36 523 (R2191) Wijziging van de Overeenkomst betreffende een eengemaakt octrooigerecht; Brussel, 26 juni 2023 (Trb. 2023,114)

B/ Nr. 2 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN NADER RAPPORT

Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk d.d. 20 december 2023 en het nader rapport d.d. 26 februari 2024, aangeboden aan de Koning door de Minister Buitenlandse Zaken, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat. Het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk is cursief afgedrukt.

Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 29 november 2023, no.2023002809, machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk haar advies inzake het bovenvermelde verdrag rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 20 december 2023, nr. W02.23.00350/II/K, bied ik U hierbij aan.

De tekst van het advies treft U hieronder aan, voorzien van mijn reactie.

Bij Kabinetsmissive van 29 november 2023, no.2023002809, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Buitenlandse Zaken mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat, bij de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk ter overweging aanhangig gemaakt de wijziging van de Overeenkomst betreffende een eengemaakt octrooigerecht; Brussel, 26 juni 2023 (Trb. 2023, 114), met toelichtende nota.

De Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk heeft geen opmerkingen over het verdrag.

De Afdeling adviseert het verdrag aan de beide Kamers der Staten-Generaal, de Staten van Curaçao en die van Sint Maarten over te leggen.

De Vice-President van de Raad van State van het Koninkrijk,

Th.C. de Graaf

Het verdrag geeft de Afdeling advisering van de Raad van State van het Koninkrijk geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.

Ik verzoek U, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat, mij te machtigen gevolg te geven aan mijn voornemen het verdrag vergezeld van de toelichtende nota ter stilzwijgende goedkeuring over te leggen aan de Eerste en aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal en aan de Staten van Curaçao en aan de Staten van Sint Maarten.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot

Naar boven