Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
ENIG ARTIKEL
Artikel I wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel C wordt in het voorgestelde artikel 116 in de alfabetische volgorde
een begripsbepaling ingevoegd, luidende:
– onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen: onroerende zaken als bedoeld in artikel 220a, tweede lid, van de Gemeentewet;
2. In onderdeel H, onder 2, wordt «per 1 januari 20xx» vervangen door «twee jaar voorafgaand
aan inwerkingtreding van dit lid».
Toelichting
In het wetsvoorstel wordt voorgesteld voor woningen en niet-woningen binnen de categorie
gebouwd verschillende tarieven te hanteren, de zogenaamde tariefdifferentiatie binnen
gebouwd. Het verschil in tarief tussen woningen en niet-woningen wordt daarin bepaald
door het verschil in waardeontwikkeling tussen woningen en niet-woningen in het betreffende
waterschap. Als peildatum voor de waardeontwikkeling wordt in de memorie van toelichting
bij het wetsvoorstel voorgesteld 1 januari van het jaar voorafgaand aan inwerkingtreding
van het wetsvoorstel.1
Dat is echter niet mogelijk omdat de waardeontwikkeling van onroerende zaken pas aan
het begin van een volgend kalenderjaar bekend is. De waardeontwikkeling voor het jaar
2025 is dus begin 2026 pas bekend. De tarieven voor de waterschapbelastingen voor
een aankomend jaar worden echter halverwege het jaar al berekend. Deze wijziging zorgt
er daarom voor dat de peildatum wordt gezet op twee jaar in plaats van één jaar voorafgaand
aan inwerkingtreding van het wetsvoorstel.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om te verduidelijken wat in deze context wordt
verstaan onder «onroerende zaken die in hoofdzaak tot woning dienen» (ofwel een woning).
In artikel 116 van de Waterschapswet wordt daarvoor een begripsbepaling opgenomen
waaruit volgt dat wordt aangesloten bij artikel 220a, tweede lid, van de Gemeentewet.
Waterschappen hebben hier geen zeggenschap over en volgen de gemeente in de genomen
beslissing. Een eventueel bezwaar over de vraag of het gaat om een onroerende zaak
die in hoofdzaak tot woning dient of juist niet dient, moet dan ook bij de gemeente
worden ingediend.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers