36 470 IX Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 3 VERSLAG HOUDENDE EEN LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 22 december 2023

De vaste commissie voor Financiën, belast met het voorbereidend onderzoek van dit voorstel van wet, heeft de eer verslag uit te brengen in de vorm van een lijst van vragen met de daarop gegeven antwoorden.

De vragen zijn op 11 december 2023 voorgelegd aan de Minister van Financiën. Bij brief van 15 december 2023 zijn ze door de Minister van Financiën beantwoord.

Met de vaststelling van het verslag acht de commissie de openbare behandeling van het wetsvoorstel voldoende voorbereid.

De fungerend voorzitter van de commissie, Tielen

De adjunct-griffier van de commissie, Schukkink

VRAAG 1

Vraag 1

Welk beleggingsresultaat heeft de Staat tussentijds behaald op de verkoop van de aandelen ABN AMRO? Kunt u in uw antwoord onderscheid maken tussen het resultaat uit dividendontvangsten en de ontwikkeling van de aandelenkoers en dit af zetten tegen de rentelasten?

Antwoord op vraag 1

ABN AMRO is in staatshanden gekomen om de stabiliteit van het financiële stelsel te borgen en niet als een investering om rendement op te maken. De staat is geen belegger en investeert dus niet risicovol als daar geen publiek belang mee is gediend.

In lijn met het kabinetsbeleid om ABN AMRO zo snel als verantwoord mogelijk volledig terug naar de markt te brengen, zijn in 2023 verschillende stappen gezet. Op 10 februari 2023 is een verkoopprogramma aangekondigd.1 Op 9 oktober 2023 is de Tweede Kamer geïnformeerd dat dit verkoopprogramma was afgerond en dat het staatsbelang was teruggebracht tot 49,5 procent.2 Op 30 november 2023 is een tweede verkoopprogramma aangekondigd. Dit verkoopprogramma is erop gericht om af te bouwen tot circa 40 procent.3

In de brief van 9 oktober 2023 aan uw Kamer is een overzicht gegeven van de uitgaven en ontvangsten. Hieronder ziet u een vergelijkbaar overzicht waarbij de beurskoers geactualiseerd is. Zoals gebruikelijk doen wij in het openbaar geen uitspraken over lopende of toekomstige verkooptransacties. Dit zou het succes van dergelijke transacties kunnen beïnvloeden. Het huidige verkoopprogramma is daarom niet in onderstaande tabel verwerkt.

Tabel 1 Overzicht van uitgaven en ontvangsten verkoop AB N AMRO
 

Bedrag in € mld.

Berekening

A. Kapitaaluitgaven

21,7

 

B. Toerekenbare rentelasten

6,0

 

C. Totale uitgaven

27,7

(A+B)

     

D. Verkoopopbrengsten

9,6

 

E. Dividendontvangsten

5,8

 

F. Totale ontvangsten

15,4

(D+E)

     

G. Openstaande investering

12,3

(C-F)

     

H. Marktwaarde aandelen (11-12-2023: 13,13)

5,6

 
     

I. Huidig resultaat investering

– 6,7

(H-G)

Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de marktwaarde (o.b.v. de beurskoers op 11 december 2023) onvoldoende is om de totale kapitaaluitgaven terug te verdienen. Ook indien de rentelasten en dividendontvangsten buiten beschouwing worden gelaten, zijn de marktwaarde (regel H in de tabel hierboven) en de verkoopopbrengsten (D) op dit moment onvoldoende om de oorspronkelijke kapitaaluitgaven (A) terug te verdienen. Voor beide rekenmethodes geldt dat het uiteindelijke resultaat pas bepaald kan worden na de verkoop van het laatste aandeel.

VRAAG 2

Vraag 2

Kunt u aangeven wat de budgettaire effecten zijn van een scenario waarin de startersaftrek wordt afgeschaft maar de zelfstandigenaftrek, die op dit moment versneld wordt afgebouwd, wordt gehandhaafd op het huidige niveau?

Antwoord op vraag 2

Het afschaffen van de startersaftrek levert structureel 128 miljoen euro op. Om de zelfstandigenaftrek op het niveau van 2023 te houden, moet deze structureel met 4.130 euro verhoogd worden. Dit kost structureel ongeveer 1,2 miljard euro. De doorwerking op toeslagen is hierbij niet meegenomen.

VRAAG 3

Vraag 3

Wat zijn de gevolgen van de vervroegde aflossing door Griekenland van de Greek Loan Facility voor het voldoen aan eventuele (hervormings)voorwaarden verbonden aan deze faciliteit?

Antwoord op vraag 3

De vervroegde aflossing door Griekenland van de Greek Loan Facility (GLF) heeft geen gevolgen voor de hervor­ mingen die destijds als voorwaarden zijn gesteld voor het ontvangen van de financiële steun.


X Noot
1

Kamerstukken II 2023–2024, 31 789, nr. 109

X Noot
2

Kamerstukken II 2023–2024, 31 789, nr. 113

X Noot
3

2023Z19538, nog geen definitief Kamerstuknummer

Naar boven