Aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Den Haag, 9 april 2024
Op voorstel van de fractie van GroenLinks-PvdA heeft de commissie Immigratie en Asiel/JBZ-Raad
de Kamer geadviseerd u te verzoeken een parlementair behandelvoorbehoud te maken,
zoals bedoeld in artikel 4 van de Goedkeuringswet van het Verdrag van Lissabon, bij
het voorstel voor een Richtlijn tot vaststelling van minimumvoorschriften ter voorkoming
en bestrijding van mensensmokkel COM(2023)755. De Kamer heeft op 12 maart 2024 besloten
dat zij het aan de orde zijnde voorstel van zodanig politiek belang acht dat zij over
de behandeling daarvan op bijzondere wijze wenst te worden geïnformeerd.
Bij brief van 12 maart 20241 heeft de Kamer dit besluit aan u medegedeeld en bent u verzocht om voor bedoeld voorstel
een parlementair behandelvoorbehoud te maken. Daarnaast werd u bij deze brief verzocht
om geen onomkeerbare stappen te zetten in de onderhandelingen over het betreffende
voorstel totdat voormelde commissie een mondeling overleg met u heeft kunnen voeren.
Dit mondeling overleg heeft op 26 maart 2024 in de Kamer plaatsgevonden.
Tijdens dit mondeling overleg hebben fracties kenbaar kunnen maken welk politiek belang
zij hechten aan het onderhavige richtlijnvoorstel. Dit spitste zich toe op de vraag
naar de eventuele mogelijkheid om explicieter duidelijk te maken – ook ter inkadering
van het minimaal te handhaven rechtsstatelijk niveau alle lidstaten bij de implementatie –
hoe humanitaire hulpverlening niet gerekend wordt tot de «hulpverlening bij» illegale
binnenkomst, illegale doortocht en illegaal verblijf in de Unie die strafbaar gesteld
moet worden op basis van de onderhavige richtlijn ter bestrijding van mensensmokkel.
Met verwijzing naar artikel 4, lid 3, van de Goedkeuringswet bij het Verdrag van Lissabon
bevestig ik u hierbij dat tijdens voormeld mondeling overleg tot de volgende aanvullende
specifieke informatieafspraken is gekomen.
Bovenop bestaande afspraken rondom de informatievoorziening bij de JBZ-Raad zal de
Kamer bij alle verslagen van de JBZ-Raad in detail geïnformeerd worden over (de voortgang
van) de onderhandelingen, het krachtenveld en de actuele kabinetsinzet met betrekking
tot het voorstel voor een Richtlijn tot vaststelling van minimumvoorschriften ter
voorkoming en bestrijding van mensensmokkel COM(2023)755, specifiek op de dimensie
van humanitaire hulpverlening, ook wanneer deze in andere overleggremia dan de JBZ-Raad
staat geagendeerd.
Voor de goede orde wijs ik u erop dat met deze afspraken de voortzetting van het parlementair
behandelvoorbehoud bij bovengenoemd voorstel niet langer noodzakelijk wordt geacht.
De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, Bruijn