,2

Tabel 4.5

   

Totaal netto-uitgaven (begrotingen en premies)

465,4

Tabel 5.1

w.v. Netto-uitgaven binnen het uitgavenkader

397,0

Tabel 4.5

w.v. Netto-uitgaven buiten het uitgavenkader

68,4

Tabel 4.6

   

Af: niet EMU-saldo relevante uitgaven

48,9

Tabel 5.2

Bij: kas-transverschillen en overige posten

‒ 2,4

Tabel 5.2

   

Totaal netto-uitgaven relevant voor EMU-saldo

414,1

Tabel 5.1

Tabel 5.13 Aansluiting ontvangsten Rijksrekening en budgettaire kerngegevens (in miljarden euro)
 

FJR 2024

Bron

Totaal kasontvangsten begrotingen

391,9

Tabel 1.3

Rentebaten

0,4

Tabel 1.5

Totaal kasontvangsten begrotingen en rentebaten

392,3

 
   

Af: uitgifte vaste schuld

39,3

H9A artikel 11

Af: uitgifte vlottende schuld

7,2

H9A artikel 11

Af: (Dis)agio bij inkoop schuld

0,3

H9A artikel 11

Af: consolidatie

10,4

Tabel 4.3

Af: niet-belastingontvangsten

51,3

Tabel 4.3

   

Totaal belastingen op kasbasis

283,8

Tabel 3.2

   

Premie-inkomsten op kasbasis

133,2

 

w.v. volksverzekeringen

39,0

Tabel 3.2

w.v. werknemersverzekeringen (EMU-basis)

94,1

Tabel 3.2

   

Totale inkomsten op kasbasis

417,0

 
   

Kas-transverschillen inkomsten

9,8

 

w.v. kas-transverschillen belastingen

9,1

Tabel 3.2

w.v. kas-transverschillen premies volksverzekeringen

0,5

Tabel 3.2

w.v. kas-transverschillen premies werknemersverzekeringen

0,1

Tabel 3.2

   

Totaal belastingen en premies op EMU-basis

407,2

Tabel 5.1

6 FISCALE REGELINGEN

Sinds 2002 wordt budgettaire informatie over fiscale regelingen opgenomen in de Miljoenennota en het Financieel Jaarverslag van het Rijk. In de Miljoenennota worden ook onder andere het beleidsverantwoordelijk departement en de afgeronde en geplande evaluaties vermeld. Meer beleidsmatige informatie over fiscale regelingen wordt opgenomen in de begrotingen en jaarverslagen van de verschillende vakdepartementen.

In het Financieel Jaarverslag van het Rijk wordt de realisatie weergegeven van fiscale regelingen die gebudgetteerd zijn of die zien op afdrachtvermindering. Dit betreft de afdrachtverminderingen in de loonbelasting voor zeevaart en speur- en ontwikkelingswerk (WBSO) en de investeringsfaciliteiten in de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting waarvoor een aanmeldingsverplichting geldt, namelijk de energie-investeringsaftrek (EIA), milieu-investeringsaftrek (MIA) en willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil). De voorlopige realisaties van deze regelingen worden hier vermeld. Definitieve realisaties worden pas in de loop van 2025 bekend en worden opgenomen in de Miljoenennota 2026. Voor de overige fiscale regelingen zal in de Miljoenennota 2026 een geactualiseerde raming voor 2024 worden opgenomen, op basis van de meest recente gegevens op dat moment.

De investeringsregelingen en de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk zijn gebudgetteerde regelingen met een systematiek van meerjarige budgetegalisatie. De afdrachtvermindering zeevaart is geen gebudgetteerde regeling. Een uitgebreidere beschrijving van deze fiscale regelingen en de ramingsmethodiek kan gevonden worden in de Miljoenennota 2025, bijlage 11.

6.1 Afdrachtverminderingen in de loonbelasting

Tabel 6.1 laat de voorlopige (geschatte) realisaties van de betreffende afdrachtverminderingen over 2024 zien. De realisaties zijn gebaseerd op geaggregeerde informatie vanuit de loonaangiften.

Tabel 6.1 Gegevens afdrachtverminderingen over 2024 (in mln. euro)1

Afdrachtvermindering

Raming 2024 (MN 2025)

Voorlopige realisatie 2024

Speur- en ontwikkelingswerk (WBSO)

1.446

1.291

Zeevaart

116

117

X Noot
1

De voorlopige realisatie 2024 betreft de stand zoals bekend begin mei 2025.

Het totale beschikbare budget voor de afdrachtvermindering speur- en ontwikkelingswerk zoals opgenomen in de Miljoenennota 2025 bedroeg 1.446 miljoen euro. De geschatte voorlopige realisatie is 1.291 miljoen euro. Met deze realisatie is er een onderuitputting van 155 miljoen euro. De onderuitputting wordt conform de geldende systematiek aan het in 2026 beschikbare budget toegevoegd. De hoogte van de verzilverde S&O-afdrachtvermindering over 2024 wordt in juli 2025 definitief vastgesteld op basis van de realisaties tot en met juni 2025. De daadwerkelijke realisatie kan daardoor nog enkele miljoenen afwijken en wordt met Prinsjesdag openbaar gemaakt.

De raming van de afdachtvermindering zeevaart in de Miljoenennota 2025 voor 2024 bedroeg 116 miljoen euro. De voorlopige realisatie van de afdrachtvermindering zeevaart voor 2024 is 117 miljoen euro. Het budgettaire belang van deze regeling is vrij constant over de jaren.

6.2 Investeringsfaciliteiten

Tabel 6.2 bevat voorlopige realisatiegegevens over het jaar 2024 voor de investeringsfaciliteiten waarvoor een aanmeldingsverplichting geldt.

Tabel 6.2 Gegevens investeringsfaciliteiten over 2024 (in mln. euro)1

Regeling

Budget 2024 (MN 2025)

Voorlopige realisatie 2024

Energie-investeringsaftrek (EIA)

259

226

Milieu-investeringsaftrek (MIA)

192

249

Willekeurige afschrijving milieu-investeringen (Vamil)

25

22

X Noot
1

De voorlopige realisatie 2024 betreft de stand zoals bekend begin mei 2025.

De EIA heeft voor 2024 een budget van 259 miljoen euro. De budgetclaim van de EIA bedraagt 226 miljoen euro volgens voorlopige realisatiecijfers. Daarmee is in 2023 naar verwachting een onderuitputting van 33 miljoen euro. Hiermee wordt het tekort op de budgetreserve teruggebracht tot 74 miljoen euro. Doordat per 2024 het aftrekpercentage van de EIA structureel verlaagd is, is het de verwachting dat het tekort op de budgetreserve zal worden ingelopen.

De Vamil heeft voor 2024 een budget van 25 miljoen. Het voorlopige realisatiecijfer is 22 miljoen euro waardoor er een lichte onderuitputting is van 3 miljoen euro. De budgetreserve stijgt hierdoor naar 36 miljoen euro.

De MIA heeft voor 2024 een budget van 192 miljoen euro in de Miljoenennota 2025. De budgetclaim van de MIA bedraagt 249 miljoen euro volgens voorlopige realisatiecijfers. Daarmee is in 2024 naar verwachting een overuitputting van 57 miljoen euro. Als gevolg hiervan is op de budgetreserve er een tekort van 28 miljoen euro. In het voorjaar van 2025 is besloten om in 2025 eenmalig de budgetreserve van de Vamil toe te voegen aan de budgetreserve van de MIA. Hierdoor zal het tekort op de budgetreserve van de MIA (geheel) opgevangen worden.

7 BELEIDSMATIGE MUTATIES NA DE NAJAARSNOTA

Deze bijlage bevat een overzicht van beleidsmatige mutaties na de Najaarsnota die groter zijn dan 2 miljoen euro én leiden tot een artikeloverschrijding. Departementen rapporteren in hun Kamerstukken over de oorzaak van deze overschrijding. In de laatste drie kolommen wordt zichtbaar of de mutatie een uitgave (U) en / of verplichting (V) of ontvangst (O) is.

Tabel 7.1 Beleidsmatige mutaties na de Najaarsnota (in miljoenen euro)

Begrotingshoofdstuk

Artikel

Omschrijving

Bedrag

Kamerstuk

U

O

V

Buitenlandse Zaken

Apparaat

Technische aanpassing verantwoording externe inhuur

17,5

Kamerstuk 36600-VI-125

X

 

X

Defensie

Inzet

Lagere ontvangsten door verschoven cofinanciering Oekraïnesteun

‒ 117,0

Kamerstuk 36600-X-70

 

X

 

Defensie

Inzet

Versnelling steunleveringen Oekraïne tov NJN

25,0

Kamerstuk 36600-X-70

X

  

Defensie

Koninklijke luchtmacht

Hogere uitgaven door eindejaarsuitkering en gereedstelling

31,0

Kamerstuk 36600-X-70

X

 

X

Defensie

Apparaat Kerndepartement

Meer inzet van extern personeel

45,0

Kamerstuk 36600-X-70

  

X

Defensie

Koninklijke luchtmacht

Hogere uitgaven door meer (vlieg)opleidingen

15,0

Kamerstuk 36600-X-70

  

X

Defensie

Apparaat Kerndepartement

Betaling pensioengelden over 2024

100,0

Kamerstuk 36600-X-70

X

 

X

Defensiematerieelbegrotingsfonds

Defensiebreed Materieel

Lagere ontvangsten door minder verkoop en ontwikkeling defensiematerieel

‒ 32,0

Kamerstuk 36600-K-6

 

X

 

Defensiematerieelbegrotingsfonds

Infrastructuur en Vastgoed

Hogere realisatie instandhouding Defensievastgoed

20,0

Kamerstuk 36600-K-6

X

  

Defensiematerieelbegrotingsfonds

Lucht Materieel

Versnelling bestelling Medium utility helicopter

113,0

Kamerstuk 36600-K-6

X

  

Economische Zaken en Klimaat

Een doelmatige energievoorziening en beperking van de klimaatverandering

Subsidie EBN onderhoudsvoorziening Piekgasinstallatie Alkmaar

30,0

Kamerstuk 36 600-XIII-56

X

  

Financiën

Internationale financiële betrekkingen

Bijdrage Wereldbank

7,2

Kamerstuk 36600-IX-33

X

 

X

Infrastructuur en Waterstaat

Handhaving en toezicht

Saldo 2024 - Overschrijding Uitgavenkader ILT

3,5

Kamerstuk 36600-XII-81

X

  

Infrastructuur en Waterstaat

Brede doeluitkering

Verplichtingenschuif BDU - Zuid-Holland

2,5

Kamerstuk 36600-XII-81

  

X

Infrastructuur en Waterstaat

Brede doeluitkering

Verplichtingenschuif BDU - Studiekosten Vlietlijn

6,2

Kamerstuk 36600-XII-81

  

X

Infrastructuur en Waterstaat

Brede doeluitkering

Verplichtingenschuif BDU - Toegankelijkheid MRDH

4,2

Kamerstuk 36600-XII-81

  

X

Infrastructuur en Waterstaat

Brede doeluitkering

Verplichtingenschuif BDU - Toegankelijkheid VRA

4,3

Kamerstuk 36600-XII-81

  

X

Infrastructuur en Waterstaat

Brede doeluitkering

Verplichtingenschuif BDU - Vastlegging middelen 2025

159,8

Kamerstuk 36600-XII-81

  

X

Infrastructuur en Waterstaat

Bijdrage investeringsfondsen

Terugboeking middelenafspraak vrachtwagenheffing

16,6

Kamerstuk 36600-XII-81

X

X

X

Infrastructuur en Waterstaat

Algemeen departement

Bijstelling covid-testen

60,7

Kamerstuk 36600-XII-81

  

X

Koninkrijksrelaties

Apparaat

Overboeking JenV basisdienstverlening

3,0

Kamerstuk 36600-VII-123

X

 

X

Koninkrijksrelaties

Bevorderen sociaaleconomische structuur

Gerechtelijke procedure eroderende klif

2,5

Kamerstuk 36600-VII-123

  

X

Koninkrijksrelaties

Apparaat

Overschrijding verplichtingenbudget

2,0

Kamerstuk 36600-VII-123

  

X

Mobiliteitsfonds

Bijdrage Mobilliteitsfonds

BTW afdracht inzake subsidie rijlandroute (A4-A44)

‒ 15,4

Kamerstuk 36600-XII-81

 

X

 

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Media

Desaldering STER-inkomsten

11,0

Jaarverslag OCW

X

 

X

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Onderzoek en Wetenschapsbeleid

Correctie NGF ZMS

7,1

Jaarverslag OCW

X

  

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Onderzoek en Wetenschapsbeleid

Correctie NGF ZMS

4,0

Jaarverslag OCW

  

X

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Voortgezet onderwijs

Verplichtingenruimte basisvaardigheden primair naar voortgezet onderwijs

3,8

Jaarverslag OCW

  

X

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Voortgezet onderwijs

Verplichtingenruimte bekostiging primair naar voortgezet onderwijs

513,6

Jaarverslag OCW

  

X

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Wetenschappelijk onderwijs

Garanties verleend - Bouwleningen academische ziekenhuizen

133,7

Jaarverslag OCW

  

X

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Apparaat Kerndepartement

Ophoging Verplichtingenbudget automatisering NLA

12,8

Kamerstuk 36600-XV-88

  

X

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Curatieve zorg

Ophoging verplichtingenruimte t.b.v. instellingssubsidies medisch-specialistische zorg

33,0

Kamerstuk 36600-XVI-153

  

X

8 RISICOREGELINGEN VAN HET RIJK 2024

In tabellen 8.1 tot en met 8.4 wordt een totaaloverzicht van verschillende soorten risicoregelingen van het Rijk weergegeven. Voor details over onderstaande garantieregelingen, achterborgstellingen en leningen wordt verwezen naar begrotingen en jaarverslagen van de betreffende vakdepartementen.

Garanties

Een garantie is een voorwaardelijke, financiële verplichting van het Rijk aan een derde buiten het Rijk. Hiermee staat de overheid garant voor bepaalde (inter)nationale financiële verplichtingen, en neemt het deze verplichtingen over als de partij waaraan de garantie is verleend deze niet langer kan nakomen. Garantieregelingen worden als verplichting opgenomen in de begroting van het betreffende vakdepartement.

Onderstaande tabel 8.1 bevat de garantieregelingen van het Rijk. Alle regelingen met een uitstaand risico kleiner dan 100 miljoen euro zijn samengevat in de post ‘overig’. Het overzicht bevat alle garanties met de stand ultimo 2024. Ontwikkelingen daarna zijn niet in het overzicht opgenomen, omdat die buiten de reikwijdte van het Financieel Jaarverslag van het Rijk 2024 vallen. Deze worden meegenomen in het overzicht van risicoregelingen van het Rijk bij de Miljoenennota 2026.

In het overzicht worden achtereenvolgens de begroting (b), het begrotingsartikel (a) en de omschrijving van de garantie weergegeven. Daarachter staat allereerst het totaalbedrag aan uitstaande garantie per eind 2023. Dit bedrag is een optelsom van alle eerdere verleende en vervallen garanties. Vervolgens worden de in 2024 verleende en vervallen garanties in aparte kolommen weergegeven. Samen tellen deze drie kolommen op tot de eindstand aan uitstaande garanties eind 2024. In de laatste twee kolommen worden tot slot de jaar- en totaalplafonds weergegeven.

Een garantieregeling van het Rijk kent in principe altijd een maximum, het garantieplafond. Dit plafond kan een jaarlijks plafond zijn (per jaar mag een maximaal bedrag aan garanties worden verleend) of een totaalplafond (er mogen nooit meer garanties verleend worden dan het plafond). In tabel 8.1 is onderscheid gemaakt tussen beide soorten plafonds. Bij internationale organisaties is gekozen het garantieplafond gelijk te stellen aan de uitstaande garanties. Hiervan is sprake bij de Europese garanties (EFSF, EFSM en ESM en NGEU) en de garanties van een aantal internationale financiële instellingen (IMF en Wereldbank). Ook bij andere regelingen waar geen plafond is afgesproken, is het totaalplafond gelijkgesteld aan de uitstaande garanties.

Uit tabel 8.1 blijkt dat het totaalbedrag aan uitstaande garanties van het Rijk in 2024 220,1 miljard euro bedraagt. In 2023 was dit bedrag 215,1 miljard euro, wat betekent dat gedurende het jaar netto voor 5,0 miljard euro aan extra garanties zijn uitgezet. Dit komt met name door twee nieuwe garanties voor Oekraïne met een omvang van 3,4 en 2,0 miljard euro. Andere grote garantieverleningen zijn onder andere op het gebied van de exportkredietverzekeringen (3,6 miljard euro), de deelneming in kapitaal IMF van DNB (2,8 miljard euro), de AfDB (0,9 miljard euro) en de FMO (0,9 miljard euro). De garantie voor het Single Resolution Fund van 4,1 miljard euro is volledig komen te vervallen.

Om de risico’s voor de overheidsfinanciën te beheersen, en een goede afweging tussen verschillende beleidsinstrumenten te bevorderen, wordt een ‘nee-tenzij’-beleid gevoerd ten aanzien van risicoregelingen. Dit beleid is vastgelegd in de begrotingsregels en houdt in dat er terughoudend wordt omgegaan met het aangaan van nieuwe, en verruimingen van bestaande regelingen. In sommige gevallen kan het verstandig zijn om nieuwe risico’s aan te gaan, bijvoorbeeld tijdens een acute crisis, maar hiervoor is een goede onderbouwing noodzakelijk. Deze controle aan de poort heeft concreet vorm gekregen in het Toetsingskader Risicoregelingen, dat eveneens is vastgelegd in de begrotingsregels. Dit toetsingskader zorgt ervoor dat we ook in onzekere tijden een degelijke afweging blijven maken. Bij consequente toepassing in de toekomst zullen de uitstaande risico’s na een crisis naar verwachting weer afnemen.

Naast de reguliere garanties zijn ook een aantal tijdelijke garanties verleend ter ondersteuning van de economie tijdens de coronacrisis. De coronagerelateerde garantieregelingen verschillen van de reguliere garantieregelingen wat betreft de financiering en de dekking. Waar uitgaven en ontvangsten van reguliere garantieregelingen op een departementale begroting plaatsvinden, geldt voor coronagerelateerde garantieregelingen dat eventuele schades worden gefinancierd vanuit de staatsschuld. Indien er een premie wordt gevraagd, vloeit deze ook in de staatsschuld.

Het grootste gedeelte van de nog resterende coronagerelateerde garanties bestaat uit de internationale garanties SURE en NGEU. Voor SURE en NGEU samen stond eind 2024 grofweg 33,2 miljard euro aan garanties uit. SURE is een garantieregeling gerelateerd aan de maatregelen die lidstaten tijdens de coronacrisis hebben genomen om inkomensverlies van burgers op te vangen en de toename in werkloosheid en de gevolgen ervan te beperken. NGEU heeft als doel de economische en sociale schade van de coronacrisis te verzachten door het stimuleren van structurele hervormingen en publieke investeringen binnen de EU. In tabel 8.1 wordt voor NGEU een negatief bedrag aan verleende garanties weergegeven. Dit is een gevolg van een daling van de rentekosten voor de mogelijk nog uit te geven leningen met 1,3 miljard euro als gevolg van de renteontwikkeling in 2024. Deze daling is gesaldeerd met een ophoging van de garantie van 584,3 miljoen euro als gevolg van een actualisatie van de data over de uitgegeven bonds en verstrekte leningen aan lidstaten.

Het uitstaande risico van de nationale coronagerelateerde risicoregelingen wordt apart weergegeven in de regel «Nationale garanties coronacrisis». Hieruit blijkt dat in 2024 142,4 miljoen euro is vervallen, waardoor er nog 46,6 miljoen euro aan nationale coronagerelateerde garanties uitstaat.

Tabel 8.1 Garantieregelingen van het Rijk (in miljoenen euro)
   

Uitstaande garanties

Verleende garanties

Vervallen garanties

Uitstaande garanties

Jaarplafond

Totaalplafond

b

a

Omschrijving

2023

2024

2024

2024

2024

 

V

3

Raad van Europa

176,7

110,7

 

287,4

 

287,4

VIII

14

Indemniteitsregeling

194,4

439,8

502,1

132,1

 

450,0

VIII

14

Achterborgovereenkomst Nationaal Restauratie Fonds (NRF)

373,7

97,0

62,0

408,8

 

500,0

IXB

2

WAKO (kernongevallen)

9.200,0

  

9.200,0

 

9.200,0

IXB

2

Single Resolution Fund

4.163,5

 

4.163,5

   

IXB

3

Financieringsmaatschappij voor ontwikkelingslanden (FMO)

14.494,1

907,5

 

15.401,6

 

15.401,6

IXB

4

Asian Infrastructure Investment Bank (AIIB)

747,4

46,8

 

794,1

 

794,1

IXB

4

DNB - deelneming in kapitaal IMF

31.584,6

2.869,6

 

34.454,2

 

34.454,2

IXB

4

EIB - pan Europees Garantiefonds

1.291,8

 

338,3

953,5

 

953,5

IXB

4

European Bank for Reconstruction and Development (EBRD)

589,1

  

589,1

 

589,1

IXB

4

European Financial Stabilisation Mechnism (EFSM)

2.435,7

254,9

 

2.690,6

 

2.690,6

IXB

4

European Financial Stability Facility (EFSF)

34.154,2

  

34.154,2

 

34.154,2

IXB

4

European Investment Bank (EIB)

11.796,0

  

11.796,0

 

11.796,0

IXB

4

European Stability Mechanism (ESM)

35.338,9

  

35.338,9

 

35.338,9

IXB

4

Headroomgarantie macro-financiële bijstand (MFB)

1.062,0

27,2

 

1.089,2

 

1.089,2

IXB

4

Kredieten EU-betalingsbalanssteun (BoP-faciliteit)

3.776,0

94,1

 

3.870,1

 

3.870,1

IXB

4

Bilaterale garantie Macro-financiële bijstand (MFB)

215,4

  

215,4

 

215,4

IXB

4

Next Generation EU (NGEU)

27.869,5

‒ 693,4

 

27.176,2

 

27.176,2

IXB

4

Support to mitigate Unemployment Risks in an Emergency (SURE)

6.143,5

 

159,6

5.983,9

 

5.983,9

IXB

4

Garantie Wereldbank - IBRD garantie kapitaal

5.304,8

520,9

 

5.825,7

 

5.825,7

IXB

4

Oekraïne Faciliteit

 

1.999,3

 

1.999,3

 

1.999,3

IXB

4

Macro-Financiële Bijstand - Ukraine Loan Cooperation Mechanism (MFB-ULCM)

 

3.416,0

 

3.416,0

 

3.416,0

IXB

4

Garantie Wereldbank - IBRD garantie Oekraïne

100,0

  

100,0

 

100,0

IXB

5

Exportkredietverzekering

17.862,8

3.453,0

3.775,2

17.540,6

10.000,0

 

XIII

2

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

213,3

18,6

33,0

198,9

400,0

 

XIII

2

Borgstelling MKB Kredieten (BMKB)

1.300,8

267,7

402,0

1.166,5

765,0

 

XIV

21

Borgstelling MKB-Landbouwkredieten

271,6

13,5

53,9

231,3

80,0

 

XIV

22

Garantie voor natuurgebieden en landschappen

242,7

 

19,6

223,1

 

208,3

XVI

2&3

Instellingen voor de gezondheidszorg

69,1

5,8

8,2

66,7

 

66,7

XVII

1

Garantie Dutch Good Growth Fund (DGGF)

101,0

19,9

12,6

108,2

 

675,0

XVII

5

Garanties African Development Bank (AfDB)

1.478,9

915,0

38,9

2.354,9

 

2.354,9

XVII

5

Garanties Asian Development Bank (AsDB)

1.272,3

 

20,7

1.251,6

 

1.251,6

XVII

5

Garanties Inter American Development Bank (IDB)

301,2

 

9,8

291,4

 

291,4

  

Nationale garanties coronacrisis

188,9

 

142,4

46,6

 

3.087,5

  

Overig

785,8

100,9

105,6

781,2

184,5

1.929,8

  

Totaal

215.099,7

14.884,9

9.847,3

220.137,3

11.429,5

206.150,7

Tabel 8.2 bevat de uitgaven en ontvangsten behorende bij de door het Rijk verstrekte garanties in 2023 en 2024. Alleen garanties waarbij daadwerkelijke uitgaven en ontvangsten zijn gedaan, worden weergegeven in de tabel. De in de tabel getoonde uitgaven betreffen de schade-uitkeringen op afgegeven garanties. De in de tabel getoonde ontvangsten betreffen zowel ontvangen uit premies, provisies en dergelijke als op derden verhaalde (schade-)uitkeringen.

Tabel 8.2 Uitgaven en ontvangsten op de door het Rijk verstrekte garanties (in duizenden euro)
   

Uitgaven

Ontvangsten

Uitgaven

Ontvangsten

b

a

Omschrijving

2023

2023

2024

2024

VI

33

Garantiestelling Faillissementscuratoren dienst JUSTIS

2.064,0

 

2.216,0

 

VII

3

Herplaatsingsgarantie

   

393,0

IXB

1

Garantie procesrisico's

134,0

 

182,0

 

IXB

2

Terrorismeschades (NHT)

 

625,0

 

536,0

IXB

2

WAKO (kernongevallen)

 

612,0

 

108,0

IXB

3

Financieringsmaatschappij voor ontwikkelingslanden (FMO)

 

500,0

 

1.000,0

IXB

3

Garantie KLM

 

11.808,0

  

IXB

4

EIB - pan Europees Garantiefonds

9.186,0

 

17.941,0

 

IXB

5

Exportkredietverzekering

102.368,0

106.862,0

128.838,0

131.159,0

IXB

5

Herverzekering leverancierskredieten

2.897,0

150,0

882,0

45,0

XIII

2

Garantie Ondernemingsfinanciering (GO)

 

5.217,0

 

4.421,0

XIII

2

BMKB-Corona

4.536,0

43,0

2.180,0

209,0

XIII

2

Microkredieten

 

395,0

 

337,0

XIII

2

Borgstelling MKB Kredieten (BMKB)

13.763,0

19.969,0

16.830,0

16.950,0

XIII

2

MKB-financiering

 

448,0

 

455,0

XIII

2

Klein Krediet Corona

1.004,0

170,0

1.182,0

85,0

XIII

2

Groeifaciliteit

4.654,0

1.785,0

8.615,0

2.067,0

XIII

2

GO-Corona

7.400,0

3.850,0

 

1.012,0

XIV

21

Borgstelling MKB-Landbouwkredieten

861,0

694,0

210,0

737,0

XIV

22

Klimaatfonds groenfonds garantie

 

199,0

 

274,0

XVII

1

Garantie Faciliteit Opkomende Markten (FOM)

 

80,0

1.618,0

 

XVII

1

Garantie Dutch Trade and Investment Fund (DTIF)

5.099,0

3.134,0

7.238,0

6.149,0

XVII

1

Garantie DRIVE

   

5.868,0

XVII

1

Garantie Dutch Good Growth Fund (DGGF)

5.301,0

3.751,0

10.729,0

5.746,0

XVII

5

Garanties IS-NIO

3.254,0

  

5.990,0

  

Totaal

162.521,0

160.292,0

198.661,0

183.541,0

Achterborgstellingen

Naast het risico uit garantieregelingen staat het Rijk ook indirect bloot aan risico’s uit achterborgstellingen. In die gevallen wordt de daadwerkelijke garantieverplichting niet afgegeven door het Rijk, maar door een daarvoor aangewezen tussenpersoon in de vorm van een stichting. In de begroting van het betreffende vakdepartement worden achterborgstellingen daarom niet als verplichting opgenomen. Het Rijk wordt pas aangesproken zodra de tussenpersoon niet aan haar verplichtingen kan voldoen. De achterborgstellingen zijn opgenomen in tabel 8.3.

Het risico uit de achterborgstellingen (in tabel 8.3) is niet één op één te vergelijken met het risico uit de garantieregelingen (in tabel 8.1), aangezien het risico over meerdere partijen wordt gespreid. Per achterborgstelling zijn er verschillende mogelijkheden om eventuele schade te dekken. Het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) beschikt over een fondsvermogen en kan daarnaast indien nodig obligo ophalen bij deelnemende woningcorporaties. Op het gecommitteerd obligo doet het WSW alleen een beroep wanneer dat noodzakelijk is om middelen in liquide vorm beschikbaar te hebben voortvloeiend uit het risicovermogen in relatie tot geborgde verplichtingen. Ook kunnen woningcorporaties in financiële problemen onder bepaalde voorwaarden een aanvraag doen voor saneringssteun. Saneringssteun wordt bekostigd via een heffing aan corporaties en deze middelen lopen via een risicovoorziening op de begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Alle woningcorporaties zijn op basis van de wet verplicht om deze heffing te betalen. Financiële problemen bij corporaties worden in eerste instantie dus betaald door de corporatiesector zelf via het fondsvermogen WSW, obligo en de saneringsheffing. Pas daarna komen het Rijk en gemeenten in beeld via de achtervang. De achtervang is nog niet eerder aangesproken.

De Stichting Waarborgfonds Zorg (WFZ) kent een soortgelijke regeling. Ook hier wordt eerst het bufferkapitaal van de stichting aangesproken om schade te dekken. Daarna moeten de zorginstellingen met een door de WFZ geborgde lening een percentage (maximaal 3% van de uitstaande garanties van de deelnemende zorginstelling) van het leningenbedrag afdragen (obligo). Mocht dit onvoldoende zijn om de verplichtingen van de WFZ na te komen, dan kan de WFZ een beroep doen op het Rijk. Bij het Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW) geldt geen obligoverplichting. Hier dienen huizen als onderpand, waardoor de schade zich beperkt tot eventuele restschulden na gedwongen verkoop. Het WEW teert bij verlies direct in op het bufferkapitaal.

Daarnaast worden bij twee achterborgstellingen de risico’s gedeeld met gemeenten. Zo worden de verplichtingen die het WEW voor 1 januari 2011 is aangegaan voor 50 procent gedekt door gemeenten en voor 50 procent door het Rijk. Verplichtingen aangegaan na deze datum worden volledig door het Rijk gedekt. Bij het WSW wordt de gehele positie evenredig met gemeenten gedeeld.

Tabel 8.3 Achterborgstellingen door het Rijk (in miljoenen euro)
   

Geborgd vermogen

Verleend

Vervallen

Geborgd vermogen

Buffer kapitaal

Obligo

b

a

Omschrijving

2023

2024

2024

2024

2024

2024

VII

3

Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW)

88.552,0

10.373,0

3.988,0

94.937,0

606,0

2.463,0

VII

3

Waarborgfonds Eigen Woningen (WEW)

198.968,0

30.454,0

15.905,0

213.517,0

1.746,0

N.v.t.

XVI

2

Stichting Waarborgfonds Zorg (WfZ)

5.965,9

 

186,4

5.779,5

297,7

173,3

  

Totaal

293.485,9

40.827,0

20.079,4

314.233,5

2.649,7

2.636,3

Leningen

We spreken van een lening als het Rijk middelen verstrekt aan een derde buiten het Rijk met een afgesproken aflossingsschema en rente. Is aan een van beide voorwaarden niet voldaan, dan is sprake van een uitgave. Ook leningen vormen een risico voor het begrotingssaldo, namelijk als de ontvanger van die lening niet in staat blijkt de lening (in zijn geheel) af te lossen of de rentevergoeding te betalen. In dat geval derft het Rijk inkomsten (niet-belastingontvangsten die geraamd zijn). Die derving belast het uitgavenkader. Bij leningen die zijn afgegeven in andere valuta is er ook een wisselkoersrisico voor het Rijk.

Tijdens de coronacrisis zijn er diverse leningen afgegeven door het Rijk. Deze leningen kennen een beperkte looptijd en vaak is er geen risicovoorziening vormgegeven. Een overzicht van de uitstaande leningen van het Rijk wordt gepresenteerd in tabel 8.4. Het bedrag aan uitstaande leningen is in 2024 fors toegenomen omdat in januari een lening aan TenneT is verstrekt van 25 miljard euro en in augustus deze leenfaciliteit verder is uitgebreid met 19,4 miljard euro. Het Rijk heeft deze middelen beschikbaar gesteld zodat TenneT grote investeringen in de uitbreiding en verzwaring van het elektriciteitsnet kan realiseren.

Tabel 8.4 Door het rijk verstrekte leningen (in miljoenen euro)
  

Uitstaand risico

Looptijd

b

Omschrijving

2024

 

IV

Liquiditeitssteun Aruba

442,2

2043

IV

Liquiditeitssteun Curaçao

448,3

2024

IV

Liquiditeitssteun Sint-Maarten

155,3

2024

IXB

Lening Griekenland

2.393,1

2040

IXB

Lening TenneT

44.400

2042

IXB

Lening Oekraïne

200

2032

XIII

Invest-NL Capital N.V. SIF

64,8

2029

XIII

Corona overbruggingslening (COL-faciliteit) voor start-ups en scale-ups

230,8

2026

XIII

Lening Stichting Garantiefonds Reisgelden

138,7

2028

XIII

Hypothecaire Lening WinAir

‒ 0,4

2025

XIII

Steun aan IHC (voorheen Royal IHC)

5

onbepaalde tijd

 

Totaal

48.477,8

 

9 VERTICALE TOELICHTING

De verticale toelichting toont voor ieder begrotinghoofdstuk de budgettaire veranderingen die zich hebben voorgedaan sinds de Miljoenennota 2024. De mutaties van de Miljoenennota tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

De verticale toelichting bestaat per begroting uit twee tabellen: uitgaven en ontvangsten. De tabellen kunnen de volgende posten bevatten:

  • 1. Meevallers

  • 2. Tegenvallers

  • 3. Intensiveringen

  • 4. Ombuigingen

  • 5. Generaal dossier

  • 6. Kasschuiven

  • 7. Overboekingen met andere begrotingen

  • 8. Kadercorrecties

  • 9. Technisch

  • 10. Niet-kaderrelevant

Algemene Zaken en De Koning

De Koning

I De Koning: Uitgaven

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

56

Mutaties t/m Najaarsnota

3

  

Stand Najaarsnota

58

  

Meevallers

0

Meevallers

0

  

Tegenvallers

0

Tegenvallers

0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

58

I De Koning: Ontvangsten

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

2

Mutaties t/m Najaarsnota

0

  

Stand Najaarsnota

2

  

Meevallers

0

Meevallers

0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

2

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Deze mutatie betreft de realisatie van de doorbelaste uitgaven van het Kabinet van de Koning en de Rijksvoorlichtingsdienst, die iets lager uitvalt dan de raming in de ontwerpbegroting. In de tabel is dit een nul, vanwege de afronding in miljoenen.

Tegenvallers

Conform de Wet financieel statuut Koninklijk Huis (WFSKH) is op basis van de CPI-ontwikkeling het materiële gedeelte van de B-component van de uitkering van de leden van het Koninklijk Huis naar boven bijgesteld. In de tabel is dit een nul, vanwege de afronding in miljoenen.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Deze post betreft de terugstorting van de grondwettelijke uitkering van de vermoedelijke troonopvolger (de Prinses van Oranje) die hoger uitvalt door de in de wet WFSKH vastgelegde indexatie. In de tabel is dit een nul, vanwege de afronding in miljoenen.

Algemene zaken

III Algemene Zaken: Uitgaven

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

97

Mutaties t/m Najaarsnota

18

  

Stand Najaarsnota

115

  

Meevallers

‒ 2

Coördinatie van het algemeen communicatie en regeringsbeleid

‒ 1

CTIVD

‒ 1

Overige meevallers

0

  

Tegenvallers

5

Overschrijding apparaatsuitgaven

5

Overige tegenvallers

0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

118

III Algemene Zaken: Ontvangsten

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

8

Mutaties t/m Najaarsnota

1

  

Stand Najaarsnota

9

  

Meevallers

0

Meevallers

0

  

Technisch

0

Technisch

0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

9

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.               

Meevallers

Coördinatie van het algemeen communicatie en regeringsbeleid

Er is vooral sprake van vertraging in uitgaven bij de Rijksvoorlichtingsdienst door vertraagde communicatieprojecten bij het meerjarenprogramma van de Voorlichtingsraad.

CTIVD

De meevaller bij de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veilig­ heidsdiensten (CTIVD) komt door de vertraging in uitbreiding van de capaciteit, voornamelijk door huisvestingsproblematiek.

Overige meevallers

Deze post bestaat uit enkele mutaties waaronder een langere doorlooptijd bij het invullen van vacatures bij de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB) en vertraagde betalingen bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR).

Tegenvallers

Overschrijding apparaatsuitgaven

De overschrijding wordt vooral verklaard door hogere uitgaven aan ICT. Dit houdt verband met noodzakelijke voorzieningen aan een datacenter, de versterking van AZ-next en ICT-voorzieningen in verband met de verhuizing van het ministerie.

Overige tegenvallers

De overige tegenvaller betreft een correctie van een afrondingsverschil. In de tabel is dit een nul, vanwege de afronding in miljoenen.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.       

Meevallers

Deze post bestaat uit enkele mutaties waaronder hogere ontvangsten door voornamelijk hogere overheadvergoeding van Dienst Publiek en Communicatie (DPC), ontvangen creditfacturen en een ontvangst voor de kabinetsformatie. In de tabel is dit een nul, vanwege de afronding in miljoenen.

Technisch

Deze ontvangsten houden verband met doorbelastingen van de uitgaven van de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) aan Hoofdstuk I De Koning voor de uitgaven voor het Koninklijk Huis en het Kabinet van de Koning (KvdK). In de tabel is dit een nul, vanwege de afronding in miljoenen.

Buitenlandse Zaken (inclusief BHOS)

Buitenlandse Zaken

V Buitenlandse zaken: Uitgaven

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

12.790

Mutaties t/m Najaarsnota

‒ 1.347

  

Stand Najaarsnota

11.443

  

Meevallers

‒ 142

Meevallers

‒ 142

  

Tegenvallers

28

Tegenvallers

28

  

Generaal dossier

‒ 4

Bni-afdrachten

‒ 4

  

Niet-kaderrelevant

‒ 29

Invoerrechten

‒ 12

Europese Vredesfaciliteit

‒ 31

Overig niet-kaderrelevant

14

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

11.295

V Buitenlandse zaken: Ontvangsten

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

4.076

Mutaties t/m Najaarsnota

‒ 354

  

Stand Najaarsnota

3.722

  

Meevallers

15

Meevallers

15

  

Tegenvallers

1

Tegenvallers

1

  

Generaal dossier

‒ 27

Perceptiekostenvergoeding

6

Overig generaal dossier

‒ 33

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

3.710

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Meevallers

Dit betreft o.a. een meevaller van 62,8 miljoen euro door vertraagde investeringsbudgetten en van 15,2 miljoen euro doordat de Nederlandse contributie aan VN-crisisbeheersingsoperaties in 2024 lager is uitgevallen dan begroot. Verder is er o.a. onderuitputting bij consulaire informatie-systemen en bijstand (9,7 miljoen euro), op het Europees Vredesfaciliteit (7,6 miljoen euro), op het budget voor de OESO vanwege een vooruitbetaling die niet heeft plaatsgevonden (7,7 miljoen euro), en op het Stabiliteitsfonds (14 miljoen euro).

Tegenvallers

Tegenvallers

De tegenvaller ziet met name op de overschrijding van 20,9 miljoen euro op het apparaatsbudget. Hiertoe behoort ook budget dat op verzoek van de ADR is overgeheveld vanaf art. 2 (8 miljoen euro) en art. 4 (8,5 miljoen euro) naar het apparaatsartikel. Daarnaast is de 1,6 miljoen euro aan contributie voor het Comprehensive Nuclear-Test Ban Treaty Organisation (CTBTO) voor 2025 in december al betaald.

Generaal dossier

Bni-afdrachten

Dit betreft de realisatie van de bni-afdracht. De bni-afdracht is in totaal 4 miljoen euro lager uitgevallen dan waar rekening mee werd gehouden bij de 2e suppletoire begroting.

Niet-kaderrelevant

Invoerrechten

Dit betreft de realisatie van de invoerrechten. De realisatie op de invoerrechten valt 17 miljoen euro lager uit dan ten tijde van de 2e suppletoire begroting werd geraamd.

Europese Vredesfaciliteit

Het budget van de Europese Vredesfaciliteit gelabeld als Oekraine middelen kent een onderuitputting van 31 miljoen euro. De bijdrage hieraan door Nederland is minder gebleken dan begroot.

Overig niet-kaderrelevant

Dit betreft een saldo van overuitputting op o.a. het Stabiliteitsfonds (10,4 miljoen euro), het Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen MATRA (2,8 miljoen euro), het Mensenrechtenfonds (1,5 miljoen euro) en onderuitputting op Accountability middelen (649 duizend euro).

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Meevallers

Dit betreft o.a. een restitutie van middelen uit het stopgezette ANA Trust Fund van de NAVO, aanvullend op de restitutie die bij de 2e suppletoire begroting was geboekt. Daarnaast is er een meevaller van 6 miljoen euro op de visa inkomsten.

Tegenvallers

Tegenvallers

Dit betreft een saldo van o.a. van tegenvallende ontvangsten door koersverschillen en diverse ontvangsten op het apparaatsbudget.

Generaal dossier

Invoerrechten

Dit betreft de realisatie van de invoerrechten-ontvangsten. De ontvangsten op de invoerrechten vallen 6 miljoen euro hoger uit dan ten tijde van de 2e suppletoire begroting werd geraamd.

Overig generaal dossier

Dit betreft de realisatie van de overige ontvangsten van de EU, die ca. 33 lager is uitgevallen. De begrote terugbetaling van de Commissie met betrekking tot de LWTS-verrekening zijn namelijk niet ontvangen in 2024. Naar verwacthing vindt de verrekening in 2025 plaats.

Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp

XVII Buitenlandse handel en ontwikkelingshulp: Uitgaven

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

3.641

Mutaties t/m Najaarsnota

328

  

Stand Najaarsnota

3.969

  

Meevallers

‒ 263

Realisatie BHO

‒ 263

  

Tegenvallers

287

Realisatie BHO

287

  

Niet-kaderrelevant

‒ 7

Oekraïne

‒ 7

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

3.986

XVII Buitenlandse handel en ontwikkelingshulp: Ontvangsten

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

58

Mutaties t/m Najaarsnota

12

  

Stand Najaarsnota

70

  

Meevallers

15

Realisatie BHO

15

  

Tegenvallers

‒ 6

Realisatie BHO

‒ 6

  

Niet-kaderrelevant

‒ 3

Ontvangsten NIO

‒ 3

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

76

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Mee- en tegenvallers

Realisatie BHO

Er is een overschrijding op de begroting voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp (BHO). Door bijvoorbeeld (geo)politieke ontwikkelingen en uitvoeringsmogelijkheden in landen waarin programma’s worden uitgevoerd kunnen er gedurende het jaar vertragingen optreden. Anticiperend op deze mogelijke vertragingen, plant BHO daarom meer programma’s of bijdragen dan waarvoor budget beschikbaar is ("overprogrammering"). De mogelijke vertragingen hebben zich dit jaar in mindere mate voorgedaan. Daarnaast waren er op enkele individuele programma's hogere uitgaven dan eerder geraamd. Zo zijn koersverschillen hoger uitgevallen dan begroot en zijn er hogere uitvoeringskosten voor de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). Ook is er bij een aantal programma's het betaalritme aangepast, waarbij uitgaven gepland voor 2025 nog dit jaar zijn gedaan. De overschrijdingen zal binnen de budgettaire systematiek van de HGIS gedekt worden.

Niet-kaderrelevant

Oekraïne

Het Ukraine Partnership Facility 2 (UPF 2) is tot en met 30 januari 2025 opengesteld voor aanvragen door bedrijven t/m 30 januari 2025. Hierdoor zijn de middelen in 2024 niet tot besteding gekomen. Deze middelen worden met de Voorjaarsnota weer toegevoegd aan de begroting.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Mee- en tegenvallers

Realisatie BHO

Dit betreft het saldo van alle ontvangstenrealisaties. Er is onder andere een meevaller op de ontvangsten van het Dutch Good Growth Fund (DGGF) en een tegenvaller door wisselkoersen.

Niet-kaderrelevant

Ontvangsten NIO

Dit betreft de realisatie van de ontvangsten aan leningen uit de portefeuille van de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden (NIO).

Justitie en Veiligheid

VI Justitie en Veiligheid: Uitgaven

VI Justitie en Veiligheid: Uitgaven

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

24.116

Mutaties t/m Najaarsnota

1.748

  

Stand Najaarsnota

25.864

  

Meevallers

‒ 337

Beheer meldkamers

‒ 5

Implementatie nieuwe Wetboek voor Strafvordering

‒ 6

Regeling WTS

‒ 6

Rechtsbijstand

‒ 14

Apparaatsartikel

‒ 18

Artikel nog onverdeeld

‒ 20

Versterking vreemdelingenketen

‒ 22

Samenwerkingsverbanden asielketen

‒ 48

Onderuitputting arbeidsvoorwaardenmiddelen

‒ 96

Overige meevallers

‒ 102

  

Tegenvallers

57

Tegenvallers

57

  

Generaal dossier

‒ 24

Tegenvaller: subsidie Seamless Flow

4

Meevaller: COA

‒ 8

Meevaller: doorstroomlocaties

‒ 17

Overig generaal dossier

‒ 4

  

Overboekingen met andere begrotingen

‒ 3

Overboekingen met andere begrotingen

‒ 3

  

Technisch

0

Technisch

0

  

Niet-kaderrelevant

‒ 73

Meevaller: opvang ontheemden Oekraïne

‒ 70

Overig niet-kaderrelevant

‒ 3

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

25.484

VI Justitie en Veiligheid: Ontvangsten

VI Justitie en Veiligheid: Ontvangsten

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

1.484

Mutaties t/m Najaarsnota

320

  

Stand Najaarsnota

1.804

  

Meevallers

64

Apparaatsontvangsten

10

Leges Justis

6

Overige meevallers

48

  

Tegenvallers

‒ 51

Autoriteit persoonsgegevens

‒ 5

Migratie ontvangsten

‒ 17

Overige tegenvallers

‒ 29

  

Generaal dossier

22

Meevaller: boeteraming

47

Tegenvaller: afpakraming

‒ 23

Overig generaal dossier

‒ 2

  

Technisch

0

Technisch

0

  

Niet-kaderrelevant

14

Meevaller: voorschot gemeenten en regio's opvang Oekraïners

10

Overig niet-kaderrelevant

3

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

1.853

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Beheer meldkamers

Er is sprake van een meevaller van circa 5,3 miljoen euro op informatiebeveiliging.

Implementatie nieuwe Wetboek voor Strafvordering

Omdat er nog wetsvoorstellen in procedure zijn, konden nog niet alle beschikbare middelen aan organisaties worden toegewezen. Dit betreft middelen voor proces- , opleidingen- en ICT aanpassingen.

Regeling WTS

Er is sprake van een meevaller van circa 6,2 miljoen euro bij de regeling Wet tegemoetkoming schade bij rampen (Wts). Dit komt omdat er minder aanvragen in 2024 zijn gedaan dan bij Najaarsnota werd voorzien.

Rechtsbijstand

Er is sprake van een meevaller van circa 14 miljoen euro, omdat bij de raming voor de Najaarsnota van de in 2024 benodigde rechtsbijstandsmiddelen nog geen rekening was gehouden met de ontvangen compensatie voor de uitvoering van de Herstelregelingen Kinderopvangtoeslag en de Regeling Mijnbouwschade Groningen.

Apparaatsartikel

Op het apparaatsartikel zijn diverse mee- en tegenvallers. Dit leidt per saldo tot een meevaller van circa 17,7 miljoen euro. Dit komt vooral door een meevaller van circa 8,5 miljoen euro voor JusticeLink door vertraagde overheveling naar het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) en een meevaller circa 6,3 miljoen euro bij Europol/Eurojust door vertraging bij projecten.

Artikel nog onverdeeld

Er is sprake van vrijval van de resterende middelen op het artikel nog onverdeeld van circa 19,7 miljoen euro, omdat het niet nodig bleek middelen gedurende het jaar in te zetten.

Versterking vreemdelingenketen

De middelen voor de subsidie voor het Entry Exit System (EES) fase 2 konden niet tijdig worden beschikt (12,5 miljoen euro). Daarnaast betreft deze post een technische correctie van 4 miljoen euro voor de subsidie voor Seamless Flow, aangezien deze ten laste is gekomen van het subsidiebudget voor asiel. De resterende meevaller ter hoogte van circa 5 miljoen is het gevolg van het niet starten van de procesbeschikbaarheidslocatie in 2024 en een onderbesteding op overlast.

Samenwerkingsverbanden asielketen

Dit betreft o.a. de bonussen met betrekking tot de spreidingswet die niet meer in 2024 konden worden uitgekeerd (circa 31 miljoen euro). Deze zullen op een later moment tot uitbetaling komen. Het resterende saldo ter hoogte van circa 17,7 miljoen euro betreft middelen voor gemeenten voor de opvang die niet tot besteding zijn gekomen.

Onderuitputting arbeidsvoorwaardenmiddelen

Op de jaarlijkse loonontwikkelingsbijstelling is incidenteel circa 96 miljoen euro voor arbeidsvoorwaardenmiddelen niet tot besteding gekomen in 2024.

Overige meevallers

Vanwege het afsluiten van de cao Rechterlijke Macht 2024-2025 in 2025, zijn de arbeidsvoorwaardenmiddelen ter hoogte van circa 10 miljoen euro niet in 2024 tot betaling gekomen. Daarnaast betreft dit een saldo van diverse meevallers van 5 miljoen euro en lager. Zo is er o.a. een meevaller voor de vervanging van noodhulpvoertuigen van het Nederlandse Rode Kruis (circa 4,1 miljoen euro), een meevaller door vertraging bij de aanbesteding van tolk- en vertaaldiensten (circa 2,5 miljoen euro) en bij de middelen die voor DG COVID-19 (circa 5,7 miljoen euro) waren gereserveerd omdat de bijbehorende werkzaamheden in 2024 zijn afgerond.

Tegenvallers

Tegenvallers

Deze post betreft diverse tegenvallers van onder de 5 miljoen euro. Dit omvat onder andere een tegenvaller op de schadeloosstellingen van circa 3,7 miljoen euro, een tegenvaller van circa 3 miljoen euro op uitgaven aan gerechtsdeurwaarders voor toevoegingszaken binnen de sociale advocatuur en een tegenvaller voor het OM Aruba en OM Caribisch Nederland ter hoogte van circa 2,2 miljoen euro.

Generaal dossier

Tegenvaller: subsidie Seamless Flow

Dit betreft een technische correctie met betrekking tot de subsidie voor Seamless Flow. Zie ook meevaller versterking vreemdelingenketen.

Meevaller: COA

Dit betreft een meevaller van circa 8 miljoen euro, vanwege een iets lagere bezetting in de asielopvang dan geraamd.

Meevaller: doorstroomlocaties

Dit betreft een meevaller van circa 16,5 miljoen euro in 2024 doordat er minder doorstroomlocaties zijn geopend dan verwacht bij Najaarsnota.

Overig generaal dossier            

Deze post betreft diverse mee- en tegenvallers van onder de 3 miljoen euro. Dit wordt met name veroorzaakt door het niet besteden van circa 2,3 miljoen euro voor activiteiten in het kader van de MH17-ramp.

Overboekingen met andere begrotingen

Dit betreft een overboeking naar de begroting van Koninkrijksrelaties (circa 3 miljoen euro) voor de basis dienstverlening van de shared service organisaties (SSC’s) die zijn gevestigd in het Caribisch deel van het Koninkrijk.        

Technisch

Deze post bestaat uit enkele kleine technische mutaties en betreft veelal correcties en herschikkingen van budgetten binnen de JenV-begroting.

Niet-kaderrelevant

Meevaller: opvang ontheemden Oekraïne

Er is sprake van een meevaller van circa 70 miljoen euro vanwege een lager aantal gemeentelijke opvangplekken voor ontheemden uit Oekraïne dan bij Najaarsnota verwacht.

Overig niet-kaderrelevant

Deze post bestaat uit verschillende meevallers in het kader van de opvang van ontheemden uit Oekraïne, waaronder een meevaller omdat o.a. een aantal projecten, verrekeningen en onderzoeken zijn vertraagd (circa 1,1 miljoen euro) en lager uitvallende kosten voor de coördinatie en informatievoorziening van circa 1 miljoen euro.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Apparaatsontvangsten

Het saldo van de apparaatsontvangsten leidt tot een meevaller van circa 9,9 miljoen euro. Dit komt o.a. door een verrekening van circa 4,9 miljoen euro met de uitvoeringsorganisaties die betalen voor de facilitaire dienstverlening aan het Dienstencentrum van JenV.

Leges Justis

Er zijn meer aanvragen bij de Dienst Justis gedaan, waardoor de inkomsten uit leges circa 6 miljoen euro hoger zijn.

Overige meevallers

Dit betreft het saldo van overige meevallers onder de 5 miljoen euro. Zo is er bijvoorbeeld sprake van een meevaller van circa 4,6 miljoen euro doordat facturen voor toezicht en tuchtrecht over 2023 en 2024 in 2024 zijn betaald. Ook is er sprake van hogere griffierechten-ontvangsten (3,2 miljoen euro) vanwege een hogere instroom van zaken en zijn er meer uitstaande vorderingen rondom gedetacheerd personeel ontvangen (circa 2,6 miljoen euro). 

Tegenvallers

Autoriteit persoonsgegevens

Het bedrag aan geïnde boetes van circa 4,9 miljoen euro is lager dan verwacht.

Migratie ontvangsten

Vanwege een administratieve omissie is de asielreserve in 2024 niet overgeboekt van de reserve naar de JenV-begroting (9 miljoen euro). Daarnaast is de facturatie aan Eurostar vertraagd (5,8 miljoen euro) en zijn er geen ontvangsten uit de ETIAS verordening (2 miljoen euro) door uitstel van de implementatiedatum.

Overige tegenvallers

Deze post betreft diverse tegenvallers van onder de 5 miljoen euro. Zo is er bijvoorbeeld sprake van minder materiële ontvangsten bij het Openbaar Ministerie (circa 2,4 miljoen euro).

Generaal dossier

Meevaller: boeteraming

Doordat er relatief meer boetes zijn uitgedeeld waarvoor een hoger boetebedrag geldt en er meer op OM-afdoeningen is ontvangen, is er een incidentele meevaller van circa 47 miljoen euro.

Meevaller: afpakraming

Er is een tegenvaller op de afpakraming van circa 23 miljoen euro. Bij Najaarsnota is de oorspronkelijke raming reeds verlaagd door het uitblijven van grote schikkingen. Deze ramingsbijstelling blijkt onvoldoende te zijn geweest.

Overig generaal dossier

Deze post betreft diverse mee- en tegenvallers van onder de 3 miljoen euro. Er is o.a. een tegenvaller op de ontvangsten van 3 miljoen euro bij het COA.

Technisch

Technisch

Deze post bestaat uit enkele kleine technische mutaties en betreft veelal correcties en herschikkingen van budgetten binnen de JenV-begroting.

Niet-kaderrelevant

Meevaller: voorschot gemeenten en regio's opvang

De meevaller van circa 10 miljoen euro is ontstaan omdat gemeenten en regio’s in 2023 een hoger betaald voorschot hebben ontvangen dan waar zij op basis van hun verantwoording recht op hebben. Deze gemeenten en regio’s betalen het te veel ontvangen voorschot in 2024 terug.

Overig niet-kaderrelevant

Er is o.a. een meevaller omdat eerder verleende voorschotten voor subsidies in het kader van de opvang van Oekraïense ontheemden zijn teruggevorderd, dit leidt tot een meevaller van circa 3,4 miljoen euro.

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (inclusief Staten-Generaal, Hoge Colleges van Staat, Koninkrijksrelaties en BES-fonds)

Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: Uitgaven

VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: Uitgaven

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

11.200

Mutaties t/m Najaarsnota

366

  

Stand Najaarsnota

11.566

  

Meevallers

‒ 660

Ouderenhuisvesting

‒ 11

Grootschalige Rijksprojecten

‒ 11

Kwijtschelding publieke schulden

‒ 14

Externe inhuur

‒ 15

Forfaitaire som Hof van Justitie

‒ 15

Schuldregeling ex-partners

‒ 16

Personeel

‒ 20

Stimuleringsregeling Flex- en Transformatiewoningen

‒ 29

Rijksvastgoedbedrijf Flexwoningen

‒ 29

Huurtoeslag

‒ 370

Overige meevallers

‒ 132

  

Tegenvallers

35

Tegenvallers

35

  

Overboekingen met andere begrotingen

‒ 16

Afdrachten BTW-compensatiefonds

‒ 16

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

10.925

VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: Ontvangsten

VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties: Ontvangsten

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

631

Mutaties t/m Najaarsnota

521

  

Stand Najaarsnota

1.152

  

Meevallers

89

Woningmarkt (huurtoeslag)

59

Generieke Digitale Infrastructuur

13

Overige meevallers

16

  

Tegenvallers

‒ 86

Financiële herplaatsingsgarantie

‒ 10

Rijksorganisatie voor Informatiehuishouding

‒ 15

Vertraagde plaatsing flexwoningen

‒ 54

Overige tegenvallers

‒ 7

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

1.155

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

De onderstaande meevallers geven substantiële onderuitputting (10 miljoen euro of meer) op de verschillende begrotingsreeksen weer. De tabel is exclusief onderuitputting die al bij de Najaarsnota is afgeboekt.

Ouderenhuisvesting

De Regeling ontmoetingsruimten in ouderenhuisvesting (SOO) heeft circa 11 miljoen euro aan onderuitputting. Het aantal omgevingsvergunningen is lager dan vooraf ingeschat.

Grootschalige Rijksprojecten

Het Rijksvastgoedbedrijf is in 2024 gestart met Fase 1 van het grootschalige woningbouwproject Zuiderhage in Lelystad. In 2024 zijn uitgaven gerealiseerd die nog ten laste van een andere bijdrage aan het RVB ging omtrent woningbouw. Om die reden heeft dit op deze post nog niet tot zichtbare uitgaven geleid.

Kwijtschelding publieke schulden

In het kader van de toeslagenaffaire verstrekt BZK middelen aan medeoverheden om publieke schulden van gedupeerden kwijt te schelden. Deze regeling kent aanzienlijke onderuitputting.

Externe inhuur

De onderschrijding wordt voornamelijk veroorzaakt doordat facturen voor externe inhuur eind 2024 pas in 2025 zijn ontvangen en worden betaald.

Forfaitaire som Hof van Justitie

Er waren middelen gereserveerd in het geval het Europese Hof van Justitie over zou gaan tot vaststelling van een forfaitaire som vanwege de te late omzetting van de Europese Open Data Richtlijn in Nederlandse wetgeving. Dit is echter niet gebeurd in 2024.

Schuldregeling ex-partners

In het kader van de toeslagenaffaire verstrekt BZK middelen aan medeoverheden om publieke schulden van ex-partners gedupeerden kwijt te schelden. Ook hierop was aanzienlijke onderuitputting.

Personeel

Dit komt grotendeels door de afspraken uit het CAO-akkoord. Er was een incidentele meevaller van in 2024 omdat de nieuwe CAO-afspraken pas vanaf halverwege 2024 in gingen. Hierdoor was niet de volledige loonruimte in dit jaar benut.

Stimuleringsregeling Flex- en Transformatiewoningen

De Stimulerings­ regeling Flex- en Transformatiewoningen heeft 29 miljoen euro onderuitputting bij het Financieel Jaarverslag Rijk. Dit komt onder meer door vertraging van bouwwerkzaamheden, waardoor een groot deel van de aangegane verplichtingen naar verwachting pas in 2025 worden uitgekeerd. Door minder aanvragen was bij de najaarsnota reeds 70 miljoen euro van deze regelingen ingezet voor ander beleid, waardoor de onderuitputting op de uitgaven aan de regeling circa 100 miljoen euro bedraagt.

Rijksvastgoedbedrijf Flexwoningen

Er zijn minder ingekochte flexwoningen geplaatst dan verwacht. Hierdoor doet het Rijksvastgoedbedrijf circa 29 miljoen euro minder uitgaven. Omdat de inkomsten circa 54 miljoen euro hierdoor lager zijn dan begroot bedraagt de onderuitputting in het kader van flexwoningen gesaldeerd slechts enkele miljoenen euro bij het Financieel Jaarverslag Rijk.

Huurtoeslag

De onderuitputting op de uitgaven aan de huurtoeslag (370 miljoen euro) was veruit de grootste meevaller op de BZK begroting. In 2023 bedroeg de onderuitputting 320 miljoen euro. De lagere uitgaven kwamen voornamelijk doordat de inkomensontwikkeling hoger was dan verwacht. Inclusief de meevaller op de ontvangsten van de huurtoeslag bedraagt de onderuitputting op de huurtoeslag 425 miljoen euro.

Overige meevallers

Dit betreffen diverse posten met onderuitputting van minder dan 10 miljoen euro.

Overboekingen met andere begrotingen

Diverse afdrachten BTW-compensatiefonds

Aan het einde van 2024 heeft BZK verschillende afdrachten aan het BTW-compensatiefonds gedaan. De grootste afdracht is voor Regiodeals (11 miljoen euro).

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Woningmarkt (huurtoeslag)

De ontvangsten op het artikel woningmarkt zijn 59 miljoen hoger dan geraamd. Hiervan is 55 miljoen toerekenbaar aan de huurtoeslag. Dit komt door hervatting van de gepauzeerde invorderingen tijdens de coronacrisis en door minder nabetalingen.

Generieke Digitale Infrastructuur

Er zijn meer ontvangsten geweest van de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) dan begroot.

Overige meevallers

Dit betreffen verschillende posten met meevallers van kleiner dan 10 miljoen

Tegenvallers

Financiële herplaatsingsgarantie

Door minder dan verwachte matching van flexwoningen met afnemers, had BZK lagere ontvangsten in 2024.

Rijksorganisatie voor Informatiehuishouding

In verband met het opnieuw inrichten van de projectadministratie bij de Rijksorganisatie voor Informatiehuishouding (RvIHH) zijn niet alle facturen tijdig verstuurd. De niet ontvangen ontvangsten schuiven door naar 2025 .

Vertraagde plaatsing flexwoningen

Omdat er minder flexwoningen zijn geplaatst dan verwacht heeft BZK minder onvangsten dan begroot. Om dezelfde reden zijn er ook substantieel minder uitgaven.

Overige Tegenvallers

DIt betreffen verschillende tegenvallers op de ontvangsten van minder dan 10 miljoen euro.

Staten-Generaal

IIA Staten-Generaal: Uitgaven

IIA Staten-Generaal: Uitgaven

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

239

Mutaties t/m Najaarsnota

42

  

Stand Najaarsnota

281

  

Meevallers

‒ 10

Parlementaire enquêtes

‒ 1

Schadeloosstelling

‒ 1

Apparaat Eerste Kamer

‒ 2

Apparaat Tweede Kamer

‒ 3

Overige meevallers

‒ 2

  

Tegenvallers

0

Tegenvallers

0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

271

IIA Staten-Generaal: Ontvangsten

IIA Staten-Generaal: Ontvangsten

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

4

Mutaties t/m Najaarsnota

5

  

Stand Najaarsnota

8

  

Meevallers

0

Meevallers

0

  

Tegenvallers

0

Tegenvallers

0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

9

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Dit betreffen meevallers van 1 miljoen euro of meer. De tabel is exclusief onderuitputting die al bij de Najaarsnota is afgeboekt.

Parlementaire enquêtes

De parlementaire enquête Corona was in 2024 nog in de opstart fase. Dit heeft geresulteerd in een onderbenutting op dit artikelonderdeel.

Schadeloosstelling

Het element van pensioenpremies (inhouding op de bezoldiging) was niet goed doorgerekend, waardoor er onbedoeld met te hoge kosten was gerekend

Apparaat van de Eerste Kamer

Het apparaat van de Eerste Kamer kent een onderuitputting van 2,2 miljoen euro. De facilitaire en huisvestingsuitgaven zijn meegevallen. Daarnaast duurde het langer om personeel aan te trekken.

Apparaat van de Tweede Kamer

Het apparaat van de Tweede Kamer kent een onderuitputting van 3,2 miljoen euro. Bij de voorjaarsnota zijn intensiveringen gedaan die niet volledig tot besteding zijn gekomen. Daarnaast is externe inhuur aangetrokken die voor een deel pas in het komende jaar tot uitgaven leiden.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Dit betreffen diverse kleinere meevallers van minder dan 1 miljoen euro.

Tegenvallers

Dit betreffen enkele kleinere tegenvallers van minder dan 1 miljoen euro.

Overige Hoge Colleges van Staat

IIB Overige Hoge Colleges van Staat: Uitgaven

IIB Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten en de Kiesraad: Uitgaven

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

183

Mutaties t/m Najaarsnota

13

  

Stand Najaarsnota

196

  

Meevallers

‒ 7

Bestuursrechtspraak Raad van State

‒ 4

Overige meevallers

‒ 3

  

Tegenvallers

4

Gemeenschappelijke diensten Raad van State

3

Overige tegenvallers

1

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

192

IIB Overige Hoge Colleges van Staat: Ontvangsten

IIB Overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten en de Kiesraad: Ontvangsten

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

6

Mutaties t/m Najaarsnota

1

  

Stand Najaarsnota

7

  

Meevallers

1

Meevallers

1

  

Tegenvallers

0

Tegenvallers

0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

8

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Dit betreffen meevallers van 1 miljoen euro of meer. De tabel is exclusief onderuitputting die al bij de Najaarsnota is afgeboekt.

Bestuursrechtspraak Raad van State

De Raad van State heeft zich in 2024 ingespannen om meer juristen te werven, dat heeft in 2024 niet tot volledige uitputting van het budget geleid.

Overige meevallers

Verschillende Hoge Colleges van Staat hadden een (beperkte) onderuitputting. Dit geldt voornamelijk voor de Nationale Ombudsman en de Kanselarij der Nederlandse Orden, beide met ongeveer een miljoen euro onderuitputting.

Tegenvallers

Gemeenschappelijke diensten Raad van State

De realisatie is hoger dan verwacht door hogere uitgaven aan projecten op het gebied van ICT en IV en uitgaven voor de aanschaf van middelen voor beveiliging en ICT.

Overige tegenvallers

Dit betreffen enkele beperkte tegenvallers van minder dan 1 miljoen euro.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Dit betreffen verschillende kleine meevallers, elk van minder dan 1 miljoen euro.

Tegenvallers

Dit betreffen enkele zeer beperkte tegenvallers.

Koninkrijksrelaties

IV Koninkrijksrelaties: Uitgaven

IV Koninkrijksrelaties: Uitgaven

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

223

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

‒ 19

  

Stand Najaarsnota

205

  

Mee- en tegenvallers

‒ 5

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

‒ 4

Overige mee- en tegenvallers

‒ 1

  

Intensiveringen en ombuigingen

0

Schikking

4

Schikking

‒ 4

  

Overboekingen met andere begrotingen

2

SSO-CN

2

  

Generaal dossier

11

Wisselkoers realisatie

11

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

212

IV Koninkrijksrelaties: Ontvangsten

IV Koninkrijksrelaties: Ontvangsten

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

50

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

118

  

Stand Najaarsnota

168

  

Mee- en tegenvallers

‒ 9

Rente Covidlening

‒ 9

SSO-CN

‒ 1

  

Niet-plafondrelevant

7

Aflossing leningen

7

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

165

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Mee- en tegenvallers

Tijdelijke Werkorganisatie (TWO)

De budgetten van de Tijdelijke Werkorganisatie (TWO) kennen per saldo onderuitputting, doordat er zowel minder opdrachten als subsidies zijn verstrekt aan derden partijen dan aanvankelijk werd verondersteld.

Overige mee- en tegenvallers

Deze post is opgebouwd uit verschillende realisaties op de begroting van Koninkrijksrelaties.

Intensiveringen en ombuigingen

Schikking

Voor het komen tot een schikking tussen Sint Eustatius en de eigenaar van een aantal percelen op Sint Eustatius wordt een financiële bijdrage verstrekt aan Sint Eustatius. Deze middelen zullen aan Sint Eustatius worden verstrekt via een renteloze lening (1,892 mln.) en een bijzondere uitkering (1,892 mln.). De dekking hiervoor is gevonden binnen Artikel 1 en Artikel 4.

Overboekingen met andere begrotingen

SSO-CN

Dit betreft een afdracht van JenV voor de basisdienstverlening van Shared Service Organisatie Caribisch Nederland (SSO-CN) en een correctie aan FIN vanwege een verkeerd gehanteerde koers.

Generaal dossier

Wisselkoers realisatie

Sinds begrotingsjaar 2023 worden alle koersresultaten van dit hoofdstuk separaat geadministreerd in artikel 6. Dit betreft de wisselkoerseffecten op van hoofdstuk Koninkrijksrelaties in 2024. Door nadelige koersverschillen vallen de uitgaven en verplichtingen hoger uit dan initieel begroot.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Mee- en tegenvallers

Rente Covidlening

De rentepercentages zijn naar beneden bijgesteld. Dit heeft gezorgd voor minder ontvangsten.

SSO-CN

Enkele facturen zijn niet in 2024 betaald. Deze worden alsnog in 2025 betaald.

Niet-plafondrelevant

Aflossing leningen

Dit zijn meerontvangsten door een hogere aflossingen op een lening.

BES-fonds

BES-fonds: Uitgaven

H BES-fonds: Uitgaven

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

71

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

33

  

Stand Najaarsnota

104

  

Mee- en tegenvallers

‒ 3

Vrije uitkering

‒ 3

  

Generaal dossier

3

Wisselkoers realisatie

3

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

104

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Uitgaven

Mee- en tegenvallers

Vrije uitkering

Een deel van de vrije uitkering is dit jaar niet uitbetaald.

Generaal dossier

Wisselkoers realisatie

Dit betreft de wisselkoerseffecten op het BES-fonds in 2024. Door nadelige koersverschillen vallen de uitgaven en verplichtingen hoger uit dan initieel begroot.

Ontvangsten

Voor het BES-fonds zijn er geen ontvangsten.

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: Uitgaven

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

55.467

Mutaties t/m Najaarsnota

1.644

  

Stand Najaarsnota

57.111

  

Meevallers

‒ 324

SLOA

‒ 3

Kennisnet

‒ 4

Zij-instroom

‒ 4

Maatschappelijke Diensttijd

‒ 6

Apparaat

‒ 13

School en Omgeving

‒ 27

Schoolmaaltijden

‒ 32

Bekostiging primair onderwijs

‒ 38

NGF openstaande verplichting

‒ 40

Studiefinanciering (R)

‒ 55

Overige subsidies en opdrachten funderend onderwijs

‒ 56

Overige meevallers

‒ 46

  

Tegenvallers

29

Bekostiging voortgezete onderwijs

24

Studiefinanciering (R)

3

Overige tegenvallers

3

  

Generaal dossier

‒ 5

COVID-19

‒ 5

  

Overboekingen met andere begrotingen

0

Veegbrief Commissaris voor de media

0

  

Desalderingen

17

Ster-inkomsten

11

Museaal Aankoopfonds - Aankoop Van Gogh

3

Overige desalderingen

3

  

Technisch

0

Technisch

0

  

Niet-kaderrelevant

‒ 365

Oekraïne - Nieuwkomersbekostiging

‒ 22

Studiefinanciering (N)

‒ 343

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

56.464

VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap: Ontvangsten

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

2.038

Mutaties t/m Najaarsnota

415

  

Stand Najaarsnota

2.453

  

Meevallers

63

Ontvangsten bekostiging primair onderwijs

37

Ontvangsten bekostiging voortgezet onderwijs

16

Ontvangsten Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

4

Studiefinanciering (R)

3

Overige meevallers

4

  

Tegenvallers

‒ 23

Realisatie ontvangsten lesgeld

‒ 3

Studiefinanciering (R)

‒ 19

Overige tegenvallers

‒ 1

  

Desalderingen

17

Ster-inkomsten

11

Museaal Aankoopfonds - Aankoop Van Gogh

3

Overige desalderingen

3

  

Niet-kaderrelevant

‒ 127

Studiefinanciering (N)

‒ 127

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

2.383

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

SLOA

De uitgaven voor Cito en SLO in 2024 vallen voor 2,8 miljoen euro lager uit dan verwacht doordat de LPO over het jaar 2024 niet is uitgegeven.

Kennisnet

Er was meer budget beschikbaar dan dat nodig was voor de subsidie aan Kennisnet (4,3 miljoen euro).

Zij-instroom

Er is een meevaller van 4,4 miljoen euro doordat er minder is aangevraagd op de verschillende regelingen dan verwacht. Deze meevaller is additioneel op de 10,7 miljoen euro aan onderuitputting op dit budget die met Najaarsnota 2024 is verwerkt.

Maatschappelijke Diensttijd

Er is een meevaller van 6,1 miljoen euro op de Maatschappelijke Diensttijd, voornamelijk doordat niet alle geplande activiteiten zijn voortgezet na de aankondiging van de bezuiniging op het programma in het Hoofdlijnenakkoord en de daarmee gepaarde afbouw van het programma. Deze meevaller is additioneel op de 25,0 miljoen euro aan onderuitputting op dit budget die met Najaarsnota 2024 is verwerkt.

Apparaat

Er is een meevaller 12,7 miljoen euro op het budget voor apparaat, voornamelijk door overgebleven loonbijstelling, onderuitputting op de middelen uit het CA van Rutte-IV voor de Inspectie van het Onderwijs en moeilijk in te vullen vacatures. Deze meevaller is additioneel op de 4,2 miljoen euro aan onderuitputting op dit budget die met Najaarsnota 2024 is verwerkt.

School en Omgeving

Er is een meevaller van 27,1 miljoen euro op het programma School en Omgeving, waarvan 19,6 miljoen euro in het primair onderwijs en 7,5 miljoen euro in het voortgezet onderwijs. In 2023 waren de aanvragen lager dan verwacht; de onderuitputting die hieruit volgt werkt twee jaar door, door het meerjarige karakter van de regeling. Deze meevaller is additioneel op de 158,0 miljoen euro aan onderuitputting op dit budget die met Najaarsnota 2024 is verwerkt.

Schoolmaaltijden

Er is een meevaller van 32,1 miljoen euro op het programma Schoolmaaltijden, waarvan 19,5 miljoen euro in het primair onderwijs en 12,6 miljoen euro in het voortgezet onderwijs. Scholen in de doelgroep hebben niet voor het maximale bedrag per leerling een aanvraag gedaan. Deze meevaller is additioneel op de 30,0 miljoen euro aan onderuitputting op dit budget die met Najaarsnota 2024 is verwerkt.

Bekostiging primair onderwijs

De meevaller van totaal 38,1 miljoen euro op de bekostiging in het primair onderwijs is voornamelijk ontstaan door een meevaller op de reguliere nieuwkomersregeling van 28,2 miljoen euro. In de prognose voor 2024 werd een hoger aantal nieuwkomersleerlingen verwacht dan dat er uiteindelijk waren. Daarnaast is er een meevaller ontstaan op de kleine scholentoeslag van 8,0 miljoen euro doordat er minder kleine scholen waren dan voorzien.

NGF openstaande verplichting

Er is in totaal 40,0 miljoen euro onderuitputting op diverse NGF-projecten waaronder Ontwikkelkracht (18,3 miljoen euro), Innovatieprogramma Onderwijshuisvesting (12,8 miljoen euro) en Techkwadraat (4,5 miljoen euro). Het voornemen is om middelen via de 100% Eindejaarsmarge toe te voegen aan de OCW-begroting 2025. Deze meevaller is additioneel op de 109,7 miljoen euro aan onderuitputting op dit budget die met Najaarsnota 2024 is verwerkt.

Studiefinanciering (R)

Er is per saldo een meevaller op de uitgaven van het budget voor studiefinanciering van in totaal 51,1 miljoen euro. Op de post voor overige relevante uitgaven aan studiefinanciering is er een meevaller van 41,7 miljoen euro, voornamelijk door vertraging op de afhandeling van het herstel van de kinderopvangtoeslag waardoor nog niet alle kwijtscheldingen bij DUO zijn voltooid. Daarnaast zijn er meevallers op artikel 12 ‘Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten’ van in totaal 3,4 miljoen euro doordat er minder scholieren in het voortgezet onderwijs zijn van 18 jaar en ouder die een tegemoetkoming ontvingen dan verwacht. Deze meevaller is additioneel op de per saldo meevaller van 57,0 miljoen euro op de relevante uitgaven van studiefinanciering die met Najaarsnota 2024 is verwerkt.

Overige subsidies en opdrachten funderend onderwijs

Er is een meevaller op de overige subsidies en opdrachten in het funderend onderwijs van 55,1 miljoen euro, waarvan 29,4 miljoen euro in het primair onderwijs en 25,6 miljoen euro in het voortgezet onderwijs. De meevaller in het primair onderwijs wordt onder andere verklaard doordat de LPO niet kon worden uitgekeerd (13,4 miljoen euro). De meevaller in het voortgezet onderwijs wordt onder andere verklaard doordat enkele subsidies en opdrachten lager uitvallen dan begroot, bijvoorbeeld de opdrachten in het kader van staatsexamens aan DUO (4 miljoen euro), subsidies in het kader van onderwijshuisvesting (1,9 miljoen euro). Deze meevaller is additioneel op de onderuitputting van 78,7 miljoen euro die met Najaarsnota 2024 is verwerkt.

Overige meevallers

De overige 48,0 mln. aan meevallers wordt verklaard door kleinere posten, met name op subsidieregelingen waaronder Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs (2,5 miljoen euro door minder aanvragen dan het beschikbare budget), Verbreden inzet cultuur (2,2 miljoen euro doordat een deel van de LPO niet is uitgegeven en er minder projectsubsidies zijn doorgegaan dan gepland) en Tegemoetkoming tweede lerarenopleiding (2,0 miljoen euro).

Tegenvallers

Bekostiging voortgezet onderwijs

Er is een tegenvaller op de bekostiging van het voortgezet onderwijs van 23,6 miljoen euro. Dit wordt onder andere verklaard doordat er meer nieuwkomers in aanmerking zijn gekomen voor nieuwkomersbekostiging in 2023 dan oorspronkelijk geraamd (7,6 miljoen euro). Daarnaast viel het leerling\afhankelijke deel van de aanvullende bekostiging voor startende scholen hoger uit dan geraamd (7,6 miljoen euro).

Studiefinanciering (R)

Het budget voor de aanvullende beurs (gift) wordt met 2,7 miljoen euro omhoog bijgesteld. Dit komt voornamelijk doordat het aantal studenten die de aanvullende beurs direct als gift ontvangen naar boven is bijgesteld. Deze tegenvaller is additioneel op de totale per saldo meevaller op de relevante uitgaven van studiefinanciering die met Najaarsnota 2024 is verwerkt.

Overige tegenvallers

Er zijn meerdere kleinere tegenvallers van in totaal 3,0 miljoen euro, waaronder op het budget voor Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen (0,7 miljoen euro).

Generaal dossier

COVID-19

Er is een meevaller van 5,0 miljoen euro op de generale budgetten voor COVID-19, bestaande uit 4,7 miljoen euro op het Nationaal Onderwijs Programma en 0,3 miljoen euro op het budget voor ventilatie in scholen.

Overboekingen met andere begrotingen

Veegbrief Commissaris voor de media

Vanuit het ministerie van VWS is een eenmalige compensatie van 0,2 miljoen euro overgeboekt naar Artikel 14 (Cultuur). Dit bedrag is bestemd voor incidentele kosten van het Commissariaat voor de Media (CvdM) in verband met het toezicht op de toegankelijkheidsvoorschriften uit de Europese Toegankelijkheidsrichtlijn.

Desalderingen

Ster-inkomsten

Er is een desaldering van 11,0 miljoen euro op de Ster-inkomsten wegens hogere Ster-inkomsten dan verwacht.

Museaal Aankoopfonds - Aankoop Van Gogh

Er is een desaldering van het Museaal Aankoopfonds van 2,9 miljoen euro. Het Mondriaan Fonds verstrekt, met instemming van OCW, aan het Noordbrabants Museum een bijdrage uit het Museaal Aankoopfonds (MAF) van 2,9 miljoen euro voor de aanschaf van het schilderij Kop van een vrouw van Vincent van Gogh.

Overige desalderingen

Er zijn twee overige desalderingen, namelijk van ontvangsten bij de lerarenbeurs als gevolg van intrekkingen bij de lerarenbeurs (1,8 miljoen euro) en een terugstorting aan het Participatiefonds (PF) van 1,2 miljoen euro, omdat op basis van het reglement van het fonds is vastgesteld dat deze kosten niet ten laste van het Participatiefonds hadden moeten komen.

Technisch

Er zijn meerdere technische correcties doorgevoerd die geen budgettaire effecten hebben.

Niet-kaderrelevant

Studiefinanciering (N)

Er is per saldo een meevaller op de niet-kaderrelevante uitgaven van studiefinanciering. Dit komt grotendeels doordat studenten minder hebben geleend dan verwacht. Dit geldt onder andere voor de rentedragende lening (241,7 miljoen euro) en het collegegeldkrediet (11,1 miljoen euro). Ook is er minder gebruik gemaakt van de aanvullende beurs prestatiebeurs (80,5 miljoen euro) en de basisbeurs prestatiebeurs (43,0 miljoen euro). Tot slot is er een tegenvaller van 35,3 miljoen euro op de overige niet-kaderrelevante uitgaven aan studiefinanciering.

Ontvangsten

Meevallers

Ontvangsten bekostiging primair onderwijs

De ontvangsten vielen in 2024 hoger uit dan gebudgetteerd (36,6 miljoen euro). Voornamelijk vanwege niet gerealiseerde uitgaven door het Jeugdeducatiefonds (JEF) rond het programma Schoolmaaltijden in 2023, omdat scholen minder hebben aangevraagd dan geraamd (17,6 miljoen euro). Na de verantwoording over de projectsubsidie in 2023 is het budget lager vastgesteld.

Ontvangsten bekostiging voortgezet onderwijs

De ontvangsten vielen in 2024 hoger uit dan gebudgetteerd (16,4 miljoen euro). Dit wordt grotendeels verklaard door de ontvangen bedragen van  11,2 miljoen euro en 1,3 miljoen euro vanwege niet gerealiseerde uitgaven door het Jeugdeducatiefonds (JEF) en het Nederlandse Rode Kruis inzake het programma schoolmaaltijden in 2023, omdat scholen minder hebben aangevraagd dan geraamd. Na de verantwoording over de projectsubsidies in 2023 zijn deze lager vastgesteld.

Ontvangsten Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

De ontvangsten vielen 3,7 miljoen euro hoger uit dan gebudgetteerd vanwege een incidentele extra afrekening van verschillende projectsubsidies van Tel Mee met Taal (1,7 miljoen euro), en verschillende afrekeningen van subsidies (2,0 miljoen euro).

Ontvangsten Studiefinanciering (R)

De kaderrelevante ontvangsten aan studiefinanciering zijn 2,6 miljoen euro hoger dan gebudgetteerd doordat uit de realisatiegegevens van DUO blijkt dat de ontvangsten aan de kortlopende vorderingen hoger zijn dan geraamd.

Overige meevallers

Op de overige artikelen zijn de ontvangsten aangesloten op de realisatie resulterend in een meevaller van 3,5 miljoen euro.

Tegenvallers

Realisatie ontvangsten lesgeld

De ontvangsten van het lesgeld zijn 3,1 miljoen euro naar beneden bijgesteld op basis van de realisatiegegevens van DUO.

Studiefinanciering (R)

De ontvangen rente is 19,0 miljoen euro lager dan gebudgetteerd, omdat de renteontvangsten lager zijn dan geraamd.

Overige tegenvallers

Op zijn overige tegenvallers op de ontvangsten van 0,6 miljoen euro.

Desalderingen

Ster-inkomsten

Er is een desaldering van 11,0 miljoen euro op de Ster-inkomsten wegens hogere Ster-inkomsten dan verwacht.

Museaal Aankoopfonds - Aankoop Van Gogh

Er is een desaldering van het Museaal Aankoopfonds van 2,9 miljoen euro. Het Mondriaan Fonds verstrekt, met instemming van OCW, aan het Noordbrabants Museum een bijdrage uit het Museaal Aankoopfonds (MAF) van 2,9 miljoen euro voor de aanschaf van het schilderij Kop van een vrouw van Vincent van Gogh.

Overige desalderingen

Er zijn twee overige desalderingen, namelijk van ontvangsten bij de lerarenbeurs als gevolg van intrekkingen (1,8 miljoen euro) en een terugstorting aan het participatiefonds (PF) van 1,2 miljoen euro, omdat op basis van het reglement van het fonds vastgesteld dat deze kosten niet ten laste van het Participatiefonds hadden moeten komen.

Niet-kaderrelevant      

Studiefinanciering (N)

Er is 127,4 miljoen euro minder aan niet-kaderrelevante ontvangsten op het budget voor studiefinanciering ontvangen dan gebudgetteerd. In 2023 is er in de laatste maanden extra veel afgelost. Hier is dit jaar ook rekening mee gehouden, maar dat bleek niet het geval.

Financiën (incl. Nationale Schuld)

Financiën

IXB Financiën: Uitgaven

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

11.827

Mutaties t/m Najaarsnota

14.454

  

Stand Najaarsnota

26.281

  

Meevallers

‒ 198

Meevaller apparaat

‒ 11

Meevaller Belastingdienst

‒ 27

Meevaller vertragingsrente Traditionele Eigen Middelen

‒ 35

Meevaller apparaat Toeslagen

‒ 42

Programmamiddelen Toeslagen Herstel

‒ 79

Overige meevallers

‒ 3

  

Intensiveringen

7

Bijdrage Wereldbank

7

  

Overboekingen met andere begrotingen

46

Overboekingen BCF

46

  

Technisch

‒ 69

Afdrachten Staatsloterij

16

Storting begrotingsreserve ekv

‒ 15

Btw-compensatiefonds

‒ 73

Overig technisch

3

  

Niet-kaderrelevant

‒ 47

Schade-uitkering ekv

‒ 8

Meevaller belasting- en invorderingsrente

‒ 38

Overig niet-kaderrelevant

0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

26.021

IXB Financiën: Ontvangsten

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

4.548

Mutaties t/m Najaarsnota

1.016

  

Stand Najaarsnota

5.564

  

Meevallers

92

Meevaller niet-belastingontvangsten

43

Meevaller apparaatsontvangsten Belastingdienst

34

Schaderestituties ekv

6

Overige meevallers

10

  

Tegenvallers

0

Tegenvallers

0

  

Generaal dossier

‒ 44

Dividenden staatsdeelnemingen

‒ 44

  

Technisch

4

Afdrachten Staatsloterij

16

Premies ekv

‒ 15

Overig technisch

3

  

Niet-kaderrelevant

322

Verkoop aandelen ABN AMRO

251

Meevaller belasting- en invorderingsrente

170

Schaderestituties ekv

16

Dividenden financiële staatsdeelnemingen

‒ 12

Renteontvangsten lening TenneT

‒ 110

Overig niet-kaderrelevant

7

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

5.937

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Meevaller apparaat

De apparaatsuitgaven van het kerndepartement vallen 11 miljoen euro lager uit dan eerder voorzien. Dit komt met name door openstaande vacatures, met name bij de Concerndirectie Informatievoorziening en Openbaarmaking van het kerndepartement. Hiernaast zijn er lagere materiële uitgaven doordat er minder gebruik is gemaakt van o.a. dienstverlening van de ADR.

Meevaller Belastingdienst

Onderuitputting bij de Belastingdienst van 27 miljoen euro die wordt veroorzaakt door met name lagere uitgaven aan (schade)vergoedingen voor compensatie FSV. Daarnaast was er minder inhuur nodig door onder andere betere werving en zijn niet alle geplande ICT-projecten tot betaling gekomen wat leidde tot minder uitgaven.

Meevaller vertragingsrente Traditionele Eigen Middelen

De betaalde vertragingsrente over nabetalingen Traditionele Eigen Middelen valt 35 miljoen euro lager uit, doordat de Europese Commissie in 2024 niet alle verzoeken tot betaling van vertragingsrente heeft ingediend.

Meevaller apparaat Toeslagen

De apparaatsuitgaven van Toeslagen vallen 42 miljoen euro lager uit dan eerder voorzien. Dit wordt met name veroorzaakt door vertraging van de uitvoering van de programma’s Herstel Toeslagen (circa 31 miljoen euro). Verder is er sprake van meer bezetting door intern personeel en minder gebruik van externe inhuur, dit leidt tot circa 7 miljoen euro aan lagere uitgaven.

Programmamiddelen Toeslagen Herstel

Onderuitputting van 79 miljoen euro op programmamiddelen van Toeslagen Herstel. Dit komt met name doordat de uitvoering van de aanvullende schaderoutes door de Stichting Gelijkwaardig Herstel minder snel verloopt dan eerder verondersteld.

Overige meevallers

Dit betreft enkele beperkte meevallers waarvan voornamelijk lagere programmauitgaven.

Intensiveringen

Bijdrage Wereldbank

De bijdrage aan de Wereldbank valt 7 miljoen euro hoger uit door uitgaven aan de Arrears Clearance voor de International Development Association (IDA20). Door een aanpassing van de betalingssystematiek bij de Wereldbank kunnen deze uitgaven niet meer vanuit de BZ-begroting gedaan worden. Daarom worden deze middelen overgemaakt naar de Wereldbank vanaf de begroting van Financiën. Deze mutatie is in de Veegbrief gemeld1.

Overboekingen met andere begrotingen

Overboekingen BCF

Dit betreft verschillende overboekingen van andere begrotingen naar het Btw-compensatiefonds (BCF).

Technisch

Afdrachten Staatsloterij

De post afdrachten Staatsloterij is met 16 miljoen euro bijgesteld, omdat de afdrachten uit de Staatsloterij hoger waren dan begroot. Om te voldoen aan de Wet op de kansspelen wordt in de begroting en verantwoording een technische post voor afdrachten Staatsloterij opgenomen bij zowel de uitgaven, betalingsverplichtingen als de ontvangsten ter hoogte van de afdrachten van de Staatsloterij.

Storting begrotingsreserve ekv

Door lagere premie-ontvangsten van de exportkredietverzekering (ekv) is er 15 miljoen euro minder in de begrotingsreserve gestort.

Btw-compensatiefonds

De bijdrage aan provincies en gemeenten is 73 miljoen euro lager uitgevallen, omdat er minder btw is gedeclareerd dan geraamd. Het is op voorhand niet exact vast te stellen hoe veel btw provincies en gemeenten declareren. Overschotten op dit artikel worden bij de Voorjaarsnota verrekend met het Gemeente- en Provinciefonds.

Overig technisch

Dit betreft een totaal van meerdere beperkte desalderingen en daarnaast enkele technische mutaties die per saldo op nul sluiten.

Niet-kaderrelevant

Schade-uitkering ekv

Er is 8 miljoen euro minder schade uitgekeerd dan begroot. Bij de ekv zijn schades moeilijk te ramen vanwege het onvoorspelbare karakter van de ekv-portefeuille. Het al dan niet materialiseren van één schadezaak kan een grote impact hebben op de realisatie ten opzichte van het begrote bedrag. In de laatste maanden hebben zich minder schades gematerialiseerd dan begroot.

Meevaller belasting- en invorderingsrente

De uitgaven belasting- en invorderingsrente bij de Belastingdienst en de Douane vallen 38 miljoen euro lager uit. De reguliere uitgaven aan belasting- en invorderingsrente waren lager dan verwacht. Daarnaast zijn de kosten van het project herstel invorderingsrente circa 9 miljoen euro lager uitgevallen.

Overig niet-kaderrelevant

Dit betreft enkele niet-kaderrelevante mutaties die per saldo op nul sluiten.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Meevaller niet-belastingontvangsten

Een meevaller op de niet-belastingontvangsten van artikel 1 (Belastingen) bij zowel doorbelasten kosten vervolging (17 miljoen euro) als boetes en schikkingen (26 miljoen euro). De realisaties liggen hoger dan voorgaande jaren door economische ontwikkelingen.

Meevaller apparaatsontvangsten Belastingdienst

De apparaatsontvangsten zijn 34 miljoen euro hoger uitgevallen dan begroot. Het verschil wordt met name veroorzaakt door een incidentele ontvangst van ca. 22 miljoen euro ter afsluiting van een zaak van de Rijksadvocaat. Het betreft een unieke en eenmalige civielrechtelijke zaak waarbij de Belastingdienst in het gelijk is gesteld ten aanzien van het innen van belastingmiddelen over de grens. Daarnaast zijn er 9 miljoen euro meer ontvangsten vanuit het UWV gerelateerd aan de Ziektewet en transitievergoedingen.

Schaderestituties ekv

De gerealiseerde schaderestituties ekv zijn 6 miljoen euro hoger dan begroot. Dit komt doordat de ekv een vraaggestuurd instrument is. Op basis van daadwerkelijk opgelopen (niet-definitieve) schades en de inzet op het verhalen van de schade bij tegenpartijen kan de uiteindelijke stand van de recuperaties afwijken van de ramingen.

Overige meevallers

Dit betreft enkele beperkte meevallers waaronder een ontvangst uit de KLM Surviving Clause Framework Agreement (5 miljoen euro).

Tegenvallers

Dit betreft een beperkte coronagerelateerde tegenvaller binnen de exportkredietverzekeringen (premies herverzekering leverancierskredieten).

Generaal dossier

Dividenden staatsdeelnemingen

De dividendraming wordt met 44 miljoen euro naar beneden bijgesteld. Het verschil tussen de raming en realisatie komt met name door de teruggave van de dividendbelasting niet meer in 2024 is ontvangen.

Technisch

Afdrachten Staatsloterij

De post afdrachten Staatsloterij is met 16 miljoen euro bijgesteld, omdat de afdrachten uit de Staatsloterij hoger waren dan begroot. Om te voldoen aan de Wet op de kansspelen wordt in de begroting en verantwoording een technische post voor afdrachten Staatsloterij opgenomen bij zowel de uitgaven, betalingsverplichtingen als de ontvangsten ter hoogte van de afdrachten van de Staatsloterij.

Premies ekv

De premie-ontvangsten van de ekv zijn 15 miljoen euro lager dan begroot. De ekv is een vraag gestuurd instrument, waardoor realisaties kunnen afwijken van de ramingen.

Overig technisch

Dit betreft een totaal van meerdere beperkte desalderingen en daarnaast enkele technische mutaties die per saldo op nul sluiten.

Niet-kaderrelevant

Verkoop aandelen ABN AMRO

De Staat bouwt, via NL Financial Investments (NLFI), haar belang in ABN AMRO af. De ontvangsten zijn 251 miljoen euro hoger uitgevallen als gevolg van de lopende verkoop van aandelen ABN AMRO door de Staat en de inkoop van aandelen door ABN AMRO. Deze mutatie is in de Veegbrief gemeld2.

Meevaller belasting- en invorderingsrente

De ontvangsten aan belasting- en invorderingsrente bij de Belastingdienst en de Douane zijn 170 miljoen euro hoger uitgevallen dan eerder geraamd. De hogere ontvangsten aan belastingrente deden zich met name voor bij de vennootschapsbelasting (78 miljoen euro). De hogere ontvangsten aan invorderingsrente komen vooral door de hogere ontvangsten over coronaschulden (41 miljoen euro).

Schaderestituties ekv

De gerealiseerde schaderestituties ekv zijn 16 miljoen euro hoger dan begroot. Dit komt doordat de ekv een vraaggestuurd instrument is. Op basis van daadwerkelijk opgelopen (niet-definitieve) schades en de inzet op het verhalen van de schade bij tegenpartijen kan de uiteindelijke stand van de recuperaties afwijken van de ramingen.

Dividenden financiële staatsdeelnemingen

De dividendraming wordt met 12 miljoen euro naar beneden bijgesteld op basis van de gerealiseerde dividenduitkeringen.

Renteontvangsten lening TenneT

De renteontvangsten vallen 110 miljoen euro lager uit dan begroot. Dit komt doordat TenneT conform afspraak een deel van de rente over 2024 in 2025 betaalt. In de raming was geen rekening gehouden met het deel van de realisatie van de ontvangsten over 2024 die in 2025 zouden vallen.

Overig niet-kaderrelevant

Meerdere niet-kaderrelevante ontvangsten waaronder hogere renteontvangsten op de lening aan Griekenland (5 miljoen euro).

Nationale Schuld

IXA Nationale schuld: Uitgaven

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

45.486

Mutaties t/m Najaarsnota

4.050

  

Stand Najaarsnota

49.536

  

Technisch

0

Technisch

0

  

Niet-kaderrelevant

756

Aflossing vaste schuld

730

Rente vlottende schuld

147

Rentelasten kasbeheer

129

Rente vaste schuld

14

Voortijdige beëindiging derivaten

8

Rente derivaten

‒ 31

Verstrekte leningen

‒ 241

Overig niet-kaderrelevant

0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

50.292

IXA Nationale schuld: Ontvangsten

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

66.693

Mutaties t/m Najaarsnota

3.422

  

Stand Najaarsnota

70.115

  

Technisch

0

Technisch

0

  

Niet-kaderrelevant

827

Mutatie in rekening courant en deposito

5.282

Ontvangsten bij voortijdige beëindiging

296

Rente vlottende schuld

195

Rentebaten kasbeheer

10

Voortijdige beëindiging derivaten

8

Uitgifte vaste schuld

‒ 661

Mutatie vlottende schuld

‒ 4.308

Overig niet-kaderrelevant

5

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

70.942

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Technisch

Deze post bestaat uit diverse technische mutaties die onder de ondergrens vallen.

Niet-kaderrelevant

Aflossing vaste schuld

Eind 2024 hebben drie vervroegde aflossingen van staatsobligaties plaatsgevonden. Hierdoor vielen de aflossingen van de vaste schuld per saldo 730 miljoen euro hoger uit dan begroot bij de tweede suppletoire begroting.

Rente vlottende schuld

De rentelasten op de vlottende schuld zijn 147 miljoen euro hoger uitgevallen doordat er in de laatste maanden van het jaar een groter beroep is gedaan op de geldmarkt. Daarnaast hebben transacties op de geldmarkt ten behoeve van kortetermijnfinanciering geleid tot extra rentelasten.

Rentelasten kasbeheer

De rentelasten op het kasbeheer zijn 129 miljoen euro hoger uitgevallen, met name doordat er meer middelen door de deelnemers van schatkistbankieren werden aangehouden op de rekeningen-courant en in deposito’s dan waarmee rekening werd gehouden in de tweede suppletoire begroting.

Rente vaste schuld

De rentelasten op de vaste schuld zijn 14 miljoen euro hoger uitgevallen, met name als gevolg van het wisselkoersresultaat van de vaste schuld in Amerikaanse dollars.

Voortijdige beëindiging derivaten

Het Agentschap heeft in 2024 rentederivaten voortijdig beëindigd. Bij de voortijdige beëindiging van renteswaps wordt de netto contante waarde van de toekomstige rentestromen in één keer betaald of ontvangen in het jaar waarin de voortijdige beëindigingen van derivaten plaatsvinden. Dit heeft geleid tot 8 miljoen euro aan uitgaven.

Rente derivaten

De rentelasten op derivaten zijn 31 miljoen euro lager uitgevallen als gevolg van de lager dan verwachte rentepercentages die op de variabele delen van de rentederivaten zijn gerealiseerd.

Verstrekte leningen

Het bedrag aan verstrekte leningen is in totaal 241 miljoen euro lager dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit komt doordat het aantal leningen verstrekt aan agentschappen en Rechtspersonen met een wettelijke taak (RWT's) lager is uitgevallen dan begroot.

Overig niet-kaderrelevant

Deze post bestaat uit diverse niet-kaderrelevante mutaties die onder de ondergrens vallen.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Technisch

Deze post bestaat uit diverse technische mutaties die onder de ondergrens vallen.

Niet-kaderrelevant

Mutatie in rekening courant en deposito

Door de sociale fondsen, RWT’s, agentschappen en decentrale overheden is meer geld op de rekeningen-courant en in deposito’s aangehouden dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Het saldo van de deelnemers is circa 5,3 miljard euro meer toegenomen dan begroot.

Ontvangsten bij voortijdige beëindiging

In 2024 is voor in totaal 5,8 miljard euro aan staatsobligaties voortijdig afgelost. Door de stijging van de marktrente in de afgelopen jaren, is de prijs waartegen obligaties zijn ingekocht lager dan de nominale waarde. Het verschil heeft geresulteerd in een ontvangst van 296 miljoen euro.

Rente vlottende schuld

De rentebaten op vlottende schuld zijn 195 miljoen euro hoger uitgevallen, met name doordat meer middelen in de geldmarkt zijn uitgezet dan waarmee rekening werd gehouden in de begroting.

Rentebaten kasbeheer

De rentebaten op het kasbeheer zijn 10 miljoen euro hoger uitgevallen, met name doordat een correctiebetaling heeft plaatsgevonden door ING Bank. Het ministerie van Financiën krijgt rente vergoed op de betaalrekeningen die bij ING Bank worden aangehouden voor het betalingsverkeer van het Rijk. Door een technische fout bij ING Bank is er in de afgelopen jaren te weinig rente ontvangen. Dit is met een eenmalige correctie van circa 7 miljoen euro in 2024 ontvangen.

Voortijdige beëindiging derivaten

Het Agentschap heeft in 2024 rentederivaten voortijdig beëindigd. Bij de voortijdige beëindiging van renteswaps wordt de netto contante waarde van de toekomstige rentestromen in één keer betaald of ontvangen in het jaar waarin de voortijdige beëindigingen van derivaten plaatsvinden. Dit heeft geleid tot ruim 8 miljoen euro aan ontvangsten.

Uitgifte vaste schuld

Het kastekort is ultimo 2024 lager uitgevallen dan bij de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Hierdoor was 661 miljoen euro minder schulduitgifte op de kapitaalmarkt nodig dan voorzien.

Mutatie vlottende schuld

De eindstand van de uitstaande schuld op de geldmarkt is het gevolg van meerdere ontwikkelingen gedurende het jaar, waarvan de ontwikkeling van het kassaldo, de keuze voor de omvang van de financiering op de kapitaalmarkt, het onderpand in contanten dat is ontvangen voor de derivaten en de vervroegde aflossingen de belangrijkste zijn. In 2024 is aan het eind van het jaar de financieringsbehoefte naar beneden bijgesteld, met name als gevolg van een lager kastekort, waardoor uiteindelijk een kleiner een beroep is gedaan op de geldmarkt.

Overig niet-kaderrelevant

Deze post bestaat uit diverse niet-kaderrelevante mutaties die onder de ondergrens vallen.

Defensie (inclusief Defensiematerieelbegrotingsfonds)

Defensie

X Defensie: Uitgaven

X Defensie: Uitgaven

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

21.298

Mutaties t/m Najaarsnota

‒ 8.920

  

Stand Najaarsnota

12.378

  

Meevallers

‒ 182

Meevallers

‒ 182

  

Tegenvallers

50

Tegenvallers

50

  

Intensiveringen

173

Betaling pensioengelden 2024

153

Veegbriefmutaties

20

  

Technisch

0

Technisch

0

  

Niet-kaderrelevant

47

Oekraïne

47

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

12.467

X Defensie: Ontvangsten

X Defensie: Ontvangsten

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

229

Mutaties t/m Najaarsnota

239

  

Stand Najaarsnota

467

  

Meevallers

16

Meevallers

16

  

Tegenvallers

‒ 4

Tegenvallers

‒ 4

  

Niet-kaderrelevant

‒ 165

Oekraïne

‒ 165

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

315

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Dit betreft de onderuitputting die zich na de Najaarsnota heeft voorgedaan. Dit is met name te vinden op apparaatsuitgaven (105 miljoen euro) doordat de personele vulling achterblijft ten opzicht van het formatiebudget. Verder zijn uitgaven aan schadevergoedingen (Nationaal fonds ereschuld en Chroom 6) voor 26 miljoen euro, de contributiebijdrage aan NAVO (exploitatie NAVO hoofdkwartieren en instandhouding AWACs) voor 13 miljoen euro, en uitgaven voor artikel 1 inzet bij missies en operaties voor 23 miljoen euro lager uitgevallen doordat er minder gebruik van is gemaakt dan bij Najaarsnota geraamd.

Tegenvallers

Dit betreft overrealisatie die zich na de Najaarsnota heeft voorgedaan. Dit is met name te vinden op de budgetten van gereedstelling omdat meer (vlieg)oefeningen hebben plaatsgevonden (26 miljoen euro) en de bijdrage aan TNO (13 miljoen euro) hoger is uitgevallen omdat er programmafinanciering is verleend dan bij Najaarsnota geraamd. Verder is de overige personele exploitatie bij Commit 8,3 miljoen euro hoger vanwere arbeidsvoorwaardelijke uitgaven voor duurzaamheid en extra uitgaven voor dienstreizen wegens hogere prijzen.

Betaling pensioengelden 2024

De betaling van pensioengelden over 2024 vindt plaats in december in plaats van januari (153 miljoen euro).

Veegbriefmutaties

Dit betreft de mutaties die in de Veegbrieven zijn opgenomen en die tot een overschrijding op het betreffende artikel hebben geleid ten opzichte van de stand bij Najaarsnota. Op artikel 4 Koninklijke luchtmacht heeft het o.a. betrekking op hogere personele uitgaven door een hogere eindejaarsuitkering (15 miljoen euro).

Technisch

Dit betreft herschikkingen waarmee budget wordt gealloceerd en gelabeld naar waar de realisatie zich heeft voorgedaan. Dit is budgettair neutraal op artikelniveau.

Oekraïne

Dit betreft de realisatie van Oekraïnemiddelen. De steun is 47 miljoen euro hoger uitgevallen dan bij Najaarsnota geraamd omdat enkele leveringen alsnog hebben kunnen plaatsvinden in 2024, met name munitie. De kasschuif zoals doorgevoerd bij Najaarsnota wordt daarmee deels teruggedraaid tot een bedrag van 703 miljoen euro.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Dit betreft hogere ontvangsten dan bij Najaarsnota geraamd, met name hogere terugontvangsten uit FMS casussen (aanbestedingsproces materieel in VS).

Tegenvallers

Dit betreft lagere ontvangsten dan bij Najaarsnota geraamd, met name lagere vergoedingen afkomstig uit gebruik van Nederlands materieel of diensten door bondgenoten bij internationale samenwerkingen.

Oekraïne

Dit betreft de realisatie van cofinanciering op Oekraïnesteun. De leveringen aan Oekraïne die in gezamenlijkheid met andere bondgenoten worden opgesteld, zijn vertraagd naar 2025 (48 miljoen euro) of komen te vervallen (117 miljoen euro). Dit laatste betrof een munitielevering die niet doorgaat.

Defensiematerieelbegrotingsfonds

Defensiematerieelbegrotingsfonds: Uitgaven

K Defensiematerieelbegrotingsfonds: Uitgaven

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

10.724

Mutaties t/m Najaarsnota

‒ 2.405

  

Stand Najaarsnota

8.319

  

Meevallers

‒ 687

Meevallers

‒ 687

  

Tegenvallers

45

Tegenvallers

45

  

Intensiveringen

113

Intensiveringen

113

  

Kadercorrecties

‒ 10

Valutakoersontwikkeling

‒ 10

  

Technisch

0

Technisch

0

  

Niet-kaderrelevant

‒ 174

Oekraïne

‒ 174

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

7.606

Defensiematerieelbegrotingsfonds: Ontvangsten

K Defensiematerieelbegrotingsfonds: Ontvangsten

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

10.724

Mutaties t/m Najaarsnota

‒ 9.853

  

Stand Najaarsnota

870

  

Meevallers

3

Meevallers

3

  

Tegenvallers

‒ 30

Tegenvallers

‒ 30

  

Technisch

‒ 696

Administratieve aanpassing boekingswijze begrotingsfondsen

‒ 696

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

148

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Dit betreft de onderuitputting die zich na de Najaarsnota heeft voorgedaan. Dit is met name te vinden op verwerving van nieuw en vervangend defensiematerieel (ca. 500 miljoen euro) en instandhouding (ca. 130 miljoen euro) doordat de defensiemarkt zeer krap is en lange levertijden kent. Verder zijn uitgaven aan Kennis en innvotie ca. 50 miljoen euro lager uitgevallen doordat defensie grote knelpunten ervaart in de inkoopketen bij het Defensie Ondersteuningscommando.

Tegenvallers

Dit betreft overrealisatie die zich na de Najaarsnota heeft voorgedaan, met name om de staat van het vastgoed (23 miljoen euro) in stand te houden of te verbeteren.

Intensiveringen

Dit betreft de mutaties die in de Veegbrieven zijn opgenomen en die tot een overschrijding op het betreffende artikel hebben geleid ten opzichte van de stand bij Najaarsnota. Op artikel 4 Lucht materieel is 113 miljoen euro meer uitgegeven door de versnelde bestelling van de Medium Utility Helikopters (MUH).

Valutakoersontwikkeling

Ontwikkelingen in de wisselkoersen van US Dollars en Zweedse Kronen leiden tot een teruggave van de compensatie die Defensie heeft ontvangen voor valutaschommelingen. Jaarlijks worden op basis van het Centraal Economisch Plan van het Centraal Planbureau de verwachte effecten van de wisselkoersmutaties verwerkt op het Defensiematerieelbegrotingsfonds. Bij Slotwet worden de gerealiseerde standen verwerkt. Defensie is met name gevoelig voor schommelingen in wisselkoersen bij aanschaf en in mindere mate bij instandhouding van materieel.

Technisch

Dit betreft herschikkingen waarmee budget wordt gealloceerd en gelabeld naar waar de realisatie zich heeft voorgedaan. Dit is budgettair neutraal op artikelniveau.

Oekraïne

Dit betreft de realisatie van Oekraïnemiddelen die aan Defensie zijn toegekend ter vervanging van uit eigen voorraad geleverd materieel. De steun is 174 miljoen euro lager uitgevallen in 2024 dan bij Najaarsnota geraamd omdat de start van de vervanging van enkele leveringen is verschoven naar 2025.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Dit betreft hogere ontvangsten dan bij Najaarsnota geraamd, met name hogere vergoedingen afkomstig uit gebruik van Nederlands materieel of diensten door bondgenoten bij internationale samenwerkingen.

Tegenvallers

Dit betreft lagere ontvangsten dan bij Najaarsnota geraamd, met name als gevolg van minder verkopen van materieel en geen ontvangsten uit royalties (circa 20 miljoen euro). Daarnaast zijn er ook minder auto’s ingeruild omdat de aankopen van nieuwe personenvoertuigen is vertraagd (circa 10 miljoen euro).

Administratieve aanpassing boekingswijze begrotingsfondsen

Dit betreft een administratieve aanpassing om de uitkering van de eindejaarsmarge 2023 niet langer via zowel de uitgaven als de ontvangsten op te boeken. De administratieve boekingswijze op begrotingsfondsen is per Miljoenennota 2025 aangepast. Omwille van administratieve eenvoud en transparantie vinden mutaties op het Defensiematerieelbegrotingsfonds voortaan niet meer plaats via de ontvangstenkant.

Infrastructuur en Waterstaat (inclusief Mobiliteitsfonds en Deltafonds)

Infrastructuur en Waterstaat

XII Infrastructuur en Waterstaat: Uitgaven

XII Infrastructuur en Waterstaat: Uitgaven

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

14.652

Mutaties t/m Najaarsnota

‒ 702

  

Stand Najaarsnota

13.951

  

Meevallers

‒ 113

Meevaller BVOV

‒ 3

Meevaller innovatie subsidie duurzame binnenvaart

‒ 3

Meevaller Stint

‒ 4

Meevaller bedrijvenregeling

‒ 5

Meevaller subsidie elektrisch vervoer

‒ 8

Meevaller NGF DMI

‒ 9

Meevaller subsidie laad en aanzet

‒ 17

Overige meevallers

‒ 64

  

Tegenvallers

92

Tegenvaller bijdrage medeoverheden

14

Tegenvaller verduurzaming logistiek

6

Overige tegenvallers

71

  

Intensiveringen

15

Intensiveringen

15

  

Ombuigingen

‒ 8

Ombuigingen

‒ 8

  

Overboekingen met andere begrotingen

‒ 1

Overboekingen met andere begrotingen

‒ 1

  

Technisch

‒ 16

Mutaties met Mobiliteitsfonds

3

XII Infrastructuur en Waterstaat: Ontvangsten

XII Infrastructuur en Waterstaat: Ontvangsten

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

87

Mutaties t/m Najaarsnota

‒ 6

  

Stand Najaarsnota

80

  

Meevallers

14

Meevallers

14

  

Tegenvallers

‒ 27

Tegenvallers

‒ 27

  

Technisch

0

Technisch

0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

67

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

MeevallersMeevaller Beschikbaarheidsvergoeding OVDe uiteindelijke realisatie op de Beschikbaarheidsvergoeding OV blijkt in 2024 iets lager dan was voorzien. Het overschot wordt conform afspraken teruggegeven aan het generale beeld.

Meevaller innovatie voorziening duurzame binnenvaartEen deel van de betaling van deze subsidieregeling is vertraagd. Deze betaling zal in 2025 alsnog plaatsvinden.

Meevaller StintDit betreft een meevaller op het budget voor de schadevergoeding van de Stint. Het uitgekeerde bedrag aan schadevergoedingen is lager uitgevallen dan initieel is begroot. De schadevergoedingen worden toegekend in rechtszaken. Een deel van deze rechtszaken loopt door tot in 2025, hierdoor worden desze schadevergoedingen niet meer in 2024 toegekend.

Meevaller bedrijvenregelling De initiële inschatting die intern is gemaakt voor de hoogte van de vaststellingen van de bevoegde gezagen was aanzienlijk hoger dan later het geval bleek te zijn.

Meevaller subsidie elektrisch vervoerNiet alle middelen die beschikbaar zijn gesteld voor subsidieregelingen voor elektrisch vervoer zijn aangevraagd.

Meevaller NGF Dutch Metropolitan InnovationsBij de opdrachten voor Dutch Metropolitan Innovations is vertaging ontstaan bij de ontwikkeling van de innovatievoorstellen, waardoor de implementatie ook later plaats zal vinden.

Meevaller laad en aanzetDe subsidieregeling Laad- en AanZET wordt zowel gefinancierd door het budget voor duurzame mobiliteit (DuMo) als door Vrachtwagenheffing. Het DuMo-budget is eerst belast, waardoor er minder is uitgegeven bij Vrachtwagenheffing. In de komende jaren wordt het budget van Vrachtwagenheffing ingezet voor de regeling. Er is minder uitgegeven aan deze regeling, doordat er minder inschrijvingen op deze regeling zijn geweest dan was verwacht. Het DuMo-budget is eerst belast, waardoor er minder is uitgegeven bij Vrachtwagenheffing. In de komende jaren wordt het budget van Vrachtwagenheffing ingezet voor de regeling.

Overige meevallers Dit zijn kleinere meevallers. Het gaat onder andere om enkele projecten uit het NGF en Klimaatfonds die vertraging oplopen (onder andere zero-emissie binnenvaart en laadinfra). Ook zijn er meevallers op apparaatskosten.

Tegenvallers Tegenvaller bijdrage medeoverhedenDit betreft het saldo op de bijdragen aan medeoverheden op artikel 14.3. De tegenvaller van 14,5 mln. euro is ontstaan doordat de bevoorschotting is verhoogd an 25% naar 75% om tot volledige uitputting van het begrotingsartikel te komen.

Tegenvaller verduurzaming logistiekDit betreft het saldo op de opdrachten van artikel 14.03. Er zijn diverse mee- en tegenvallers die worden veroorzaakt door vertraging bij het aangaan van opdrachten en opdrachten die eerder voltooid en betaald zijn.

Overige tegenvallersDit zijn kleinere tegenvallers. Het gaat hier onder andere om tegenvallende kosten voor de renovatie van het KNMI, kosten o.g.v. Bodemsanering in 2024 waarvan was gepland dat deze in 2025 zouden worden betaald, en extra werkzaamheden voor het Exploitatie Maatschappij Krimpen (EMK) terrein in Krimpen aan den Ijssel.

Ombuigingen

De mutaties vallend onder dit kopje bestaan uit interne herschikkingen om budget op andere artikelen aan te vullen.

Intensiveringen

De budgetten die zijn omgebogen op andere artikelen zijn gebruikt om tekorten op bepaalde posten op te vullen. Er is bijvoorbeeld extra budget gegaan naar TVOV omdat een betaling aan vervoersregio Amsterdam hoger uitvalt, naar materieel i.v.m. benodigde verplichte ICT licenties, en naar personele uitgaven omdat er extra budget benodigd was om de salarisboeking voor december te kunnen vervullen.

Overboekingen met andere begrotingen Dit betreft met name overboekingen naar het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds. Het gaat onder andere om een overheveling voor vrachtwagenheffing en topsector logistiek.

Technisch Mutaties met Mobiliteitsfonds Deze mutaties worden toegelicht op het Mobiliteitsfonds.

Terugboeking overschotten vrachtwagenheffing (VWH)In de huidige systematiek vindt de verantwoording van bepaalde uitgaven voor de uitvoering van het programma Vrachtwagenheffing plaats op de begroting Hoofdstuk XII Infrastructuur en Waterstaat (HXII). De budgetten hiervoor zijn vrijgemaakt op het Mobiliteitsfonds en worden overgeheveld naar HXII, zodat aldaar de uitgaven kunnen worden verantwoord. Op de naar de begroting van Hoofdstuk XII overgehevelde budgetten doen zich in 2024 mogelijk lagere uitgaven voor dan van tevoren gepland, door eventuele niet uitgevoerde werkzaamheden of vertragingen. Voor de hiervoor genoemde posten geldt dat de dit jaar niet-bestede middelen van 18,2 mln. euro worden teruggeboekt naar het Mobiliteitsfonds.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Mee- en tegenvallers Dit betreft kleinere tegenvallers. Het gaat onder andere om ontvangsten voor de Provincie Zuid-Holland en de gemeente Krimpen aan de IJssel die niet meer zijn ontvangen (circa 3,5 miljoen euro) als gevolg van vertraging van het project Exploitatie Maatschappij Krimpen (EMK). Ook zijn er minder ontvangsten binnengekomen op het artikel openbaar vervoer en spoor en het artikel wegen en verkeersveiligheid. 

Technisch Generale meevaller BVOV (beschikbaarheidsvergoeding openbaar vervoer) Middelen voor de BVOV die niet zijn gebruikt vallen vrij ten gunste van het generale beeld.

Mobiliteitsfonds

Mobiliteitsfonds: Uitgaven

A Mobiliteitsfonds: Uitgaven

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

10.246

Mutaties t/m Najaarsnota

‒ 359

  

Stand Najaarsnota

9.887

  

Meevallers

‒ 282

Voordelig saldo spoorwegen planuitwerking en verkenning

‒ 23

Voordelig saldo hoofdwegennet vernieuwing

‒ 31

Voordelig saldo woningbouw middelen

‒ 24

Voordelig saldo hoofdvaarwegennet aanleg

‒ 26

Voordelig saldo hoofdwegennet verkenning en planuitwerking

‒ 23

Voordelig saldo hoofdwegennet aanleg

‒ 31

Overige meevallers

‒ 124

  

Tegenvallers

42

Nadelig saldo hoofdwegennet aanleg

11

Overige tegenvallers

30

  

Technisch

63

Technisch

63

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

9.709

Mobiliteitsfonds: Ontvangsten

A Mobiliteitsfonds: Ontvangsten

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

10.246

Mutaties t/m Najaarsnota

‒ 359

  

Stand Najaarsnota

9.887

  

Meevallers

5

Meevallers

5

  

Tegenvallers

‒ 13

Tegenvallers

‒ 13

  
  

Desalderingen

‒ 16

Mutaties met Infrastructuur en Waterstaat

‒ 16

  

Technisch

79

Mutaties met infrastructuur en Waterstaat

18

Technisch

61

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

9.948

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

MeevallersVoordelig saldo spoorwegen planuitwerking en verkenning Het voordelig saldo op de planuitwerking en verkenningen op Spoorwegen wordt met name veroorzaakt door het project Grensoverschrijdend Spoor. De SPUK voor Emmen-Rheine van circa €14 miljoen wordt niet meer in 2024 uitbetaald aan de provincie Drenthe en wordt naar verwachting in 2025 beschikt.

Voordelig saldo woningbouw middelen Het voordelig saldo heeft te maken met het niet volledig beschikken van de SPUKs Korte Termijn Woningbouwmiddelen (€ 7,3 miljoen) en Mobiliteitspakketten (€ 16,8 miljoen). De middelen worden beschikt in 2025.

Voordelig saldo hoofdvaarwegennet aanlegOp het hoofdproduct Hoofdvaarwegennet Realisatie is er een overschot van 21,3 mln. euro. De grootste afwijkingen betreffen de projecten: Lemmer Delfzijl (8,2 mln. euro).

Voordelig saldo Hoofdwegennet verkenning en planuitwerking Dit betreft een voordelig saldo op de planuitwerking en verkenningen van het hoofdwegennet van € 22 miljoen. Het wordt voornamelijk veroorzaakt door het programma Publiek Vervoer en Voorbereiding Vrachtwagenheffingskosten. Bij Publiek vervoer komt dit doordat eind 2024 het initiële contract is aangegaan voor de pilot publiek vervoer Zeeland. De kosten vielen aanzienlijk lager uit. Het gevolg was dat in 2024 geen kosten werden gemaakt en de kasbudgetten doorschuiven naar 2025. In de loop van 2025 en verder zullen nieuwe contracten worden afgesloten. Bij de kosten voor de voorbereiding vrachtwagenheffing waren er initieel meer kosten geraamd dan uiteindelijk nodig was in 2024. De overige middelen schuiven door naar 2025.

Voordelig saldo Hoofdwegennet VernieuwingHet voordelig saldo van € 25 mln. Euro op Vernieuwing is het gevolg van vertragingen op diverse Vervangings- en Renovatieprojecten. Zo is het kasbudget bij de planning van het project N99-Kooijbrug doorgeschoven naar achter omdat de herberekeningen en het controleren van de raming langer duurde dan gepland (16 mln. euro). Ook bij de Blankenburgverbinding en de renovatie van de N3 Papendrechtse brug is minder gerealiseerd dan begroot. Dit wordt veroorzaakt doordat bij de projecten Barneveld-Nijkerk, Waterberg-Apeldoorn en Muiderberg en Watergraafsmeer meer voorbereidingstijd nodig was omdat de aannemer gebruik maakt van een blokplanning en er maar één uitvoeringsteam beschikbaar was. Daarnaast is een deel van de Reservering Vernieuwing ook doorgeschoven naar 2025 omdat die niet meer benodigd werd geacht in 2024. Hoofdzakelijk komt dit doordat het project Brienenoordbrug stil ligt. Daarnaast is de realisatie van de N99 Balgzandbrug en de reservering m.b.t. jaarlijkse incidenten van de N3 renovatie Papendrechtsebrug doorgeschoven naar 2025 en verder.

Voordelig saldo Hoofdwegennet aanlegHet voordelig saldo van € 31 miljoen wordt met name verklaard door het aanlegprojecten: Schiphol/Amsterdam/Almere (SAA) en Geluidsaneringsprogramma-weg. De reservering voor SAA wordt doorgeschoven naar 2025. Dit jaar was dit bedrag gereserveerd voor de Vaststellingsovereenkomsten excessieve prijsstijgingen van het project A9 Badhoevedorp (A9 BaHo), echter is met de aannemer afgesproken dat het project dit in 2026 of 2027 zal betalen. Bij Geluidsaneringsprogramma- weg is er minder verplicht doordat bij de gevelisolatieprojecten veel minder objecten in uitvoering komen dan was geraamd en de regio's kampen met vertragingen door onvoldoende capaciteit bij de aannemer. Doordat er minder verplichtingen zijn aangegaan hebben er ook lagere kasuitgaven plaatsgevonden.

Overige meevallers Dit betreft veel verschillende kleinere meevallers. Het gaat onder andere om het voordelig saldo van € 11,6 miljoen op vernieuwing van hoofdvaarwegennet. Dit is het gevolg van diverse Vervangings- en Renovatieprojecten. Zo zijn de geplande werkzaamheden door de aannemer ten behoeve van de Spijkenisserbrug (4,5 mln. euro) en de daarmee gepaarde betalingen doorgeschoven naar 2025. Ook bij de Krammerssluizen is 1 termijnstaat verplaatst naar 2025, waardoor de budgetbehoefte ook in 2025 nodig is. En daarnaast het voordelig saldo op Zuidasdok van € 11,4 miljoen. Dit is voornamelijk het resultaat van de OV Terminal 1. Een belangrijke buitendienststelling waarin werkzaamheden aan perrons zouden worden uitgevoerd is in Q3 2024 alsnog over de jaargrens heen geschoven van november 2024 naar januari 2025. Dit heeft tot vertraging in de ruwbouw geleid waardoor niet zeker was of de oorspronkelijke datum gehaald kon worden. De verplaatsing heeft geen gevolgen voor de rest van de planning.

TegenvallersNadelig saldo hoofdwegennet aanleg Het betreft extra kasbehoefte voor het project Zuidelijke Ringweg Groningen (ZRG) voor het betalen van de vaststellingsovereenkomst die oorspronkelijk gepland stonden in 2025, maar waarvan de betaling naar 2024 wordt gehaald. Het zijn afrekeningen met de aannemer die in 2024 worden gedaan van circa € 11 miljoen. In juni 2025 wordt aansluitend een afkoop gedaan van het geschil.

TechnischDit betreffen desalderingen voor bijvoorbeeld: een terugbetaling van de te hoge bevoorschotting aan ProRail (ca. 58 mln. euro) van het 2e halfjaar 2023. In lijn met CW2001 wordt dit in 2024 als ontvangst verantwoord. Om het uitgavenbudget in stand te houden worden tegelijktertijd de uitgaven opgehoogd (ca. 58 mln. euro). Hiernaast zijn er nog een aantal andere eindafrekeningen voor bijvoorbeeld het RDW en het CJIB.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

MeevallersDoordat er op het VBS-tarief extra ontvangsten zijn geweest, is op het Hoofdvaarwegennet € 2,3 mln. euro meer ontvangen dan voorzien. Daarnaast zijn er extra ontvangsten vanuit de EU binnengekomen voor ERTMS (€ 7 mln.). Hiernaast zijn er nog een aantal kleine meevallers op de ontvangsten.

Tegenvallers

De 13 mln. aan tegenvallende ontvangsten wordt onder andere veroorzaakt door €11,6 mln. lagere ontvangsten voor IenW voor de HSL heffing, vanwege een lopend gesprek met NS over de hoogte van de heffing per jaar. Hiernaast waren er een aantal kleinere tegenvallers. Een voorbeeld is €1 mln. lagere tol ontvangsten doordat de Blankenburgverbinding later open is gegaan dan verwacht,

Desalderingen Mutaties met Infrastructuur en WaterstaatDeze mutaties zijn technisch nodig om het fonds in evenwicht te houden. De inhoudelijke mutaties zijn toegelicht bij de uitgaven (zie overboekingen met andere begrotingen).

Technisch Dit betreffen desalderingen voor bijvoorbeeld: een terugbetaling van de te hoge bevoorschotting aan ProRail (ca. 58 mln. euro) van het 2e halfjaar 2023. In lijn met CW2001 wordt dit in 2024 als ontvangst verantwoord. Om het uitgavenbudget in stand te houden worden tegelijktertijd de uitgaven opgehoogd (ca. 58 mln. euro). Hiernaast zijn er nog een aantal andere eindafrekeningen voor bijvoorbeeld het RDW en het CJIB.

Mutaties met Infrastructuur en WaterstaatDit betreft de terugboeking van de middelen voor Vrachtwagenheffing van de begroting van Infrastructuur en Waterstaat naar het Mobiliteitsfonds. Dit is conform afspraak met Financiën.

Deltafonds

Deltafonds: Uitgaven

J Deltafonds: Uitgaven

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

1.819

Mutaties t/m Najaarsnota

‒ 171

  

Stand Najaarsnota

1.648

  

Meevallers

‒ 73

Voordelig saldo investeren in waterveiligheid

‒ 32

Voordelig saldo investeren in waterkwaliteit

‒ 32

Overige meevallers

‒ 9

  

Tegenvallers

48

Nadelig saldo overprogrammering

32

Overige tegenvallers

16

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

1.623

Deltafonds: Ontvangsten

J Deltafonds: Ontvangsten

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

1.819

Mutaties t/m Najaarsnota

‒ 171

  

Stand Najaarsnota

1.648

  

Meevallers

2

Meevallers

2

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

1.651

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Mee- en tegenvallersVoordelig saldo Investeren in waterveiligheidDit betreft vertraagde uitgaven van circa 32 miljoen euro op artikel investeren in waterveiligheid. Het wordt grotendeels veroorzaakt door het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) en HWBP 2 waarvoor betreffende declaraties nog niet zijn ontvangen (ca. 19 mln. Euro). Daarnaast is de realisatie voor studiekosten achtergebleven bij de raming (ca. 6 mln. euro).

Voordelig saldo Investeren in waterkwaliteit

Voor de Kaderrichtlijn water (KRW) zijn minder middelen nodig dan begroot (ca. 12 mln. euro) door vertragingen in het vergunningenprocedures bij de partnerprojecten, benodigde hernieuwde berekeningen rondom stikstof, en de uitspraak van het Europees Hof dat er geen tijdelijke achteruitgang van waterkwaliteit mag zijn in de aanlegfase. Hiernaast zorgt de nieuwe Omgevingswet voor vertraging in de planfase. Bij de Programma Aanpak Grote Wateren heeft budget niet tot volledige realisatie geleid (ca. 12 mln. euro) vanwege onder andere het aanhouden of cancelen projecten waaronder Duurzame Visserij. Zandbaan en Noord Hollandse Markermeerkust. Tevens zijn op basis van opdrachtbrieven de geplande kasritmes bijgesteld. Daarnaast is de realisatie voor studiekosten achtergebleven bij de raming (ca. 6 mln. euro).

Nadelig saldo overprogrammeringOp het Deltafonds is er sprake van overprogrammering. Dit houdt in dat er meer programma wordt gepland, dan dat er kasbudget is. In dit geval is de programmering lager dan de overprogrammering waardoor er een voordelig saldo ontstaat. Dit is in totaal 32 mln. Euro. Dit is het overschot op het Deltafonds van programmering dat niet in 2024 heeft plaats kunnen vinden.

Overige mee- en tegenvallers Dit betreffen mee- en tegenvallers met beperkte omvang op de overige artikelen van het Deltafonds.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Mee- en tegenvallersDit wordt bijna volledig veroorzaakt door hogere ontvangsten op het artikel Investeren in Waterveiligheid van circa 2 miljoen. Deze hogere ontvangst is grotendeels het gevolg van meer ontvangsten in het kader van het Bestuursakkoord Water en een hogere ontvangst bij de Maaswerken als gevolg van vergoeding voor gemaakte kosten in begeleiden van onder andere vastgoed.

Economische Zaken en Klimaat (inclusief Nationaal Groeifonds)

Economische Zaken en Klimaat

Economische Zaken en Klimaat: Uitgaven

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

12.245

Mutaties t/m Najaarsnota

‒ 1.393

  

Stand Najaarsnota

10.851

  

Meevallers

‒ 1.474

Corona

‒ 32

Onderuitputting Klimaatfondsmiddelen

‒ 60

Tijdelijke prijsplafond energie kleinverbruikers 2023

‒ 95

Onderuitputting NGF-projecten

‒ 189

Een veilig Groningen met perspectief

‒ 283

Nadeelcompensatie kolencentrales

‒ 497

Overige meevallers

‒ 319

  

Tegenvallers

120

Subsidie EBN onderhoudsvoorziening Piekgasinstallatie Alkmaar

30

Lening Nuclear Research and consultancy Group

25

Overige tegenvallers

65

  

Generaal dossier

‒ 257

Norg Akkoord

‒ 257

  

Overboekingen met andere begrotingen

‒ 8

  

Technisch

809

Storting begrotingsreserve duurzame energie

809

Overig technisch

0

  

Niet-kaderrelevant

‒ 30

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

10.010

Economische Zaken en Klimaat: Ontvangsten

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

5.620

Mutaties t/m Najaarsnota

1.120

  

Stand Najaarsnota

6.740

  

Meevallers

412

Ontvangsten SDE, SDE+ en SDE++

257

Een veilig Groningen met perspectief

43

Terugbetalingen TEK

36

Overige meevallers

76

  

Tegenvallers

‒ 125

Corona

‒ 27

Bijdrage NAM Nationaal Programma Groningen

‒ 30

Overige tegenvallers

‒ 68

  

Generaal dossier

‒ 224

Lagere gasbaten

‒ 224

  

Technisch

‒ 19

  

Niet-kaderrelevant

‒ 18

Correctiebetalingen ODE

‒ 38

Overig niet-kaderrelevant

20

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

6.766

Uitgaven

Meevallers

Onderuitputting Klimaatfondsmiddelen

Er is sinds de Najaarsnota per saldo 31 miljoen euro aan onderuitputting gerealiseerd op de verscheidene regelingen op de begroting van EZK die uit het Klimaatfonds zijn gefinancierd. Dit zijn in de regel relatief kleine bedragen per regeling en dit heeft voornamelijk te maken met uitbetalingen die niet meer in 2024 hebben plaatsgevonden en daardoor over de jaargrens heen schuiven. Dit geldt bijvoorbeeld voor verschillende subsidies aan Energie Beheer Nederland (EBN) voor onderzoek (-12 miljoen euro) en voor de correctieregeling duurzame warmte (-2 miljoen euro). Ook op het opschalingsinstrument waterstof is onderuitputting van 6 miljoen euro, vanwege vertraging in de uitrol van het waterstofnetwerk op land.

Corona

Bij een aantal corona-regelingen is minder uitgegeven dan geraamd. De Garantie Ondernemersfinanciering Corona (-15 miljoen euro) is recent gesloten en er is geen beroep meer gedaan op uitbetaling in 2024. Daarnaast is er een verlaging van het budget (-15 miljoen euro) van de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) op basis van actuele ramingen van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Tijdelijke prijsplafond energie kleinverbruikers 2023

Het tijdelijke prijsplafond energie kleinverbruikers is met ingang van 2024 niet meer van kracht. Leveranciers leveren maandelijks nog jaar- en eindnota’s aan, zodat RVO de definitieve kosten van het prijsplafond kan verrekenen met het door de leverancier ontvangen subsidievoorschot. Dit leidt in sommige gevallen tot ontvangsten en in andere gevallen tot uitgaven. Ten opzichte van de Najaarsnota is in 2024 een meevaller van 95 miljoen euro gerealiseerd.

Onderuitputting NGF-projecten

Bij de Nationaal Groeifonds-projecten op de EZK-begroting is 188 miljoen euro minder uitgegeven dan hiervoor stond geraamd bij Najaarsnota. Dit wordt veelal veroorzaakt doordat de projecten vertraging hebben opgelopen in de uitvoering. Bij het project Groenvermogen (-78 miljoen euro) komt deze vertraging bijvoorbeeld doordat regelingen waar dit project parallel van gebruik maakt, later zijn opengesteld dan verwacht.

Een veilig Groningen met perspectief

Op het begrotingsartikel Een veilig Groningen met perspectief is in totaal minder uitgegeven dan begroot bij Najaarsnota. Dit ziet met name op de versterkingsoperatie, omdat er in 2024 minder adressen zijn versterkt dan eerder begroot. Ook bij diverse andere regelingen is er minder uitgegeven dan geraamd, zoals bij duurzaam herstel en de waardevermeerderingsregeling. Op de schadeafhandeling is meer uitgegeven dan begroot in 2024. De voornaamste reden hiervoor is het inhaaleffect van de in 2023 opgelopen werkvoorraad en het feit dat er in 2024 meer schademeldingen afgehandeld konden worden dan eerder gedacht. Dit geldt zowel voor de fysieke schadevergoeding als voor de immateriële schadevergoeding.

Nadeelcompensatie kolencentrales

Deze storting in de begrotingsreserve duurzame energie (497 miljoen euro) bestaat uit de nadeelcompensatie van de productiebeperking van de kolencentrales. Deze is in 2024 niet tot uitkering gekomen vanwege uitblijvende staatssteungoedkeuring door de Europese Commissie.

Overige meevallers

Op verschillende dossiers is minder uitgegeven dan geraamd. Zo zijn er minder betalingen gedaan voor de subsidieregelingen SDE (-54 miljoen euro), Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (-26 miljoen euro) en BMKB (-25 miljoen euro).

Tegenvallers

Subsidie EBN onderhoudsvoorziening Piekgasinstallatie Alkmaar

EBN heeft een subsidie van 30 miljoen euro voor het treffen van een onderhoudsvoorziening voor de Piekgasinstallatie (PGI) Alkmaar. Deze subsidie heeft EBN nodig voor het contracteren van de PGI Alkmaar voor de gasopslagen in de komende jaren.

Lening Nuclear Research and Consultancy Group

Als gevolg van een gemiste productiecyclus in het najaar van 2024 zet KGG een liquiditeitsfaciliteit van 25 miljoen euro op voor de Nuclear Research and Consultancy Group (NRG). Dit heeft in 2024 tot hogere uitgaven geleid dan bij Najaarsnota voorzien. Met deze faciliteit kan NRG naar verwachting de periode tot de fusie met Pallas overbruggen.

Overige tegenvallers

Op verschillende dossiers zijn er kleine tegenvallers. Dit gaat bijvoorbeeld om hogere kosten voor RVO (12 miljoen euro) en een hogere voorschotbetaling aan het innovatieve elektrolyseproject Djewels (8 miljoen euro).

Generaal dossier

Norg Akkoord

Het Norg Akkoord is een akkoord tussen de Staat en NAM waarbij de Staat jaarlijks een vergoeding betaalt voor de inzet van de gasberging in Norg. Hierdoor kon de gaswinning uit het Groningenveld eerder naar nul worden teruggebracht. In 2024 zijn hiervoor de laatste betalingen gedaan. De kasuitgaven in 2024 zijn daarom verrekend met een eerdere voorschotbetaling uit 2019. Hierdoor ontstaat in 2024 een meevaller van 257 miljoen euro.

Overboekingen met andere begrotingen

Deze post bestaat uit verschillende stortingen in het Btw-compensatiefonds (12 miljoen euro). Daarnaast wordt er een overboeking van de VWS-begroting naar de EZK-begroting gedaan voor het programma Coalitie Leefstijl in de Zorg wat door de Nederlandse organisatie voor Toegepast natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) wordt uitgevoerd (4 miljoen euro).

Technisch

Storting begrotingsreserve duurzame energie

De storting in de begrotingsreserve duurzame energie bestaat uit de nadeelcompensatie van de productiebeperking van de kolencentrales (497 miljoen euro). Deze is in 2024 niet tot uitkering gekomen vanwege uitblijvende staatssteungoedkeuring door de Europese Commissie. Het overige deel bestaat uit terugontvangsten van beschikkingen op de subsidieregelingen SDE (257 miljoen euro) en vertraging in de realisatie van bestaande SDE-beschikkingen (54 miljoen euro).

Overig technisch

Deze post bestaat uit afrondingsverschillen om te zorgen dat de uitgaven op artikelniveau in de begroting gelijk zijn aan de verwerkte uitgaven in de financiële administratie.

Niet-kaderrelevant

Deze uitgaven bestaan uit lagere kosten voor de subsidie aan EBN voor het vullen van de gasopslagen (-18 miljoen euro) en een lager uitgevallen lening op het Toekomstfonds (-10 miljoen euro).

Ontvangsten

Meevallers

Ontvangsten SDE, SDE+ en SDE++

Er zijn voor de SDE, SDE+ en de SDE++ meer ontvangsten binnengekomen dan oorspronkelijk geraamd. Dit betreft terugvorderingen van eerder verstrekte middelen aan exploitanten die gebruik maken van de SDE-regelingen. In de raming werd er vanuit gegaan dat dit in termijnen zou gebeuren, maar vaak vindt de terugbetaling in één keer plaats.

Een veilig Groningen met perspectief

Vanwege hoger gerealiseerde kosten zijn er ook meer ontvangsten van de NAM voor de versterkingsoperatie en de schadeafhandeling.

Terugbetalingen TEK

De Tegemoetkoming Energiekosten (TEK) moet door verschillende bedrijven terugbetaald worden. Er is minder gebruik gemaakt van de betalingsregeling waardoor de meeste bedrijven in 2024 terugbetaald hebben; hierdoor zijn de ontvangsten hoger dan geraamd.

Overige meevallers

Er zijn diverse kleine meevallers aan de ontvangstenkant. Zo zijn de ontvangsten op de Rijksoctrooiwet hoger uitgevallen dan initieel geraamd (8 miljoen euro).

Tegenvallers

Bijdrage NAM Nationaal Programma Groningen

De NAM heeft de factuur voor de bijdrage aan het Nationaal Programma Groningen slechts deels betaald waardoor er minder ontvangsten zijn dan eerder begroot.

Corona

Er is onder andere minder subsidie terugbetaald voor de Tegemoetkoming Vaste Lasten dan geraamd (24 miljoen euro). Dit komt mede door de lopende beroeps- en bezwaarprocedures.

Overige tegenvallers

Deze post bestaat uit diverse kleinere tegenvallers. Zo zijn er minder ontvangsten op de Borgstelling MKB-kredieten door tegenvallend gebruik (-17 miljoen euro). Ook vallen de High Trust-ontvangsten lager uit dan geraamd (-14 miljoen euro). Deze ontvangsten bestaan voornamelijk uit door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) ontvangen boetes. Het aantal en de hoogte van door de ACM opgelegde boetes fluctueren.

Generaal dossier

Lagere gasbaten

De dividenduitkering EBN is lager dan verwacht. Dit wordt veroorzaakt door een hogere voorziening die EBN heeft moeten treffen voor de uitvoer van de wettelijke opruimverplichtingen. De ontvangsten Mijnbouwwet zijn hoger dan geraamd. Per saldo leidt dit tot lagere gasbaten in 2024.

Technisch

Deze post bestaat onder andere uit een onttrekking van 19 miljoen euro uit de begrotingsreserve Garantie Ondernemersfinanciering (GO), omdat er in 2024 een tekort van 19 miljoen euro was op de GO. Daarnaast bestaat deze post uit afrondingsverschillen om te zorgen dat de uitgaven op artikelniveau in de begroting gelijk zijn aan de verwerkte uitgaven in de financiële administratie.

Niet-kaderrelevant

Correctiebetalingen ODE

Er zijn voor de ODE diverse correcties geweest waardoor middelen moesten worden teruggestort van eerder geïnde ODE-heffingen. Vandaar dat er een negatieve bijstelling op de ontvangsten heeft plaatsgevonden.

Overig niet-kaderrelevant

Diverse bijstellingen leiden per saldo tot een meevaller van 23 miljoen euro. Het gaat onder andere om een meevaller op de ETS-rechten (28 miljoen euro) en een tegenvaller op de COVA-heffing. Vanwege de lagere opbrengsten voor de COVA-heffing dalen ook de bijbehorende uitgaven. Ten slotte hebben bedrijven minder coronasteun terugbetaald dan verwacht (-5 miljoen euro).

Nationaal Groeifonds

Nationaal Groeifonds: Uitgaven

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

1.572

Mutaties t/m Najaarsnota

‒ 1.481

  

Stand Najaarsnota

91

  

Meevallers

‒ 71

Onderuitputting

‒ 71

  

Tegenvallers

1

Realisatie subsidieroute

1

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

21

Nationaal Groeifonds: Ontvangsten

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

1.572

Mutaties t/m Najaarsnota

‒ 1.572

  

Stand Najaarsnota

0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

0

Uitgaven

Meevallers

Onderuitputting

Op het Nationaal Groeifonds is 71 miljoen euro afgeboekt. Dit betreft de uitvoeringskosten die zijn gereserveerd voor het fonds maar nog niet in het juiste kasritme staan.

Tegenvallers

Realisatie subsidieroute

Een project uit de subsidieroute heeft een kleine overschrijding in 2024. Bij Voorjaarsnota 2025 wordt de begrotingsstand met dit bedrag naar beneden bijgesteld.

Ontvangsten

Geen mutaties

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (inclusief Diergezondheidsfonds)

Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit: Uitgaven

XIV Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur: Uitgaven

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

2.863

Mutaties t/m Najaarsnota

1.367

  

Stand Najaarsnota

4.230

  

Meevallers

‒ 237

Reallocatie opdrachten RVO

‒ 11

Meevaller identificatie en registratie dieren

‒ 18

Vertraging vestigingssteun en extensiveringsregeling

‒ 46

Lbv-plus en Lbv

‒ 83

Overige meevallers

‒ 80

  

Tegenvallers

40

Reallocatie opdrachten RVO

11

Overige tegenvallers

29

  

Overboekingen met andere begrotingen

0

Overboekingen met andere begrotingen

0

  

Technisch

12

Desaldering subsidie kennisbasis

8

Overig technisch

4

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

4.044

XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit: Ontvangsten

XIV Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur: Ontvangsten

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

78

Mutaties t/m Najaarsnota

133

  

Stand Najaarsnota

211

  

Meevallers

24

Terugbetaling Maatregel Gerichte Aankoop

6

Terugontvangsten subsidievoorschotten OVK

4

Overige meevallers

14

  

Tegenvallers

‒ 9

Vertraging visserij

‒ 3

Overige tegenvallers

‒ 6

  

Technisch

9

Desaldering subsidie kennisbasis

8

Overig technisch

1

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

235

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Reallocatie opdrachten RVO

Per abuis is 11 miljoen euro voor opdrachten aan RVO vanuit een verkeerd instrument betaald. Bij slotwet is dit budget naar het juiste instrument gerealloceerd.

Meevaller identificatie en registratie dieren

Dit betreft een meevaller ten opzichte van de najaarsnota op de indentificatie en registratie dieren van 18 miljoen euro. Bij najaarsnota was budget gereserveerd voor een tegenvaller, die zich achteraf niet bleek voor te doen.

Vertraging vestigingssteun en extensiveringsregeling

Dit betreft meevallers die in de uitvoering door RVO zijn onstaan door uitstel of minder aanvragen dan verwacht. De meevallers doen zich onder andere voor bij de subsidieregeling voor vestiging van jonge landbouwers (25 miljoen euro), bij de samenwerkingsmaatregel extensivering (Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, 10 miljoen euro), de tegemoetkomingsregeling afbouw derogatie (5 miljoen euro) en tot slot bij de uitvoeringskosten voor de specifieke uitkering voor het legaliseren van PAS-melders (RPMP, 5 miljoen euro).

Lbv-plus en Lbv

Bij de Lbv-plus en Lbv zijn betalingen die begroot waren voor 2024 doorgeschoven naar 2025. Daarom is 41 miljoen euro voor de Lbv-plus en 42 miljoen euro voor de Lbv niet tot besteding gekomen.

Overige meevallers

Dit betreft een opsomming van een groot aantal kleine meevallers, waarvan de grootste 5 miljoen bedraagt op het apparaatsbudget door niet ingevulde vacatures.

Tegenvallers

Reallocatie opdrachten RVO

Per abuis is 11 miljoen euro voor opdrachten aan RVO vanuit een verkeerd instrument betaald. Bij slotwet is dit budget naar het juiste instrument gerealloceerd.

Overige tegenvallers

Dit betreft een groot aantal kleine tegenvallers, waarvan de grootste 2 miljoen euro bedraagt voor meer opdrachten aan de NVWA op het gebied van natuur en visserij.

Technisch

Desaldering subsidie kennisbasis

LVVN is overgestapt van jaarplannen naar meerjarige verplichtingen voor kennisbasisonderzoek dat door Wageningen University & Research uitgevoerd wordt. Om dit budgettair te verwerken is 8 miljoen euro aan terugontvangsten uit eerdere jaren toegevoegd aan de opdracht voor 2024.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Terugbetaling Maatregel Gerichte Aankoop

De provincie Groningen heeft 6 miljoen euro teruggestort uit budget dat zij hadden ontvangen voor de Maatregel Gerichte Aankoop.

Terugontvangsten subsidievoorschotten OVK

RVO heeft 4 miljoen euro teruggestort dat zij hadden ontvangen voor de regeling ongedekte vaste kosten land-en tuinbouw (OVK).

Tegenvallers

Vertraging visserij

Door vertraging in de werkzaamheden van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij is er 3 miljoen euro minder aan Europese ontvangsten binnengekomen dan begroot.

Technisch

Desaldering subsidie kennisbasis

LVVN is overgestapt van jaarplannen naar meerjarige verplichtingen voor kennisbasisonderzoek dat door Wageningen University & Research uitgevoerd wordt. Om dit budgettair te verwerken is 8 miljoen euro aan terugontvangsten uit eerdere jaren toegevoegd aan de opdracht voor 2024.

Diergezondheidsfonds

Diergezondheidsfonds: Uitgaven

F Diergezondheidsfonds: Uitgaven

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

31

Mutaties t/m Najaarsnota

10

  

Stand Najaarsnota

41

  

Niet-kaderrelevant

‒ 6

Niet-kaderrelevant

‒ 6

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

35

Diergezondheidsfonds: Ontvangsten

F Diergezondheidsfonds: Ontvangsten

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

32

Mutaties t/m Najaarsnota

28

  

Stand Najaarsnota

59

  

Niet-kaderrelevant

‒ 1

Niet-kaderrelevant

‒ 1

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

58

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Sociale Zekerheid

Sociale Zaken en Werkgelegenheid

XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid: Uitgaven

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

58.022

Mutaties t/m Najaarsnota

5.534

  

Stand Najaarsnota

63.556

  

Meevallers

‒ 233

Kinderopvangtoeslag

‒ 48

Onderuitputting

‒ 54

Onderuitputting MDIEU

‒ 36

Overige meevallers

‒ 15

Wet op het Kindgebonden Budget

‒ 80

  

Tegenvallers

6

Tegenvallers

6

  
  

Niet-kaderrelevant

0

Rijksbijdrage Zelfstandige en Zwanger regeling

0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

63.329

XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid: Ontvangsten

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

2.342

Mutaties t/m Najaarsnota

205

  

Stand Najaarsnota

2.547

  

Meevallers

21

Onderuitputting

10

Overige meevallers

10

  

Tegenvallers

‒ 12

Tegenvallers

‒ 12

  

Niet-kaderrelevant

24

Werkgeversbijdrage Kinderopvang

24

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

2.579

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Kinderopvangtoeslag

De uitgaven aan de Kinderopvangtoeslag zijn lager uitgevallen dan begroot. Een verklaring hiervoor is dat de nabetalingen in 2024 over eerdere toeslagjaren lager zijn uitgekomen dan verwacht.

Onderuitputting

Onder deze post valt de verwerkte onderuitputting op verschillende budgetten. Op het budget voor Arbeidsmarktdienstverlening is sprake van 12 miljoen euro onderuitputting. Ook is er sprake van 12 miljoen euro onderuitputting op personele uitgaven aan eigen personeel. Deze onderbesteding wordt onder andere veroorzaakt doordat er in de raming van de uitgaven onvoldoende rekening is gehouden met het effect van het individueel keuzebudget (IKB) en sociale lasten. Ook zijn vacatures minder goed ingevuld. Ongeveer 8 miljoen euro onderuitputting wordt veroorzaakt door de Stimuleringsregeling LLO in MKB (SLIM), waar de geschatte hoeveelheid vaststellingen en voorschotten te hoog blijkt te zijn geweest. Verder is er 6 miljoen euro onderbesteding op het budget voor re-integratie Wajong. Dit komt omdat het re-integratiebudget van het UWV anders is verdeeld binnen de arbeidsongeschiktheidsregelingen dan begroot. Tot slot is er sprake van 6 miljoen euro onderuitputting doordat DUO minder leningen heeft verstrekt aan statushouders voor inburgering. Een oorzaak kan zijn dat statushouders minder snel worden gehuisvest dan de taakstelling en/of verwachting is.

Onderuitputting MDIEU

Deze post bevat de onderuitputting op de subsidieregeling Maatwerkregeling Duurzame Inzetbaarheid & Eerder Uittreden (MDIEU). De beoordeling van de aanvragen in 2024 heeft enige vertraging opgelopen. Deze beoordelingen worden in 2025 voortgezet. Daarnaast is het laatste aanvraagtijdvak voor sectoren van 2024 niet volledig uitgeput. Tot slot heeft de aanvullende bevoorschotting bij lopende projecten vertraging opgelopen, welke naar verwachting in 2025 worden uitgevoerd.

Overige meevallers

Deze post bevat meevallers met een beperkte budgettaire omvang. Circa 10 miljoen euro hiervan wordt veroorzaakt door correcties op bij Najaarsnota geboekte lagere uitgaven. Deze lagere uitgaven waren bij Najaarsnota per abuis geboekt als onderuitputting. Het betrof echter realisaties op inkomensregelingen, dit wordt niet gekwalificeerd als onderuitputting. Dit is nu gecorrigeerd, waarmee de overige meevallers hoger uitvallen en de onderuitputting lager.

Wet op het Kindgebonden Budget

De uitgaven aan de Wet op het Kindgebonden budget (WKB) zijn lager uitgevallen dan geraamd bij Najaarsnota. Dit komt onder andere omdat zowel de nabetalingen als de voorschotten in 2024 lager zijn uitgekomen dan verwacht.

Tegenvallers

Deze post bevat tegenvallers met een beperkte budgettaire omvang.  De voornaamste tegenvaller wordt veroorzaakt door hoger gerealiseerde uitgaven aan de Ziekteverzekering Caribisch Nederland.

Niet-kaderrelevant

Rijksbijdrage Zelfstandige en Zwanger regeling

Deze post bevat een zeer beperkte (afgerond op 0) mutatie op de Rijksbijdrage voor de Zelfstandige en Zwanger (ZEZ) regeling.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Onderuitputting

Onder deze post valt de verwerkte onderuitputting op verschillende ontvangstenbudgetten. Hieronder vallen hogere boete-ontvangsten bij de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA).

Overige meevallers

Deze post bevat meevallers met een beperkte budgettaire omvang. De meevallers onder deze post worden voornamelijk veroorzaakt door een meevaller van 9 miljoen euro op de terugontvangsten van de Kinderbijslag (AKW).  Deze meevaller volgt op de definitieve afrekening over 2023.

Tegenvallers

Deze post bevat tegenvallers met een beperkte budgettaire omvang. Bijna het gehele bedrag wordt veroorzaakt door lagere terugontvangsten kinderopvangtoeslag. Bij het bepalen van het definitieve recht van huishoudens kwam het totale bedrag aan terugvorderingen lager uit dan eerder verwacht, met name voor de toeslagjaren 2022 en 2023.

Niet-kaderrelevant

Werkgeversbijdrage Kinderopvang

Deze post bevat de realisaties van de Werkgeversbijdragen aan de Kinderopvang. Werkgevers dragen een vast percentage (0,5%) van de totale loonsom af als bijdrage voor de kinderopvang. Doordat de loonsom hoger was dan bij Najaarsnota was voorzien, zijn ook de ontvangsten werkgeversbijdrage hoger uitgekomen.

Sociale Verzekeringen

Sociale Verzekeringen: Uitgaven

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

77.872

Mutaties t/m Najaarsnota

163

  

Stand Najaarsnota

78.035

  

Meevallers

‒ 23

Onderuitputting

3

Wet op arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO)

‒ 19

Overige meevallers

‒ 7

  

Tegenvallers

150

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)

31

Ziektewet

30

Uitvoeringskosten SVB

27

Algemene Ouderdomswet (AOW)

26

Algemene nabestaandewet (ANW)

10

Overige tegenvallers

26

  

Kadercorrecties

‒ 17

Ziektewet Eigenrisicodragerschap

0

Werkloosheidswet (WW)

‒ 17

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

78.145

Sociale verzekeringen: Ontvangsten

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

215

Mutaties t/m Najaarsnota

‒ 17

  

Stand Najaarsnota

198

  

Kadercorrecties

11

Ontvangsten Uitvoeringsfonds voor de overheid

11

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

209

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Onderuitputting

Deze post omvat de technische correctie van per abuis geboekte onderuitputting bij Najaarsnota. Deze lagere uitgaven waren bij Najaarsnota per abuis geboekt als onderuitputting. Het betrof echter realisaties op inkomensregelingen, dit wordt niet gekwalificeerd als onderuitputting. Dit is nu gecorrigeerd, waarmee de overige meevallers hoger uitvallen en de onderuitputting lager.

Wet op arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (WAO)

Gedurende 2024 valt het gebruik van de Wet op arbeidsongeschiktheidsverzekeringen (WAO) lager uit dan bij Najaarsnota voorzien, wat resulteert in een meevaller. Deze meevaller wordt voornamelijk veroorzaakt doordat het aantal uitkeringsjaren in 2024 neerwaarts is bijgetsteld, op basis van realisaties.

Overige meevallers

Deze post bevat meevallers met een beperkte budgettaire omvang. 3 miljoen euro hiervan wordt veroorzaakt door lager gerealiseerde uitgaven aan de Wet Betaald Ouderschapsverlof (WBO). Daarnaast omvat deze post de hogere meevallers die resulteren uit de technische correctie van per abuis geboekte onderuitputting bij Najaarsnota.

Tegenvallers

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA)

Deze post omvat een tegenvaller. Uit de realisaties van 2024 blijkt dat er een stuk meer mensen een nieuwe WIA-uitkering hebben gekregen dan eerder verwacht. Een deel hiervan is het gevolg van long-covid, groei in psychische aandoeningen en de 60+ maatregel. Dit geldt zowel voor de IVA als WGA.

Ziektewet (ZW)

Uit de verwerking van de realisatiecijfers van de Ziektewet volgt een tegenvaller ten opzichte van Najaarsnota. Dit komt onder andere omdat de gemiddelde jaaruitkering hoger is uitgekomen dan eerder verwacht. Dit kan komen omdat het gemiddelde loon van werknemers sterker toe is genomen dan eerder verwacht, met een hogere gemiddelde ZW-uitkering tot gevolg.

Uitvoeringskosten SVB

Op basis van het definitieve jaarverslag van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) is gebleken dat de uitvoeringskosten van de SVB voor het uitvoeren van de verschillende regelingen, hoger zijn uitgevallen dan eerder verwacht.

Algemene Ouderdomswet (AOW)

De realisatie van de uitkeringslasten van de Algemene Ouderdomswet (AOW) zijn 26 miljoen euro hoger dan werd geraamd bij Najaarsnota 2024. De voornaamste verklaring is de getroffen voorziening oninbare vorderingen. De voorziening wordt in 2024 voor het eerst bepaald en voorziet in het niet volledig terugontvangen van de totale openstaande vorderingen post. Dit leidt tot hogere uitgaven in 2024.

Algemene Nabestaandewet (ANW)

De uitkeringslasten voor de Algemene Nabestaandewet (Anw) zijn in 2024 hoger uitgekomen dan eerder verwacht. De voornaamste reden hiervoor is een extra voorziening voor oninbare vorderingen. De voorziening wordt in 2024 voor het eerst bepaald en voorziet in het niet volledig terugontvangen van de totale openstaande vorderingen post. Dit leidt tot hogere uitgaven in 2024.

Overige tegenvallers

Deze post bevat tegenvallers met een beperkte budgettaire omvang. Tegenvallers bestaan onder andere uit hoger gerealiseerde uitgaven aan verlofregelingen, onder andere aan de Zelfstandige en Zwanger-regeling (ZEZ). Ook zijn er hogere uitgaven gerealiseerd aan de Compensatieregeling transitievergoeding (CRTV). Dit komt onder andere door een hogere gemiddelde prijs van de uitbetalingen dan eerder verwacht.

Kadercorrecties

Ziektewet Eigenrisiscodragerschap

Deze post omvat een zeer beperkte (afgerond op 0) realisatie op de uitgaven aan Eigenrisicodragers in de Ziektewet. Mutaties met betrekking tot Eigenrisicodragerschap (ERD) worden met een kadercorrectie verwerkt.

Werkloosheidswet (WW)

Op basis van realisatiecijfers van het UWV zijn de uitgaven aan de Werkloosheidswet (WW) bijgesteld. De bijstelling wordt grotendeels verklaard door een lager dan verwacht aantal faillissementsuitkeringen. Daarnaast was er een zeer lichte stijging van het aantal WW-uitkeringsjaren ten opzichte van de verwachting bij de Najaarsnota.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Kadercorrecties

Werkloosheidswet       

Deze post betreft een kadercorrectie voor gerealiseerde Uitvoeringsfonds voor de overheid (Ufo) ontvangsten binnen de Werkloosheidswet (WW). Op basis van realisatiecijfers heeft UWV de ontvangsten Ufo voor 2024 met 11 miljoen euro naar boven bijgesteld. Deze ontvangsten worden met een kadercorrectie verwerkt.

Koppeling Uitkeringen

Koppeling Uitkeringen: Uitgaven

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

1.846

Mutaties t/m Najaarsnota

‒ 1.846

  

Stand Najaarsnota

0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

0

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Stand Najaarsnota

Er zijn geen wijzigingen geweest op het hoofdstuk Koppeling Uitkeringen na de Najaarsnota.

Zorg

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Volksgezondheid, Welzijn en Sport: Uitgaven

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

35.268

Mutaties t/m Najaarsnota

3.234

  

Stand Najaarsnota

38.502

  

Meevallers

‒ 250

Onderuitputting artikelonderdeel gezondheidsbeleid

‒ 13

Onderuitputting artikelonderdeel langdurige zorg

‒ 13

Onderuitputting artikelonderdeel ziektepreventie

‒ 14

Onderuitputting opleidingen en arbeidsmarkt

‒ 27

Realisatie Covid

‒ 45

Onderuitputting apparaat

‒ 51

Overige meevallers

‒ 87

  

Tegenvallers

92

Onderuitputting apparaat

15

Onderuitputting opleidingen en arbeidsmarkt

12

Onderuitputting artikelonderdeel ziektepreventie

4

Onderuitputting artikelonderdeel gezondheidsbeleid

3

Realisatie Covid

2

Onderuitputting artikelonderdeel langdurige zorg

1

Overige tegenvallers

56

  

Intensiveringen

9

Intensiveringen

9

  

Ombuigingen

‒ 3

Ombuigingen

‒ 3

  

Overboekingen met andere begrotingen

‒ 4

Overboekingen met andere begrotingen

‒ 4

  

Technisch

4

Technisch

4

  

Niet-kaderrelevant

‒ 120

Realisatie Oekraïne

‒ 2

Realisatie Zorgtoeslag

‒ 119

Overig niet-kaderrelevant

2

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

38.231

Volksgezondheid, Welzijn en Sport: Ontvangsten

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

183

Mutaties t/m Najaarsnota

840

  

Stand Najaarsnota

1.023

  

Meevallers

118

Ontvangsten Volksgezondheid

78

Ontvangsten Covid

4

Overige meevallers

36

  

Tegenvallers

‒ 2

Tegenvallers

‒ 2

  

Technisch

4

Technisch

4

  

Niet-kaderrelevant

‒ 14

Ontvangsten Zorgtoeslag

‒ 14

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

1.129

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Onderuitputting artikelonderdeel gezondheidsbeleid

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 10,4 miljoen euro onderuitputting op het artikelonderdeel gezondheidsbeleid (13,1 miljoen euro aan meevallers en 2,7 miljoen euro aan tegenvallers). Dit betreft voornamelijk 8 miljoen euro aan resterende middelen voor ZonMw, waarvan de grootste post bestaat uit 6,8 miljoen euro voor het programma Ondersteuning regionale samenwerking.

Onderuitputting artikelonderdeel langdurige zorg

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 12,1 miljoen euro onderuitputting op het artikelonderdeel langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten (12,6 miljoen euro aan meevallers en miljoen euro aan tegenvallers). Hierbij gaat het onder andere om 6,6 miljoen euro aan onderuitputting op de stimuleringsregeling zorggeschikte woningen en 2,6 miljoen euro aan lagere uitvoeringskosten voor de SVB.

Onderuitputting artikelonderdeel ziektepreventie

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 10,5 miljoen euro onderuitputting op het artikelonderdeel Ziektepreventie (14,2 miljoen euro aan meevallers en 3,7 miljoen euro aan tegenvallers). Hierbij gaat het onder andere om 5,5 miljoen euro aan niet uitgegeven middelen voor het Asset programma doordat het kasritme in de begroting niet aansloot bij de uitgaven en 3,3 miljoen euro aan onderuitputting op het opdrachtenbudget voor ZonMw.

Onderuitputting opleidingen en arbeidsmarkt

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 15,1 miljoen euro onderuitputting op het artikelonderdeel opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt (26,9 miljoen euro aan meevallers en 11,8 miljoen euro aan tegenvallers). Vanuit het investeringsakkoord Opleiden in de Wijkverpleging (IOW) was in 2024 een bedrag van 50 miljoen euro beschikbaar voor het geven van een impuls aan het anders en meer opleiden in de wijkverpleging. Doordat er minder aanvragen voor deze subsidieregeling waren dan verwacht valt er 11,5 miljoen euro vrij.

Realisatie Covid

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 42,7 miljoen euro aan vrijvallende Covid middelen (44,6 miljoen euro aan meevallers en 1,9 miljoen euro aan tegenvallers). Dit is het gevolg van de afloop van de corona pandemie. Zo vallen de gereserveerde middelen voor de afkoop van testcontracten vrij (26,8 miljoen euro) en is er bijvoorbeeld minder dienstverlening vanuit GGD GHOR nodig geweest dan vooraf was begroot (5,3 miljoen euro).

Onderuitputting apparaat

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 36,4 miljoen euro aan onderuitputting op het apparaatsbudget (63,4 miljoen euro aan meevallers en 15,0 miljoen euro aan tegenvallers). Dit betreft onder andere openstaande vacatureruimte (5,1 miljoen euro) en een achterstand in de facturatie door een nieuw systeem (4,8 miljoen euro). Verder zijn het vooral kleinere posten die optellen tot een groter bedrag.

Overige Meevallers

Op veel andere budgetten vond er onderuitputting plaats voor per saldo 31,0 miljoen euro (84,5 miljoen euro aan meevallers en 53,5 miljoen euro aan tegenvallers). Hierbij gaat het onder andere om diverse subsidie- en opdrachtenbudgetten en lagere uitgaven bij informatiebeleid.

Tegenvallers

Onderuitputting apparaat

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 36,4 miljoen euro aan onderuitputting op het apparaatsbudget (51,4 miljoen euro aan meevallers en 15,0 miljoen euro aan tegenvallers). Dit betreft onder andere openstaande vacatureruimte (5,1 miljoen euro) en een achterstand in de facturatie door een nieuw systeem (4,8 miljoen euro). Verder zijn het vooral kleinere posten die optellen tot een groter bedrag.

Onderuitputting opleidingen en arbeidsmarkt

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 15,1 miljoen euro onderuitputting op het artikelonderdeel opleidingen, beroepenstructuur en arbeidsmarkt (26,9 miljoen euro aan meevallers en 11,8 miljoen euro aan tegenvallers). Vanuit het investeringsakkoord Opleiden in de Wijkverpleging (IOW) was in 2024 een bedrag van 50 miljoen euro beschikbaar voor het geven van een impuls aan het anders en meer opleiden in de wijkverpleging. Doordat er minder aanvragen voor deze subsidieregeling waren dan verwacht valt er 11,5 miljoen euro vrij.

Onderuitputting artikelonderdeel ziektepreventie

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 10,5 miljoen euro onderuitputting op het artikelonderdeel Ziektepreventie (14,2 miljoen euro aan meevallers en 3,7 miljoen euro aan tegenvallers). Hierbij gaat het onder andere om 5,5 miljoen euro aan niet uitgegeven middelen voor het Asset programma doordat het kasritme in de begroting niet aansloot bij de uitgaven en 3,3 miljoen euro aan onderuitputting op het opdrachtenbudget voor ZonMw.

Onderuitputting artikelonderdeel gezondheidsbeleid

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 10,4 miljoen euro onderuitputting op het artikelonderdeel gezondheidsbeleid (13,1 miljoen euro aan meevallers en 2,7 miljoen euro aan tegenvallers). Dit betreft voornamelijk 8 miljoen euro aan resterende middelen voor ZonMw, waarvan de grootste post bestaat uit 6,8 miljoen euro voor het programma Ondersteuning regionale samenwerking.

Realisatie Covid

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 42,7 miljoen euro aan vrijvallende Covid middelen (44,6 miljoen euro aan meevallers en 1,9 miljoen euro aan tegenvallers). Dit is het gevolg van de afloop van de corona pandemie. Zo vallen de gereserveerde middelen voor de afkoop van testcontracten vrij (26,8 miljoen euro) en is er bijvoorbeeld minder dienstverlening vanuit GGD GHOR nodig geweest dan vooraf was begroot (5,3 miljoen euro).

Onderuitputting artikelonderdeel langdurige zorg

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 12,1 miljoen euro onderuitputting op het artikelonderdeel langdurige zorg tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten (12,6 miljoen euro aan meevallers en 0,5 miljoen euro aan tegenvallers). Hierbij gaat het onder andere om 6,6 miljoen euro aan onderuitputting op de stimuleringsregeling zorggeschikte woningen en 2,6 miljoen euro aan lagere uitvoeringskosten voor de SVB.

Overige tegenvallers

Op veel andere budgetten vond er onderuitputting plaats voor per saldo 31,0 miljoen euro (84,5 miljoen euro aan meevallers en 53,5 miljoen euro aan tegenvallers). Hierbij gaat het onder andere om diverse subsidie- en opdrachtenbudgetten en lagere uitgaven bij informatiebeleid.

Intensiveringen

Bij de veegbrief is voor 8,8 miljoen euro aan intensiveringen gemeld. De grootste posten hierbij zijn een ophoging van 6,2 miljoen euro van het beschikbare budget van de IGJ en een per saldo neutrale correctie van 2,1 miljoen euro van reguliere middelen naar NGF-middelen.

Ombuigingen

Bij de veegbrief is voor 2,6 miljoen euro aan ombuigingen gemeld. Dit betreft grotendeels een per saldo neutrale correctie van 2,1 miljoen euro van reguliere middelen naar NGF-middelen.

Overboekingen met andere begrotingen

Er is voor 4,1 miljoen euro overgeheveld naar andere begrotingen, waarvan 3,9 miljoen euro is overgeboekt naar TNO voor de laatste tranche voor 2024 m.b.t. Leefstijl in de Zorg.

Technisch

In verband met de verhoging van de subsidies Regionale Centra Prenatale Screening zijn de uitgaven in 2024 4,3 miljoen euro hoger dan eerder geraamd. Daarnaast zijn de ontvangsten over de verstrekte voorschotten over 2023 hoger uitgevallen. De hogere uitgaven en hogere ontvangsten zijn met elkaar gedesaldeerd.

Niet-kaderrelevant

Realisatie Oekraïne

Binnen de SOV-regeling was een budget van 15,0 miljoen euro beschikbaar voor vergoeding van medisch noodzakelijke zorg aan ontheemden uit Oekraïne. De realisatie valt 2,4 miljoen euro lager uit.

Realisatie Zorgtoeslag

Op basis van gegevens van de Dienst Toeslagen zijn de uitgaven Zorgtoeslag 119,3 miljoen euro lager dan eerder geraamd.

Overig niet-kaderrelevant

Op basis van gegevens van de Belastingdienst zijn de uitgaven in het kader van de Tegemoetkoming Specifieke Zorgkosten 2,2 miljoen euro hoger dan eerder geraamd.

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Ontvangsten Volksgezondheid

Er is sprake van 77,9 miljoen euro aan hogere ontvangsten op het artikel volksgezondheid. Deze ontvangsten zijn met name ontstaan door een terugboeking vanuit ZonMw (66,4 miljoen euro). Verder is 5,4 miljoen euro ontvangen voor de eindafrekening bevolkingsonderzoeken in 2023 aangezien de verstrekte voorschoten hoger waren dan de realisatie en waren de ontvangsten op de bestuurlijke boetes hoger dan geraamd (2,2 miljoen euro).

Ontvangsten Covid

De afrekening van de Covid-19 meerkostenregeling heeft geleid tot 4,5 miljoen euro aan additionele ontvangsten.

Overige meevallers

Het saldo van mee- en tegenvallers komt uit op 33,9 miljoen euro aan additionele ontvangsten (35,6 miljoen euro aan meevallers en 1,7 miljoen euro aan tegenvallers). Hierbij gaat het onder andere om door het CAK en het CJIB gerealiseerde ontvangsten van burgers met een betalingsachterstand in de premiebetaling Zvw (5,5 miljoen euro), ontvangsten van de SVB na vaststelling van de uitvoeringskosten trekkingsrecht PGB over de jaren 2021 en 2022 (3,3 miljoen euro) en diverse terug ontvangsten op subsidiebudgetten.

Tegenvallers

Dit betreft 1,7 miljoen euro aan lagere ontvangsten door diverse kleine tegenvallende ontvangsten.

Technisch

In verband met de verhoging van de subsidies Regionale Centra Prenatale Screening zijn de uitgaven in 2024 4,3 miljoen euro hoger dan eerder geraamd. Daarnaast zijn de ontvangsten over de verstrekte voorschotten over 2023 hoger uitgevallen. De hogere uitgaven en hogere ontvangsten zijn met elkaar gedesaldeerd.

Niet-kaderrelevant

Ontvangsten Zorgtoeslag

Op basis van gegevens van de Dienst Toeslagen zijn de ontvangsten Zorgtoeslag 14,2 miljoen euro lager dan eerder geraamd.

Zorg

Zorg: Uitgaven

Premiegefinancierd Budgettair Kader Zorg: Uitgaven

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

100.964

Mutaties t/m Najaarsnota

‒ 1.832

  

Stand Najaarsnota

99.132

  

Meevallers

‒ 163

Actualisatie Wlz binnen contracteerruimte

‒ 6

Actualisatie Q4 Wlz buiten contracteerruimte

‒ 16

Diversen

‒ 35

Actualisatie Q4 Zvw

‒ 107

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

98.969

Zorg: Ontvangsten

Premiegefinancierd Budgettair Kader Zorg: Ontvangsten

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

5.695

Mutaties t/m Najaarsnota

47

  

Stand Najaarsnota

5.742

  

Meevallers

4

Actualisatie Q4 Wlz

4

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

5.746

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Actualisatie Wlz binnen contracteerruimte

Op basis van het februari-advies van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) over de benutting van het Wlz-kader is een meevaller van 5,9 miljoen euro verwerkt.

Actualisatie Q4 Wlz buiten contracteerruimte

Op basis van actualisatiecijfers van het Zorginstituut over de verwachte Wlz-uitgaven buiten de contracteerruimte is een meevaller verwerkt van 16 miljoen euro.

Diversen

Op het artikel nominaal en onverdeeld is 34,8 miljoen euro niet tot besteding gekomen. De vrijval zit op de onverdeelde groeiruimte Zvw (27,8 miljoen euro), pandemische paraatheid (3,2 miljoen euro), voorwaardelijke toelating (2,9 miljoen euro) en verwarde personen (0,9 miljoen euro).

Actualisatie Q4 Zvw

Op basis van de actualisatiecijfers van het Zorginstituut over de verwachte Zvw-uitgaven is een per saldo meevaller verwerkt van 106 miljoen euro. De voornaamste onderschrijding zat op de sectoren grensoverschrijdende zorg met het buitenland niet in het macroprestatiebedrag (149,4 miljoen euro), huisartsenzorg (27,3 miljoen euro) en de multidisciplinaire zorgverlening (22,3 miljoen euro). Op een aantal sectoren trad er een overschrijding op, onder andere op de medisch specialistische zorg (96,7 miljoen euro), apotheekzorg (14,6 miljoen euro) en de grensoverschrijdende zorg met het buitenland in het macroprestatiebedrag (12,9 miljoen euro).

Ontvangsten

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Actualisatie Q4 Wlz

Dit betreft de actualisering van de opbrengst eigen bijdragen in de Wlz op basis van cijfers van het Zorginstituut. De ontvangsten zijn 3,9 miljoen euro hoger uitgevallen dan eerder geraamd.

Gemeentefonds en Provinciefonds (inclusief accres)

Gemeentefonds

Gemeentefonds: Uitgaven

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

42.874

Mutaties t/m Najaarsnota

1.098

  

Stand Najaarsnota

43.972

  

Meevallers

‒ 136

Algemene uitkering

‒ 134

Overige meevallers

‒ 2

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

43.836

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Algemene uitkering

Op de algemene uitkering is in 2024 134 miljoen euro minder uitbetaald dan het beschikbare budget. Dit betreft de wijziging betalingsverloop waarmee betalingen worden doorgeschoven naar het volgende begrotingsjaar. Bij het gemeentefonds is op de verschillende uitkeringen per definitie geen sprake van onderuitputting en zijn verplichtingen leidend. Dit betekent dat verplichtingen altijd volledig tot uitbetaling zullen komen. Kasmiddelen die in het betreffende begrotingsjaar niet tot uitbetaling zijn gekomen, zullen in een volgend begrotingsjaar alsnog tot uitbetaling komen.

Overige meevallers

In 2024 is er ook sprake van een overige meevaller, dit betreft 2 miljoen euro. Dit bestaat uit niet ingezette onderzoeksgelden die bestemd zijn voor onderzoek naar en onderhoud van de verdeelsystematiek van het Gemeentefonds. De middelen kunnen tot een maximum van 1 miljoen euro meegenomen worden naar het volgende begrotingsjaar, het overige valt vrij.

Accres Gemeentefonds

Accress Gemeentefonds: Uitgaven

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

671

Mutaties t/m Najaarsnota

‒ 671

  

Stand Najaarsnota

0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

0

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Provinciefonds

Provinciefonds: Uitgaven

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

3.341

Mutaties t/m Najaarsnota

614

  

Stand Najaarsnota

3.954

  

Meevallers

0

Meevallers

0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

3.954

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Er is geen sprake van vermeldingswaardige onderuitputting in 2024.

Accres Provinciefonds

Accres PROVINCIEFONDS: UITGAVEN

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

129

Mutaties t/m Najaarsnota

‒ 129

  

Stand Najaarsnota

0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

0

Uitgaven

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Prijsbijstelling

Prijsbijstelling: uitgaven

Prijsbijstelling: Uitgaven

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

1.941

Mutaties t/m Najaarsnota

‒ 1.941

  

Stand Najaarsnota

0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

0

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Arbeidsvoorwaarden

Arbeidsvoorwaarden: Uitgaven

Arbeidsvoorwaarden: Uitgaven

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

4.627

Mutaties t/m Najaarsnota

‒ 4.627

  

Stand Najaarsnota

0

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

0

Mutaties t/m Najaarsnota 2024

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Op Arbeidsvoorwaarden hebben zich sinds het uitkeren van de loonbijstellingsmiddelen bij Voorjaarsnota 2024 in het jaar 2024 geen wijzigingen in de uitgaven meer voorgedaan.

Aanvullende Post

Aanvullende Post

Aanvullende Post: Uitgaven

 

In miljoenen euro

2024

  

Stand Basisstand Miljoenennota

532

Mutaties t/m Najaarsnota

‒ 5.698

  

Stand Najaarsnota

‒ 5.166

  

Meevallers

‒ 25

Meevaller Stelpost

‒ 25

  

In=uittaakstelling

4.279

Invulling in=uittaakstelling

4.279

  

Tegenvallers

912

Niet ingevulde in=uittaakstelling

912

  

Stand Financieel Jaarverslag Rijk

0

Uitgaven

De mutaties tot en met de Najaarsnota 2024 staan toegelicht in de Bijlage Verticale Toelichting bij de Voorjaarsnota 2024, bij de Miljoenennota 2025 en bij de Najaarsnota 2024.

Meevallers

Meevaller Stelpost

In 2024 heeft geen overheveling van de Aanvullende Post plaatsgevonden van de gereserveerde 25 miljoen euro voor het uitwerken van asielmaatregelen uit het Hoofdlijnenakkoord. De uitwerking van de maatregelen hebben namelijk niet tot budgettaire consequenties geleid voor het begrotingsjaar 2024. Deze 25 miljoen euro is daarom afgeboekt. 

In=uittaakstelling

Invulling in=uittaakstelling

Bij de Miljoenennota 2025 is de in=uittaakstelling ingevuld met circa 0,09 miljard euro. Bij de Najaarsnota is de in=uittaakstelling3 vervolgens met circa 3,2 miljard euro ingevuld. Bij het Financieel jaarverslag Rijk is de in=uittaakstelling met circa 4,3 miljard euro ingevuld.

Tegenvallers

Niet ingevulde in=uittaakstelling

Voor 2024 werd verwacht dat circa 8,5 miljard euro aan middelen niet tot besteding zou komen, zogeheten onderuitputting. Hiervan heeft zich circa 7,6 miljard euro aan onderuitputting gerealiseerd. Het restant van circa 0,9 miljard euro leidt tot een verslechtering van het EMU-saldo.

10 UITGAVENOVERZICHT OEKRAÏNE

Tabel 10.1 Uitgavenoverzicht Oekraïne

In miljoenen euro

2024

Justitie en Veiligheid

2.733

Gemeentelijke en particuliere opvang

2.378

Regeling Medische zorg Ontheemden (RMO)

184

Veiligheidsregio's en GGD'en

110

Directoraat Generaal Oekraïne en Nationale Opvangorganisatie (NOO)

23

Subsidies NGO's

20

Uitvoeringskosten IND

9

Uitvoeringskosten NIDOS

5

Accountability

3

Tolken

1

Basisregistratie Personen (BRP)

1

  

Defensie

2.482

Militaire goederen

2.482

  

Buitenlandse Zaken incl. BHO

641

Oekraïne-faciliteit EU

294

Steunpakket Oekraïne Voorjaarsnota 2024

175

Eerste steunpakket BZ/BHO 2024

100

Europese Vredesfaciliteit

85

Accountability

8

Specifieke steun BZ/BHO

7

Tweede steunpakket BZ/BHO 2023

2

Derde steunpakket BZ/BHO 2023

2

Kasschuif Ukraine Partnership Facility (UPF)

‒ 33

  

Financiën

186

EBRD Crisis Response Special Fund

75

Storting BCF voor opvang Oekraïense ontheemden

52

Begrotingssteun via EU

34

EBRD Kapitaalverhoging

25

LNG invoercapaciteit in de Eemshaven

4

Lening aan Oekraïne via IMF

0

Premieontvangsten garantie Gasunie

‒ 4

  

Economische Zaken en Klimaat

110

Gasopslag Bergermeer

83

Energiehulp (vanuit steunpakketten BZ/BHO)

25

Eerste steunpakket BZ/ BHO 2024

2

  

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

76

Nieuwkomersonderwijs

75

Eerste steunpakket BZ/BHO 2023

1

  

Gemeentefonds

30

Meerkostenregeling gemeentelijke zorg

30

  

Volksgezondheid, Welzijn en Sport

9

Zorg aan onverzekerden (SOV)

9

  

Infrastructuur en Waterstaat

1

Tweede steunpakket BZ/BHO 2023

1

  

Totaal

6.269

11 TOESLAGEN HERSTEL

Het overzicht de gerealiseerde uitgaven laat een totaal overzicht zien van alle uitgaven in 2024 aan de Hersteloperatie Toeslagen. De laatste stand van het budget is toegelicht in bijlage 4 van de Voorjaarsnota 2025. Er is minder uitgegeven dan dat er budget was, doordat het ritme van de uitbetaling van de programmamiddelen verschilde van de raming. De verwachting is dat deze middelen in latere jaren tot besteding zullen komen.

Tabel 11.1 Realisatie Toeslagen Herstel 2024

In miljoenen euro

Budget

Realisatie

Verschil

Programma

1.343

1.114

‒ 229

w.v. 30k, IB, aanvullende compensatie (incl. uitvoering VSO-route) en overig

513

419

‒ 94

w.v. Kindregeling

118

136

18

w.v. Kwijtschelden publieke schulden (incl. uitvoering; rijksbreed)

388

257

‒ 131

w.v. Kwijtschelden private schulden (incl. uitvoering)

63

55

‒ 8

w.v. Ex-partners (10k)

31

31

0

w.v. Ondersteuning door gemeenten

125

119

‒ 6

w.v. Reservering ondersteuning rechtsbijstand

10

7

‒ 3

w.v. Dwangsommen

65

61

‒ 4

w.v. Ouders in het buitenland (incl. uitvoering)

15

16

1

w.v. Uithuisplaatsingen kinderen (incl. uitvoering; JenV)

12

12

0

w.v. Schade-expert pool

4

1

‒ 3

Apparaat Financiën

498

481

‒ 17

Totaal

1.840

1.595

‒ 245

12 OPVOLGING INTERDEPARTEMENTALE BELEIDSONDERZOEKEN (IBO'S)

Doorgaans vindt elk jaar een aantal Interdepartementale Beleidsonderzoeken (IBO's) plaats naar belangrijke beleidsonderwerpen. De taakopdrachten van IBO's worden gepubliceerd als bijlage bij de Miljoenennota.

Hieronder wordt ingegaan op de doorwerking van de IBO's die de afgelopen jaren zijn afgerond op basis van, onder andere, de kabinetsreacties op de onderzoeken. Voor een volledig en actueel overzicht van alle gepubliceerde IBO’s, zie het overzicht Ingepland en uitgevoerd onderzoek op evaluaties.rijksfinancien.nl.

Breder instrumentarium woningbouw en grond – Op grond kun je bouwen (2024)

Op 24 juni 2024 is het IBO-rapport «Op grond kun je bouwen» vanwege de demissionaire status van het kabinet zonder kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. De kabinetsreactie volgde in november 2024.4 Het kabinet onderschrijft de constatering dat wonen een zorg is van de overheid. De ketenbenadering die in het IBO wordt benoemd spreekt het kabinet aan en is zowel in het hoofdlijnenakkoord als in het regeerprogramma terug te lezen. Het kabinet kondigt aan met een nieuw ontwerp Nota Ruimte te komen in de zomer van 2025. Daarin worden de resultaten van dit IBO meegenomen. Bovendien komt het kabinet, in lijn met het advies van de IBO, met een realisatiestimulans om de bouw te bevorderen en worden meerdere beleidsopties zoals een grondfaciliteit en een planbatenheffing verkend.

Problematische schulden – Naar een beter werkende schuldenketen (2024)

Op 27 juni 2024 is het IBO-rapport «Naar een beter werkende schuldenketen» vanwege de demissionaire status van het kabinet zonder kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. De kabinetsreactie volgde in oktober 2024.5 Het kabinet introduceert hierin een pakket aan maatregelen ten aanzien van het ontstaan, de invordering en het oplossen van schulden dat voortbouwt op het IBO. Het kabinet zal tot een ontwikkelagenda komen voor een integraal schuldenoverzicht om mensen te helpen meer grip en overzicht te krijgen op de persoonlijke financiële situatie. Daarnaast zet het kabinet in op vroegsignalering. Gemeenten kunnen contact zoeken met mensen bij signalen van partners, met als doel om problematische schulden te voorkomen. Ook heeft het kabinet aangekondigd leeftijdsverificatie voor Koop nu, betaal later-diensten bij wet te verplichten. Deze verplichting wordt meegenomen in de implementatie van het Consumer Credit Directive II. Het wetsvoorstel ter implementatie wordt naar verwachting in maart geconsulteerd. In de lagere regelgeving behorende bij dit wetsvoorstel wordt gekeken naar een mogelijke verlaging van de ondergrens voor raadpleging van Bureau Kredietregistratie en een mogelijke verlaging van de verificatiegrens als onderdeel van de kredietwaardigheidsbeoordeling. Het voorstel voor deze lagere regelgeving wordt naar verwachting rond de zomer geconsulteerd.

Pensioenopbouw – Pensioenopbouw in balans (2024)

Op 27 juni 2024 is het IBO-rapport «Pensioenopbouw in balans» vanwege de demissionaire status van het kabinet zonder kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. De kabinetsreactie op het IBO volgde in november 2024.6 In deze reactie is tevens een reactie opgenomen op de adviezen van de Stichting van de Arbeid en de Taskforce Inkomen voor Later. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft dankzij het IBO meer inzicht gekregen in de pensioenopbouw van verschillende typen huishoudens. De Minister is in lijn met het IBO van mening dat er nu geen aanvullende drastische wijzigingen in het pensioenstelsel moeten worden ingezet. Wel wil het kabinet een aantal maatregelen nemen die zijn gericht op vergroten van werkzekerheid, bevorderen van pensioenopbouw bij zelfstandigen, monitoring van pensioenopbouw bij specifieke groepen en verbeteren van informatievoorziening. Ten slotte  volgt het kabinet het advies van het IBO op om vervolgonderzoek uit te voeren om toekomstig pensioenbeleid te richten op netto vervangingsratio’s in plaats van bruto vervangingsratio’s, de eerste resultaten worden in de loop van 2025 verwacht.

Doelmatig hoger onderwijs – Talent op de juiste plek (2024)

Op 17 juli 2024 is het IBO-rapport «Talent op de juiste plek» vanwege de demissionaire status van het kabinet zonder kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. In de kabinetsreactie op het rapport uit oktober 20247 staat dat de komende tijd de focus wordt gelegd op de volgende drie opgaven: 1) het uitwerken van de langstudeermaatregel; 2) het bezien van bekostiging in het kader van een stabiele lange termijn van financiering en; 3) het stimuleren van samenwerking tussen en profilering door instellingen.  De eerste opgave is inmiddels ingehaald door politieke ontwikkelingen en daardoor niet meer van toepassing.

Bedrijfsfinanciering – Kies voor baten (2024)

Op 28 juni 2024 is het IBO-rapport «Kies voor baten» vanwege de demissionaire status van het kabinet zonder kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. De kabinetsreactie volgde op 6 december 2024.8 Het kabinet laat weten twee knelpunten uit het IBO, het tekort aan durfkapitaal voor latere groeifase van scale-ups en de beperkte toegang van mkb-bedrijven tot kleine kredietverlening, te onderzoeken. Dit kabinet heeft de slagkracht van Invest-NL vergroot met 900 miljoen euro. Daarnaast zet het kabinet in op een versterking van de private financieringsmarkt, en verkenning van een aanpassing van de garantstelling op financiering via het Borgstellingskrediet voor Het Midden en Klein Bedrijf om kleinere kredieten toegankelijker te maken. Bovendien heeft het kabinet besloten om de Groeifaciliteit te beëindigen, onder meer vanwege de uitkomsten van het IBO, het lage gebruik van de regeling en de lage kosten-baten verhouding.

Klimaat – Scherpe doelen, scherpe keuzes (2023)

Het IBO-rapport «Scherpe doelen, scherpe keuzes» is op 13 maart 2023 direct na afronding, zonder kabinetsreactie aan de Tweede Kamer aangeboden. In het voorjaar van 2023 heeft het kabinet een besluit genomen over een integraal pakket aanvullende klimaatmaatregelen, waar zowel is gekeken naar normering, beprijzing als subsidiëring (via het Klimaatfonds). Daarin zijn de resultaten van dit IBO meegenomen.

Biodiversiteit – Snel aan de slag! (2023)

Op 5 september 2023 is het IBO-rapport «Snel aan de slag!» aan de Tweede Kamer aangeboden. Vanwege de demissionaire status van het kabinet is er geen kabinetsreactie meegestuurd.

Toekomstbestendigheid van het mbo – Samen gericht opleiden voor wendbare vakmensen (2023)

Op 13 november 2023 is het IBO-rapport «Samen gericht opleiden voor wendbare vakmensen» aan de Tweede Kamer aangeboden. Vanwege de demissionaire status van het kabinet is er geen kabinetsreactie meegestuurd. Inmiddels werkt het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap aan de uitwerking van het beschikbaar stellen van de 90 miljoen euro aan krimpmiddelen in de periode 2025 ‒ 2027 en wordt gewerkt een pact Opleiden voor de arbeidsmarkt van de toekomst, waarin scholen en werkgevers afspraken vastleggen over de opleidingen die de scholen gaan aanbieden. Hierin worden verschillende resultaten van het IBO meegenomen.


X Noot
3

De in=uittaakstelling is de tegenhanger van de eindejaarsmarge. Om te voorkomen dat het uitgavenkader wordt overschreden door de jaarlijkse uitkering van de eindejaarsmarge, wordt tegelijkertijd een even grote taakstelling ingeboekt, de zogenoemde in=uittaakstelling. Hierdoor levert het doorschuiven via de eindejaarsmarge per saldo geen extra middelen op in het volgende jaar. De in=uittaakstelling wordt gaandeweg het jaar ingevuld met onderuitputting of meevallers op generale dossiers.

X Noot
4

Kamerstukken II, 2023-2024, 32 847, nr. 1216.

X Noot
5

Kamerstukken II, 2023-2024, 24 515, nr. 770.

X Noot
6

Kamerstukken II, 2023-2024, 32043, nr. 667.

X Noot
7

Kamerstukken II, 2023-2024, 31288, nr. 1155

X Noot
8

Kamerstukken II, 2023-2024, 32637, nr. 658.

Naar boven