36 550 IX Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2024 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

Nr. 7 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 juni 2024

Ouders in afwachting van de vergoeding van hun aanvullende schade wachten te lang. In navolging van de reeds aangekondigde maatregelen in de brieven van 31 mei jl.1 stuurt het kabinet daarom hierbij een nota van wijziging (NvW) op de 1e suppletoire begroting van Financiën (Kamerstuk 36 550 IX, nr. 6). De aanleiding hiervoor zijn de wens van het kabinet om de tijd tussen het einde van de pilot en de start van de definitieve SGH-route zo kort mogelijk te houden, de lopende gesprekken met Stichting (Gelijk)waardig Herstel (SGH), en de in de motie Grinwis c.s.2 uitgesproken wens – door alle partijen in uw Kamer, uitgezonderd JA21- om de schaderoute via SGH voor de zomer op te schalen en daarbij opvolging te geven aan de aanbevelingen uit de evaluatie, en de route primair te richten op gedupeerden voor wie de Catshuisregeling van € 30.000 onvoldoende is.

De gezamenlijke wens van het kabinet en SGH is om van deze route een succes te maken. De voortgang van de gesprekken en de stappen die inmiddels zijn gezet in relatie tot de Kamerbrief van 31 mei 2024 maken dat het kabinet er vertrouwen in heeft dat het sluiten van een dienstverleningsovereenkomst (DVO) op korte termijn mogelijk zou moeten zijn.

De stemmingen over de Voorjaarsnota zijn het laatste moment waarop de Tweede Kamer het geld beschikbaar kan maken voor opschaling, en ook de Eerste Kamer nog op korte termijn een besluit kan nemen. Deze stemmingen komen vrijwel zeker te vroeg om pas een begrotingswijziging voor te leggen nádat een DVO is vastgesteld.

Het kabinet wil een zo spoedig mogelijk vervolg van de SGH-route faciliteren door alvast middelen beschikbaar te hebben. Door de bijgevoegde nota van wijziging voor te leggen aan uw Kamer kan, indien het eindresultaat van de gesprekken met SGH redelijkerwijs binnen de kaders van deze NvW valt, de route via SGH bij het tekenen van de DVO snel van start gaan met voldoende beschikbaar budget. Op deze manier wil het kabinet voorkomen dat ouders niet langer dan nodig moeten wachten op duidelijkheid. Zodra er een akkoord is over een DVO zal de Kamer daarover worden geïnformeerd.

Met deze brief wordt voldaan aan het verzoek van het lid Grinwis om voor het eind van deze week een brief te ontvangen over hoe zijn motie is uitgevoerd.

Opschaling SGH

Op 13 juni jl. heb ik met uw Kamer gesproken over de afhandeling van aanvullende schade voor gedupeerde ouders. Hierbij heeft het kabinet aangegeven dat de pilot van SGH belangrijke voordelen heeft, zoals oudertevredenheid en relatief lage uitvoeringskosten. Maar uit de evaluatie kwamen ook meerdere verbeterpunten. De werkwijze zoals die in de pilot was toegepast, bleek tot uitkomsten te leiden die niet goed uitlegbaar waren. Zo werden vergoedingen uitbetaald voor schades die ontstaan waren voor de terugvorderingen van de toeslagenaffaire, en werd geconstateerd dat het toegepaste schadekader ertoe leidde dat verschillende posten vaak in samenhang met andere schadeposten worden toegekend en hierdoor het risico ontstaat dat schade twee keer wordt vergoed. Zoals ook bij het debat aangegeven leidt continuering van de SGH-route onder pilot-voorwaarden tot de onuitlegbare uitkomsten en daarnaast onrechtmatigheid.

Het kabinet heeft de wens uitgesproken de pilot van de SGH op te schalen en heeft daar een aantal voorwaarden aan verbonden om de aandachtspunten uit de evaluatie te adresseren. Deze voorwaarden zien op de uitlegbaarheid, schaalbaarheid en robuustheid van de schadeafhandeling door de SGH. Daarbij heeft het kabinet aangegeven dat de periode tussen het aflopen van de pilot en de opschaling zo kort mogelijk moet zijn, om ouders zo snel mogelijk duidelijk te geven over het vervolg. In navolging hiervan heeft uw Kamer met de motie Grinwis c.s. het kabinet verzocht om nog voor het aanstaande zomerreces de SGH-route op te schalen en een nieuwe DVO af te sluiten, waarbij opvolging wordt gegeven aan de aanbevelingen van de evaluatie en focus wordt aangebracht door de route primair te richten op ouders die meer compensatie dan de € 30.000 euro van de Catshuisregeling hebben ontvangen in de beschikking bij hun integrale beoordeling (IB).

Budgettaire gevolgen

Een overeenkomst met SGH is te bezien in het geheel van de aanvullende schaderoutes. Daarom is een integrale raming voor het totaal aan aanvullende schaderoutes gemaakt. Het totaal aanvullend benodigde budget voor de aanvullende schaderoutes wordt op dit moment geraamd op ca. € 2,3 mld. De dekking hiervan wordt meegenomen in de budgettaire besluitvorming in augustus. Dit bedrag bestaat uit twee delen, ca. € 1,4 mld. op de Financiënbegroting en ca. € 900 mln. als reservering op de Aanvullende Post (AP). Dit is gebaseerd op een grofmazige raming, met grote onzekerheden over het aantal gedupeerden per route en hun gemiddelde schade. Er is reeds € 400 mln. beschikbaar op Artikel 13 en € 1,2 mld. gereserveerd op de Aanvullende Post (AP) voor de aanvullende schaderoutes. Met het aanvullend benodigde budget van € 2,3 mld., komt het totale budget voor de aanvullende schaderoutes op € 3,9 mld.

In de raming is een aantal aannames gedaan over het aantal gedupeerden en de gemiddelde compensatiebedragen bij de verschillende schaderoutes, en de uitvoeringskosten per route. Daarnaast lopen de gesprekken met SGH nog, die nog gevolgen kunnen hebben voor zowel het ingeschatte aantal deelnemers als op de gemiddelde uitgekeerde schadevergoeding. Daarnaast reserveert het kabinet € 900 mln. op de AP. Voor alle uitgaven aan de SGH-route geldt het voorbehoud dat pas verplichtingen en uitgaven worden aangegaan na ondertekening van de dienstverleningsovereenkomst. In bijlage 1 is meer informatie te vinden over de onderbouwing en de opbouw van deze raming.

Schikkingsvoorstel voor bezwaarzaken

Zoals in de Voortgangsrapportage hersteloperatie toeslagen januari-april 2024 aangekondigd, zijn op basis van ervaringen in Groningen onconventionele maatregelen verkend om de afhandeling van bezwaar te versnellen.3 Er ligt immers een grote werkvoorraad aan af te handelen bezwaren, en het lukt momenteel niet om bezwaren binnen de wettelijke beslistermijn af te handelen ondanks al vele ingezette maatregelen om de instroom van bezwaren te voorkomen en bezwaren sneller af te handelen, waarover uw Kamer al eerder is geïnformeerd. Met een eenmalige inhaalactie met een schikkingsvoorstel wil het kabinet versneld duidelijkheid geven aan een deel van de mensen die bezwaar hebben gemaakt, en daarmee ook de behandeling van de bezwaren als geheel versnellen.

Het kabinet gaat een schikkingsvoorstel van € 5.000 doen voor de afhandeling van bezwaren van gedupeerde ouders die vóór 1 juni 2024 zijn ingediend, en die op 1 september 2024 nog niet zijn afgehandeld. Met de introductie van het schikkingsvoorstel verwacht het kabinet niet alleen een versnelling in de bezwaarafhandeling, maar ook een besparing op de totale kosten van deze afhandeling, mogelijk oplopend tot € 16 miljoen. Vanwege deze verschuiving op de begroting van de bezwaarafhandeling van apparaatskosten naar beleidsmiddelen, wordt de wijziging in deze NvW op de 1e suppletoire begroting van Financiën aan de Kamer voorgelegd.

Tot slot

De inzet van het kabinet blijft om de hersteloperatie te versnellen en te verbeteren. Onderdeel daarvan is dat de SGH-route zo snel mogelijk wordt opgeschaald conform de voorwaarden die het kabinet heeft gesteld. Het kabinet verzoekt daarom uw Kamer om op 27 juni 2024 te stemmen over de 1e suppletoire begroting van Financiën inclusief de nota van wijziging.

De Staatssecretaris van Financiën, A. de Vries


X Noot
1

Kamerstukken II 2023/24, 31 066, nr. 1390; Kamerstukken II, 2023/24, 31 066, nr. 1391.

X Noot
2

Kamerstukken II 2023/24, 31 066, nr. 1405.

X Noot
3

Kamerstukken II 2023/24, 31 066, nr. 1391.

Naar boven