36 441 Wijziging van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld

Nr. 41 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 maart 2024

Naar aanleiding van het debat over de wijziging van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met de beëindiging van de gaswinning uit het Groningenveld van 6 maart 2024 geef ik u hierbij de appreciatie op de gewijzigde motie over «het hele advies van de Commissie Verschillen te omarmen en voor de voorjaarsnota opties aan de Kamer voor te leggen om hier opvolging aan te kunnen geven» van de leden Bushoff (PvdA-GroenLinks) en Beckerman (SP)1.

Zoals ik u in mijn brief2 van 11 maart jl. over de vorige versie van de motie heb aangegeven, is het effect van het opvolgen van het advies «Veilig, schadevrij en verduurzaamd» van de commissie Verschillen dat een te grote groep bewoners in dat geval mogelijk allemaal direct start met het isoleren, waarbij door de grote aantallen de druk op de bouwcapaciteit in eerste jaren te groot wordt.

De commissie adviseert daarom zelf ook te prioriteren en te starten met de meest kwetsbare inwoners en bij bewoners die het hardst geraakt zijn. Zoals aangegeven in mijn reactie3 van 6 maart jl. op het advies van de commissie Verschillen, heb ik bij de uitwerking van het advies gekozen om te prioriteren.

Het 100% vergoeden van de isolatiemaatregelen in het hele aardbevingsgebied in de provincie Groningen en drie gemeenten in Noord-Drenthe kost bovendien ruim 2 miljard extra. Dat budget is nu niet beschikbaar.

Om te voorkomen dat de operatie om Groningen te verduurzamen grote vertraging oploopt, ontraad ik deze motie.

De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief


X Noot
1

Ten voordele van Kamerstuk 36 441, nr. 28.

X Noot
2

Kamerstuk 36 441, nr. 36.

X Noot
3

Kamerstuk 33 529, nr. 1227.

Naar boven