36 441 Wijziging van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld

E TWEEDE VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT1

Vastgesteld 11 april 2024

Inleiding

De fractieleden van BBB, VVD, JA21 en 50PLUS hebben met belangstelling kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag. Zij willen daarover graag een aantal nadere vragen stellen aan de regering.

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De Nederlandse staat is de afgelopen 60 jaar onzorgvuldig omgegaan met de verschillende belangen rond de gaswinning in Groningen, zo stellen de fractieleden van de BBB. Het Hollands Gas werd Gronings Verdriet. Het gebrek aan zorgvuldigheid vanuit de overheid en het onvermogen van uitvoeringsorganisaties om fysieke schade en de gevolgen voor welzijn en welbevinden te adresseren werden pijnlijk duidelijk in de parlementaire enquête. Veel leden van de BBB zijn lid geworden van de BBB en politiek actief geworden vanwege het onrecht in Groningen. We leven vanuit de BBB-fractie mee met de Groningers!

Deze wet dwingt onomkeerbaarheid van het besluit af door zowel het beëindigen van de vergunning als ook de ontmanteling van de winningsinfrastructuur, inclusief het onbruikbaar maken van de winningsputten en legt een moratorium op gasboren in de Waddenzee. Een wet met grote impact. Het gaat over de strategische autonomie en energie-zekerheid van Nederland, die nooit meer ten koste mag gaan van de veiligheid van Groningers. De fractieleden van de BBB hebben, na bestudering van de nota naar aanleiding van het verslag van 29 maart jongstleden, alsmede het commissiedebat in de Tweede Kamer van 3 april 2024 daarover, nog een aantal vragen.

De fractieleden van de BBB zijn en blijven voor de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld, daarover geen twijfel. Los daarvan horen deze leden graag van de regering een visie op de toekomst. Waar komt het gas dan vandaan?

In het vorige verslag vroegen de fractieleden van de BBB het volgende:

«De afhankelijkheid van gasgestookte energiecentrales, zeker nu kolencentrales verboden worden en de gasgestookte centrales een steeds groter deel van de piekbelasting op moeten kunnen vangen wanneer zon en wind onvoldoende energie leveren, neemt toe. De leden van de BBB-fractie vragen hoe deze ontwikkelingen zijn opgenomen in de analyses en hoe de regering de conclusie van de DNV (rapportage januari 2023) hierbij beoordeelt.2 Welke impact heeft de verdere integratie van elektriciteitsnetten met omliggende landen en de verwachte versnelling van elektrificatie hierop? De fractieleden van de BBB vragen zich af of we hierdoor niet tegen vergelijkbare risico’s aanlopen als we op dit moment ervaren met de netcongestie en het tekort aan drinkwater?»

De fractieleden van de BBB concluderen dat de regering geen antwoord geeft op de vraag, omdat deze validatie een analyse van een vorig gasjaar betreft. Op dit moment is er nog geen nadere validatie van gasjaar 2024/2025 beschikbaar. Daarom wensen de leden van de BBB-fractie een antwoord op de gestelde vraag hoe de regering de afwijkende beoordeling van het DNV apprecieert.

Uit de brief van 9 februari 2024 blijkt dat de regering het rapport van de Gasunie Transport Services (hierna: GTS) voor gasjaar 2024/2025 ook laat valideren.3 De fractieleden van de BBB vragen of deze validatie ondertussen klaar is. Is deze beschikbaar voor de Kamer? Zo ja, zit in die validatie een vergelijkbaar verschil (impact door opname verwachting gascentrales) als door het DNV geduid in de validatie van 2023/2024?

In het antwoord op de hierboven uitgeschreven vraag over gasgestookte energiecentrales in de nota naar aanleiding van het verslag verwijst de regering verder naar de brief van 11 maart.4 Hoe verhoudt de hier gestelde conclusie zich tot de rapportage van de GTS van 27 maart 2024 waarin hij concludeert dat de capaciteitsbalans niet kloppend is?5 De BBB-fractie ontvangt hierop graag een toelichting.

In de nota naar aanleiding van het verslag en in antwoord op de vragen van de leden van de BBB-fractie betreffende de uitgangpunten van de statistische berekeningen (1–20 winter/30 jaar data) versus 50 jaar, verwijst de regering naar de gaswet 2019. Daarmee voldoet de regering wellicht aan de wet en beantwoordt zij technisch «de waarom-vraag van de BBB-fractie», maar de intentie van de vraag (en nadere vragen) van de fractie waren breder. Anders geformuleerd, deze vragen nu in één vraag samengevat: kan de regering kwantitatief aangeven wat de impact van het nemen van een 1–50 winter en 50 jaar data als uitgangspunten voor de berekeningen is op de hier gestelde conclusies?

In het antwoord op de inbreng van de BBB-fractie over gemodelleerde onbeschikbaarheid van de stikstof- en menginstallaties geeft de regering geen antwoorden op de feitelijke vragen rond faalcurves en effecten van de energietransitie. De regering geeft aan dat de back-up analyse niet meer gedaan is vanwege de «sluiting» en dat er zonder extreme omstandigheden voor het gasjaar 2024/2025 voldoende volume en capaciteit in het systeem beschikbaar is. De essentie van de vraag is dus niet beantwoord, want deze was gericht op het begrip van de risico’s (aard en omvang). Het verzoek aan de regering dat alsnog te doen.

Naar aanleiding van vragen van de leden van de BBB-fractie betreffende redundantie in de infrastructuur (bronnen/opslagen/import faciliteiten) beoordeelt de BBB-fractie dat de GTS in haar rapportage van 27 maart 2024 minder positief is over de waarde (volume & capaciteit) van de LNG-infrastructuur.6 Zij beoordeelt dat aanvullende LNG-capaciteit noodzakelijk is om voorzieningszekerheid te garanderen. Kan de regering uiteenzetten waarom/waardoor de conclusies van de regering en de GTS verschillen?

Verschillende vragen van de BBB-fractie maar ook van andere fracties betreffende prijs- en prijsrisico-management worden in het verslag beantwoord met verwijzingen naar marktpartijen waarbij tevens wordt opgemerkt dat lange termijncontracten geen zekerheid geven over gasprijsniveaus. Nu is ook in 2022 gebleken dat marktpartijen niet noodzakelijk een oplossing bieden voor zeer hoge gasprijzen wat heeft geleid tot ingrepen in de markt, prijsplafonds en energiesubsidies. Kan de regering duiden hoe zij de gasprijs (en het gasprijsniveau) mee heeft genomen in haar risico afwegingen? Een specifieke vraag van de fractieleden van de BBB is hier bijvoorbeeld wat voor de regering een gasprijsniveau is waarbij zij ingrepen in marktdynamiek rechtvaardigt. Heeft de regering overwogen om naast «leveringscontracten ter dekking van fysieke leveringszekerheid» ook de termijnmarkt te gebruiken ter dekking van prijsonzekerheid? Welke overwegingen heeft de regering hierin?

In het GTS-visiedocument van 27 maart 2024 stelt GTS dat er een reëel risico aanwezig is dat er in de zomer van 2025 onvoldoende aanbod capaciteit is om voorzieningszekerheid te garanderen en dat een dergelijke zekerheid pas aanwezig is in het gasjaar 2026/2027.7 Hoe beoordeelt de regering deze conclusie? En hoe gaat de regering dit oplossen zonder dat dit ten koste gaat van de veiligheid van de Groningers?

In het GTS-visiedocument van 27 maart 2024 concludeert GTS betreffende de EU-infrastructuur norm dat het niet haalbaar is op korte termijn het mogelijke capaciteitstekort op te vangen door capaciteitsaanbod en zij beveelt aan marktmaatregelen te treffen, omdat aanbodmaatregelen vooralsnog niet voorzienbaar zijn.8 Hoe beoordeelt de regering deze conclusie? Wat gaat de regering hieraan doen, zo vragen de leden van de BBB-fractie.

Vanuit de analyses van de GTS in de rapportage van 27 maart 2024 hebben de leden van de BBB-fractie de vraag welke vulnormen de Staat verwacht na te streven boven het eigen wettelijk kader en/of het EU-kader ter dekking van de door GTS aanbevolen noodvoorraad nu een door de voorliggende wet wegevallen back-up volume van circa 15 TWh alleen opgevangen kan worden met een nieuwe bron/berging.9

Vanuit het TK-commissie debat van 3 april trekt de BBB-fractie de conclusie dat die vulgraad voor het komende gasjaar tenminste 90% zal zijn. Klopt deze uitleg en heeft de regering overwegingen om dit beleid voor een langere termijn vorm te geven dan het komende gasjaar? Waarom neemt de regering, nu gasprijzen significant lager zijn, niet de gelegenheid het volledige restrisico voor de komende twee tot drie gasjaren weg te nemen door vulgraden naar 100% te brengen? En welk wettelijk instrumentarium, mandaat of autoriteit kan een dergelijke verhoogde vulgraad verzekeren of afdwingen?

In het debat van de EZK-commissie van de Tweede Kamer van 3 april 2024 gaf de Staatssecretaris aan een sterkere rol van Energie Beheer Nederland (hierna: EBN) te overwegen. De fractieleden van de BBB vragen welke dilemma’s de regering hier heeft. Wat weerhoudt de regering ervan om een versterking van de rol en mandaat van EBN spoedig in te regelen? En in welke mate biedt een dergelijke versterking van de rol van EBN als staatsdeelneming dan ook het perspectief een volwaardige marktpartij te zijn?

Indien de regering het advies van de GTS volgt om via een vulverplichting een noodvoorraad te realiseren, vragen de leden van de BBB-fractie of de regering kan aangeven op welke wijze (door welke partijen en vanuit welke regeling/of overeenkomst) die noodvoorraad dan beschikbaar gesteld gaat worden.

In het debat van de EZK-commissie van de Tweede Kamer van 3 april werd gesproken over de tijdelijkheid van de vergunning voor de LNG-terminal in Eemshaven. Overweegt de regering om deze tijdelijke vergunning een meer permanent karakter te geven en daarmee invulling te geven aan de door partijen verwachte noodzaak voor uitbreiding van de LNG-import capaciteit? Welke belemmeringen moeten er weggenomen worden om een verlenging van de vergunning te realiseren, zo vragen de leden van de BBB-fractie.

Uit het debat van de EZK-commissie van de Tweede Kamer van 3 april blijkt nogmaals dat de snelheid waarmee strategische gasvoorraden in de Noordzee aangeboord worden te wensen over laat, terwijl de beschikbaarheid over deze voorraden hard nodig is. Welke aanvullende instrumenten kan de regering inzetten om de snelheid van de exploratie en de aantrekkelijkheid voor partijen daarin te investeren te vergroten en daarmee ook het winbare volume te vergroten en capaciteit van de velden te versterken? De fractieleden van de BBB vragen in welke mate investeerders zekerheid wordt gegeven dat investeringen ook voldoende kans krijgen te renderen en dat ze kunnen investeren onder langjarige zekerheid van verworven exploitatierechten.

In het BNC-fiche over de Klimaatdoelstelling 204010 staat dat de commissie vindt dat bij de afbouw van olie- en gasgebruik het belangrijk is de gevolgen voor Europa in ogenschouw te nemen. Heeft er in Europees verband overleg plaatsgevonden zodat de Groningers straks niet verrast gaan worden, maar er in het kader van hun veiligheid op kunnen vertrouwen dat Groningen definitief dicht gaat?

Tot slot merken de leden van de fractie van de BBB op dat er door TNO op verzoek van onder meer de Tweede Kamer onderzoek is gedaan naar drukstabilisatie. De informatie zou van belang kunnen zijn voor de veiligheid van de Groningers. Kunnen de fractieleden van de BBB dit rapport ontvangen?

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie zijn van mening dat de beëindiging van de gaswinning in het Groningenveld, die dit wetsvoorstel regelt, noodzakelijk is. Daarmee komt er zekerheid voor de inwoners van Groningen. De fractieleden van de VVD zullen daarom voor dit wetsvoorstel stemmen. Wel hebben deze leden nog enkele vragen over de energievoorziening op middellange en lange termijn, die immers ook geborgd moet worden zonder het Groningenveld.

Zonder Gronings gas is het cruciaal dat we onze eigen gasvelden onder de Noordzee goed benutten voor een zekere energievoorziening. Dat is op dit moment echter nog niet het geval. De opvoering van de winning uit die velden gaat heel erg traag, en het ingezette versnellingsplan van de regering heeft geen effect gehad. Hier is dringend nodig dat er een sectorakkoord komt, hetgeen de regering op 3 april aan de Tweede Kamer heeft toegezegd. Verder is het nodig dat er harde deadlines voor de vergunningsverlening komen en dat er een gunstig en voorspelbaar fiscaal klimaat wordt geschapen voor deze vorm van energieproductie. De fractieleden van de VVD vragen welke concrete maatregelen de regering, met welk concreet tijdpad, neemt om die gasproductie inderdaad te vergroten en wat er nodig is om die maatregelen wél te laten slagen.

Zonder Gronings gas is het ook cruciaal dat onze huidige gasopslagen te allen tijde maximaal gevuld zijn, om de vergrootte vraag tijdens een koude winter of een dip in de import op te kunnen vangen. Volgens de GTS is dat voor de middellange en lange termijn een punt van zorg.11 Is de regering het met de leden van de VVD-fractie eens dat de hoogte van vulnorm steeds zou moeten worden vastgesteld op de hoogste van de twee geldende vulnormen, te weten die van GTS en de Europese volumevereisten? Alléén de bevoegdheid om een vulverplichting in te stellen is daarom niet toereikend, die vulverplichting zelf zou wettelijk verankerd moeten zijn. Is de regering dat met de leden van de VVD-fractie eens en hoe ver is de regering met het vormgeven van die verplichte vulgraad? Welke acties is de regering van plan op dit punt te nemen? Kan de regering zekerheid geven dat de gasopslagen in Norg en Grijpskerk niet gesloten worden voordat er voldoende alternatieve opslagcapaciteit is gerealiseerd?

De fractieleden van de VVD stellen dat het daarnaast cruciaal is dat Nederland voldoende LNG-importcapaciteit heeft. Volgens de GTS is dat nu nog een punt van zorg.12 Erkent de regering dat de behoefte aan LNG-import de komende jaren niet zal afnemen? Is de regering het met de leden van de VVD-fractie eens dat er daarom haast gemaakt moet worden met het verlengen van de vergunning voor de gasterminal in de Eemshaven en dat die vergunning niet ingetrokken mag worden totdat alternatieve LNG-importcapaciteit is gerealiseerd die de langjarige behoeften dekt? Kan de regering daar zekerheid over geven? Kan de regering aangeven hoe de import van LNG vanuit met name de Verenigde Staten is geborgd, óók als na de aanstaande presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten zij mogelijk de export hiervan zullen beperken om prioriteit te geven aan het voorzien in de eigen binnenlandse energiebehoefte?

Bovendien is het cruciaal dat we onze strategische gasreserves vergroten, aldus de leden van de VVD-fractie. Volgens de GTS schiet de regering daar nu nog in tekort. GTS adviseert de aanleg van een noodvoorraad te starten met in eerste instantie een omvang van circa 15 TWh.13 Is de regering het met de leden van de VVD-fractie eens dat die noodvoorraad er dient te komen? Kan de regering daar zekerheid over geven?

Tenslotte is het cruciaal dat wij net als heel veel andere landen, langetermijncontracten voor de levering van gas hebben met Noorwegen, die een zekere energievoorziening borgen in tijden van internationale schaarste. Daarin schiet de regering op dit moment tekort. Hoe komt het dat de regering hierin tot nu toe vasthoudt aan een ander standpunt dan veel andere gasimporterende landen? Is de regering het met de leden van de VVD-fractie eens dat het met het besluit tot sluiting van het Groningenveld cruciaal is dat ook Nederland op korte termijn dergelijke lange termijncontracten gaat afsluiten? Hoe ver is de regering daar inmiddels mee en wanneer kunnen we verwachten dat die contracten afgesloten zijn?

Vragen en opmerkingen van de leden van de JA21-fractie

De fractieleden van JA21 vragen welke stappen de regering neemt om de infrastructuur voor energieopslag en -distributie te beschermen tegen mogelijke sabotage of aanvallen in tijden van geopolitieke onrust.

Kan de Nederlandse regering daadwerkelijk garanderen dat de huidige energiestrategieën niet leiden tot een strategische kwetsbaarheid, vooral in het licht van de mogelijke escalatie van het conflict tussen Oekraïne en Rusland, zo vragen de leden van de JA21-fractie.

De leden van de JA21-fractie vragen hoe kwetsbaar de overzeese aanvoerroutes van LNG zijn in het geval van oorlog tussen de NAVO en Rusland. Welke analyses zijn daarover gemaakt? Wil de regering deze met de Kamer delen, zo vragen deze leden. Zo nee, waarom niet?

De fractieleden van JA21 vragen wat de rol en het standpunt van de NAVO en internationale partners zijn met betrekking tot de energievoorzieningszekerheid van Nederland, in het bijzonder tegen de achtergrond van geopolitieke conflicten zoals de oorlog in Oekraïne.

Kan de regering voldoen aan de verwachtingen en verplichtingen die bondgenoten hebben op het gebied van energiezekerheid?

De leden van de JA21-fractie vragen of de regering zich ervan bewust is dat Nederland met het Groningengasveld een «strategische asset» tot haar beschikking heeft. En is de regering zich er tegelijkertijd van bewust dat wat wij onszelf ontzeggen, wij ook onze bondgenoten ontzeggen?

Wanneer de gasinstallaties ten minste op de waakvlam worden gehouden, levert dit geen extra aardbevingsrisico’s op, aldus de fractieleden van JA21. Zou het in het kader van de oorlog niet verstandiger zijn om de waakvlam aan te laten?

De fractieleden van JA21 vragen waarom de regering niet de wet inzake de leveringszekerheid eerst heeft behandeld, vooraleer tot onomkeerbare sluiting van het Groningenveld te besluiten?

Vragen en opmerkingen van de leden van de 50PLUS-fractie

Nederland is slordig omgesprongen met de belangen van de mensen die in het aardgaswingebied in Groningen wonen. Het fractielid van 50PLUS vraagt of deze nalatigheid nu in overwegende mate de wijze waarop de Staat handelt ten opzichte van de nog aanwezige gasvoorraden in Nederland bepaalt?

Het lid van de 50PLUS-fractie vraagt in hoeverre de toekomstige energiebehoefte van Nederland en van zijn Europese partners nog worden meegewogen. Is, gegeven de urgentie van het klimaat en de reeds gaande zijnde energietransitie, het verdedigbaar dat elk Europees land vooreerst hier een nationaal beleid voert?

Hoe zou Nederland het beoordelen indien een EU-land vanwege een binnenlands bestuursprobleem niet langer zou bijdragen aan het verlichten of oplossen van een Eurogemeenschappelijke noodsituatie?

Versnelde afsluiting van het Slochterenveld is toegezegd aan Groningen. Tegelijk laten geopolitieke ontwikkelingen, zoals de oorlog tussen Rusland en Oekraïne, zien dat externe omstandigheden onverwacht dramatisch kunnen veranderen. Het fractielid van 50PLUS vraagt of de regering onverminderd bereid is hier een besluit uit te gaan voeren, waarvan men nu al kan zien aankomen dat dit op korte termijn ernstig betreurd gaat worden en op langere termijn zelfs onbegrijpelijk zal worden gevonden.

Het lid van de 50PLUS-fractie vraagt of de regering kennis heeft genomen van de uitspraak van Luitenant-Admiraal Bob Bauer, gedaan tijdens de NAVO-top in Brussel in januari: «van een tijdperk waarin alles planbaar, voorspelbaar, controleerbaar en gericht op efficiëntie was, naar een tijdperk waarin alles op elk moment kan gebeuren. Een tijdperk waarin we het onverwachte moeten verwachten».14 Is de regering er tevens van op de hoogte dat zowel de Nederlandse Minister-President15 als de commissievoorzitter van de Europese Unie16, zich recentelijk hebben uitgelaten in termen van «whatever it takes for as long as it takes» als het gaat om het conflict tussen Oekraïne en Rusland?

Kan de regering zich voorstellen dat een uitgesproken voorstander van het sluiten van het Groningen gasveld zoals voorgesteld, op basis van deze uitspraken twijfels ontwikkelt over het pad wat is ingezet, zo vraagt het fractielid van 50PLUS. Zo nee, waarom niet?

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat ziet de nota naar aanleiding van het verslag graag voor vrijdag 12 april 2024 10.00 uur met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, Kluit

De griffier van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, Karthaus


X Noot
1

Samenstelling:

Kemperman (BBB), Van Langen-Visbeek (BBB) (ondervoorzitter), Panman (BBB), Crone (GroenLinks-PvdA), Kluit (GroenLinks-PvdA) (voorzitter), Thijsssen (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Vos (GroenLinks-PvdA), Van Ballekom (VVD), Van den Berg (VVD), Petersen (VVD), Bovens (CDA), Prins (CDA), Aerdts (D66), Dittrich (D66), Van Strien (PVV), Visseren-Hamakers (PvdD), Baumgarten (JA21), Van Apeldoorn (SP), Holterhues (CU), Dessing (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL).

X Noot
2

Validatie «Advies benodigde Groningencapaciteiten en -volumes ten behoeve van leveringszekerheid voor gasjaar 2023/2024», DNV, 31 januari 2023.

X Noot
3

Kamerstukken II 2023/24, 33 529, nr. 1211, p. 3.

X Noot
4

Kamerstukken II 2023/24, 36 441, nr. 37.

X Noot
5

Bijlage bij Kamerstukken II 2023/24, 29 023, nr. 494, p. 34.

X Noot
6

Bijlage bij Kamerstukken II 2023/24, 29 023, nr. 494.

X Noot
7

Bijlage bij Kamerstukken II 2023/24, 29 023, nr. 494, p. 7.

X Noot
8

Bijlage bij Kamerstukken II 2023/24, 29 023, nr. 494, p. 8.

X Noot
9

Bijlage bij Kamerstukken II 2023/24, 29 023, nr. 494.

X Noot
10

Kamerstukken II 2023/24, 22 112, nr. 3916.

X Noot
11

Bijlage bij Kamerstukken II 2023/24, 33 529, nr. 1211 p. 27.

X Noot
12

Bijlage bij Kamerstukken II 2023/24, 29 023, nr. 494 p. 7.

X Noot
13

Bijlage bij Kamerstukken II 2023/24, 29 023, nr. 494, p. 42–43.

X Noot
14

BNR, januari 2024, «Hoogste NAVO-militair Rob Bauer: «wees klaar voor het onverwachte in Oekraïne»».

X Noot
15

RTL Nieuws, maart 2024, «Nederland staat achter Oekraïne: «Whatever it takes en zolang als nodig»».

X Noot
16

Europese Commissie, maart 2024, «Speech by President von der Leyen at the European Parliament Plenary on the need for unwavering EU support for Ukraine, after two years of Russia’s war of aggression against Ukraine».

Naar boven