36 610 Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001, de Successiewet 1956 en enkele andere wetten in verband met aanpassingen in een aantal fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten (Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025)

Nr. 12 AMENDEMENT VAN DE LEDEN DASSEN EN KOEKKOEK

Ontvangen 12 november 2024

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

I

In artikel I wordt voor onderdeel A een onderdeel ingevoegd, luidende:

0A

In artikel 2.13 wordt «36%» vervangen door «36,2%».

II

In artikel VI wordt na «Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024» ingevoegd «vervalt artikel II, onderdeel D, wordt in artikel VII, eerste lid, «artikel II, onderdeel D, en artikel V, onderdeel A, eerst toepassing vinden» vervangen door «artikel V, onderdeel A, eerst toepassing vindt».

Toelichting

Met ingang van 1 januari 2025 wordt de vrijstelling groen beleggen in box 3 gehalveerd van € 71.251 (€ 142.502 voor fiscale partners)1 naar € 30.000 (€ 60.000 voor fiscale partners) als gevolg van het aangenomen amendement van de leden Van Dijk en Erkens2 bij de Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024. Met dit amendement wordt dit teruggedraaid. Dit wordt met dit amendement gedekt door het tarief van box 3 te verhogen met 0,2 procentpunt naar 36,2%.

Groen beleggen is een fiscale regeling met als doel om kapitaal van particuliere spaarders en beleggers aan te trekken voor innovatieve duurzame projecten. Het is een doelmatige en doeltreffende regeling. Vanwege het hoge risicokarakter van deze beleggingen en om deze innovatieve duurzame beleggingen te stimuleren is er een belastingvoordeel vanuit de overheid beschikbaar gesteld. Zo krijgen spaarders en investeerders een tegemoetkoming voor het vaak lagere rendement op groene beleggingen ten opzichte van «gewone» beleggingen. In oktober 2023 is er echter besloten om de tegemoetkoming te halveren per 1-1-2025. Indiener beoogt met dit amendement de halvering teniet te doen en groen beleggen te blijven stimuleren.

Het onderzoeksrapport van het RvO liet zien dat er grote consequenties zijn van het halveren van de vrijstelling. Voor spaarders en beleggers, die beleggen in duurzame en innovatieve projecten, zou het ingelegde vermogen in 2025 leiden tot een daling van zo’n 30% tot 37% wat neer komt op een daling van hun vermogen van 6,7 miljard naar 4,2 miljard. Daarnaast is de verwachting dat er een daling is van de omvang van groenbanken en -fondsen. Tot slot zouden er minder duurzame en innovatieve projecten worden gefinancierd.

Indieners willen met het voorliggende voorstel ervoor zorgen dat de groenbanken en -fondsen innovatieve en duurzame projecten kunnen blijven financieren en dat groen beleggen gestimuleerd blijft. Het RvO geeft aan dat innovatieve en duurzame projecten als geothermie, waterstof of biobased bouwen door de halvering hoogstwaarschijnlijk in gevaar komen. Daarnaast heeft het kabinet heeft met de bezuinigingen op onderzoek en innovatie gesteld dat de overheid minder innovatie gaat stimuleren maar dat private partijen dit gat kunnen invullen. Indieners willen met het voorliggende voorstel dit laatste juist stimuleren

Dassen Koekkoek


X Noot
1

Bedragen in 2024.

X Noot
2

Kamerstukken II 2023/24, 36 421, nr. 11.

Naar boven