31 789 Staatsdeelnemingen Fortis en ABN AMRO

Nr. 113 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 oktober 2023

Op 25 september 2023 informeerde ik u dat het aandelenbelang van de staat in ABN AMRO onder de 50% was gedaald en dat het dribble-out-programma naar verwachting de komende periode zou worden afgerond.1 Dit is inmiddels het geval, zie ook het persbericht van NLFI in de bijlage. Ik licht dit hieronder nader toe. Daarnaast informeer ik u in deze brief ook over de verkoopopbrengst van het aandeleninkoopprogramma van ABN AMRO.

Afronding dribble-out-programma

ABN AMRO is in 2008 in staatshanden gekomen om de stabiliteit van het financiële stelsel te borgen. Na de verkrijging van ABN AMRO is steeds het tijdelijke karakter van het staatsaandeelhouderschap benadrukt. De doelstelling was en is het op verantwoorde wijze terugbrengen naar de markt. In 2015 is hierin de eerste stap gezet met de beursgang van ABN AMRO. In 2016 en 2017 is de afbouw voortgezet en hebben drie vervolgtransacties plaatsgevonden. Met de afronding van het dribble-out-programma is hierin een volgende stap gezet.

Op 10 februari 2023 is het dribble-out-programma gestart met als doel het staatsbelang af te bouwen tot iets minder dan 50%. Ik heb NLFI hiervoor mandaat verleend om certificaten van aandelen te verkopen tot een aandelenbelang van 49,5% resteerde. Conform dit mandaat heeft NLFI ongeveer 58,5 mln. (certificaten van) aandelen verkocht. De verkoopopbrengst was EUR 842,3 mln.

Inkoopprogramma voor eigen aandelen ABN AMRO

Volledigheidshalve informeer ik u hierbij ook over de verkoopopbrengst van het aandeleninkoopprogramma van ABN AMRO. Dit programma liep deels parallel aan het dribble-out programma van NLFI. Op 8 februari 2023 heb ik de Tweede Kamer geïnformeerd over de start van het inkoopprogramma en mijn instemming met een pro rata deelname van NLFI aan dit inkoopprogramma.2 ABN AMRO heeft het inkoopprogramma op 11 april 2023 afgerond. Binnen dit programma heeft ABN AMRO ongeveer 18 mln. (certificaten van) aandelen van NLFI gekocht. Op 1 augustus 2023 heeft ABN AMRO de ingekochte aandelen ingetrokken.3 De bruto verkoopopbrengst voor de staat betrof EUR 281,3 mln.4Zoals eerder toegelicht is het relatieve belang in ABN AMRO door de pro rata deelname aan het inkoopprogramma niet gewijzigd.

De verkoopopbrengsten van het dribble-out-programma en het inkoopprogramma van ABN AMRO zijn conform de begrotingsregels niet kader- en niet EMU-saldo relevant. Door de opbrengst is de staatsschuld lager, maar dit heeft geen effect op de budgettaire ruimte van het kabinet of op het EMU-saldo.

Hieronder vindt u een geactualiseerd overzicht van de historische uitgaven en ontvangsten.

   

Bedrag in € mld.

Berekening

A

Kapitaaluitgaven

21,7

 

B

Toerekenbare rentelasten

6,0

 

C

Totale uitgaven

27,7

(A+B)

       

D

Verkoopopbrengsten

9,6

 

E

Dividendontvangsten

5,8

 

F

Totale ontvangsten

15,4

(D+E)

       

G

Openstaande investering

12,3

(C–F)

       

H

Marktwaarde aandelen (04-10-2023: € 13,20)

5,7

 
       

I

Huidig resultaat investering

-/- 6,7

(H–G)

* Door afronding kan de som der delen afwijken van het totaal.

** In de verkoopopbrengst (regel D) zijn de opbrengst van de dribble out en het aandeleninkoopprogramma van ABN AMRO opgenomen.

Uit bovenstaand overzicht blijkt dat de marktwaarde (o.b.v. de beurskoers op 4 oktober 2023) onvoldoende is om de totale kapitaaluitgaven terug te verdienen. Ook indien de rentelasten en dividendontvangsten buiten beschouwing worden gelaten, zijn de marktwaarde (regel H in de tabel hierboven) en de verkoopopbrengsten (D) op dit moment onvoldoende om de oorspronkelijke kapitaaluitgaven (A) terug te verdienen. Voor beide rekenmethodes geldt dat het uiteindelijke resultaat voor de schatkist pas bepaald kan worden na de verkoop van het laatste aandeel.

De aandelenkoers op 4 oktober 2023 was € 13,20. Om de totale kapitaaluitgaven terug te verdienen zou het gehele resterende belang tegen een koers van € 28,74 verkocht dienen te worden. Het is niet realistisch dat een dergelijke koers op korte termijn bereikt zal worden. De staat is geen belegger en investeert dus niet risicovol als daar geen publiek belang mee is gediend. Jaren wachten in de hoop een hogere opbrengst te realiseren is daarom onwenselijk. ABN AMRO is in staatshanden gekomen om de stabiliteit van het financiële stelsel te borgen en niet als investering om rendement op te maken. NLFI heeft in haar advisering over de afbouw getoetst of de beurskoers van ABN AMRO in lijn was met die van een peer group. Dit was het geval en vormde zodoende geen belemmering voor het verkoopprogramma.

NLFI zal mij ook de komende periode adviseren over de verdere afbouw van het belang in ABN AMRO. Zoals gebruikelijk zal ik de Kamer (indien nodig vertrouwelijk) informeren op het moment dat er nieuwe ontwikkelingen zijn.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag


X Noot
1

Kamerstuk 31 789, nr. 112.

X Noot
2

Kamerstuk 31 789, nr. 110.

X Noot
4

Voor aftrek van kosten en ingehouden dividendbelasting.

Naar boven