Kamerstuk
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 36600-XII nr. H |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
|---|---|---|---|
| Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2024-2025 | 36600-XII nr. H |
Vastgesteld 25 april 2025
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening2 heeft schriftelijk overleg gevoerd met de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over toezegging T03865 (Bus Rapid Transport). Bijgaand brengt de commissie hiervan verslag uit. Dit verslag bestaat uit:
• De uitgaande brief van 11 februari 2025.
• De antwoordbrief van 22 april 2025.
De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, Dragstra
Aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat
Den Haag, 11 februari 2025
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening heeft kennisgenomen van uw brief van 16 december 2024, waarbij u reageert op het gebruikelijke halfjaarlijkse toezeggingenrappel van de Kamer.3 Met verwijzing naar de in het rappel opgenomen toezegging T038654 wenst het lid van de fractie van OPNL de regering enkele vragen voor te leggen.
Genoemd lid merkt op dat de Minister in zijn reactie op de status van deze toezegging aangeeft dat Rijkswaterstaat niet betrokken is bij de BRT-studie op de corridor Den Bosch-Waalwijk-Oosterhout. Dit terwijl de regering eerder toezegde in een brief in te gaan op de busverbinding die ook over de rijksweg A59 zou moeten gaan en hierover met de provincie in gesprek te gaan. Inmiddels is de BRT Den Bosch–Waalwijk–Tilburg opgenomen in de voorwaarden voor de OV-concessie Noordoost–Noord-Brabant. Het lid van de OPNL-fractie vraagt regering of zij inmiddels een gesprek gevoerd heeft en, zo ja, wat daarvan de uitkomst was. Indien dat niet het geval is, vraagt genoemd lid de regering wanneer zij dit gesprek zal gaan voeren.
Tevens vraagt genoemd lid de regering welke ideeën zij zelf heeft bij de eventuele inpassing van de BRT op de A59. Overweegt de regering bijvoorbeeld het toestaan van het gebruik van de vluchtstrook voor de bussen?
De vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening ziet met belangstelling uit naar uw reactie en ontvangt deze graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.
Voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, E. Kemperman
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 april 2025
Graag bedank ik de heer Van der Goot van de fractie OPNL voor de vragen die zijn voorgelegd op basis van de brief van 16 december 20245 en de reactie hierin op de toezegging T038656. Dit betreft de vraag of ik in gesprek ben met de initiatiefnemers van de BRT-studie op de corridor Den Bosch–Waalwijk–Oosterhout.
Tevens vraagt genoemd lid de regering welke ideeën zij zelf heeft bij de eventuele inpassing van de BRT op de A59. Overweegt de regering bijvoorbeeld het toestaan van het gebruik van de vluchtstrook voor de bussen? Met deze brief geef ik graag antwoord op de gestelde vragen en duid ik de betrokkenheid van het kabinet bij de ontwikkeling van Bus Rapid Transit (BRT).
Het kabinet heeft aandacht voor de ontwikkeling van BRT als onderdeel van het beleid voor beter busvervoer naar dorpskernen en als mogelijke verlichting van congestie op het hoofdwegennet. Met de provincie Noord-Brabant heb ik regulier contact, onder andere over BRT. De provincie geeft aan dat deze verbinding inderdaad in een vroeg stadium van verkenning zit. Het is dan ook als één van de maatregelen opgenomen in het brede mobiliteitspakket voor de A2 Deil–Vught, dat is gefinancierd uit het restbudget en vastgesteld in het BO MIRT van 2024 (zie bijlage, regio Zuid-Nederland afspraak onder 4). Op dit moment hebben voor de provincie Noord-Brabant echter andere trajecten prioriteit. Rijkswaterstaat geeft mede daarom momenteel prioriteit aan de BRT-trajecten via de A2/A67/A50, A58 en A27.
Inpassing van de BRT vindt ook op andere plekken in Nederland plaats. Vluchtstrookgebruik wordt hierbij al veelvuldig toegepast en de mogelijkheden om dit uit te breiden wordt op verschillende trajecten in het land verkend. Het inpassen van bussen op de vluchtstrook is echter locatie specifiek. Dit heeft onder andere te maken met de lokale inpassing van maatregelen om de verkeersveiligheid te borgen en met de intensiteit van het verkeer. Of gebruik van de vluchtstrook mogelijk is voor de A59 zal daarom te zijner tijd apart beschouwd moeten worden.
Ik blijf in gesprek met de provincie en met Rijkswaterstaat en zal via de bestuurlijke overleggen MIRT de afspraak over deze maatregel blijven monitoren.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat – Openbaar Vervoer en Milieu,
mede namens deze, De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Madlener
Samenstelling:
Van Wijk (BBB), Kemperman (BBB) (voorzitter), Van Langen-Visbeek (BBB), Jaspers (BBB), Lievense (BBB), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Kluit (GroenLinks-PvdA), Crone (GroenLinks-PvdA), Janssen-van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Martens (GroenLinks-PvdA), Van de Linden (VVD), Klip-Martin (VVD), Meijer (VVD), Kaljouw (VVD), Rietkerk (CDA) (ondervoorzitter), Prins (CDA), Van Meenen (D66), Aerdts (D66), Van Kesteren (PVV), Nicolaï (PvdD), Nanninga (JA21), Van Aelst-Den Uijl (SP), Holterhues (CU), Dessing (FVD), De Vries (SGP), Hartog (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36600-XII-H.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.