Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 36411 nr. 1 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 36411 nr. 1 |
Ontvangen 19 september 2023
Vergaderjaar 2023–2024Blz. | |||
Leeswijzer |
| ||
Inleiding: Nederland en de wereld in 2024 |
| ||
HGIS 2024 naar beleidsthema's |
| ||
Beleidsthema 1: Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid |
| ||
Beleidsthema 2: Vrede, veiligheid en stabiliteit |
| ||
Beleidsthema 3: Effectieve Europese samenwerking |
| ||
Beleidsthema 4: Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen |
| ||
Beleidsthema 5: Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen |
| ||
Beleidsthema 6: Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat |
| ||
Beleidsthema 7: Sociale vooruitgang (incl. onderwijs) |
| ||
Beleidsthema 8: Versterkte kaders voor ontwikkeling |
| ||
Beleidsthema 9: Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven |
| ||
Bijlagen |
| ||
Bijlage 1: De HGIS verticaal: wijzigingen na de Miljoenennota 2023 |
| ||
Bijlage 2a: De HGIS uitgaven horizontaal: meerjarencijfers per begroting |
| ||
Bijlage 2b: De HGIS ontvangsten horizontaal: meerjarencijfers per begroting |
| ||
Bijlage 3: De non-ODA uitgaven naar beleidsthema |
| ||
Bijlage 4: De ODA-uitgaven naar beleidsthema |
| ||
Bijlage 5: De geplande ODA-uitgaven binnen de BHOS-begroting per regio in 2024 |
| ||
Bijlage 6: Berekening ODA-plafond 2023-2028, realisatie ODA-prestatie 2022 en raming ODA-prestatie 2023-2028. |
| ||
Bijlage 7: Internationale klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden 2024 |
| ||
Bijlage 8: Internationale inspanningen voor migratie in 2024 |
|
Brief van de Minister van Buitenlandse Zaken
Geachte voorzitter,
Graag bied ik u de HGIS-nota 2024 aan. In de Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) worden de uitgaven van de verschillende ministeries op het gebied van het buitenlandbeleid gebundeld, waarmee de onderlinge samenhang geïllustreerd wordt. Het uitgangspunt van de HGIS is het bevorderen van de samenwerking en de afstemming tussen de betrokken ministeries op het terrein van internationale samenwerking. De HGIS is daarmee een belangrijk instrument voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid.
De Minister van Buitenlandse ZakenHankeBruins Slot
Wat is de HGIS?
De Homogene Groep Internationale Samenwerking (HGIS) is sinds 1997 een budgettaire constructie binnen de rijksbegroting. In de HGIS worden de uitgaven van de verschillende ministeries op het gebied van het buitenlandbeleid gebundeld, waarmee de onderlinge samenhang geïllustreerd wordt. Dit bevordert de samenwerking en de afstemming tussen de betrokken ministeries. De HGIS vormt daarmee een belangrijk instrument voor een geïntegreerd en coherent buitenlandbeleid. Binnen de HGIS worden de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking die voldoen aan de criteria voor officiële ontwikkelingssamenwerking (Official Development Assistance, ODA) expliciet zichtbaar gemaakt.
De minister van Buitenlandse Zaken coördineert het Nederlandse buitenlandbeleid en daarmee de HGIS. De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een coördinerende bevoegdheid voor de uitgaven aan ODA binnen de HGIS.
Twee keer per jaar wordt het parlement geïnformeerd over de ontwikkelingen binnen de HGIS. Op Prinsjesdag wordt de HGIS-nota aangeboden en op Verantwoordingsdag wordt het HGIS-jaarverslag aangeboden aan de Staten-Generaal. Deze documenten geven een integraal overzicht van alle uitgaven op het terrein van internationale samenwerking, die op de verschillende departementale begrotingen staan.
Buitenlandse betrekkingen zijn een zaak van het Koninkrijk der Nederlanden: Nederland in Europa, Aruba, Curaçao en Sint-Maarten, alsmede de Nederlandse openbare lichamen in het Caribisch gebied (Bonaire, Sint-Eustatius en Saba). Waar de HGIS-nota spreekt over ‘Nederland’ of ‘Nederlands’ wordt daarmee bedoeld: ‘(van) het Koninkrijk der Nederlanden’, tenzij het gaat om zaken die specifiek het land Nederland betreffen, zoals het EU-lidmaatschap en ontwikkelingssamenwerking.
Opzet HGIS-nota 2024
HGIS-Beleidskader
De HGIS-nota 2024 geeft inzicht in de begrote middelen voor internationale samenwerking in 2024. De HGIS is ingericht langs negen beleidsthema’s. Deze indeling is gebaseerd op de begrotingen van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de internationale paragrafen van overige begrotingen. De toelichtende teksten zijn ontleend aan de Memories van Toelichting bij de begrotingen voor 2024 van de verschillende ministeries en geven een overzicht in vogelvlucht.
Meer uitgebreide toelichtingen worden in de begrotingen van de betrokken departementen weergegeven.
In de nota wordt eerst een aantal kaders geschetst ten aanzien van het buitenlandbeleid. Vervolgens wordt per beleidsthema de algemene beleidsdoelstelling gememoreerd en wordt op hoofdlijnen verder ingegaan op de geplande beleidsinzet in 2024 voor dit specifieke thema. Deze inzet is ontleend uit de beleidsagenda’s van de departementale begrotingen zoals deze tijdens Prinsjesdag 2023 zijn gepresenteerd. Een drietal onderwerpen wordt specifiek toegelicht, namelijk het NAVO-beleid, sancties en de opvolging van de New York Water Conferentie 2023. Omdat de beleidsinzet meestal gepaard gaat met een financiële inspanning, wordt dit in een tabel weergegeven waarbij de ODA-component specifiek wordt benoemd. Deze tabel geeft inzicht in de realisatiecijfers van 2022 en de ramingen voor 2023 en 2024. Ten slotte volgt een toelichting op de instrumenten zoals weergegeven in de tabel.
Bijlagen
Na de beleidsthema’s volgen acht bijlagen. In deze bijlagen worden gegevens, die verspreid staan over verschillende departementale begrotingen, gebundeld tot een overzichtelijk geheel:
Bijlage 1 | Deze geeft een overzicht van de begrotingsontwikkelingen binnen de HGIS tussen de HGIS nota 2023 en HGIS nota 2024. |
Bijlagen 2a en 2b | Hierin worden alle buitenlanduitgaven en -ontvangsten gepresenteerd per departement. |
Bijlage 3 | Een overzicht van de non-ODA uitgaven per beleidsthema. |
Bijlagen 4 en 5 | Hierin wordt een totaaloverzicht gegeven van de buitenlanduitgaven die als officiële ontwikkelingshulp (ODA) kwalificeren, respectievelijk per beleidsthema en per regio. |
Bijlage 6 | Geeft een berekening van het ODA-plafond voor de periode 2023-2028. |
Bijlage 7 | Hierin wordt een raming van de verwachte publieke klimaatuitgaven voor ontwikkelingslanden in 2024 gepresenteerd. |
Bijlage 8 | Betreft een uiteenzetting van de internationale inspanningen in 2024 op het terrein van migratie. |
Landen-bijlage (bijlage 5): De HGIS-nota toont de allocatie van het gedelegeerde budget naar landen. Daarbij is de ordening op thema gehandhaafd, in lijn met het thematische karakter van de BHOS-begroting. De landen zijn ingedeeld in de prioritaire focusregio’s en overige regio’s. De focusregio’s zijn West-Afrika/Sahel, Hoorn van Afrika, Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA). Het centrale budget is ter illustratie per regio toegevoegd.
Nederland en de wereld in 2024: een veranderende wereldorde
De huidige geopolitieke context waarin Nederland opereert is complex en weerbarstig. Dat komt het meest tot uitdrukking in de Russische agressie-oorlog tegen Oekraïne met grote gevolgen voor de Europese veiligheidsordening en de nationale veiligheid. Ook de assertieve houding van China op het wereldtoneel brengt geopolitieke uitdagingen met zich mee. Zo probeert China een dominante positie op te bouwen in de eigen regio en heeft het in verschillende initiatieven uiteengezet hoe het een ander internationaal systeem wil creëren dan de huidige op regels gebaseerde wereldorde.1 Er is sprake van toenemende geopolitieke competitie op een veelheid van gebieden zoals veiligheid, energie, voedsel, technologie en gezondheid.
Deze geopolitieke trends zorgen voor druk op het open wereldwijde economische systeem en het op regels gebaseerde multilaterale (handels)systeem. De verschuiving van het demografische en economische zwaartepunt naar het oosten en het zuiden en het eroderen van het vertrouwen in het multilaterale systeem en de relaties met Westerse landen vraagt, naast de meer onmiddellijke uitdagingen waarvoor de oorlog tegen Oekraïne ons stelt, om intensiever te investeren in de relaties met landen in andere delen van de wereld. Dat geldt onder meer voor Afrika, Latijns-Amerika maar ook de Indo-Pacific, de belangrijkste economische groeiregio van de wereld waar een derde van de wereldbevolking woont. Versterkt engagement is van groot belang voor de bescherming en hervorming van de integriteit van de op regels gebaseerde multilaterale stelsel.
Nu de Europese en Nederlandse invloed op het wereldtoneel afneemt is het tevens van belang dat Nederland optrekt met gelijkgezinden. De EU is en blijft het primaire handelingspodium van het Nederlandse buitenlandbeleid. Een uitgebreide toelichting over het belang van de EU en de speerpunten van het kabinet in het EU-beleid is opgenomen in de memorie van toelichting van de begroting van Buitenlandse Zaken.
Steun aan Oekraïne
De Russische oorlog tegen Oekraïne heeft geleid tot een behoefte aan meerdere vormen van steun, militair en niet-militair. Het kabinet heeft bijvoorbeeld bijgedragen aan humanitaire ontmijning en humanitaire hulp, maar ook aan herstel van kritieke sectoren via internationale financiële instellingen zoals de Wereldbank, de European Bank for Reconstruction and Development en de Europese Investeringsbank. Ook zijn in-kind leveringen gedaan ten behoeve van het Oekraïense elektriciteitsnet. Voorts is Oekraïne ook met militaire middelen gesteund. Het kabinet is voornemens zijn fair share bij te dragen aan de herstel- en wederopbouwopgave van Oekraïne, waarbij de noden aan Oekraïense zijde leidend zijn.
De HGIS is ingedeeld langs een 9-tal beleidsthema’s (incl. een categorie apparaatskosten en overige uitgaven, waarbij ook de kosten voor het postennet zijn opgenomen). Het totale HGIS-budget voor 2024 komt uit op omstreeks EUR 9,5 miljard. Hiervan kwalificeert ongeveer EUR 6,7 miljard als Official Development Assistance (ODA).
Per beleidsthema wordt hierna specifiek ingegaan op de algemene doelstelling, de beleidsinzet voor 2024, de budgettaire gevolgen en een korte toelichting op de tabellen. Per onderdeel is expliciet het ODA-aandeel in de uitgaven inzichtelijk gemaakt. In bijlage 2 van deze nota is een totaaloverzicht opgenomen waarin per departement aangegeven is welk deel van de uitgaven en ontvangsten ODA en non-ODA betreft.
Algemeen
Het bevorderen van een goed functionerende internationale rechtsorde inclusief gastlandbeleid, met een blijvende inzet op mensenrechten, als integraal onderdeel van het buitenlandbeleid.
Een sterke internationale rechtsorde en eerbiediging van mensenrechten maken de wereld stabieler, veiliger, vrijer en welvarender. Dit vereist goed functionerende internationale instellingen en organisaties met een breed draagvlak, naleving en waar nodig aanvulling van de internationale wet- en regelgeving en voortdurende inzet tegen straffeloosheid voor de meest grove mensenrechtenschendingen en het voorkomen van deze schendingen. Omdat de mensenrechten het best worden gewaarborgd in goed functionerende democratieën, zet Nederland zich in om het krimpen van de democratische ruimte wereldwijd tegen te gaan De positie van Nederland als gastland voor Internationale Organisaties (IO’s) en diplomatieke missies, in het bijzonder organisaties met een mandaat op het gebied van vrede en recht, biedt een goed uitgangspunt voor de bevordering van de ontwikkeling van internationale rechtsorde. Deze rechtsorde is onlosmakelijk verbonden met universele mensenrechten. De bevordering van mensenrechten is een kernelement van het Nederlands buitenlandbeleid.
Beleidsinzet toegelicht
Mensenrechten, de internationale rechtsorde en democratie
Mensenrechten, de democratische rechtstaat en de internationale rechtsorde vormen een belangrijk fundament voor vreedzame, inclusieve en welvarende samenlevingen. Het afgelopen decennium heeft zich echter een duidelijke negatieve trend voltrokken op al deze fronten. Nederland blijft inzetten op de bovenstaande prioriteiten, waarop in de afgelopen jaren veel expertise is opgebouwd. Om effectief te blijven op deze terreinen zal Nederland vaker de samenwerking zoeken met niet-traditionele partners, inzetten op het versterken van het multilaterale mensenrechteninstrumentarium en een duidelijke link leggen tussen de inzet op mensenrechten, de ontwikkeling van de democratische rechtstaat en de internationale rechtsorde.
Hoge Commissaris van de Mensenrechten (OHCHR)
Het Koninkrijk der Nederlanden ziet het Kantoor van de Hoge Commissaris van de Mensenrechten (OHCHR) als belangrijkste multilaterale organisatie in de realisatie en bescherming van mensenrechten. Nederland blijft de OHCHR steunen, onder andere op het gebied van Accountability, Gelijke rechten LHBTIQ+, Vrijheid van Meningsuiting, Vrijheid van Religie en Levensovertuiging en Special Procedures.
Budgettaire gevolgen van beleid
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving | 2022 | 2023 | 2024 | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | |
BZ | ||||||
01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak | 54.524 | 18.634 | 70.804 | 20.972 | 52.625 | 19.485 |
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten | 68.850 | 36.879 | 67.777 | 37.430 | 65.402 | 35.555 |
01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties | 16.423 | 0 | 15.787 | 0 | 13.863 | 0 |
JenV | ||||||
33.03.01 Opsporing en vervolging; NFI | 821 | 0 | 821 | 0 | 821 | 0 |
33.03.03 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname | 72 | 72 | 200 | 200 | 200 | 200 |
91.01.02 WIPO | 240 | 0 | 386 | 0 | 386 | 0 |
91.01.02 Europol en Eurojust | 11.985 | 0 | 23.237 | 0 | 23.237 | 0 |
Financiën | ||||||
02.44.09 Financiële markten; opdrachten | 850 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
IenW | ||||||
17.01 Luchtvaart (ICAO) | 1.900 | 0 | 1.455 | 0 | 1.455 | 0 |
18.01 Scheepvaart en havens (CCR) | 1.044 | 0 | 1.141 | 0 | 1.141 | 0 |
SZW | ||||||
02.24 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS | 7 | 0 | 9 | 0 | 9 | 0 |
VWS | ||||||
02.10 Curatieve zorg; Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg | 300 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 157.016 | 55.585 | 181.617 | 58.602 | 159.139 | 55.240 |
Financiële instrumenten
BZ
– Verplichte bijdragen (verdragscontributies) aan de VN waarin de afdrachten aan het Restmechanisme voor Internationale Strafhoven (MICT) zijn inbegrepen.
– Bijdragen aan de OESO en het Internationaal Strafhof (ICC).
– Jaarlijkse huurbijdrage aan het Permanente Hof van Arbitrage.
– Bijdragen voor diverse initiatieven op het gebied van draagvlakversterking voor het Internationaal Strafhof en andere kleinschalige initiatieven gericht op de strijd tegen straffeloosheid en ter bevordering van de ontwikkeling van de internationale rechtsorde.
– Mensenrechtenfonds: inzet van het mensenrechtenfonds ter ondersteuning van de volgende prioritaire thema’s: vrijheid van meningsuiting en internetvrijheid, vrijheid van religie en levensovertuiging, gelijke rechten voor vrouwen en meisjes, mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor lesbiennes, homoseksuelen, biseksuelen, transgender, intersekse en queer personen (LHBTIQ+) en bevordering internationale rechtsorde/strijd tegen straffeloosheid. Er is een verdeling tussen de financiële instrumenten subsidies en bijdragen aan (inter)nationale organisaties. Subsidies zijn bedoeld voor inzet van het mensenrechtenfonds binnen Europa en bijdragen aan (inter)nationale organisaties zijn bedoeld voor inzet van het mensenrechtenfonds buiten Europa.
– Mensenrechten multilateraal: bijdragen aan internationale organisaties ten behoeve van verdere bescherming en bevordering van mensenrechten, met name de jaarlijkse bijdrage aan de OHCHR van de VN waarbij tevens specifiek wordt ingezet op de ondersteuning van de speciale procedures en verdragscomités en prioriteiten van het Nederlands mensenrechtenbeleid.
– Bijdrage aan huisvesting van Internationale Organisaties (IO’s) zoals het Speciaal Tribunaal voor Libanon, het ICC, het Internationaal Gerechtshof en het Permanente Hof van Arbitrage.
– Bijdragen aan campagnes en lobbyactiviteiten bij acquisitie van IO’s.
– Bijdragen aan bijeenkomsten van in Nederland gevestigde IO’s en aan bezoeken van hoge functionarissen, voor zover die de internationale zichtbaarheid van Nederland als gastland van IO’s bevorderen.
– Financiering van activiteiten met als doel dat de in Nederland gevestigde IO’s en diplomatieke missies goed kunnen functioneren binnen de kaders van de Weense verdragen en zetelovereenkomsten, alsmede de toepasselijke Nederlandse wet- en regelgeving.
– Bijdrage aan de asbestverwijdering van het Vredespaleis.
JenV
– Contributie aan de World Intellectual Property Organization (WIPO).
– Bijdrage aan opsporing en vervolging Nederlands Forensisch Instituut (NFI).
– Bijdrage aan opsporing en vervolging drugbestrijding Suriname.
– Bijdrage aan de huisvestingskosten van Europol en Eurojust.
IenW
– Contributies en bijdragen aan diverse internationale organisaties mede gericht op de versterking van de Nederlandse handels- en ondernemingspositie voor lucht- en scheepvaart:
– Contributie aan International Civil Aviation Organization (ICAO).
– Contributie aan de Centrale Commissie voor de Rijnvaart (CCR).
– Contributie aan de International Maritime Organization (IMO).
– Bijdrage aan de International Association of Marine Aids to Navigation and Lighthouse Authorities (IALA)
– Bijdrage aan de Donaucommissie
– Bijdrage aan de North Atlantic Ice Patrol.
SZW
– Bijdrage aan het Administratief Centrum voor de Sociale Zekerheid voor de Rijnvarenden (CASS).
Algemeen
Het bevorderen van de Nederlandse en internationale veiligheid en stabiliteit door doelgerichte bilaterale en multilaterale samenwerking en het bevorderen van democratische transitie in prioritaire gebieden, vooral in de ring rond Europa. Veiligheid is geen vanzelfsprekendheid. De internationale omgeving verandert snel en ingrijpend. Wat er in de wereld om ons heen gebeurt, heeft direct gevolgen voor onze eigen veiligheid en voor onze welvaart. Veel van de grensoverschrijdende dreigingen waaraan Nederland bloot staat, zijn van een dusdanige omvang en complexiteit dat een geïntegreerde aanpak en samenwerking in internationaal verband geboden is. Voorbeelden zijn de proliferatie van massavernietigingswapens, terrorisme en gewelddadig extremisme, ongewenste buitenlandse inmenging door statelijke actoren, grensoverschrijdende criminaliteit en cyberdreigingen.
Beleidsinzet toegelicht
De NAVO als hoeksteen van ons veiligheidsbeleid
Het kabinet draagt bij aan de verdediging van onze Oostflank en aan NAVO-missies binnen en buiten Europa. Nederland draagt significant bij aan het Ukraine Comprehensive Assistance Package (UCAP) om Oekraïne beter in staat stellen zich te verdedigen tegen de Russische agressie en op langere termijn weerbaarder te worden. Op de NAVO-top in Washington in 2024 wordt ook de voortgang in het versterken van de afschrikking en verdediging van de NAVO beschouwd. Verder blijft Nederland volledig gecommitteerd aan het afschrikkingsbeleid van de NAVO, dat erop gericht is dat kernwapens nooit hoeven te worden ingezet.
Vanwege de verslechterde veiligheidssituatie en de daarmee gepaard gaande noodzakelijke versterking van de afschrikking en verdediging van de NAVO, hebben de bondgenoten bij de NAVO-top in Vilnius (2023) zich gecommitteerd aan de nieuwe Defense Investment Pledge (DIP). Hiermee spreken bondgenoten af om structureel minimaal 2% van het bbp te besteden aan defensie. Een besluit over de financiële invulling van de gemaakte afspraken na 2025 moet nog plaatsvinden.
In 2025 zal Nederland gastland zijn van de NAVO-top. Het is voor het eerst sinds de oprichting in 1949 dat Nederland een NAVO-Top organiseert. Het is een erkenning voor de prominente rol van Nederland binnen de NAVO. Het kabinet gaat met de NAVO in gesprek over de invulling van de top.
Economische veiligheid
Het dreigingsbeeld statelijke actoren 2 (Kamerstuk II, nr. 30821-175) laat zien dat economische veiligheid de komende jaren steeds belangrijker wordt. Het beschermen van de Nederlandse economische veiligheid vergt inzet op nationaal, Europees en internationaal vlak. Het kabinet zet voor 2024 in op uitwerking van een ambitieuze Europese Economische Veiligheidsstrategie, zoals eerder dit jaar door Commissievoorzitter Von der Leyen werd aangekondigd. Samenwerking met partners op het vlak van economische veiligheid wordt het komend jaar versterkt, mede door het een intensiveren van diplomaten in het postennet op het thema economische veiligheid.
Migratie en opvang in de regio
Ruim 117 miljoen mensen zijn wereldwijd gedwongen ontheemd of stateloos onder meer door de toenemende ongelijkheid, instabiliteit en fragiliteit. Opvang in de regio staat in een aantal landen die grote aantallen vluchtelingen opvangen onder grote druk; dit geldt onder meer voor de Hoorn van Afrika met name Uganda, maar ook Libanon, Turkije en in toenemende mate voor Jordanië. In 2024 zal de noodzaak van steun aan landen die vluchtelingen opvangen in de regio onverminderd groot zijn. Nederland zal haar steun aan 8 landen (Libanon, Jordanië, Irak, Egypte, Ethiopië, Kenia, Oeganda, Soedan) in die regio’s intensiveren, zij het minder snel dan voorzien.
Nederland werkt met een aantal landen samen om migratiepartnerschappen te ontwikkelen met als doel het beperken van irreguliere migratie, het bevorderen van terugkeer bij onrechtmatig verblijf en de bescherming van migranten. Het kabinet heeft daarvoor extra middelen ter beschikking gesteld: het reguliere budget voor migratiesamenwerking is vanaf 2023 structureel van 34 miljoen naar 59 miljoen per jaar verhoogd. Het uitgangspunt is een effectief, duurzaam en gelijkwaardig partnerschap op basis van wederzijdse belangen, dat samen met het partnerland wordt vormgegeven, binnen de kaders van internationaal en Europees recht. De bilaterale inzet en Europese inzet liggen hierbij in elkaars verlengde.
Budgettaire gevolgen van beleid
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving | 2022 | 2023 | 2024 | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | |
BZ | ||||||
02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid | 15.688 | 0 | 93.743 | 0 | 19.133 | 0 |
02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme | 16.876 | 0 | 17.252 | 0 | 15.027 | 0 |
02.03 Wapenbeheersing | 13.386 | 2.983 | 13.022 | 3.252 | 10.982 | 3.252 |
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband | 194.553 | 79.069 | 190.293 | 72.258 | 195.834 | 63.827 |
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden | 26.085 | 10.434 | 33.141 | 12.729 | 31.822 | 12.729 |
BHOS | ||||||
04.01 Humanitaire hulp | 520.229 | 520.228 | 584.017 | 583.000 | 520.017 | 519.000 |
04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking | 218.578 | 218.578 | 247.000 | 247.000 | 291.295 | 291.295 |
04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling | 204.519 | 204.519 | 210.695 | 210.695 | 200.853 | 200.853 |
JenV | ||||||
31.03.02 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties | 8.599 | 8.599 | 8.855 | 8.855 | 8.855 | 8.855 |
36.02.05 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding | 410 | 0 | 423 | 0 | 0 | 0 |
Defensie | ||||||
01.01.23 Internationale inzet (BIV) | 289.503 | 0 | 1.252.193 | 0 | 1.318.783 | 0 |
09 Algemeen; Civielrechtelijke regeling Srebrenica 2020 | 8.614 | 0 | 13.006 | 0 | 11.706 | 0 |
Totaal | 1.517.040 | 1.044.410 | 2.663.640 | 1.137.789 | 2.624.307 | 1.099.811 |
Financiële instrumenten
BZ
– Jaarlijkse verplichte bijdrage aan de NAVO.
– Jaarlijkse bijdrage aan het EU-Satellietcentrum en het Institute for Security Studies ten behoeve van de financiële verplichtingen (uitkering pensioengelden ex-WEU personeel) van de in juli 2011 opgeheven West Europese Unie (WEU).
– Jaarlijkse subsidie aan de Atlantische Commissie, ter ondersteuning van het maatschappelijk debat over de nationale en bondgenootschappelijke veiligheid.
– Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) en Veiligheidsfonds, voor kleinschalige activiteiten met een katalyserende werking die het Nederlandse veiligheidsbeleid ondersteunen.
– Jaarlijkse bijdrage aan het in Den Haag gevestigde onafhankelijke International Centre for Counter-Terrorism (ICCT).
– Nederlandse inspanningen in multilateraal verband, onder andere als lid van het Global Counterterrorism Forum en de Global Coalition to Counter/Defeat ISIS. De projecten en programma’s op dit artikelonderdeel zijn gericht op de versterking van capaciteit in voor Nederland prioritaire regio’s om terrorisme, gewelddadig extremisme en radicalisering te voorkomen en te bestrijden.
– Het bevorderen van een normatief internationaal kader voor cyberactiviteiten en versterking van de kennispositie van de medewerkers op het gebied van cyber.
– Capaciteitsopbouw op het gebied van cyber security, cyber crime, data protectie en e-governance door middel van financiering van Nederlandse initiatieven onder het Global Forum on Cyber Expertise.
– Jaarlijkse bijdragen aan het IAEA, de OPCW en de CTBTO.
– Ondersteuning van kleinschalige initiatieven gericht op uitvoering van het Biologische en Toxische Wapens Verdrag (BTWC), Non-Proliferatie Verdrag (NPV) en de Ottawa Conventie.
– Organisatie van een tweedaagse ministeriële conferentie over verantwoordelijke militaire toepassing van Artificial Intelligence, ter uitvoering van motie Koopmans c.s. uit april 2019 (motie 33694, nr. 43).
– Verdragscontributies aan de VN-crisisbeheersingsoperaties (vredesmissies).
– Bijdragen uit het Stabiliteitsfonds voor de inzet op het snijvlak van vrede, veiligheid en ontwikkeling. Het fonds spitst zich toe op een select aantal thema’s en landen en kan o.a. worden ingezet om activiteiten te financieren op het gebied van preventie van gewelddadig extremisme, ontmijning en early warning, early action. Daarnaast worden een aantal lopende activiteiten uit het fonds gefinancierd, zoals het uitzenden van experts via de civiele missiepool (CMV), training voor Afrikaanse peacekeepers (GPOI), en bijdragen aan de VN op specifieke thema’s.
– Het Makandra-programma is naar aanleiding van het amendement van het lid Sjoerdsma c.s., het amendement van het lid Van Helvert c.s. en een hoogambtelijke interdepartementale missie gestart (zoals geïntroduceerd in Kamerstuk 20 361, nr. 194 ). Dit programma is gericht op technische assistentie aan Suriname met als doel het versterken van de rechtsstaat, het verbeteren van goed bestuur en het ondersteunen van de Surinaamse overheid en overheids-agentschappen bij het opstellen van de juiste kaders en randvoorwaarden voor duurzame ontwikkeling en economische groei.
– Er is structureel EUR 25 miljoen beschikbaar voor de beveiliging van diplomaten en ambassades in gebieden met een hoog-risicoprofiel. Deze taken worden grotendeels uitgevoerd door Defensie. Daarom worden deze middelen jaarlijks overgeheveld naar de Defensie-begroting.
– Bijdragen ten behoeve van de trainingen van buitenlandse diplomaten in Nederland.
– Het Nederlands Fonds voor Regionale Partnerschappen (NFRP) wordt gebruikt om organisaties en mensen te ondersteunen bij het verbeteren en versterken van democratische processen, institutionele capaciteit en de rechtsstaat. Het NFRP bestaat uit het Matra programma (Matra: maatschappelijke transformatie) gericht op het Oostelijk Partnerschap en Pre-accessie regio (de Westelijke Balkan en Turkije) en het Shiraka-programma, gericht op het Midden-Oosten en Noord-Afrika, elk met eigen beleidsaccenten.
BHOS
– Ongeoormerkte bijdragen aan het wereldwijde VN-noodhulpfonds Central Emergency Response Fund (CERF), UN-OCHA en het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) ten behoeve van de snelle beschikbaarheid en flexibiliteit van de humanitaire hulp.
– Ongeoormerkte bijdragen aan UNHCR, UNRWA, UNICEF, WHO en WFP, eveneens ten behoeve van snelle beschikbaarheid en flexibiliteit.
– Crisisspecifieke bijdragen aan VN-organisaties, het Internationale Rode Kruis en subsidies aan Nederlandse NGO’s (Dutch Relief Alliance-DRA).
– Bijdragen ten behoeve van versterking van de responscapaciteit van lokale actoren en innovatie van het humanitaire systeem.
– Bijdragen ten behoeve van de integratie van specifieke thema’s in humanitaire hulp, zoals -geestelijke gezondheid en psychosociale steun en onderwijs.
– Bijdragen ten behoeve van de hervorming van het systeem voor internationale humanitaire hulpverlening.
– Bijdragen aan van programma’s voor migratie en ontwikkeling van IOM en maatschappelijke organisaties in Nederland ter bevordering van vrijwillige terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers uit ontwikkelingslanden.
– Bevorderen van dataverzameling –analyse inzake migratiestromen.
– Nederland subsidieert activiteiten gericht op migratiesamenwerking.
– Bijdragen aan een partnerschap met Wereldbank/IFC/ILO/UNICEF/UNHCR in een strategisch samenwerkingskader waarbinnen landen specifieke programma’s worden uitgewerkt, met de focus op onderwijs en werk voor vluchtelingen en kwetsbare lokale bevolking. Het partnerschap voorziet eveneens in een meer strategische beleidsdialoog met deze organisaties die een voortrekkersrol spelen bij de transformatie van een humanitaire naar een ontwikkelingsaanpak in landen die veel vluchtelingen opvangen. De bijdrage wordt in 2023 vernieuwd.
– Nederland werkt met ngo’s gericht op opvang en bescherming in de regio.
JenV
– In opdracht van het kabinet voert de politie activiteiten uit in het kader van internationale politiesamenwerking en de uitzending van politiefunctionarissen naar internationale (civiele) missies en operaties. Die activiteiten zijn voor een groot deel gebaseerd op de visie internationale politiesamenwerking en de bijbehorende strategische agenda. De politie zet hiervoor verschillende instrumenten in.
Defensie
– Voor een overzicht van de missies en operaties wordt verwezen naar de begroting van het ministerie van Defensie.
Algemeen
De algemene doelstelling is een effectieve Europese samenwerking om bij te dragen aan een slagvaardige, economisch sterke, weerbare en concurrerende Unie, want Europa is essentieel voor onze welvaart, vrijheid en veiligheid. Een proactieve en constructieve voortrekkersrol van Nederland, waarbij we samenwerken met andere lidstaten en internationale partners, is hierbij nodig. Door consequent en constructief optreden kan Nederland zijn invloed binnen de Europese Unie vergroten. Zo kan Nederland mede vorm geven aan ontwikkelingen in Europa die direct van invloed zijn op onze economische, sociale en politieke toekomst.
Beleidsinzet toegelicht
Brede ontwikkelingen in de Europese Unie
Zoals beschreven in de Staat van de Unie Kamerbrief maakt de EU integraal deel uit van ons dagelijks leven. De afgelopen jaren is de EU voor ongekende uitdagingen gesteld. De Russische agressie tegen Oekraïne en aanhoudende spanningen tussen de VS en China dwingt de EU om zich verder te positioneren als machtspolitieke speler op het wereldtoneel en daarbij te investeren in een sterke, slagvaardige, weerbare en concurrerende Unie. Klimaatverandering, aantasting van het milieu, verlies aan biodiversiteit en uitputting van hulpbronnen zetten onze Europese manier van leven en onze voedsel- en waterzekerheid onder druk. Ondertussen maken burgers zich zorgen over de kosten van levensonderhoud als gevolg van inflatie en stijgende energieprijzen. Om deze uitdagingen het hoofd te bieden, ziet Nederland een toekomst voor zich met een sterke Unie en sterke lidstaten. Hierbij vormen drie dwarsdoorsnijdende thema’s de paraplu: de Unie als geopolitieke speler, opwaartse sociale en economische convergentie, onder meer via de groene en digitale transities, en rechtsstatelijkheid en goed bestuur. Ook is het van belang dat er voldoende uitvoeringskracht bij de EU en lidstaten in transitie is om de ambitieuze doelen waar te maken. Deze inzet zal terugkomen in de Nederlandse inzet voor de nieuwe Commissie die in 2024-2029 zal aantreden. Voor een breed draagvlak onder burgers zet het kabinet zich in voor democratische legitimiteit van de EU, transparante besluitvorming en voortzetting van de burgerdialogen, die onder meer voortkwamen uit de Conferentie over de Toekomst van Europa.
De Unie als geopolitieke speler
De EU is het primaire handelingspodium van Nederland op buitenlandpolitiek terrein. Zoals blijkt uit de gezamenlijke Europese reactie op de Russische invasie van Oekraïne: samen staan we sterker. Alleen door onze krachten te bundelen kunnen we onze belangen effectief behartigen, opkomen voor onze kernwaarden, en inspelen op ontwikkelingen in een verhardende internationale omgeving. Dat veronderstelt dat de Unie in staat is om eensgezind, snel en daadkrachtig op te treden op het wereldtoneel. Het kabinet is daarom voorstander van het verder vergroten van het handelingsvermogen van de Unie door de effectiviteit van het Gemeenschappelijk Buitenland- en Veiligheidsbeleid (GBVB) en het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) te versterken, en het instrumentarium daarvan uit te breiden. Dit past bij de geopolitieke volwassenwording, en het kabinet zal zich inzetten om deze lijn te bestendigen.
Het kabinet zet daarbij onder andere in op het meer strategisch gebruiken van het economische gewicht van de EU en het versterken van haar economische weerbaarheid door de open strategische autonomie te vergroten. Hiervoor is het wenselijk dat de EU meer investeert in de eigen economische en buitenlandpolitieke kracht en haar militair handelingsvermogen, en ongewenste strategische afhankelijkheden terugdringt of de risico’s ervan mitigeert teneinde publieke belangen te borgen (Kamerstuk II, nr 35 982-9). In de huidige geopolitieke context is duidelijk zichtbaar dat wederzijdse afhankelijkheid niet per definitie stabiliteit teweegbrengt. Beïnvloeding vindt in toenemende mate plaats via economische instrumenten. De EU heeft de grootste interne markt ter wereld, en moet deze waar nodig effectief inzetten. De sanctiemaatregelen tegen Rusland onderstrepen de geopolitieke potentie van de economische macht van de Unie. Deze markt- en regelmacht kan en moet in de toekomst meer strategisch ingezet worden.
Ook op het gebied van migratie moet de EU haar gewicht en instrumenten gericht inzetten. Ongecontroleerde irreguliere migratie naar de EU legt structurele zwakheden van de EU bloot en ondermijnt het draagvlak voor asiel in de lidstaten terwijl het bieden van bescherming aan hen die daar recht op hebben, belangrijk blijft. Het is essentieel dat de EU effectieve afspraken met landen van herkomst en transit maakt en zo meer grip krijgt op instroom en terugkeer.
Sancties
Het Europese sanctie-instrumentarium is onderdeel van de Europese gereedschapskist om de geopolitieke Unie vorm te geven. Sancties worden ingezet in situaties waar de kernwaarden van de Unie in het gedrang komen: de internationale rechtsorde, mensenrechten en democratie. De Russische agressie tegen Oekraïne heeft geleid tot ongeëvenaarde maatregelen gericht op het signaleren van afkeuring van de schendingen van het internationaal recht en de mensenrechten, het verbinden van hoge kosten daaraan, het ontzeggen van financiële en technische middelen voor oorlogsvoering en het ontmoedigen van vergelijkbaar gedrag. Ook in andere situaties, zoals ten aanzien van Iran, Belarus, Syrië en mensenrechtenschendingen wereldwijd is het sanctie-instrument een belangrijk onderdeel van de Europese inzet. Dit is mogelijk dankzij de versterkte sanctie-capaciteit op het Ministerie van Buitenlandse Zaken, zowel voor het ontwikkelen van nieuwe restrictieve maatregelen, waarop NL binnen de EU één van de voorlopers is, als voor de coördinerende rol van BZ ten aanzien van sanctienaleving. Zo worden in de naleving waar nodig korte termijn pragmatische oplossingen getroffen om mazen snel te dichten. Daarnaast coördineert BZ de modernisering van het Nederlands sanctiestelsel om de nationale sanctiewet- en regelgeving ook voor de lange termijn te versterken en te bestendigen voor toekomstige crisissituaties.
Budgettaire gevolgen van beleid
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving | 2022 | 2023 | 2024 | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | |
BZ | ||||||
03.01 Afdrachten aan de Europese Unie (HGIS-toerekening) | 938.733 | 863.000 | 938.733 | 863.000 | 938.733 | 863.000 |
03.02 Europees ontwikkelingsfonds | 131.506 | 131.506 | 100.313 | 100.313 | 85.983 | 85.983 |
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap | 12.062 | 4.825 | 32.800 | 26.200 | 18.261 | 5.707 |
03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie | 4.973 | 0 | 4.996 | 0 | 5.376 | 0 |
03.05 Europese vredesfaciliteit | 29.917 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 1.117.191 | 999.331 | 1.076.842 | 989.513 | 1.048.353 | 954.690 |
Financiële instrumenten
BZ
– De EU-toerekening betreft het aan de HGIS toegeschreven «Nederlandse aandeel» van de begroting van de Europese Commissie. Hiervan worden diverse programma’s van de EU voor internationale samenwerking gefinancierd, waaronder het Nabuurschapsbeleid, het instrument voor Ontwikkelingssamenwerking, het budget voor Gemeenschappelijk Buitenland en Veiligheidsbeleid (GBVB) en Humanitaire hulp. Een deel van de uitgaven valt onder de ODA-criteria.
– Bijdrage aan het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF). Dit fonds is het instrument waarmee de Europese Unie de ontwikkelingssamenwerking met de landen in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan (ACS) en de landen en gebieden overzee (LGO) uitvoert, tot 2021. Het grootste deel van het EOF is bestemd voor de financiering van de steun aan nationale, regionale en lokale projecten en programma’s gericht op de economische en sociale ontwikkeling van die gebieden. Voor de financiering van programma’s in LGO is met ingang van 2021 een apart budget voorzien onder de EU-begroting. De aflopende bijdragen aan het EOF in 2022 en de jaren daarna betreffen betalingen op reeds aangegane verplichtingen vanuit het 10e en 11e EOF.
– Raad van Europa: Nederland beschouwt de Raad van Europa als een belangrijke hoeder van mensenrechten, democratie en rechtsstaat in heel Europa. Ook wil Nederland bijdragen aan verdergaande hervorming van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en aan een zorgvuldig voorbereide toetreding van de EU tot het EVRM. De Nederlandse Permanente Vertegenwoordiging in Straatsburg speelt daarbij een centrale rol door goede betrekkingen en, indien opportuun, regelmatig overleg met het secretariaat van de Raad van Europa, permanente vertegenwoordigingen van andere lidstaten en met de Nederlandse delegatie in de Parlementaire Assemblee (PACE) van de Raad van Europa.
– Jaarlijkse bijdrage aan de Benelux Unie. De Benelux Unie dient twee doelen: het vervullen van een voortrekkersrol binnen de Europese Unie en grensoverschrijdende samenwerking, vooral op het gebied van economie, duurzame ontwikkeling en justitie/binnenlandse zaken. Daarnaast werkt Nederland in Benelux-verband ook samen op buitenlandpolitiek terrein.
– Subsidie aan European Institute for Public Administration (EIPA). Het EIPA heeft als doel het ontwikkelen van de capaciteiten van ambtenaren in het omgaan met EU-aangelegenheden.
– Bijdrage aan de Europese Vredesfaciliteit (EVF) voor de financiering van de gemeenschappelijke kosten van EU-missies en operaties: vanaf 2023 is de EVF geen onderdeel meer van de HGIS.
Algemeen
Het verlenen van goede consulaire diensten aan Nederlanders in nood in het buitenland, evenals het verstrekken van reisdocumenten aan Nederlanders in het buitenland. Daarnaast levert het kabinet een bijdrage aan een gereguleerd personenverkeer door de Nederlandse inbreng in het Europese visumbeleid en is het kabinet verantwoordelijk voor de visumverlening kort verblijf.
Het versterken van de Nederlandse cultuursector door internationale uitwisseling en presentatie; verbindingen leggen met economische diplomatie en andere prioriteiten van geïntegreerd buitenlandbeleid, zoals het mensenrechtenbeleid en veiligheidsbeleid.
Beleidsinzet toegelicht
(Consulaire) crisisbeheersing en paraatheid
Zowel de COVID-19 pandemie als crisissituaties in Afghanistan, Oekraïne, en meer recentelijk in Soedan en Niger, hebben de noodzaak van goede en moderne consulaire dienstverlening onderstreept. Als Nederlanders in het buitenland worden geconfronteerd met veiligheidsrisico’s zorgt dat in de regel voor een forse stijging van hulpvragen en in sommige gevallen ook voor consulaire ondersteuning of evacuatie. Het afgelopen jaar is veel geïnvesteerd in de versterking van de crisis-paraatheid van het departement en het postennet. Het ministerie blijft werken aan het verder verbeteren van de consulaire dienstverlening aan en informatievoorziening voor Nederlanders in het buitenland. In 2024 worden er meer medewerkers voorbereid en getraind en wordt de samenwerking met andere (EU) landen en de benodigde infrastructuur versterkt.
Eind april 2023 heeft het Nederland, in samenwerking met Europese en andere internationale partners, een militaire evacuatie uitgevoerd uit Soedan. In totaal zijn met acht vluchten 270 personen geëvacueerd, onder wie circa 100 personen met de Nederlandse nationaliteit of een Nederlandse verbflijfstitel. Het SCOT (Snel Consulair Ondersteuningteam) speelde hier een belangrijke rol in. Meer recentelijk, begin augustus 2023, heeft er een evacuatie plaatsgevonden uit Niamey, Niger, na een staatsgreep.
Wat is het SCOT?
Het SCOT is een team van medewerkers van het ministerie van Buitenlandse Zaken, dat snel kan worden ingezet in een gebied waar veel Nederlanders hulp nodig hebben. Het SCOT ondersteunt dan het werk van een ambassade of consulaat. Bijvoorbeeld om Nederlanders te helpen met verloren paspoorten, of in te zetten om Nederlanders veilig thuis te laten komen in tijden van crisis. Daarvoor werkt het SCOT ook samen met de lokale overheid en hulpdiensten. Bij evacuaties werkt het SCOT soms ook nauw samen met Defensie.
Consulaire dienstverlening
De omstandigheden waarin de consulaire dienstverlening wordt uitgevoerd veranderen eveneens, soms – zoals bij een crisis – heel snel. Waar de COVID-19 pandemie het aantal reisbewegingen en daarmee de vraag naar visa en reisdocumenten drastisch inperkte, stijgen de aantallen aanvragen hiervoor nu weer naar het oude niveau van vóór de pandemie. Op het gebied van crisissituaties was het opnieuw een bewogen periode, onder andere in verband met de aardbeving in Turkije en Syrië, en de recente evacuatie van Nederlanders uit Soedan en Niger. Andere ontwikkelingen in de wereld, zoals de situatie in Oekraïne, en visaproblematiek op de Westelijke Balkan, waren aanleiding voor beleidsmatige maatregelen, veelal EU-gemeenschappelijk via het visuminstrument.
Kortom, het consulaire werkterrein is volop in beweging. Dat is op zich niet nieuw, die beweging is eerder een constante factor. Wel is sprake van een verhoogd tempo waarin de veranderingen zich voordoen en van toenemende verwachtingen. Dit vraagt om scherp zicht op de klantbehoefte, om oog voor de menselijke maat en om wendbaarheid als organisatie. Waarbij tevens duidelijk moet zijn dat de mogelijkheden voor de overheid niet onbegrensd zijn en mensen ook een eigen verantwoordelijkheid hebben.
Het kabinet streeft in deze context naar continue verbetering van de consulaire dienstverlening. Door zo goed mogelijk aan te sluiten bij veranderende wensen en behoeften, door de organisatie zo in te richten dat adequaat kan worden ingespeeld op nieuwe ontwikkelingen en door voortdurend te werken aan goede informatievoorziening en andere dienstverlening.
Cultuur
Kunst en cultuur geven betekenis en vorm aan onze relaties: ze zorgen voor onderlinge verbondenheid. Met het vierjarig kader internationaal cultuurbeleid (ICB 2021-2024) wordt dat met name gezocht in de relaties met Europese landen, grensoverschrijdende samenwerking en een aantal voor Nederland belangrijke landen in de rest van de wereld. Culturele samenwerking ondersteunt ook de andere prioriteiten van buitenlandbeleid, zoals bijvoorbeeld in de ondersteuning van Oekraïne: in 2024 wordt de intensievere culturele samenwerking met Oekraïne voortgezet.
Daarnaast wordt in 2024 de academische en museale samenwerking met herkomstlanden van cultuurgoederen uit een koloniale context geïntensiveerd. Dit draagt bij aan een evenwichtige mondiale dialoog over het koloniale verleden en aan versterkte relaties met deze landen.
Budgettaire gevolgen van beleid
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving | 2022 | 2023 | 2024 | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | |
BZ | ||||||
04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland | 11.745 | 0 | 13.423 | 0 | 14.587 | 0 |
04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren | 19.950 | 0 | 23.738 | 0 | 16.827 | 0 |
04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur | 6.638 | 0 | 8.237 | 0 | 7.500 | 0 |
04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen | 22.146 | 127 | 26.793 | 2.000 | 22.307 | 0 |
OCW | ||||||
08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken | 480 | 0 | 480 | 0 | 480 | 0 |
14.71/76 Cultuur; subsidies | 6.017 | 0 | 9.948 | 0 | 6.511 | 0 |
Totaal | 66.976 | 127 | 82.619 | 2.000 | 68.212 | 0 |
Financiële instrumenten
BZ
– Verlenen van financiële- en niet financiële consulaire bijstand aan Nederlanders in nood en/of schrijnende gevallen.
– (Stille) diplomatie met oog op eerlijke rechtsgang voor Nederlandse gedetineerden en het adviseren en ondersteunen van Nederlandse gedetineerden door gedifferentieerde bezoekfrequentie.
– Verstrekken van reisadviezen en het bijstaan van Nederlanders in geval van crises; als dat noodzakelijk en mogelijk is, organiseren, waar mogelijk met partnerlanden, van evacuaties.
– Verstrekken van reisdocumenten en opmaken van consulaire akten en verklaringen.
– Consulaire informatiesystemen om de primaire consulaire processen te kunnen afhandelen.
– Loket buitenland: opzetten van een one-stop shop voor overheid gerelateerde zaken voor Nederlanders die in het buitenland verblijven.
– Behandelen van aanvragen voor visa kort verblijf en het beleid op dit terrein waaronder de inname van aanvragen voor MVV’s en het afnemen van inburgeringsexamens.
– Verrichten van legalisaties en uitvoeren van verificatieonderzoeken.
– Op verzoek van het Ministerie van Justitie en Veiligheid worden algemene en individuele ambtsberichten opgesteld, waarop door J&V mede het toelatings- en terugkeerbeleid wordt gebaseerd.
– Samenwerking met instanties in en buiten Nederland, de EU en internationale organisaties over o.a. wederzijdse visumvertegenwoordiging.
– Voor het beschermen van de mensenrechten van migranten, het voorkomen van irreguliere migratie, het tegengaan van mensensmokkel en -handel en het bevorderen van terugkeer en herintegratie is Nederland actief in onder meer de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM).
– Subsidieverlening via de posten aan Nederlandse cultuurmakers en -instellingen.
– Via publieksdiplomatie verstevigt Buitenlandse Zaken het netwerk van beleidsbeinvloeders die de besluitvorming op voor Nederland relevante beleidsterreinen kunnen beïnvloeden.
– De strategische inzet van Publieksdiplomatie door het postennetwerk en BZ versterkt de reputatie van Nederland bij een buitenlands publiek en daarmee de politieke- en economische positie. Zo waarborgen we de Nederlandse belangen en kunnen we ons waardenstelsel uitdragen.
– Subsidie ten behoeve van Instituut Clingendael voor trilateraal onderzoeksprogramma met Defensie en JenV. Daarnaast ook een opdracht ter ondersteuning van het China Kennisnetwerk en het Oost-Europa/Rusland Kennisplatform.
– Vanuit het Programma Ondersteuning Buitenlands Beleid (POBB) worden eenmalige katalyserende activiteiten gefinancierd ter ondersteuning van de doelstellingen van het Nederlandse buitenlandbeleid. Dat kunnen ook activiteiten zijn voor COVID-19 ondersteuning.
– Voor bezoeken, ontvangsten en overige uitgaven hoogwaardigheidsbekleders, Corps Diplomatique en internationale organisaties wordt EUR 1 miljoen geraamd.
– Voor uitgaven ten behoeve van staatsbezoeken, officiële bezoeken en werkbezoeken van het Koninklijk Huis wordt EUR 2 miljoen geraamd.
– Opdrachtverlening aan CJIB voor verkeersnotificaties (vrijwillige bijdrage) na overtredingen buitenlandse diplomaten in Nederland.
OCW
– Het internationaal cultuurbeleid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de bewindspersonen van OCW en Buitenlandse Zaken. In de periode 2021-2024 gelden voor het internationaal cultuurbeleid drie doelen:
1. een sterke positie van de Nederlandse culturele sector in het buitenland door zichtbaarheid, uitwisseling en duurzame samenwerking;
2. het met Nederlandse cultuuruitingen ondersteunen van de bilaterale relaties met andere landen;
3. het benutten van de kracht van de culturele sector en creatieve industrie voor de Sustainable Development Goals (SDG’s), met name in de verbinding met de BHOS-agenda in de focusregio’s.
– Voor de verwezenlijking van bovenstaande doelen wordt gekozen voor een meerjarige strategische inzet op 23 landen. Per land worden nadere afspraken gemaakt tussen betrokken spelers (o.a. diplomatieke posten, fondsen en Dutch Culture) over samenwerking en uitvoering. Door maatwerk per land worden cultuur en buitenlandprioriteiten met elkaar verbonden.
Algemeen
Versterken van het internationaal verdienvermogen van Nederland, nu en in de toekomst, verminderen van armoede en maatschappelijke ongelijkheid, bevorderen van duurzame inclusieve groei wereldwijd, waarbij wordt ingespeeld op mondiale transities. Nederland werkt aan een toekomstbestendig handels- en investeringssysteem, gebaseerd op hoge standaarden, Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO), vergroening van het handelsinstrumentarium, bevordering van de economische weerbaarheid en versterking van de private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden.
Beleidsinzet toegelicht
Investeren in een toekomstbestendig handels- en investeringssysteem
Doel van de Nederlandse inzet is een actieve bijdrage leveren aan het ondersteunen en bevorderen van een open, op regels gebaseerd mondiaal handels- en investeringssysteem, met oog voor het gelijke speelveld, open markten, open strategische autonomie, economische weerbaarheid en veiligheid en de thema’s digitalisering en verduurzaming, onder meer via de WTO, OESO en G20. Zo zet het kabinet zich onder andere in voor WTO-hervormingen. In het bijzonder van belang is het hervormen en herstellen van het geschillenbeslechtingssysteem uiterlijk per 2024, zoals de WTO-leden afgesproken hebben tijdens de 12e Ministeriele Conferentie. Nederland zal ook onverminderd blijven inzetten op aangescherpte regels voor een mondiaal gelijk speelveld. Hiernaast zet Nederland zich ook in voor het verder integreren van duurzaamheid in het WTO-acquis.
Budgettaire gevolgen van beleid
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving | 2022 | 2023 | 2024 | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | |
BHOS | ||||||
01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO | 28.056 | 20.366 | 32.934 | 20.175 | 35.114 | 22.415 |
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie | 100.284 | 0 | 96.181 | 0 | 98.273 | 0 |
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden | 451.288 | 449.468 | 473.737 | 471.457 | 468.110 | 465.830 |
EZK | ||||||
1.55 Opdrachten | 0 | 0 | 150 | 0 | 178 | 0 |
1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties | 2.295 | 0 | 3.489 | 0 | 3.020 | 0 |
2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties | 2.206 | 0 | 1.519 | 0 | 1.519 | 0 |
Totaal | 584.129 | 469.834 | 608.010 | 491.632 | 606.214 | 488.245 |
Financiële instrumenten
BHOS
– Contributies aan internationale organisaties zoals OESO en WTO.
– Programma's ter bevordering van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
– Bijdragen aan beleidsondersteuning en –onderzoek en -evaluatie, alsmede incidentele projecten.
– Via verschillende kanalen wordt bijgedragen aan de bestrijding van kinderarbeid.
– Uitgaven ten behoeve van de bestrijding kinderarbeid vallen onder MVO en beleidsondersteuning ODA. Er wordt ingezet op drie terreinen: Een bijdrage aan de International Labour Organisation; subsidies via het door RVO uitgevoerde Fonds Bestrijding Kinderarbeid en een subsidie aan de Alliantie Stop Kinderarbeid.
– De regeling Starters International Business (SIB) bestaat uit individuele coaching-, missie- en kennisvouchers voor startende mkb-ondernemingen die de stap willen maken naar buitenlandse markten.
– Het Programma Strategische Beurzen voor steun aan collectieve promotionele activiteiten voor een succesvolle positionering van Nederlandse topsectoren en clusters in buitenlandse markten.
– Het instrument Partners for International Business (PIB) ondersteunt de structurele positionering van clusters van Nederlandse bedrijven, met name uit topsectoren, op voor Nederland kansrijke markten.
– Het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF) biedt financiering voor investeringen en export van MKB en grote bedrijven, indien banken en andere financiële instellingen deze financiering niet bieden en er voldaan wordt aan de criteria die gelden voor publieke interventie.
– Het structurele budget voor projectontwikkeling van Invest International wordt gebruikt voor een subsidie aan Invest International. Via Invest International wordt DRIVE en haar voorganger ORIO ondersteund.
– Inzet op het terrein van (jeugd)werkgelegenheid met als hoofddoel het
creëren van toekomstperspectief, middels fatsoenlijk werk en inkomen,
voor 200.000 jongeren in het Midden-Oosten, Noord-Afrika, West-
Afrika/Sahel en de Hoorn van Afrika. In lijn hiermee is het subsidieprogramma LEAD (Local Employment in Africa for Development) verlengd.
– Bijdrage aan het Dutch Good Growth Fund (DGGF) welke een revolverend fonds is, dat financiering verschaft voor ontwikkelingsrelevante en risicodragende investeringen en exporttransacties.
EZK
– Bijdragen aan internationale organisaties zoals de Universal Postal Union (UPU), de International Telecommunications Union (ITU) en de internationale organisaties Metrologie. Deze internationale organisaties hebben betrekking op postovergangen, radiofrequenties en metrologie.
– Bijdrage aan het permanente ondersteunende bureau van European Conference of Postal and Telecommunications Administrations (CEPT).
– Een jaarlijkse donatie aan het secretariaat van het Internet Governance Forum (IGF). Dit forum is een uitvloeisel van het VN-top World Summit on Information Society in 2005.
– Bijdragen aan de internationale organisaties zoals de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en de World Intellectual Property Organization (WIPO).
Algemeen
Verminderen armoede, duurzame ontwikkeling en het nakomen van de klimaatafspraken door: Toegenomen landbouwproductie en voedselzekerheid; Verbeterd waterbeheer, toegang tot veilig drinkwater en sanitatie; Ondersteunen klimaatacties ontwikkelingslanden: groene doorstart, energietransitie; verbeterde toegang tot energie en voorkomen ontbossing; Klimaatdiplomatie: verhogen mondiale ambities en versnellen acties; Verbeteren duurzaam gebruik natuurlijke hulpbronnen
Beleidsinzet toegelicht
Klimaat
Het kabinet zet internationaal, met klimaatprogramma’s, -bijdragen en -diplomatie, in op alle drie de doelen van de Overeenkomst van Parijs: klimaatmitigatie, het beperken van de opwarming van de aarde tot maximaal 1,5°C; klimaatadaptatie, het minimaliseren van en weerbaar maken voor de effecten van klimaatverandering; en het in lijn brengen van financiële stromen met genoemde doelen. Het kabinet hecht er aan om de verhoogde beleidsambitie van de BHOS-nota en Internationale Klimaatstrategie in relatie tot ontwikkelingslanden gestand te blijven doen op het terrein van klimaatadaptatie, bossen en toegang tot hernieuwbare energie. Het betreft hier de verdubbeling van het aantal mensen met toegang tot hernieuwbare energie tot en met 2030, de verdubbeling van de inzet op het tegen gaan van ontbossing per 2025 en bijdragen aan het streven in het Glasgow Climate Pact om adaptatiefinanciering te verdubbelen.
Opvolging New York Water Conferentie 2023
De VN Waterconferentie van maart 2023 in New York, was de eerste VN-Waterconferentie sinds 50 jaar. De conferentie was onder co-voorzitterschap van Nederland en Tajikistan en heeft veel belanghebbenden gemobiliseerd en een podium geboden voor concrete mondiale toezeggingen, plannen en innovaties op water en klimaatadaptatie. Het doel is dat de internationale afspraken leiden tot het behalen van SDG6 (water) en alle andere water gerelateerde SDGs (zoals voedsel, klimaat, infra, steden, oceanen, gezondheid, gelijkheid, etc) door de inzet te vergroten en te versnellen. Eén van de principale uitkomsten van de conferentie is de 'Water Action Agenda’, een actiegerichte agenda waar lidstaten en stakeholders rond de 820 vrijwillig commitments voor hebben aangeleverd. De Water Action Agenda krijgt een concreet vervolg in de drie belangrijkste VN-toppen: SDG Summit 2023, Summit of the Future 2024, World Social Summit 2025, en via de jaarlijkse HLPF, COP's en andere VN-processen en het Dushanbe Water Process. Ook wordt er een UN Water Envoy aangesteld om het proces te begeleiden. Nederland lanceerde het International Panel for Deltas and Coastal Areas om landen en eilanden te ondersteunen in een klimaatadaptatie strategie. Voor de opvolging van de New York Water Conferentie wordt vanuit de HGIS in totaal EUR 11,5 miljoen bijgedragen. Parallel aan de VN Water Conferentie organiseerde Nederland ook een laagdrempelige NY Water Week om podium te bieden voor thematische actualiteiten, dialogen, netwerken en kennisuitwisseling. De kamer is ook in een brief van 22 mei 2023 (Kamerstuk II, nr. 31 793-243) geïnformeerd over de conferentie.
Budgettaire gevolgen van beleid
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving | 2022 | 2023 | 2024 | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | |
BHOS | ||||||
02.01 Voedselzekerheid | 340.180 | 340.180 | 389.554 | 389.554 | 392.345 | 392.345 |
02.02 Water | 186.866 | 186.866 | 199.235 | 199.235 | 194.164 | 194.164 |
02.03 Klimaat | 289.824 | 288.686 | 279.219 | 277.494 | 319.335 | 317.740 |
IenW | ||||||
11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water/Blue Deal) | 12.147 | 0 | 23.680 | 0 | 22.148 | 0 |
14.01/03 Wegen en verkeersveiligheid | 40 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
19.02 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal | 3.392 | 0 | 3.604 | 0 | 3.502 | 0 |
23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF) | 3.644 | 35 | 4.090 | 35 | 4.087 | 35 |
97.01 IenW-brede programmamiddelen | 0 | 0 | 4.700 | 4.700 | 0 | 0 |
EZK | ||||||
4.55 Opdrachten | 105 | 0 | 1.034 | 0 | 320 | 0 |
4.55.6 Energiehulp Oekraïne | 0 | 0 | 18.000 | 18.000 | 0 | 0 |
4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 1.321 | 0 | 2.208 | 0 | 1.790 | 0 |
LNV | ||||||
21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP) | 9.688 | 5.228 | 11.630 | 7.544 | 11.633 | 7.544 |
22.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties | 1.535 | 0 | 2.165 | 0 | 1.841 | 0 |
23.75 Wageningen Research | 0 | 0 | 3.839 | 0 | 3.843 | 0 |
Totaal | 848.742 | 820.995 | 942.958 | 896.562 | 955.008 | 911.828 |
Financiële instrumenten
BHOS
– Via de bilaterale programma’s wordt door ambassades en hun publieke, private en maatschappelijke partners geïnvesteerd in de verduurzaming van de voedselproductie.
– Belangrijke activiteiten zijn het SNV-programma Climate Resilient Agriculture For Tomorrow, CRAFT (subsidie), het Pro-ARIDES Programma in West-Afrika (subsidie) en twee regionale programma’s van resp. IFAD en Wereldbank
– Via diverse internationale NGO’s worden programma’s gesteund die werken aan landbouwontwikkeling in meerdere landen, zoals het 2-Scale programma dat geleid wordt door het International Fertilizer Development Center (IFDC).
– Er wordt geïnvesteerd in samenwerkingsverbanden die kennis en kunde van de Nederlandse private sector, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties koppelen aan capaciteitsversterking in lage inkomenslanden, zoals via het kennisprogramma van het Netherlands Food Partnership en het door RVO uitgevoerde Land@scale programma.
– Met de bijdrage aan de Consultative Group on International Agricultural Research (CGIAR) wordt internationaal landbouwkundig- en voedingsonderzoek uitgevoerd.
– Via delegated cooperation worden EU-middelen (Desira) gecombineerd met Nederlandse middelen verstrekt aan WUR en World Vegetable Center voor onderzoek naar verbeterde groententeelt.
– Via de bilaterale programma’s in de focuslanden wordt door ambassades met subsidies en bijdragen aan publieke, private en maatschappelijke partners geïnvesteerd in vergroting van toegang tot gezond en nutriëntenrijk voedsel. Zo worden bijvoorbeeld in Benin en Burundi schoolkinderen dagelijks van gezonde maaltijden voorzien die geleverd worden door lokale boer(inn)en.
– Met de Global Alliance for Improved Nutrition (GAIN) en CARE (subsidies) wordt in Benin, Nigeria, Uganda, Kenia, Ethiopië en Mozambique ingezet op het substantieel vergroten van het aantal kwetsbare consumenten dat het gehele jaar door gezonde diëten kan consumeren.
– Met UNICEF (bijdrage) wordt in Niger, Burkina Faso, Sudan en Burundi gewerkt aan betere voeding voor jonge kinderen en hun moeders.
– Samenwerking met andere donoren en versterken van lokaal beleid wordt gestimuleerd door een Nederlandse bijdrage aan de Scaling Up Nutrition (SUN) movement.
– Met het nieuwe programma Reversing the Flow is een instrument ontwikkeld om de waterveiligheid van gemeenschappen in kwetsbare situaties te versterken. Activiteiten die door deze gemeenschappen zelf worden ontwikkeld, zullen in 2022 zijn gericht op het vergroten van weerbaarheid, incl. ‘bouwen met de natuur’.
– Het Wereldbank Global Water and Sanitation Partnership blijft een belangrijke speler bij het mobiliseren van kennis om de water- en sanitatie respons binnen de WB emergency respons en de daarop volgende recovery vorm te geven en lopende programma’s te herstructureren. Dit programma is binnen de WB ook van groot belang bij het adresseren van de water- en sanitatie- problematiek in de post-COVID-19 crisis.
– Binnen de Nederlandse inzet om klimaatverandering tegen te gaan staan adaptatie en weerbaarheid voorop. Hiervoor worden onder andere bijdrages gedaan aan programma's op het gebied van water, voedselzekerheid en ontbossing.
– Het blijft ook nodig kennis te ontwikkelen over de relatie tussen klimaatverandering, ontwikkelingssamenwerking en armoede. Daartoe wordt onder andere samengewerkt met WRI, PBL en de Commissie MER.
– Het nationale klimaatfonds Dutch Fund for Climate and Development (DFCD) versterkt de weerbaarheid van ontwikkelingslanden tegen klimaatverandering en draagt bij aan emissiereductie.
– Om klimaatdiplomatie te ondersteunen doet Nederland een bijdrage aan de Global Environment Facility, het Groene Klimaatfonds en de Climate Investment Funds. Nederland draagt voorts bij aan UN Environment (UNEP).
– Nederland benadrukt het belang van de transitie naar een circulaire economie voor het behalen van de klimaatdoelen.
– Nederland zet in op internationale multi-stakeholder partnerschappen om verantwoorde grondstoffenwinning in ontwikkelingslanden te vergroten en de klimaat-impact ervan te verkleinen.
IenW
– Uitvoering van Partners voor Water ten behoeve van het vergroten van waterveiligheid en waterzekerheid in de wereld met accent op negen deltalanden.
– Uitvoering Blue Deal, een internationaal programma van 21 waterschappen. Het programma Blue Deal heeft als doel: 20 miljoen mensen in 40 stroomgebieden wereldwijd helpen aan schoon, voldoende en veilig water.
– International Panel for Deltas and Coastal Areas (IPDC), tijdens de VN Water Conferentie is het IPDC van start gegaan. De eerste fase van het programma loopt van 2023-2026 en ondersteunt klimaatkwetsbare landen en eilandstaten in het ontwikkelen van een gedegen klimaatadaptatiestrategie, conform de richtlijnen van de UNFCCC. In totaal hebben 10 landen en 7 eilanden (waaronder de 6 eilanden van het KNL) zich aangemeld, evenals 3 multilaterale banken (zie ook www.deltasandcoasts.net).
– In het kader van de transities Circulaire Economie, Slimme en Duurzame Mobiliteit en Klimaatadaptatie draagt IenW op grond van internationale verdragen of andere internationale afspraken bij aan internationale organisaties, zoals aan UNEP, UNECE, het International Resource Panel (IRP) en het International Transport Forum (ITF). Tevens zijn er middelen gereserveerd voor de Nederlandse bijdrage in de gebruiksvergoeding van het Estec / Galileo Reference Center (GRC).
– Op grond van wet- en regelgeving en internationale afspraken betaalt Nederland contributiegelden aan de Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) en het European Centre for Medium-Range Weather Forecasts (ECMWF). Deze intergouvernementele organisaties zijn van groot belang voor internationale samenwerking op het gebied van weer, klimaat, modelontwikkeling en data.
EZK
– Opdrachten rondom mondiale klimaatprojecten, zoals de jaarlijkse Conference of Parties (COP).
– Bijdragen en contributies aan internationale organisaties waardoor Nederland een actieve participatie heeft in diverse internationale energie- en klimaatgerelateerde organisaties en netwerken.
LNV
– Er zijn middelen gereserveerd ten behoeve van de jaarlijkse contributies voor internationale organisaties. De grootste contributie die hieruit bekostigd wordt, is die aan de Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO). Daarnaast zijn er middelen gereserveerd voor kleinere contributies aan verschillende internationale organisaties, zoals het United Nations Environment Program (UNEP).
Algemeen
Menselijke ontplooiing en het bevorderen van sociale gelijkheid en inclusieve ontwikkeling, door: het bijdragen aan seksuele en reproductieve gezondheid en rechten (SRGR) voor iedereen en een halt toe te roepen aan de verspreiding van hiv/aids; het versterken van primaire gezondheidssystemen voor betere toegang tot essentiële dienstverlening en weerbaarheid tegen pandemieën; het verbeteren van betaalbaarheid en toegankelijkheid van primaire gezondheidszorg; het bevorderen van vrouwenrechten en gendergelijkheid; versterking van het maatschappelijk middenveld en bevordering en bescherming van de politieke ruimte voor maatschappelijke organisaties; versterken van de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen, zodat zij hun stem kunnen laten horen; versterken van het onderwijs en daarmee bijdragen aan het vergroten van kansen en perspectieven voor jongeren; een toename van het aantal goed opgeleide professionals, versterking van beroeps en hoger onderwijs en het bevorderen van beleidsrelevant onderzoek.
Beleidsinzet toegelicht
Mondiale Gezondheid en Seksuele en Reproductieve Gezondheid en Rechten (SRGR)
De effecten van de COVID-19 pandemie op de mondiale gezondheid en op het behalen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties hebben laten zien dat internationale samenwerking op het gebied van volksgezondheid cruciaal is en blijvend grote inzet behoeft. In 2022 presenteerde het kabinet de Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie 2023-2030: Samen zorgen voor gezondheid wereldwijd. Het doel is om gecoördineerd en doelgericht bij te dragen aan het verbeteren van de volksgezondheid wereldwijd, en daarmee ook in Nederland. De strategie heeft drie prioriteiten:
– Het versterken van de mondiale gezondheidsarchitectuur en nationale gezondheidssystemen
– Het verbeteren van internationale pandemische paraatheid en minimaliseren van grensoverschrijdende gezondheidsdreigingen
– Het adresseren van de impact van klimaatverandering op volksgezondheid en vice versa
Binnen deze prioriteiten blijft Nederland zich inzetten voor keuzevrijheid voor vrouwen en meisjes, goede informatievoorziening en toegang tot anticonceptie. Hierbij houdt het kabinet de voorziene extra inzet in stand op die thema’s en rechten van groepen die onder druk staan, en waar andere donoren minder in durven te investeren, zoals veilige abortus, seksuele voorlichting en de gezondheid van jongeren en gemarginaliseerde groepen. Ook de intensivering op primaire gezondheidssystemen blijft overeind, waarmee de capaciteit van landen wordt versterkt om ziekten zoals TBC en hiv te bestrijden, adequate zorg en informatie te bieden op het gebied van SRGR, maar ook om de weerbaarheid tegen pandemieën te versterken.
Als onderdeel van deze proriteit richt het kabinet zich ook op het adequaat toerusten van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), zodat deze organisatie de gewenste centrale rol in de internationale coördinatie en haar cruciale normatieve en coördinerende taken goed kan uitvoeren. Ook blijft Nederland een rol spelen in de bestrijding van antimicrobiële resistentie (AMR). Een nieuw onderdeel in de Nederlandse inzet op mondiale gezondheid betreft de focus op internationale verduurzaming en klimaatbestendig bestendig maken van de gezondheidszorg. Ten slotte behoudt het kabinet haar extra inspanning voor het versterken van de innovatiekracht op het terrein van gezondheid en het vergroten van de betrokkenheid van de private sector, onder andere op het terrein van lokale productie van medische producten.
Budgettaire gevolgen van beleid
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving | 2022 | 2023 | 2024 | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | |
BHOS | ||||||
03.01 Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten | 579.156 | 573.266 | 507.965 | 506.140 | 508.537 | 506.926 |
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid | 51.675 | 51.675 | 49.667 | 49.667 | 47.609 | 47.609 |
03.03 Maatschappelijk middenveld | 200.486 | 200.486 | 198.442 | 198.442 | 182.859 | 182.859 |
03.04 Onderwijs | 69.815 | 69.815 | 57.150 | 57.150 | 63.993 | 63.993 |
OCW | ||||||
06.70 Hoger beroepsonderwijs | 2.873 | 2.873 | 2.873 | 2.873 | 2.873 | 2.873 |
07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs | 54.887 | 49.570 | 58.133 | 52.584 | 57.157 | 52.584 |
08.71 Internationaal onderwijs; Subsidies | 342 | 0 | 342 | 0 | 342 | 0 |
16.70 Onderzoek en wetenschapsbeleid; bekostiging NWO/Poolonderzoek | 454 | 454 | 454 | 454 | 2.101 | 454 |
VWS | ||||||
09.10 Algemeen; Internationale samenwerking | 3.868 | 0 | 5.572 | 1.654 | 5.368 | 1.500 |
Totaal | 963.556 | 948.139 | 880.598 | 868.964 | 870.839 | 858.798 |
Financiële instrumenten
BHOS
– Een aantal internationale organisaties met mandaat op het gebied van gezondheid krijgt algemene vrijwillige en/of geoormerkte bijdragen (WHO, UNFPA, UNAIDS, GFATM, UNICEF, GAVI, GFF/WB).
– Onder subsidies wordt via het SRGR-partnerschappen programma gedurende de periode 2021-2025 zeven partnerschappen ondersteund, bestaande uit het Nederlands en zuidelijk maatschappelijk middenveld. Deze partnerschappen zijn gericht op capaciteitsversterking, waarbij de nadruk ligt op pleitbezorging voor het vergroten van kennis en toegang tot SRGR voor jongeren alsmede op meer respect voor SRGR van mensen aan wie deze nog wordt onthouden.
– Nederland blijft in ieder geval op korte termijn bijdragen aan het indammen van de COVID-19 pandemie via de Access to COVID-19 Tools Accelerator (ACT-A) en draagt bij aan het verbeteren van pandemieparaatheid en preventie.
– In 2021 zijn onder het SDG5 fonds (2021 ‒ 2025) drie nieuwe programma’s van start gegaan die zich specifiek richten op vrouwenrechten en gendergelijkheid: Leading from the South (LFS) II, Power of Women (POW) en Women, Peace and Security (WPS).
– Het POW programma is de opvolging van Funding Leadership Opportunities for Women (FLOW) II en wordt uitgevoerd door zes consortia van vrouwenrechtenorganisaties.
– Via het Accountability fonds worden lokale partners direct gesteund. Het Voice-fonds, geeft de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen een stem in tien geselecteerde landen en ondersteunt leeftijd-gediscrimineerde groepen.
– Het WPS programma is de opvolger van het Nationaal Actieplan 1325 (NAP)-programma en wordt uitgevoerd door consortia van NGO’s in het kader van het vierde Nationaal Actieplan 1325 (2021 ‒ 2025).
– De Nederlandse onderwijsinzet krijgt een verscherpte focus op beroeps- en hoger onderwijs. In 2023 wordt een nieuw, meerjarig beroeps- en hoger onderwijsprogramma gestart, gericht op de groei van een ondernemende, jonge en weerbare generatie met meer perspectief op de arbeidsmarkt en in de samenleving.
– Via het Global Partnership for Education (GPE) steunt Nederland onderwijsbeleid en structurele veranderingen in ontwikkelingslanden.
– De Nederlandse bijdrage aan het Global Partnership for Education (GPE) wordt na afloop van het lopende contract (in 2025) beëindigd.
OCW
– Bijdragen aan internationale onderwijsinstellingen en organisaties ten behoeve van internationaal wetenschappelijk onderwijs en onderzoek.
– Bijdrage aan internationaal programma Wageningen UR International Soil and information Centre (ISRIC); Deze middelen zijn bij de start van het kabinet Rutte III overgeheveld vanuit het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.
VWS
– In 2024 wordt het meerjarig partnerschap-programma met de WHO voortgezet en vernieuwd. Nederland zet in op een sterkere rol van de WHO, ten einde bij te dragen aan een gezondere en eerlijkere wereld. In het vervolgprogramma zal de mondiale gezondheidsstrategie leidend zijn.
– Initiële middelen zijn gereserveerd voor de implementatie van de Mondiale Gezondheidsstrategie (2023-2030), ter oprichting van de Global Health Hub, om de samenwerking met en binnen het maatschappelijk middenveld te bevorderen, en voor het Global Health Partnerships Programma, dat kennisuitwisseling en technische assistentie tussen de Nederlandse overheid en de overheden van partnerlanden financiert op VWS-beleidsterreinen.
– EUR 1,5 miljoen wordt 2023 t/m 2025 beschikbaar gesteld voor het AMR Multi Party Trust Fund (MPTF). AMR is een ernstige bedreiging van de volksgezondheid wereldwijd en in Nederland. Hiermee wordt de ontwikkeling van nationale AMR-bestrijdingsplannen en het bieden van technische assistentie gesteund.
– De Coalition for Preparedness Innovations (CEPI) ontvangt EUR 3 miljoen per jaar (2023 t/m 2026)
Algemeen
Multilaterale samenwerking en inclusieve groei door versterkte multilaterale betrokkenheid en overige inzet; de inzet van cultuur en sport in ontwikkelingslanden om een sociale en kansrijke samenleving te stimuleren en het bevorderen van maatschappelijke betrokkenheid in Nederland. Tevens zetten we in op het bevorderen van migratiesamenwerking, het verbeteren van de perspectieven van vluchtelingen en gastgemeenschappen (met focus op bescherming, onderwijs en werk) en het verlenen van noodhulp ter leniging van humanitaire nood wereldwijd, via internationale en nationale partners.
Beleidsinzet toegelicht
Internationale Financiële Instellingen
Nederland draagt via algemene bijdragen aan multilaterale ontwikkelingsbanken en ontwikkelingsfondsen bij aan ontwikkelingssamenwerking.
Budgettaire gevolgen van beleid
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving | 2022 | 2023 | 2024 | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | |
BHOS | ||||||
05.01 Multilaterale samenwerking | 348.175 | 348.175 | 319.553 | 319.553 | 218.595 | 218.595 |
05.02 Overig armoedebeleid | 68.848 | 66.715 | 103.216 | 96.608 | 92.376 | 81.740 |
05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen | 0 | 0 | ‒ 58.930 | ‒ 58.930 | 7.243 | 7.243 |
Financiën | ||||||
04.50.01 Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen | 0 | 0 | 52.000 | 52.000 | 0 | 0 |
04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank) | 22.118 | 22.118 | 28.867 | 28.867 | 0 | 0 |
04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank) | 19.766 | 19.766 | 19.679 | 19.679 | 28.228 | 28.228 |
04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank) | 219.550 | 219.550 | 266.480 | 266.480 | 268.290 | 268.290 |
04.50.13 Bijdrage EU voor rente Oekraïne | 0 | 0 | 0 | 0 | 41.436 | 41.436 |
04.52.01 Technische assistentie | 1.152 | 0 | 2.003 | 0 | 2.003 | 0 |
Eerstejaarsopvang asielzoekers | ||||||
37.02.20 COA (Eerstejaarsopvang asielzoekers) | 709.570 | 709.570 | 1.148.947 | 1.148.947 | 1.302.269 | 1.302.269 |
01.70/01.75 Primair onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) | 29.781 | 29.781 | 29.823 | 29.823 | 28.994 | 28.994 |
03.70 Voortgezet onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) | 9.592 | 9.592 | 9.606 | 9.606 | 9.339 | 9.339 |
37.02.21 Nationaal Programma Oekraïense Vluchtelingen | 150.000 | 150.000 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 1.578.552 | 1.575.267 | 1.921.244 | 1.912.633 | 1.998.773 | 1.986.134 |
Financiële instrumenten
BHOS
– Bijdragen aan VN-instellingen, zoals UNDP, UNICEF en UNIDO.
– Bijdragen aan de begrotingen van Internationale Financiële Instellingen (IFI's), waaronder regionale ontwikkelingsbanken zoals de African Development Bank (AfDB) en fondsen via middelenaanvullingen en kapitaalverhogingen.
– Bijdragen aan specifieke programma's, assistent deskundigenprogramma's en trustfondsen.
– Compensatie van de Wereldbank (IDA) en de regionale ontwikkelingsbanken voor schuldverlichting geeft ontwikkelingslanden de financiële ruimte om een sterker eigen armoedebeleid te voeren.
– Middelen die, in het licht van het AIV-advies (Sociale Bescherming in Afrika), zijn bedoeld voor het opzetten van een duurzaam programma omtrent cash transfers.
– Het ODA-budget wordt gecorrigeerd voor ontwikkelingen van het BNI. In het kader van behoedzaamheid en stabiliteit in de begroting worden groei en krimp niet direct vertaald in de OS-programmalijnen. Deze zogeheten BNI-ruimte kan immers weer toenemen of afnemen als in de loop van het jaar de raming wordt bijgesteld.
Financiën
– Bijdragen aan de begroting van de Internationale Financiële Instellingen (IFI’s) via middelen aanvulling, kapitaalverhogingen en specifieke programma’s of trustfondsen ter bestrijding van armoede in ontwikkelingslanden over een breed spectrum aan sectoren, o.a. op terrein van economische en sociale sectoren.
– Bijdragen aan de steun voor Oekraïne voor wederopbouw, huisvesting en begrotingssteun middels een bijdrage aan het EU For Ukraine Trust Fund (EU4U) van de EIB en een rentebijdrage aan de EU voor de lening van de Europese Commissie aan Oekraïne.
– Verlenen van technische assistentie aan counterparts in de landen die behoren tot de Nederlandse kiesgroeplanden bij IMF, Wereldbank en EBRD.
Eerstejaarsopvang asielzoekers
– Dit betreft de kosten van de eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen, die aan het ODA-budget worden toegeschreven. De uitgaven worden verantwoord op de begrotingen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
– Als gevolg van een hogere asielinstroom dan eerder verwacht, heeft er een herschikking plaatsgevonden binnen het ODA-budget. Hierdoor vloeit ODA-budget van de begrotingen van BHOS, Financiën en BZ naar de begroting van JenV. Een uitgebreidere toelichting hierop wordt gegeven in de begrotingen van BHOS. Financiën en BZ.
Algemeen
Onder overige uitgaven zijn de uitgaven gegroepeerd die niet onder één van de beleidsinhoudelijke hoofdstukken kunnen worden ondergebracht. Dit betreft vooral de apparaatsuitgaven voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken waarbij het merendeel van de uitgaven bestemd is voor het postennet en de uitgaven voor attachés, die vanuit de verschillende vakdepartementen worden uitgezonden naar de Nederlandse vertegenwoordigingen in het buitenland om met hun specifieke kennis mede invulling te geven aan het buitenlands beleid.
Beleidsinzet toegelicht
Postennet
De internationale belangen van Nederland vragen om een brede en wereldwijde aanwezigheid van vertegenwoordigingen in het buitenland die Buitenlandse Zaken in staat stellen om via onze posten de rijksbrede Nederlandse ambities in het buitenland te blijven behartigen. Een postennet fit-for-purpose: nu en in 2030 is rijksbreed, professioneel, veilig en wendbaar.
Het netwerk van ambassades, consulaten-generaal, permanente vertegenwoordigingen en andere kantoren blijft onverminderd belangrijk voor de uitvoering van de taken die het Koninkrijk heeft op het onderhouden van diplomatiek verkeer, handelsbevordering richting andere landen en stimuleren van investeringen in Nederland, consulaire dienstverlening en ontwikkelingssamenwerking.
Bij de start van het kabinet Rutte IV is ingezet op uitbreiding van het postennet op de belangrijke thema’s uit het coalitieakkoord: mensenrechten, veiligheid (cybersecurity, economische veiligheid), consulaire dienstverlening, economische diplomatie en een focus op migratie, klimaat en gezondheidszorg.
Budgettaire gevolgen van beleid
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving | 2022 | 2023 | 2024 | |||
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | |
BZ | ||||||
05.01 Geheim | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
06.01 Nog onverdeeld (HGIS; reservering loon- en prijsbijstelling) | 0 | 0 | 7.427 | 0 | 11.875 | 0 |
07.01 Apparaat (personeel en materieel) | 943.636 | 300.614 | 1.035.285 | 345.964 | 1.118.718 | 358.473 |
JenV | ||||||
91.01.01 Eigen personeel/attachés | 2.125 | 0 | 2.719 | 0 | 2.719 | 0 |
BZK | ||||||
02.01 Nationale veiligheid | 433 | 0 | 576 | 0 | 0 | 0 |
11.01 Centraal apparaat (attachés) | 216 | 0 | 230 | 0 | 230 | 0 |
OCW | ||||||
95.01 Eigen personeel/attachés | 2.405 | 0 | 3.520 | 0 | 4.214 | 0 |
FIN | ||||||
01.03.01 Belastingdienst; eigen personeel (attachés) | 1.192 | 0 | 1.270 | 0 | 1.270 | 0 |
01.04.01 Belastingdienst; ICT materieel (attachés) | 384 | 0 | 409 | 0 | 409 | 0 |
08.01.01 Centraal apparaat (attachés) | 1.208 | 0 | 1.286 | 0 | 1.286 | 0 |
DEF | ||||||
08.02.11/12 Apparaatsuitgaven; Attachés | 20.109 | 0 | 24.639 | 0 | 23.182 | 0 |
10 Centraal apparaat | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
11 Geheim | 4.753 | 0 | 5.000 | 0 | 5.000 | 0 |
IenW | ||||||
98.01 Apparaatsuitgaven (attachés personeel en materieel) | 3.337 | 0 | 3.975 | 0 | 3.228 | 0 |
EZK | ||||||
2.65 Baten- en lastendiensten (attachés innovatie) | 7.050 | 0 | 12.487 | 0 | 10.882 | 0 |
2.65 Baten- en lastendiensten (attachés NFIA) | 14.124 | 0 | 15.405 | 0 | 13.382 | 0 |
LNV | ||||||
21.65 Bijdragen aan baten-lastendiensten (attachés) | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 |
24.65 Bijdrage aan agentschappen (attachés) | 14.801 | 0 | 21.770 | 0 | 21.187 | 0 |
50 Apparaat (attachés) | 5.799 | 0 | 2.319 | 0 | 2.321 | 0 |
SZW | ||||||
96.20 Apparaatsuitgaven | 809 | 0 | 862 | 0 | 862 | 0 |
VWS | ||||||
10.30.21 Apparaatsuitgaven; Personele uitgaven (attachés) | 1.480 | 0 | 2.211 | 0 | 2.396 | 0 |
10.30.22 Apparaatsuitgaven; Materiele uitgaven | 0 | 0 | 1.250 | 0 | 0 | 0 |
Totaal | 1.023.861 | 300.614 | 1.142.749 | 345.964 | 1.223.252 | 358.473 |
Financiële instrumenten
BZ
– Betreft de uitgaven die samenhangen met de HGIS-indexering en onvoorziene uitgaven.
– De apparaatsuitgaven van zowel het postennetwerk in het buitenland als het departement in Den Haag, exclusief de personele uitgaven voor de politieke leiding en vak-attachés van andere ministeries zijn hierin opgenomen. Het omvat de verplichtingen voor en uitgaven aan het ambtelijk personeel, de overige personele uitgaven en het materieel.
Diverse ministeries
– Uitgaven ten behoeve van attachés van verschillende ministeries. Het attaché-netwerk biedt Nederland permanente aanwezigheid in de wereld waarin attachés kansen identificeren en creëren, voorzien in informatie en kennis, relaties onderhouden en bouwen met verschillende partners, en de belangen van Nederland behartigen. Diverse ministeries zijn via vak-attachés vertegenwoordigd in het buitenland.
– Gezamenlijke aansturing van het Netherlands Foreign Investment Agency (NFIA) door EZK en BHOS. De NFIA helpt en adviseert bedrijven uit het buitenland bij het opzetten, uitrollen en/of uitbreiden van hun internationale activiteiten in Nederland. De NFIA focust daarbij op het aantrekken van buitenlandse investeringen die bijdragen aan bestaande Nederlandse ecosystemen en clusters. De NFIA richt zich daarnaast op de promotie van Nederland in het buitenland als een land met een aantrekkelijk investerings- en vestigingsklimaat en speelt een actieve rol bij het in stand houden daarvan.
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|---|---|
HGIS-uitgaven | ||||||
Stand Miljoenennota 2023 | 7.783,5 | 8.184,1 | 8.922,6 | 9.229,9 | 9.247,9 | 0,0 |
Macrobijstellingen (BNI/BBP-mutaties) | 239,3 | 255,7 | 197,6 | 264,8 | 305,0 | 313,6 |
Eindejaarsmarge | 95,1 | 68,7 | 57,4 | 0,0 | 0,0 | 0,0 |
Overboekingen van/naar HGIS | 2.090,4 | 884,2 | ‒ 248,5 | ‒ 291,7 | ‒ 90,3 | 9.260,71 |
Intertemporele kasschuiven | ‒ 742,1 | 152,2 | 103,7 | ‒ 27,6 | 21,2 | 242,6 |
Desalderingen | 34,0 | 9,3 | 57,0 | 8,4 | 8,1 | 7,5 |
Totaal uitgaven stand Miljoenennota 2024 (1) | 9.500,3 | 9.554,1 | 9.089,7 | 9.183,9 | 9.491,9 | 9.824,4 |
HGIS-ontvangsten | ||||||
Stand Miljoenennota 2023 | 130,2 | 245,5 | 156,0 | 195,8 | 141,8 | 0,0 |
Desalderingen en overboekingen | 81,7 | 94,5 | 103,5 | 40,8 | 208,4 | 149,31 |
Totaal ontvangsten stand Miljoenennota 2024 (2) | 211,8 | 340,0 | 259,5 | 236,6 | 350,1 | 149,3 |
Saldo HGIS-uitgaven en ontvangsten (1-2) | 9.288,4 | 9.214,1 | 8.830,2 | 8.947,2 | 9.141,8 | 9.675,1 |
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | Totaal | wv. ODA | |
V Buitenlandse Zaken | ||||||||||||||
01 Versterkte internationale rechtsorde | ||||||||||||||
01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak | 54.524 | 18.634 | 70.804 | 20.972 | 52.625 | 19.485 | 51.815 | 19.485 | 51.815 | 19.485 | 51.815 | 19.485 | 51.815 | 19.485 |
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten | 68.850 | 36.879 | 67.777 | 37.430 | 65.402 | 35.555 | 59.402 | 29.555 | 60.402 | 30.555 | 67.402 | 37.555 | 67.402 | 37.555 |
01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties | 16.423 | 15.787 | 13.863 | 13.215 | 12.955 | 13.141 | 10.225 | |||||||
02 Veiligheid en stabiliteit | ||||||||||||||
02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid | 15.688 | 93.743 | 19.133 | 20.508 | 22.490 | 24.540 | 26.840 | |||||||
02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme | 16.876 | 17.252 | 15.027 | 14.222 | 13.251 | 13.451 | 13.451 | |||||||
02.03 Wapenbeheersing | 13.386 | 2.983 | 13.022 | 3.252 | 10.982 | 3.252 | 10.794 | 3.252 | 10.794 | 3.252 | 10.794 | 3.252 | 10.794 | 3.252 |
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband | 194.553 | 79.069 | 190.293 | 72.258 | 195.834 | 63.827 | 201.090 | 67.656 | 204.932 | 71.309 | 212.727 | 73.275 | 216.372 | 73.789 |
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden | 26.085 | 10.434 | 33.141 | 12.729 | 31.822 | 12.729 | 29.822 | 11.929 | 29.822 | 11.929 | 29.822 | 11.929 | 29.822 | 11.929 |
03 Effectieve Europese samenwerking | ||||||||||||||
03.01 Afdrachten aan de Europese Unie (HGIS-toerekening) | 938.733 | 863.000 | 938.733 | 863.000 | 938.733 | 863.000 | 938.733 | 863.000 | 938.733 | 863.000 | 938.733 | 863.000 | 938.733 | 863.000 |
03.02 Europees ontwikkelingsfonds | 131.506 | 131.506 | 100.313 | 100.313 | 85.983 | 85.983 | 43.421 | 43.421 | 75.000 | 75.000 | 41.000 | 41.000 | 41.000 | 41.000 |
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap | 12.062 | 4.825 | 32.800 | 26.200 | 18.261 | 5.707 | 18.261 | 5.707 | 18.261 | 5.707 | 11.000 | 4.400 | 11.000 | 4.400 |
03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie | 4.973 | 4.996 | 5.376 | 4.806 | 4.806 | 4.806 | 4.806 | |||||||
03.05 Europese vredesfaciliteit | 29.917 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||||
04 Consulaire dienstverlening en uitdragen Nederlandse waarden | ||||||||||||||
04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland | 11.745 | 13.423 | 14.587 | 14.691 | 14.705 | 14.712 | 14.723 | |||||||
04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren | 19.950 | 23.738 | 16.827 | 16.162 | 16.162 | 16.834 | 16.834 | |||||||
04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur | 6.638 | 8.237 | 7.500 | 8.794 | 8.794 | 8.794 | 8.794 | |||||||
04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen | 22.146 | 127 | 26.793 | 2.000 | 22.307 | 21.594 | 20.706 | 19.715 | 18.964 | |||||
05.01 Geheim | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | 0 | |||||||
06.01 Nog onverdeeld (HGIS; reservering loon- en prijsbijstelling) | 0 | 7.427 | 11.875 | 65.651 | 50.076 | 71.940 | 106.473 | |||||||
07.01 Apparaat (personeel en materieel) | 943.636 | 300.614 | 1.035.285 | 345.964 | 1.118.718 | 358.473 | 1.011.732 | 345.443 | 997.009 | 345.443 | 995.784 | 345.443 | 995.414 | 345.443 |
Totaal | 2.527.691 | 1.448.071 | 2.693.564 | 1.484.118 | 2.644.855 | 1.448.011 | 2.544.713 | 1.389.448 | 2.550.713 | 1.425.680 | 2.547.010 | 1.399.339 | 2.583.462 | 1.399.853 |
VI Justitie en Veiligheid | ||||||||||||||
31 Nationale politie | ||||||||||||||
31.03.02 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties | 8.599 | 8.599 | 8.855 | 8.855 | 8.855 | 8.855 | 8.855 | 8.855 | 8.855 | 8.855 | 8.855 | 8.855 | 8.855 | 8.855 |
33 Veiligheid en criminaliteitsbestrijding | ||||||||||||||
33.03.01 Opsporing en vervolging; NFI | 821 | 821 | 821 | 821 | 821 | 821 | 821 | |||||||
33.03.03 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname | 72 | 72 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 |
36 Contraterrorisme en Nationaal veiligheidsbeleid | ||||||||||||||
36.02.05 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding | 410 | 423 | ||||||||||||
37 Migratie | ||||||||||||||
37.02.20 COA (Eerstejaarsopvang asielzoekers) | 709.570 | 709.570 | 1.148.947 | 1.148.947 | 1.302.269 | 1.302.269 | 1.698.147 | 1.698.147 | 1.703.550 | 1.703.550 | 608.518 | 608.518 | 608.518 | 608.518 |
37.02.21 Nationaal Programma Oekraïense Vluchtelingen | 150.000 | 150.000 | ||||||||||||
91 Apparaatsuitgaven kerndepartement | ||||||||||||||
91.01.02 Europol en Eurojust | 11.985 | 23.237 | 23.237 | 23.237 | 23.237 | 23.237 | 23.237 | |||||||
91.01.02 WIPO | 240 | 386 | 386 | 386 | 386 | 386 | 386 | |||||||
91.01.01 Eigen personeel/attachés | 2.125 | 2.719 | 2.719 | 2.719 | 2.719 | 2.719 | 2.719 | |||||||
92 Nog onverdeeld | 0 | 109 | 91 | 91 | 91 | 91 | 91 | |||||||
Totaal | 883.822 | 868.241 | 1.185.697 | 1.158.002 | 1.338.578 | 1.311.324 | 1.734.456 | 1.707.202 | 1.739.859 | 1.712.605 | 644.827 | 617.573 | 644.827 | 617.573 |
VII Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties | ||||||||||||||
02.01 Nationale veiligheid | 433 | 576 | ||||||||||||
11.01 Centraal apparaat (attachés) | 216 | 230 | 230 | 230 | 230 | 230 | 230 | |||||||
Totaal | 649 | 0 | 806 | 0 | 230 | 0 | 230 | 0 | 230 | 0 | 230 | 0 | 230 | 0 |
VIII Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | ||||||||||||||
01 Primair onderwijs | ||||||||||||||
01.70/01.75 Primair onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) | 29.781 | 29.781 | 29.823 | 29.823 | 28.994 | 28.994 | 28.994 | 28.994 | 28.994 | 28.994 | 28.994 | 28.994 | 28.994 | 28.994 |
03 Voortgezet onderwijs | ||||||||||||||
03.70 Voortgezet onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) | 9.592 | 9.592 | 9.606 | 9.606 | 9.339 | 9.339 | 9.339 | 9.339 | 9.339 | 9.339 | 9.339 | 9.339 | 9.339 | 9.339 |
06 Hoger Beroepsonderwijs | ||||||||||||||
06.70 Hoger beroepsonderwijs | 2.873 | 2.873 | 2.873 | 2.873 | 2.873 | 2.873 | 2.873 | 2.873 | 2.873 | 2.873 | 2.873 | 2.873 | 2.873 | 2.873 |
07 Wetenschappelijk Onderwijs | ||||||||||||||
07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs | 54.887 | 49.570 | 58.133 | 52.584 | 57.157 | 52.584 | 57.157 | 52.584 | 57.157 | 52.584 | 57.157 | 52.584 | 57.157 | 52.584 |
08 Internationaal onderwijsbeleid | ||||||||||||||
08.71 Internationaal onderwijs; Subsidies | 342 | 342 | 342 | 342 | 342 | 342 | 342 | |||||||
08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken | 480 | 480 | 480 | 480 | 480 | 480 | 480 | |||||||
14.71/76 Cultuur; subsidies | 6.017 | 9.948 | 6.511 | 4.617 | 4.617 | 4.617 | 4.617 | |||||||
16 Onderzoek en wetenschapsbeleid | ||||||||||||||
16.70 Onderzoek en wetenschapsbeleid; bekostiging NWO/Poolonderzoek | 454 | 454 | 454 | 454 | 2.101 | 454 | 454 | 454 | 454 | 454 | 454 | 454 | 454 | 454 |
95 Apparaatskosten | ||||||||||||||
95.01 Eigen personeel/attachés | 2.405 | 3.520 | 4.214 | 4.214 | 4.214 | 4.214 | 4.214 | |||||||
Totaal | 106.831 | 92.270 | 115.179 | 95.340 | 112.011 | 94.244 | 108.470 | 94.244 | 108.470 | 94.244 | 108.470 | 94.244 | 108.470 | 94.244 |
IXB Financiën | ||||||||||||||
01 Belastingen | ||||||||||||||
01.03.01 Belastingdienst; eigen personeel (attachés) | 1.192 | 1.270 | 1.270 | 1.270 | 1.270 | 1.270 | 1.270 | |||||||
01.04.01 Belastingdienst; ICT materieel (attachés) | 384 | 409 | 409 | 409 | 409 | 409 | 409 | |||||||
02 Financiële markten | ||||||||||||||
02.44.09 Financiële markten; opdrachten | 850 | |||||||||||||
04 Internationale financiële betrekkingen | ||||||||||||||
04.50.01 Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen | 52.000 | 52.000 | ||||||||||||
04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank) | 22.118 | 22.118 | 28.867 | 28.867 | ||||||||||
04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank) | 19.766 | 19.766 | 19.679 | 19.679 | 28.228 | 28.228 | ||||||||
04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank) | 219.550 | 219.550 | 266.480 | 266.480 | 268.290 | 268.290 | 323.080 | 323.080 | 329.438 | 329.438 | 520.894 | 520.894 | 281.250 | 281.250 |
04.50.13 Bijdrage EU voor rente Oekraïne | 41.436 | 41.436 | 41.436 | 41.436 | 41.436 | 41.436 | 41.436 | 41.436 | ||||||
04.52.01 Technische assistentie | 1.152 | 2.003 | 2.003 | 2.003 | 2.003 | 2.003 | 2.003 | |||||||
08.01.01 Centraal apparaat (attachés) | 1.208 | 1.286 | 1.286 | 1.286 | 1.286 | 1.286 | 1.286 | |||||||
Totaal | 266.220 | 261.434 | 371.994 | 367.026 | 342.922 | 337.954 | 369.484 | 364.516 | 375.842 | 370.874 | 567.298 | 562.330 | 286.218 | 281.250 |
X Defensie | ||||||||||||||
01 Opdracht inzet | ||||||||||||||
01.01.23 Internationale inzet (BIV) | 289.503 | 1.252.193 | 1.318.783 | 314.855 | 178.040 | 179.411 | 180.282 | |||||||
08 Defensie Ondersteuningscommando | ||||||||||||||
08.02.11/12 Apparaatsuitgaven; Attachés | 20.109 | 24.639 | 23.182 | 23.206 | 23.148 | 23.148 | 23.148 | |||||||
09 Algemeen; Civielrechtelijke regeling Srebrenica 2020 | 8.614 | 13.006 | 11.706 | 706 | 706 | 300 | 0 | |||||||
11 Geheim | 4.753 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | 5.000 | |||||||
Totaal | 322.979 | 0 | 1.294.838 | 0 | 1.358.671 | 0 | 343.767 | 0 | 206.894 | 0 | 207.859 | 0 | 208.430 | 0 |
XII Infrastructuur en Waterstaat | ||||||||||||||
11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water/Blue Deal) | 12.147 | 23.680 | 22.148 | 21.923 | 13.252 | 13.252 | 8.802 | |||||||
14.01/03 Wegen en verkeersveiligheid | 40 | |||||||||||||
17.01 Luchtvaart (ICAO) | 1.900 | 1.455 | 1.455 | 1.455 | 1.455 | 1.455 | 1.455 | |||||||
18.01 Scheepvaart en havens (CCR) | 1.044 | 1.141 | 1.141 | 1.141 | 1.141 | 1.141 | 1.141 | |||||||
19.02 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal | 3.392 | 3.604 | 3.502 | 4.294 | 4.294 | 4.294 | 4.294 | |||||||
23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF) | 3.644 | 35 | 4.090 | 35 | 4.087 | 35 | 4.087 | 35 | 3.387 | 35 | 3.387 | 35 | 3.387 | 35 |
97.01 IenW-brede programmamiddelen | 4.700 | 4.700 | ||||||||||||
98.01 Apparaatsuitgaven (attachés personeel en materieel) | 3.337 | 3.975 | 3.228 | 3.228 | 3.228 | 3.228 | 3.228 | |||||||
Totaal | 25.504 | 35 | 42.645 | 4.735 | 35.561 | 35 | 36.128 | 35 | 26.757 | 35 | 26.757 | 35 | 22.307 | 35 |
XIII Economische Zaken en Klimaat | ||||||||||||||
1 Goed functionerende economie en markten | ||||||||||||||
1.55 Opdrachten | 0 | 150 | 178 | 178 | 178 | 178 | 178 | |||||||
1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties | 2.295 | 3.489 | 3.020 | 3.035 | 3.035 | 3.035 | 3.035 | |||||||
2 Bedrijvenbeleid: innovatie en duurzaam ondernemen | ||||||||||||||
2.65 Baten- en lastendiensten (attachés innovatie) | 7.050 | 12.487 | 10.882 | 10.770 | 10.770 | 10.770 | 10.770 | |||||||
2.65 Baten- en lastendiensten (attachés NFIA) | 14.124 | 15.405 | 13.382 | 13.042 | 13.042 | 12.774 | 12.774 | |||||||
2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties | 2.206 | 1.519 | 1.519 | 1.519 | 1.519 | 1.519 | 1.519 | |||||||
4 Een doelmatige en duurzame energievoorziening | ||||||||||||||
4.55 Opdrachten | 105 | 1.034 | 320 | 370 | 370 | 370 | 370 | |||||||
4.55.6 Energiehulp Oekraïne | 18.000 | 18.000 | ||||||||||||
4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 1.321 | 2.208 | 1.790 | 1.790 | 1.790 | 1.790 | 1.790 | |||||||
Totaal | 27.101 | 0 | 54.292 | 18.000 | 31.091 | 0 | 30.704 | 0 | 30.704 | 0 | 30.436 | 0 | 30.436 | 0 |
XIV Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit | ||||||||||||||
21 Land- en tuinbouw | ||||||||||||||
21.65 Bijdragen aan baten-lastendiensten (attachés) | ||||||||||||||
21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP) | 9.688 | 5.228 | 11.630 | 7.544 | 11.633 | 7.544 | 11.633 | 7.544 | 11.633 | 7.544 | 11.633 | 7.544 | 11.633 | 7.544 |
22 Natuur, visserij en gebiedsgericht werken | ||||||||||||||
22.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties | 1.535 | 2.165 | 1.841 | 1.841 | 1.840 | 1.840 | 1.840 | |||||||
23 Kennis en Innovatie | ||||||||||||||
23.75 Wageningen Research | 0 | 3.839 | 3.843 | 3.843 | 3.843 | 3.843 | 3.843 | |||||||
24 Uitvoering en toezicht | ||||||||||||||
24.65 Bijdrage aan agentschappen (attachés) | 14.801 | 21.770 | 21.187 | 21.220 | 21.286 | 21.286 | 21.286 | |||||||
50 Apparaat (attachés) | 5.799 | 2.319 | 2.321 | 2.321 | 2.321 | 2.321 | 2.321 | |||||||
Totaal | 31.823 | 5.228 | 41.723 | 7.544 | 40.825 | 7.544 | 40.858 | 7.544 | 40.923 | 7.544 | 40.923 | 7.544 | 40.923 | 7.544 |
XV Sociale Zaken en Werkgelegenheid | ||||||||||||||
02.24 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS | 7 | 9 | 9 | 9 | 9 | 9 | 9 | |||||||
96.20 Apparaatsuitgaven | 809 | 862 | 862 | 592 | 592 | 592 | 592 | |||||||
Totaal | 816 | 0 | 871 | 0 | 871 | 0 | 601 | 0 | 601 | 0 | 601 | 0 | 601 | 0 |
XVI Volksgezondheid, Welzijn en Sport | ||||||||||||||
02.10 Curatieve zorg; Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg | 300 | |||||||||||||
09.10 Algemeen; Internationale samenwerking | 3.868 | 5.572 | 1.654 | 5.368 | 1.500 | 5.368 | 1.500 | 3.868 | 3.868 | 3.868 | ||||
10.30.21 Apparaatsuitgaven; Personele uitgaven (attachés) | 1.480 | 2.211 | 2.396 | 1.956 | 1.956 | 1.856 | 1.681 | |||||||
10.30.22 Apparaatsuitgaven; Materiele uitgaven | 0 | 1.250 | ||||||||||||
Totaal | 5.648 | 0 | 9.033 | 1.654 | 7.764 | 1.500 | 7.324 | 1.500 | 5.824 | 0 | 5.724 | 0 | 5.549 | 0 |
XVII Buitenlandse Handel & Ontwikkelingssamenwerking | ||||||||||||||
01 Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen | ||||||||||||||
01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO | 28.056 | 20.366 | 32.934 | 20.175 | 35.114 | 22.415 | 32.070 | 21.341 | 32.849 | 21.885 | 34.356 | 23.175 | 34.356 | 23.175 |
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie | 100.284 | 96.181 | 98.273 | 101.273 | 93.273 | 92.273 | 92.273 | |||||||
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden | 451.288 | 449.468 | 473.737 | 471.457 | 468.110 | 465.830 | 440.352 | 438.072 | 518.735 | 516.455 | 575.350 | 573.070 | 575.350 | 573.070 |
02 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat | ||||||||||||||
02.01 Voedselzekerheid | 340.180 | 340.180 | 389.554 | 389.554 | 392.345 | 392.345 | 393.498 | 393.498 | 413.186 | 413.186 | 439.295 | 439.295 | 439.295 | 439.295 |
02.02 Water | 186.866 | 186.866 | 199.235 | 199.235 | 194.164 | 194.164 | 188.997 | 188.997 | 210.815 | 210.815 | 233.714 | 233.714 | 233.714 | 233.714 |
02.03 Klimaat | 289.824 | 288.686 | 279.219 | 277.494 | 319.335 | 317.740 | 415.238 | 413.468 | 453.632 | 452.077 | 470.873 | 469.318 | 470.873 | 469.318 |
03 Sociale vooruitgang | ||||||||||||||
03.01 Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten | 579.156 | 573.266 | 507.965 | 506.140 | 508.537 | 506.926 | 489.091 | 487.480 | 508.523 | 506.912 | 556.784 | 555.173 | 556.784 | 555.173 |
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid | 51.675 | 51.675 | 49.667 | 49.667 | 47.609 | 47.609 | 43.197 | 43.197 | 46.240 | 46.240 | 52.439 | 52.439 | 52.439 | 52.439 |
03.03 Maatschappelijk middenveld | 200.486 | 200.486 | 198.442 | 198.442 | 182.859 | 182.859 | 164.098 | 164.098 | 193.293 | 193.293 | 219.206 | 219.206 | 219.206 | 219.206 |
03.04 Onderwijs | 69.815 | 69.815 | 57.150 | 57.150 | 63.993 | 63.993 | 57.293 | 57.293 | 61.328 | 61.328 | 69.550 | 69.550 | 69.550 | 69.550 |
04 Vrede, veiligheid, en duurzame ontwikkeling | ||||||||||||||
04.01 Humanitaire hulp | 520.229 | 520.228 | 584.017 | 583.000 | 520.017 | 519.000 | 520.017 | 519.000 | 520.017 | 519.000 | 520.017 | 519.000 | 520.017 | 519.000 |
04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking | 218.578 | 218.578 | 247.000 | 247.000 | 291.295 | 291.295 | 325.978 | 325.978 | 337.850 | 337.850 | 357.000 | 357.000 | 357.000 | 357.000 |
04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling | 204.519 | 204.519 | 210.695 | 210.695 | 200.853 | 200.853 | 198.067 | 198.067 | 207.434 | 207.434 | 235.243 | 235.243 | 235.243 | 235.243 |
05 Multilaterale samenwerking en overige inzet | ||||||||||||||
05.01 Multilaterale samenwerking | 348.175 | 348.175 | 319.553 | 319.553 | 218.595 | 218.595 | 200.926 | 200.926 | 213.938 | 213.938 | 236.251 | 236.251 | 236.251 | 236.251 |
05.02 Overig armoedebeleid | 68.848 | 66.715 | 103.216 | 96.608 | 92.376 | 81.740 | 83.989 | 72.731 | 82.789 | 77.423 | 112.972 | 107.606 | 112.972 | 107.606 |
05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen | 0 | 0 | ‒ 58.930 | ‒ 58.930 | 7.243 | 7.243 | 165.884 | 165.884 | 203.148 | 203.148 | 1.106.478 | 1.106.478 | 1.687.596 | 1.687.596 |
Totaal | 3.657.979 | 3.539.023 | 3.689.635 | 3.567.240 | 3.640.718 | 3.512.607 | 3.819.968 | 3.690.030 | 4.097.050 | 3.980.984 | 5.311.801 | 5.196.518 | 5.892.919 | 5.777.636 |
LXXXVI Algemeen | ||||||||||||||
55.02 Reservering Vredespaleis | 53.000 | |||||||||||||
55.02 Reservering kasschuif IDA | ||||||||||||||
Totaal | 53.000 | |||||||||||||
TOTAAL UITGAVEN | 7.857.063 | 6.214.302 | 9.500.277 | 6.703.659 | 9.554.097 | 6.713.219 | 9.089.703 | 7.254.519 | 9.183.867 | 7.591.966 | 9.491.936 | 7.877.583 | 9.824.372 | 8.178.135 |
Begroting/beleidsterrein/artikel/omschrijving | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
---|---|---|---|---|---|---|---|
V Buitenlandse Zaken | |||||||
2 Veiligheid en stabiliteit | |||||||
10 Doorberekening Defensie diversen | 242 | 242 | 242 | 242 | |||
40 Restituties contributies | 18.361 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 | 1.000 |
3 Europese samenwerking | |||||||
30 Restitutie Raad van Europa | 352 | 250 | 250 | 250 | 250 | 250 | 250 |
4 Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen | |||||||
10 Consulaire dienstverlening aan Nederlanders | 10.689 | 9.200 | 21.000 | 21.000 | 21.000 | 21.000 | 21.000 |
20 Consulaire dienstverlening aan vreemdelingen | 44.962 | 37.900 | 45.600 | 51.500 | 51.500 | 51.500 | 51.500 |
40 Doorberekening Defensie diversen | 74 | 74 | 874 | 874 | 874 | 874 | 874 |
41 Ontvangsten verkeersnotificaties | 300 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 | 200 |
5 Geheim | |||||||
10 Geheim | |||||||
7 Apparaat | |||||||
10 Diverse ontvangsten | 28.682 | 42.771 | 124.671 | 82.271 | 28.571 | 28.571 | 28.571 |
11 Koersverschillen | |||||||
Totaal | 103.420 | 91.395 | 193.595 | 157.337 | 103.637 | 103.637 | 103.637 |
IXB Financiën | |||||||
04.50.03 Ontvangsten IFI's | 1.581 | 1.954 | 1.876 | 1.708 | 1.614 | 1.540 | 1.407 |
Totaal | 1.581 | 1.954 | 1.876 | 1.708 | 1.614 | 1.540 | 1.407 |
X Defensie | |||||||
01.01.01 Internationale inzet/BIV | 6.416 | 49.407 | 86.718 | 47.345 | 83.135 | 200.313 | 1.407 |
Totaal | 6.416 | 49.407 | 86.718 | 47.345 | 83.135 | 200.313 | 1.407 |
XVII Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking | |||||||
1 Duurzame economische ontwikkeling, handel en ontwikkeling | |||||||
1.10 ontvangsten internationaal ondernemen | 16.326 | 7.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 |
1.30/40 ontvangsten DGGF | 22.257 | 17.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 | 7.000 |
5 Multilaterale samenwerking en overige inzet | |||||||
5.20 Ontvangsten en restituties m.b.t. leningen | 23.146 | 22.182 | 17.659 | 16.220 | 13.078 | 9.472 | 7.630 |
5.21 Ontvangsten OS | 37.438 | 21.176 | 24.426 | 21.176 | 21.176 | 21.176 | 21.176 |
5.22 koersverschillen | |||||||
5,23 Diverse ontvangsten non-ODA | 1.760 | 1.730 | 1.730 | 1.730 | |||
Totaal | 100.927 | 69.088 | 57.815 | 53.126 | 48.254 | 44.648 | 42.806 |
TOTAAL ONTVANGSTEN | 212.344 | 211.844 | 340.004 | 259.516 | 236.640 | 350.138 | 149.257 |
Begroting | Omschrijving | 2022 | 2023 | 2024 | Artikel |
---|---|---|---|---|---|
1. Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid | |||||
BZ | 01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak | 35.890 | 49.832 | 33.140 | V-01.01 |
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten | 31.971 | 30.347 | 29.847 | V-01.02 | |
01.03 Gastlandbeleid internationale organisaties | 16.423 | 15.787 | 13.863 | V-01.03 | |
JenV | 33.03.01 Opsporing en vervolging; NFI | 821 | 821 | 821 | VI-33.03.10 |
91.01.02 WIPO | 240 | 386 | 386 | VI-91.01.09 | |
91.01.02 Europol en Eurojust | 11.985 | 23.237 | 23.237 | VI-91.01.07 | |
Financiën | 02.44.09 Financiële markten; opdrachten | 850 | 0 | 0 | IX-02.00.44 |
IenW | 17.01 Luchtvaart (ICAO) | 1.900 | 1.455 | 1.455 | XII-17.01 |
18.01 Scheepvaart en havens (CCR) | 1.044 | 1.141 | 1.141 | XII-18.01 | |
SZW | 02.24 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet; Contributie CASS | 7 | 9 | 9 | XV-02.24 |
VWS | 02.10 Curatieve zorg; Kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg | 300 | 0 | 0 | XVI-02.11 |
Subtotaal | 101.431 | 123.015 | 103.899 | ||
2. Vrede, veiligheid en stabiliteit | |||||
BZ | 02.01 Goede internationale samenwerking ter bevordering van de eigen en bondgenootschappelijke veiligheid | 15.688 | 93.743 | 19.133 | V-02.01 |
02.02 Bestrijding internationale criminaliteit en terrorisme | 16.876 | 17.252 | 15.027 | V-02.02 | |
02.03 Wapenbeheersing | 10.403 | 9.770 | 7.730 | V-02.03 | |
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband | 115.484 | 118.035 | 132.007 | V-02.04 | |
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden | 15.651 | 20.412 | 19.093 | V-02.05 | |
BHOS | 04.01 Humanitaire hulp | 1 | 1.017 | 1.017 | XVII-04.01 |
JenV | 36.02.05 Nat. Veiligheid en Terrorismebestrijding | 410 | 423 | 0 | VI-36.02.58 |
Defensie | 01.01.23 Internationale inzet (BIV) | 289.503 | 1.252.193 | 1.318.783 | X-01.01.01 |
09 Algemeen; Civielrechtelijke regeling Srebrenica 2020 | 8.614 | 13.006 | 11.706 | X-09.01 | |
Subtotaal | 472.630 | 1.525.851 | 1.524.496 | ||
3. Effectieve Europese samenwerking | |||||
BZ | 03.01 Afdrachten aan de Europese Unie (HGIS-toerekening) | 75.733 | 75.733 | 75.733 | |
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap | 7.237 | 6.600 | 12.554 | V-03.03 | |
03.04 Versterkte Nederlandse positie in de Unie | 4.973 | 4.996 | 5.376 | V-03.04 | |
03.05 Europese vredesfaciliteit | 29.917 | 0 | 0 | V-03.05 | |
Subtotaal | 117.860 | 87.329 | 93.663 | ||
4. Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen | |||||
BZ | 04.01 Consulaire dienstverlening in het buitenland | 11.745 | 13.423 | 14.587 | V-04.01 |
04.02 Samen met (keten)partners het personenverkeer reguleren | 19.950 | 23.738 | 16.827 | V-04.02 | |
04.03 Grotere buitenlandse bekendheid met de Nederlandse cultuur | 6.638 | 8.237 | 7.500 | V-04.03 | |
04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen | 22.019 | 24.793 | 22.307 | V-04.04 | |
OCW | 08.77 Internationaal onderwijs; Bijdrage aan andere begrotingshoofdstukken | 480 | 480 | 480 | XIII-08.77 |
14.71/76 Cultuur; subsidies | 6.017 | 9.948 | 6.511 | XIII-14.71 | |
Subtotaal | 66.849 | 80.619 | 68.212 | ||
5. Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen | |||||
BHOS | 01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO | 7.690 | 12.759 | 12.699 | XVII-01.01 |
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie | 100.284 | 96.181 | 98.273 | XVII-01.02 | |
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden | 1.820 | 2.280 | 2.280 | XVII-01.03 | |
EZK | 1.55 Opdrachten | 0 | 150 | 178 | XIII-11.55 |
1.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties | 2.295 | 3.489 | 3.020 | XIII-11.95 | |
2.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties | 2.206 | 1.519 | 1.519 | XIII-13.95 | |
Subtotaal | 114.295 | 116.378 | 117.969 | ||
6. Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat | |||||
BHOS | 02.03 Klimaat | 1.138 | 1.725 | 1.595 | XVII-02.03 |
IenW | 11.01 Integraal waterbeleid (Partners voor Water/Blue Deal) | 12.147 | 23.680 | 22.148 | XII-11.01 |
19.02 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal | 3.392 | 3.604 | 3.502 | XII-19.02 | |
23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF) | 3.609 | 4.055 | 4.052 | XII-23.01 | |
14.01/03 Wegen en verkeersveiligheid | 40 | 0 | 0 | ||
EZK | 4.55 Opdrachten | 105 | 1.034 | 320 | XIII-04.55 |
4.95 Bijdragen aan (inter)nationale organisaties | 1.321 | 2.208 | 1.790 | XIII-04.95 | |
LNV | 21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP) | 4.460 | 4.086 | 4.089 | XIV-21.95 |
22.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties | 1.535 | 2.165 | 1.841 | XIV-22.95 | |
23.75 Wageningen Research | 0 | 3.839 | 3.843 | XIV-23.75 | |
Subtotaal | 27.747 | 46.396 | 43.180 | ||
7. Sociale vooruitgang (incl. onderwijs) | |||||
BHOS | 03.01 Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten | 5.890 | 1.825 | 1.611 | XVII-03.01 |
OCW | 07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs | 5.317 | 5.549 | 4.573 | VIII-07.70/76 |
08.71 Internationaal onderwijs; Subsidies | 342 | 342 | 342 | VIII-08.71 | |
16.70 Onderzoek en wetenschapsbeleid; bekostiging NWO/Poolonderzoek | 0 | 0 | 1.647 | VIII-16.70 | |
VWS | 09.10 Algemeen; Internationale samenwerking | 3.868 | 3.918 | 3.868 | XVI-09.10 |
Subtotaal | 15.417 | 11.634 | 12.041 | ||
8. Versterkte kaders voor ontwikkeling | |||||
BHOS | 05.02 Overig armoedebeleid | 2.133 | 6.608 | 10.636 | XVII-05.02 |
Financiën | 04.52.01 Technische assistentie | 1.152 | 2.003 | 2.003 | IX-04.52.01 |
04.50.01 Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen | 0 | 0 | 0 | IX-04.50.01 | |
Subtotaal | 3.285 | 8.611 | 12.639 | ||
9. Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven | |||||
BZ | 05 Geheim | 0 | 0 | 0 | V-05.01 |
06 Nominaal en onvoorzien | 0 | 7.427 | 11.875 | V-06.01 | |
07 Apparaat | 643.022 | 689.321 | 760.245 | V-07.01 | |
Div. dept. | Attachés | 80.225 | 100.037 | 92.659 | Div. Begrotingen |
Subtotaal | 723.247 | 796.785 | 864.779 | ||
Totaal non-ODA | 1.642.761 | 2.796.618 | 2.840.878 |
Begroting | Omschrijving | 2022 | 2023 | 2024 | Artikel |
---|---|---|---|---|---|
1. Versterkte internationale rechtsorde, eerbiediging van mensenrechten en gastlandbeleid | |||||
BZ | 01.01 Goed functionerende internationale instellingen met een breed draagvlak | 18.634 | 20.972 | 19.485 | V-01.01 |
01.02 Bescherming en bevordering van mensenrechten | 36.879 | 37.430 | 35.555 | V-01.02 | |
JenV | 33.03.03 Opsporing en vervolging; drugsbestrijding Suriname | 72 | 200 | 200 | VI-33.03.39 |
Subtotaal | 55.585 | 58.602 | 55.240 | ||
2. Vrede, veiligheid en stabiliteit | |||||
BZ | 02.03 Wapenbeheersing | 2.983 | 3.252 | 3.252 | V-02.03 |
02.04 Bevordering van veiligheid, stabiliteit en rechtsorde in internationaal verband | 79.069 | 72.258 | 63.827 | V-02.04 | |
02.05 Bevordering van transitie in prioritaire gebieden | 10.434 | 12.729 | 12.729 | V-02.05 | |
BHOS | 04.01 Humanitaire hulp | 520.228 | 583.000 | 519.000 | XVII-04.01 |
04.02 Opvang en bescherming in de regio en migratiesamenwerking | 218.578 | 247.000 | 291.295 | XVII-04.02 | |
04.03 Veiligheid en rechtstaatontwikkeling | 204.519 | 210.695 | 200.853 | XVII-04.03 | |
JenV | 31.03.02 Kwaliteit, Arbeidsvoorwaarden en ICT politie; internationale samenwerkingsoperaties | 8.599 | 8.855 | 8.855 | VI-31.03.21 |
Subtotaal | 1.044.410 | 1.137.789 | 1.099.811 | ||
3. Effectieve Europese samenwerking | |||||
BZ | 03.01 Afdrachten aan de Europese Unie (HGIS-toerekening) | 863.000 | 863.000 | 863.000 | V-03.01 |
03.02 Europees ontwikkelingsfonds | 131.506 | 100.313 | 85.983 | V-03.02 | |
03.03 Een hechtere Europese waardengemeenschap | 4.825 | 26.200 | 5.707 | V-03.03 | |
Subtotaal | 999.331 | 989.513 | 954.690 | ||
4. Consulaire belangenbehartiging en het internationaal uitdragen van Nederlandse waarden en belangen | |||||
BZ | 04.04 Uitdragen Nederlandse waarden en belangen | 127 | 2.000 | 0 | V-04.04 |
Subtotaal | 127 | 2.000 | 0 | ||
5. Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen | |||||
BHOS | 01.01 Duurzaam handels- en investeringssyteem, incl. MVO | 20.366 | 20.175 | 22.415 | XVII-01.01 |
01.02 Versterkte Nederlandse Handels- en Investeringspositie | 0 | 0 | 0 | XVII-01.02 | |
01.03 Versterkte private sector en arbeidsmarkt in ontwikkelingslanden | 449.468 | 471.457 | 465.830 | XVII-01.03 | |
Subtotaal | 469.834 | 491.632 | 488.245 | ||
6. Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat | |||||
BHOS | 02.01 Voedselzekerheid | 340.180 | 389.554 | 392.345 | XVII-02.01 |
02.02 Water | 186.866 | 199.235 | 194.164 | XVII-02.02 | |
02.03 Klimaat | 288.686 | 277.494 | 317.740 | XVII-02.03 | |
IenW | 23.01 Meteorologie, seismologie en aardobservatie (contributie WMO en ECMWF) | 35 | 35 | 35 | XII-23.01 |
97.01 IenW-brede programmamiddelen | 0 | 4.700 | 0 | XII-97.01 | |
EZK | 4.55.6 Energiehulp Oekraïne | 0 | 18.000 | 0 | XIII-4.55.6 |
LNV | 21.95 Bijdragen (inter)nationale organisaties (w.o. FAO en UNEP) | 5.228 | 7.544 | 7.544 | XIV-21.95 |
Subtotaal | 820.995 | 896.562 | 911.828 | ||
7. Sociale vooruitgang (incl. onderwijs) | |||||
BHOS | 03.01 Mondiale gezondheid en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten | 573.266 | 506.140 | 506.926 | XVII-03.01 |
03.02 Vrouwenrechten en gendergelijkheid | 51.675 | 49.667 | 47.609 | XVII-03.02 | |
03.03 Maatschappelijk middenveld | 200.486 | 198.442 | 182.859 | XVII-03.03 | |
03.04 Onderwijs | 69.815 | 57.150 | 63.993 | XVII-03.04 | |
OCW | 06.70 Hoger beroepsonderwijs | 2.873 | 2.873 | 2.873 | VIII-06.70 |
07.70/76 Wetenschappelijk onderwijs | 49.570 | 52.584 | 52.584 | VIII-07.70/76 | |
16.70 Onderzoek en wetenschapsbeleid; bekostiging NWO/Poolonderzoek | 454 | 454 | 454 | VIII-16.70 | |
VWS | 09.10 Algemeen; Internationale samenwerking | 0 | 1.654 | 1.500 | XVI-09.10 |
Subtotaal | 948.139 | 868.964 | 858.798 | ||
8. Versterkte kaders voor ontwikkeling | |||||
BHOS | 05.01 Multilaterale samenwerking | 348.175 | 319.553 | 218.595 | XVII-05.01 |
05.02 Overig armoedebeleid | 66.715 | 96.608 | 81.740 | XVII-05.02 | |
05.04 Nog te verdelen i.v.m. wijzigingen BNI en/of toerekeningen | 0 | ‒ 58.930 | 7.243 | XVII-05.04 | |
Financiën | 04.50.01 Multilaterale ontwikkelingsbanken en fondsen | 0 | 52.000 | 0 | IXB-05.50.01 |
04.50.07 IBRD (onderdeel Wereldbank) | 22.118 | 28.867 | 0 | IXB-04.50.07 | |
04.50.08 IFC (onderdeel Wereldbank) | 19.766 | 19.679 | 28.228 | IXB-04.50.08 | |
04.50.09 IDA (onderdeel Wereldbank) | 219.550 | 266.480 | 268.290 | IXB-04.50.09 | |
04.50.13 Bijdrage EU voor rente Oekraïne | 0 | 0 | 41.436 | IXB-04.50.13 | |
Toerek. | 37.02.20 COA (Eerstejaarsopvang asielzoekers) | 709.570 | 1.148.947 | 1.302.269 | VI-37.02.20 |
01.70/01.75 Primair onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) | 29.781 | 29.823 | 28.994 | VIII-01.70/75 | |
03.70 Voortgezet onderwijs (eerstejaarsopvang asielzoekers) | 9.592 | 9.606 | 9.339 | VIII-03.70 | |
37.02.21 Nationaal Programma Oekraïense Vluchtelingen | 150.000 | 0 | 0 | VI-37.02.21 | |
Subtotaal | 1.575.267 | 1.912.633 | 1.986.134 | ||
9. Apparaatskosten (incl. postennet) en overige uitgaven | |||||
BZ | 07.01 Apparaat (personeel en materieel) | 300.614 | 345.964 | 358.473 | V-07.01 |
Subtotaal | 300.614 | 345.964 | 358.473 | ||
TOTAAL ODA | 6.214.302 | 6.703.659 | 6.713.219 |
Zoals aangekondigd in de BHOS-beleidsnota 2022 ‘Doen waar Nederland goed in is’, blijft het kabinet zich de komende periode richten op de drie focusregio’s: Sahel, Hoorn van Afrika, en Midden-Oosten en Noord-Afrika (MENA). Binnen deze regio’s gaat bijzondere aandacht uit naar de meest fragiele en arme landen. Deze HGIS-bijlage geeft jaarlijks een overzicht van de thematische gedelegeerde budgetten per land en van de toegerekende verwachte centrale bestedingen per regio, uitgesplitst naar de beleids thema’s van de BHOS-begroting.
De tabel toont bij elke regio de focuslanden waar sprake is van een naar de ambassade te delegeren thematisch landenbudget (en soms ook een gedelegeerd regionaal budget). Vervolgens worden voor de hele regio per thema de verwachte centrale bestedingen aangegeven. Naast uitgaven in de focusregio’s, zijn de gedelegeerde middelen en de verwachte centrale bestedingen opgenomen voor de regio’s «Overig Afrika», «Overig Azië» en «Overige landen». Aangevuld met de categorie «Wereldwijd/niet gespecificeerd» omvat de tabel het totaal van de ODA-uitgaven binnen de BHOS-begroting.
De in de tabel opgenomen toegerekende inzet van centrale middelen in de regio’s moet gezien worden als een indicatie. Deze beperking heeft te maken met de aard van de bestedingen. Centrale thematische programma’s zijn doorgaans niet op één land of regio gericht (in tegenstelling tot de gedelegeerde middelen) en hebben meestal een meerjarig karakter. Veel programma’s werken met een landenlijst waarbij vooraf niet vast staat in welke landen van de lijst deze middelen zullen worden benut.
De toerekening aan regio’s van centrale bestedingen is op basis van de samenstelling van het huidige portfolio van projecten en programma’s. Er is geen rekening gehouden met eventuele nieuwe initiatieven naar aanleiding van bijvoorbeeld de BHOS-beleidsnota 2022 in de focusregio’s die in 2023 en 2024 worden gestart. Om in deze situatie toch een realistische inschatting te maken, is voor elke lopende activiteit van meer dan EUR 1 miljoen de huidige geografische verdeling nagegaan, rekening houdend met zowel gerealiseerde en lopende uitgaven als verwachte uitgaven in de pijplijn.2 Deze indicatieve verdeling over landen en regio’s van de huidige portefeuille is vervolgens toegepast op de betreffende centrale thematische budgetten voor 2024.
Een belangrijk deel van de centrale middelen wordt ingezet voor programma’s en organisaties waarbij de geografische focus vanwege de aard van het werk niet (vooraf) is vastgesteld. Deze thematische inzet is in de tabel opgenomen onder de categorie Wereldwijd/niet gespecificeerd. Binnen deze categorie vormt humanitaire hulp de grootste post; besteding hiervan is flexibel en gebeurt in principe waar dit in de loop van het jaar het hardst nodig blijkt te zijn. Andere voorbeelden van bestedingen in deze categorie zijn de bijdragen aan het vaccinatiefonds GAVI, het Global Fund to Fight AIDS, Tuberculosis and Malaria, de multilaterale klimaatfondsen en bijdragen aan multilaterale organisaties.
Bij de berekening is geen rekening gehouden met nieuwe initiatieven in de focusregio’s die nog in de loop van 2023 en in 2024 worden ontwikkeld. Daardoor is een zekere onderschatting van de verschuiving naar de focus regio’s mogelijk; deze beweging is nog in volle gang en krijgt met name bij nieuwe programma’s en nieuwe fases van bestaande programma’s zijn beslag.
HGIS regio | HGIS indeling | Thema | ODA-Budget (x1.000) |
---|---|---|---|
Focusregio Sahel | Burkina Faso | 1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 5.400 |
2.1 Voedselzekerheid | 5.700 | ||
2.2 Water | 4.475 | ||
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR | 7.000 | ||
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 5.500 | ||
Totaal | 28.075 | ||
Mali | 1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 4.500 | |
2.1 Voedselzekerheid | 7.000 | ||
2.2 Water | 7.025 | ||
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR | 21.000 | ||
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 15.100 | ||
Totaal | 54.625 | ||
Niger | 1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 5.775 | |
2.1 Voedselzekerheid | 4.505 | ||
2.2 Water | 5.185 | ||
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR | 8.983 | ||
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 10.257 | ||
Totaal | 34.705 | ||
Gedelegeerd naar overige landen in Focusregio Sahel | 1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 1.300 | |
2.1 Voedselzekerheid | 4.250 | ||
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 4.700 | ||
Totaal | 10.250 | ||
Toegerekende inzet vanuit centrale middelen | 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem | 1.408 | |
1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 11.670 | ||
2.1 Voedselzekerheid | 47.482 | ||
2.2 Water | 10.978 | ||
2.3 Klimaat | 27.318 | ||
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR | 11.959 | ||
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid | 986 | ||
3.3 Maatschappelijk middenveld | 17.470 | ||
3.4 Onderwijs | 4.882 | ||
4.2 Opvang en bescherming in de regio | 16.127 | ||
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 2.411 | ||
Totaal | 152.692 | ||
280.347 | |||
Focusregio Hoorn van Afrika | Ethiopië | 1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 5.500 |
2.1 Voedselzekerheid | 59.000 | ||
2.2 Water | 14.500 | ||
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR | 30.850 | ||
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid | 1.500 | ||
4.2 Opvang en bescherming in de regio | 1.000 | ||
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 2.200 | ||
Totaal | 114.550 | ||
Kenia | 1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 1.000 | |
2.1 Voedselzekerheid | 4.550 | ||
2.2 Water | 2.350 | ||
4.2 Opvang en bescherming in de regio | 1.100 | ||
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 400 | ||
Totaal | 9.400 | ||
Oeganda | 1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 1.000 | |
2.1 Voedselzekerheid | 26.970 | ||
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR | 16.500 | ||
4.2 Opvang en bescherming in de regio | 2.000 | ||
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 10.000 | ||
Totaal | 56.470 | ||
Soedan | 1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 2.000 | |
2.1 Voedselzekerheid | 3.250 | ||
Totaal | 5.250 | ||
Somalië | 1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 2.000 | |
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 12.500 | ||
Totaal | 14.500 | ||
Zuid-Soedan | 1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 2.400 | |
2.1 Voedselzekerheid | 7.951 | ||
2.2 Water | 8.275 | ||
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid | 1.050 | ||
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 11.277 | ||
Totaal | 30.953 | ||
Toegerekende inzet vanuit centrale middelen | 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem | 1.457 | |
1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 21.093 | ||
2.1 Voedselzekerheid | 31.603 | ||
2.2 Water | 13.263 | ||
2.3 Klimaat | 9.696 | ||
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR | 29.715 | ||
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid | 8.632 | ||
3.3 Maatschappelijk middenveld | 30.654 | ||
3.4 Onderwijs | 11.946 | ||
4.2 Opvang en bescherming in de regio | 65.550 | ||
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 4.681 | ||
Totaal | 228.290 | ||
459.413 | |||
Focusregio's Midden-Oosten & Noord-Afrika | Egypte | 1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 1.115 |
2.2 Water | 7.521 | ||
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR | 1.775 | ||
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid | 1.500 | ||
4.2 Opvang en bescherming in de regio | 1.500 | ||
Totaal | 13.411 | ||
Jemen | 2.2 Water | 8.750 | |
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR | 15.000 | ||
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid | 1.000 | ||
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 8.750 | ||
Totaal | 33.500 | ||
Jordanië | 1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 3.706 | |
2.1 Voedselzekerheid | 280 | ||
2.2 Water | 3.500 | ||
4.2 Opvang en bescherming in de regio | 2.000 | ||
Totaal | 9.486 | ||
Libanon | 1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 7.500 | |
4.2 Opvang en bescherming in de regio | 1.000 | ||
Totaal | 8.500 | ||
Palestijnse Gebieden | 1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 5.000 | |
2.2 Water | 9.500 | ||
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 8.000 | ||
Totaal | 22.500 | ||
Tunesië | 1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 6.500 | |
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 10.100 | ||
Totaal | 16.600 | ||
Toegerekende inzet vanuit centrale middelen | 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem | 708 | |
1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 16.973 | ||
2.1 Voedselzekerheid | 3.007 | ||
2.2 Water | 3.665 | ||
2.3 Klimaat | 6.781 | ||
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR | 7.855 | ||
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid | 8.776 | ||
3.3 Maatschappelijk middenveld | 13.405 | ||
3.4 Onderwijs | 4.189 | ||
4.2 Opvang en bescherming in de regio | 133.165 | ||
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 6.440 | ||
Totaal | 204.963 | ||
308.960 | |||
Overig Afrika | Benin | 2.1 Voedselzekerheid | 17.000 |
2.2 Water | 2.650 | ||
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR | 20.000 | ||
Totaal | 39.650 | ||
Burundi | 1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 1.430 | |
2.1 Voedselzekerheid | 19.100 | ||
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR | 9.000 | ||
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 5.000 | ||
Totaal | 34.530 | ||
Mozambique | 2.1 Voedselzekerheid | 16.000 | |
2.2 Water | 8.850 | ||
Totaal | 24.850 | ||
Regionaal Afrika | 3.1 Mondiale gezondheid en SRGR | 15.034 | |
Totaal | 15.034 | ||
Regionaal Grote Meren | 2.1 Voedselzekerheid | 8.500 | |
2.2 Water | 4.875 | ||
2.3 Klimaat | 962 | ||
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR | 7.500 | ||
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 14.300 | ||
Totaal | 36.137 | ||
Gedelegeerd naar overige landen in Overig Afrika | 1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 2.000 | |
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid | 1.000 | ||
Totaal | 3.000 | ||
Toegerekende inzet vanuit centrale middelen | 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem | 1.458 | |
1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 31.007 | ||
2.1 Voedselzekerheid | 19.891 | ||
2.2 Water | 14.985 | ||
2.3 Klimaat | 21.131 | ||
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR | 28.626 | ||
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid | 5.134 | ||
3.3 Maatschappelijk middenveld | 23.748 | ||
3.4 Onderwijs | 19.072 | ||
4.2 Opvang en bescherming in de regio | 1.886 | ||
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 939 | ||
Totaal | 167.876 | ||
321.077 | |||
Overig Azië | Afghanistan | 4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 7.500 |
Totaal | 7.500 | ||
Bangladesh | 1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 3.000 | |
2.2 Water | 15.250 | ||
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid | 2.500 | ||
Totaal | 20.750 | ||
Gedelegeerd naar overige landen in Overig Azië | 2.3 Klimaat | 1.000 | |
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 500 | ||
Totaal | 1.500 | ||
Toegerekende inzet vanuit centrale middelen | 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem | 1.414 | |
1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 27.240 | ||
2.1 Voedselzekerheid | 1.394 | ||
2.2 Water | 9.404 | ||
2.3 Klimaat | 3.750 | ||
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR | 12.281 | ||
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid | 2.725 | ||
3.3 Maatschappelijk middenveld | 28.526 | ||
3.4 Onderwijs | 14.946 | ||
4.2 Opvang en bescherming in de regio | 3.830 | ||
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 1.124 | ||
Totaal | 106.633 | ||
136.383 | |||
Overige landen | Gedelegeerd naar overige landen | 5.2 Overig armoedebeleid | 398 |
Totaal | 398 | ||
Toegerekende inzet vanuit centrale middelen | 1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 15.166 | |
2.1 Voedselzekerheid | 61 | ||
2.2 Water | 1.302 | ||
2.3 Klimaat | 2.263 | ||
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR | 5.671 | ||
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid | 3.356 | ||
3.3 Maatschappelijk middenveld | 9.660 | ||
3.4 Onderwijs | 4.081 | ||
4.2 Opvang en bescherming in de regio | 18.407 | ||
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 263 | ||
Totaal | 60.232 | ||
60.630 | |||
Niet gespecificeerd Wereldwijd | Humanitaire hulp, noodhulp en overig armoedebeleid | 4.1 Humanitaire Hulp | 519.000 |
5.2 Overig armoedebeleid | 81.342 | ||
Totaal | 600.342 | ||
Toegerekende inzet vanuit centrale middelen | 1.1 Duurzaam handels- en investeringssysteem | 15.971 | |
1.3 Private sector en arbeidsmarkt | 281.555 | ||
2.1 Voedselzekerheid | 104.851 | ||
2.2 Water | 37.861 | ||
2.3 Klimaat | 244.839 | ||
3.1 Mondiale gezondheid en SRGR | 258.178 | ||
3.2 Vrouwenrechten en gendergelijkheid | 9.450 | ||
3.3 Maatschappelijk middenveld | 59.396 | ||
3.4 Onderwijs | 4.877 | ||
4.2 Opvang en bescherming in de regio | 43.730 | ||
4.3 Veiligheid en Rechtstaatontwikkeling | 58.910 | ||
5.1 Multilaterale samenwerking | 218.595 | ||
5.4 Nog onverdeeld | 7.243 | ||
Totaal | 1.345.454 | ||
1.945.796 | |||
Totaal generaal | 3.512.607 |
Berekening ODA-plafond 2023-2028 (bedragen in miljoenen EUR) | |||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|
2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | ||
Raming BNI | 1.018.902 | 1.068.492 | 1.106.577 | 1.152.083 | 1.197.775 | 1.240.802 | |
OESO-richtlijn: 0,7% BNI | 7.132 | 7.479 | 7.746 | 8.065 | 8.384 | 8.686 | |
A: Maatregelen vorige kabinetten | ‒ 1.415 | ‒ 1.438 | ‒ 1.415 | ‒ 1.415 | ‒ 1.415 | ‒ 1.415 | |
B: geraamde ontvangsten OS | 42 | 32 | 31 | 30 | 30 | 30 | |
C: Intensivering ODA Rutte IV | 300 | 300 | 500 | 500 | 500 | 500 | |
D: Actualisatie EU-toerekening Rutte IV | 427 | 426 | 401 | 401 | 367 | 367 | |
E: Maatregelingen t.b.v. Oekraïne | 237 | ‒ 73 | |||||
F: Overig | ‒ 19 | ‒ 13 | ‒ 8 | 10 | 11 | 10 | |
G: ODA-plafond 2023-2028 | 6.704 | 6.713 | 7.255 | 7.592 | 7.878 | 8.178 | |
Realisatie netto ODA prestatie 2022 en Raming netto ODA-prestatie 2023-2028 (bedragen in miljoenen EUR) | |||||||
2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
Bruto ODA-totaal | 6.214 | 6.704 | 6.713 | 7.255 | 7.592 | 7.878 | 8.178 |
Af: geraamde ontvangsten OS | ‒ 61 | ‒ 42 | ‒ 32 | ‒ 31 | ‒ 30 | ‒ 30 | ‒ 30 |
Netto ODA / ODA Grand Equivalent (in miljoenen euro) | 6.153 | 6.662 | 6.681 | 7.224 | 7.561 | 7.847 | 8.148 |
Raming BNI (in miljarden euro) | 920,9 | 1.018,9 | 1.068,5 | 1.106,6 | 1.152,1 | 1.197,8 | 1.240,8 |
Netto ODA in % van het BNI | 0,67 | 0,65 | 0,63 | 0,65 | 0,66 | 0,66 | 0,66 |
In bovenstaande tabel wordt een overzicht gepresenteerd van de opbouw van het ODA-budget en de hieraan gekoppelde ODA-prestatie. Hieronder volgt een toelichting op de onderdelen, die gezamenlijk de omvang van het totale ODA-budget bepalen, waarbij de OESO-norm van 0,7% BNI als startpunt wordt genomen:
A. Som van incidentele en structurele maatregelen van voorgaande kabinetten op het ODA-plafond.
B. ODA-ontvangsten worden aan het ODA-plafond toegevoegd, aangezien met ontvangsten ook uitgaven gefinancierd kunnen worden. Deze ontvangsten worden vervolgens voor de berekening van de ODA-prestatie van het bruto ODA-budget afgetrokken, aangezien deze uitgaven in het verleden als ODA-uitgaven geboekt zijn. Dit is conform de OESO-richtlijnen.
C. Het kabinet Rutte IV heeft structureel middelen aan het ODA-plafond toegevoegd, oplopend tot EUR 500 miljoen per jaar.
D. Het kabinet Rutte IV heeft de ODA toerekening van de EU-afdrachten geactualiseerd, wat resulteert in een hoger ODA-plafond. Aangezien dit een toerekening van bestaande uitgaven betreft, zijn deze middelen niet vrij te besteden.
E. Het kabinet steunt Oekraïne ook op het gebied van humanitaire hulp, kritiek herstel en wederopbouw. De extra uitgaven die in dit kader worden gedaan, resulteren in een verhoging van het ODA-budget. Daarnaast is in 2023 en 2024 EUR 75 miljoen geschoven naar 2022 voor een eenmalige bijdrage in 2022 aan de opvang van vluchtelingen uit Oekraïne.
F. Vanwege de effecten van de voorjaarsbesluitvorming en andere technische mutaties fluctueert het ODA-plafond licht.
G. Bovenstaande resulteert in de raming van het ODA-plafond 2023 ‒ 2028.
Internationale klimaatfinanciering richt zich op het helpen van ontwikkelingslanden met de transitie naar koolstofarme, klimaatweerbare ontwikkelingspaden. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen vergroting van de weerbaarheid van mensen en gemeenschappen tegen de gevolgen van klimaatverandering (klimaatadaptatie) en het tegengaan van klimaatverandering en voorkomen van emissies (klimaatmitigatie).
In 2009 hebben de ontwikkelde landen in Kopenhagen toegezegd om vanaf 2020 USD 100 miljard per jaar te mobiliseren uit publieke en private bronnen om ontwikkelingslanden te ondersteunen bij klimaatadaptatie en klimaatmitigatie. Deze afspraak werd bij de Klimaattop in Parijs in 2015 herbevestigd en is belangrijk voor de wereldwijde commitment aan de klimaatdoelen van het Parijsakkoord. Daarbij is afgesproken dat de ontwikkelde landen geleidelijk naar dit bedrag zouden toewerken en dat vanaf 2025 een nader te bepalen, hoger doel zal gelden.
Op basis van deze afspraken heeft Nederland sinds 2010 gewerkt aan een stijging van zijn publieke en private klimaatfinanciering. In 2022 bedroeg de Nederlandse klimaatfinanciering in totaal EUR 1.434 miljoen.
Tijdens de VN-klimaattop in Sharm-el-Sheikh, Egypte, november 2022 werd duidelijk dat het 100 miljard doel in 2020 niet gehaald is. In 2020 bedroeg de gerapporteerde klimaatfinanciering USD 83,3 miljard (de rapportage door de OESO loopt altijd twee jaar achter) en hebben ontwikkelde landen aangegeven welke stappen zij ondernemen om het doel zo snel mogelijk te halen3. Ook was er tijdens de top aandacht voor de oproep uit het Glasgow Climate Pact dat ontwikkelde landen financiering voor adaptatie collectief gaan verdubbelen per 2025 ten opzichte van 20194. Tevens werd verder gesproken over de vormgeving van een nieuw lange termijn klimaatfinancieringsdoel per 2025.
Nederland wil een betekenisvolle bijdrage leveren aan het collectieve klimaatfinancieringsdoel én concrete ontwikkelingsresultaten bereiken in ontwikkelingslanden, die ook ten goede komen aan de armste en meest kwetsbare landen, in lijn met motie van der Lee5. De Internationale Klimaat Strategie beschrijft de doorvertaling in het brede buitenlandbeleid. Het kabinet betrekt Nederlandse bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties bij de uitvoering en vormgeving van de internationale klimaatfinanciering, in het verlengde van de motie Erkens/Boucke6. In het kader van het feministisch buitenlandbeleid zet het kabinet verder in op het versterken van gendergelijkheid in klimaatacties.
Het kabinet streeft ernaar om in 2025 EUR 1.800 miljoen klimaatfinanciering te genereren, bestaande uit publieke klimaatfinanciering en met publieke middelen gemobiliseerde private klimaatfinanciering. Hierbij wordt door Nederland samengewerkt met ngo’s, kennisinstellingen, bedrijfsleven, FMO, multilaterale klimaatfondsen en multilaterale ontwikkelingsbanken. De berekening van publieke klimaatfinanciering wordt, net als door de meeste andere donoren, gedaan met behulp van de Rio beleidsmarkers voor klimaatadaptatie en klimaatmitigatie en de jaarlijks door OECD-DAC geactualiseerde klimaatpercentages voor multilaterale instellingen. Waar private financiering wordt gemobiliseerd in met Nederlandse publieke middelen gefinancierde projecten, kwalificeren deze private investeringen als Nederlandse klimaatfinanciering. Een sterkere inzet op deze mobilisatie van private financiering draagt bij aan het nagestreefde totaalbedrag aan klimaatfinanciering. Om de omvang van gemobiliseerde private financiering te berekenen past Nederland een in OESO-verband ontwikkelde methode toe7.
De verwachting is dat Nederland in 2024 EUR 835 miljoen aan publieke klimaatfinanciering zal realiseren. Deze verwachting ligt EUR 40 miljoen boven de laatste realisatie ad EUR 795 miljoen en is daarmee een verdere stap naar het streven voor 2025. Daarnaast zal naar schatting EUR 680 miljoen aan private klimaatfinanciering worden gemobiliseerd met een deel van de publieke inzet. Deze inschatting is hoger dan de laatste realisatie ad EUR 639 miljoen. De totale Nederlandse klimaatfinanciering in 2024 zou hiermee op ruim EUR 1,5 miljard komen.
Binnen artikel 1 duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen wordt conform motie Van der Lee8 actief ingezet op verdere vergroening van de programma’s die zich richten op financiële inclusie zoals MASSIF, de bilaterale infrastructuurprogramma’s zoals DRIVE en de programma’s die gericht zijn op duurzame economische ontwikkeling zoals het Challenge Fund for Youth Employment en de inzet op combi-tracks voor versnelling van transities op het gebied van duurzaamheid en digitalisering in middeninkomenslanden. Het bedrijfsleveninstrumentarium levert een groeiende bijdrage aan de vermindering van broeikasgasemissies en aan de versterking van weerbaarheid van kleinschalige boeren en bedrijven tegen de gevolgen van klimaatverandering, bijvoorbeeld door het gebruik van hernieuwbare energie, het tegengaan van ontbossing, het aanbieden van verzekeringen tegen de risico’s van klimaatverandering, de bevordering van innovatie en het creëren van ‘groene banen’. Voor een deel van de programma’s binnen artikel 1 vertaalt een verdere vergroening zich vanwege de systematiek van de berekening van de klimaatfinanciering met klimaatmarkers overigens niet of niet direct in een toegenomen percentage klimaatrelevantie9.
Artikel 2 Duurzame ontwikkeling, voedselzekerheid, water en klimaat bestaat uit 3 sub-artikelen. Vanuit sub-artikel 2.3 (klimaat) zet Nederland in op ondersteuning van internationale klimaatfondsen zoals het Least Development Country Fund (LDCF), bevordering van toegang tot hernieuwbare energie, tegengaan van ontbossing en landdegradatie, en versterken van kennis, capaciteit en beleidsontwikkeling over de relatie tussen klimaat en ontwikkeling. Ook worden publieke middelen ter beschikking gesteld aan fondsen zoals bijvoorbeeld het Dutch Fund for Climate and Development (DFCD) om private investeringen te bevorderen. Met de intensivering van dit sub-artikel wordt onder meer de inzet op weerbaarheid en de toegang tot hernieuwbare energie vergroot. Hiertoe ondersteunt NL bijvoorbeeld het Africa Adaptation Aceleration Program (AAAP) van de Afrikaanse ontwikkelingsbank, het Water at the Heart of Climate Action initiatief en het SDG7 Results programma.
Binnen het thema Voedselzekerheid (sub-artikel 2.1) zet Nederland met activiteiten, als het SNV Pro-ARIDES Programma en twee regionale programma’s van IFAD en van de Wereldbank, in op duurzame productiviteitsverhoging en versterking van weerbaarheid en adaptatie. Aanpassing aan de gevolgen van klimaatverandering staat ook centraal binnen het thema Water (sub-artikel 2.2) met aandacht voor verhoogde waterproductiviteit in de landbouw, verbeterd stroomgebiedbeheer en veilige delta’s, en klimaatbestendige toegang tot drinkwater en sanitaire voorzieningen. In de voorgenomen derde fase van het door UNICEF uitgevoerde Accelerated Sanitation and Water for All (ASWA) programma worden bijvoorbeeld in acht landen in Afrika mensen weerbaarder gemaakt tegen klimaatschokken.
Diverse vanuit artikel 3 gefinancierde Strategische Partnerschappen met het maatschappelijk middenveld zoals de African Activists for Climate Justice (AACJ), de Green Livelihood Alliance (GLA) en de Global Alliance for Green and Gender Action (GAGGA) dragen bij aan klimaatmitigatie en/of klimaatadaptatie, met name door op te komen voor beter beleid en betere beleidsuitvoering, waarbij de belangen van de meest kwetsbare mensen voorop staan. In de implementatie van de Nederlandse mondiale gezondheidsstrategie pleit het kabinet bij de grote gezondheidsfondsen, zoals het Global Fund to fight AIDS, TB and Malaria, Gavi The Vaccine Alliance en de Global Financing Facility voor het verkleinen van hun voetafdruk en inzet op klimaatbestendig maken van gezondheidssystemen.
Daarnaast zijn ook bijdragen vanuit artikel 4 aan organisaties die zich op humanitaire hulp richten en sommige door Nederland gefinancierde projecten voor opvang van vluchtelingen in de regio klimaatrelevant, bijvoorbeeld door de introductie van op klimaatimpactrisico gestoelde early action.
VN-instellingen als UNDP, UNEP, WFP en UNICEF ontplooien in hun programma’s klimaatrelevante activiteiten die Nederland vanuit artikel 5 met ongeoormerkte financiële bijdragen ondersteunt. Het kabinet blijft zich ook inzetten voor verhoging van de klimaatrelevantie van deze bijdragen en van de bijdragen van het Ministerie van Financiën en het Ministerie van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aan multilaterale ontwikkelingsbanken. Zo heeft mede dankzij druk van Nederland de Wereldbankgroep haar klimaatdoel verhoogd tot 35% over de periode 2021-2025, waarvan minimaal de helft voor klimaatadaptatie en heeft het IMF de Resilience and Sustainability Trust (RST) ingericht, onder andere voor het doorlenen van Special Drawing Rights aan kwetsbare lage-middeninkomenslanden die hun economieën beter bestand maken tegen de gevolgen van klimaatverandering.
In onderstaande tabel wordt op hoofdlijnen een indicatie gegeven van de publieke en met publieke middelen gemobiliseerde private klimaatfinanciering die in 2024 zal worden gerealiseerd.
Voor de publieke klimaatfinanciering wordt per beleidsartikel van de BHOS-begroting aangegeven welk deel van de totale publieke uitgaven waarschijnlijk klimaatfinanciering betreft. Naar verwachting zal meer dan 50 procent van de publieke klimaatfinanciering worden uitgegeven aan aanpassing aan klimaatverandering (adaptatie) en ongeveer 22 procent aan het tegengaan van klimaatverandering (mitigatie). De overige uitgaven, voornamelijk klimaatfinanciering via multilaterale instellingen, worden door hun klimaatmarker cross-cutting niet gespecificeerd naar deze doelstellingen. Circa een-derde van de publieke klimaatfinanciering zal worden gerealiseerd in activiteiten die klimaat als hoofddoelstelling hebben. De overige financiering zal worden gerealiseerd in activiteiten die klimaat als nevendoelstelling hebben.
Begroting | Begrotingsartikel | Indicatie klimaatuitgaven 2024 | Indicatie klimaatrelevantie van begrotingsartikel (percentage) |
BHOS | 1.Duurzame economische ontwikkeling, handel en investeringen | 85 | 14% |
2.1 Voedselzekerheid | 159 | 41% | |
2.2 Water | 85 | 44% | |
2.3 Klimaat1 | 286 | 90% | |
3. Sociale vooruitgang | 65 | 8% | |
4. Vrede, veiligheid en duurzame ontwikkeling | 45 | 4% | |
5. Multilaterale samenwerking en overige inzet | 20 | 6% | |
Totaal voor BHOS | 745 | 21% | |
Financiën | IDA en IFC | 90 | |
Totale publieke klimaatfinanciering | 835 |
Voor de inschatting van de gemobiliseerde private klimaatfinanciering wordt een gemiddelde over de laatste vier jaar gebruikt. Deze methodiek passen we al enkele jaren toe en is ingegeven door de aanmerkelijke jaarlijkse schommelingen in het verleden. In deze methodiek reageren prognoses met enige vertraging op beleidsinzet gericht op verdere vergroening van het Nederlandse BHOS-instrumentarium, toename van het aandeel klimaatrelevante activiteiten in de financiering door multilaterale ontwikkelingsbanken en, bijvoorbeeld, de extra bijdrage aan de projectontwikkelingsfaciliteit van het Dutch Fund for Climate and Development. Jaarlijkse schommelingen daargelaten is er een reële kans dat achteraf meer private klimaatfinanciering is gemobiliseerd dan de prognose.
Instrument | Indicatie private financiering 2024 |
---|---|
Nederlandse klimaatfondsen en programma's | 85 |
Multilaterale ontwikkelingsbanken | 335 |
FMO-A | 125 |
Overige instrumenten en multidonorprogramma's | 135 |
Totaal gemobiliseerde private financiering | 680 |
In het HGIS-jaarverslag over 2024 zal worden gerapporteerd over de werkelijk gerealiseerde klimaatuitgaven ten behoeve van ontwikkelingslanden. Daarbij zullen zich ongetwijfeld verschillen voordoen ten opzichte van de hierboven genoemde geschatte bedragen. De schommelingen en onzekerheid bij gemobiliseerde private investeringen zijn groter dan bij publieke klimaatfinanciering. Dit komt onder andere door de sterke invloed van wijzigende marktomstandigheden, doordat de tijdsduur van het sluiten van transacties met commerciële partijen bij elke deal anders is en de hoogte van de private investeringen vooraf niet bekend is.
In deze bijlage worden de HGIS-uitgaven in 2024 op het gebied van (het tegengaan van irreguliere) migratie, asielopvang en humanitaire hulp toegelicht. Eerst wordt per begrotingsartikel een overzicht gegeven van de financiële inspanningen die volledig gericht zijn op de eerste twee onderwerpen. Vervolgens wordt stilgestaan bij instrumenten en programma’s die gedeeltelijk aan vluchtelingen of het tegengaan van irreguliere migratie gerelateerd zijn.
Artikel | Budget | 2024 | |
Totaal | wv. ODA | ||
6.37.02 | JenV begroting: toerekening eerstejaars- opvangkosten asiel | 1.339 | 1.339 |
08.03.01 | OCW toerekening: eerstejaarsopvangkosten asiel (primair en secundair onderwijs) | 36 | 36 |
17.04.02 | Migratiesamenwerking en ontwikkeling | 59 | 59 |
Opvang in de regio | 222 | 222 |
Asieltoerekening: eerstejaarsopvang van asielzoekers uit DAC-landen in Nederland.
De eerstejaarsopvang van asielzoekers in Nederland wordt conform richtlijnen van de OESO Development Assistance Committee (DAC) deels uit ODA-middelen gefinancierd. Deze uitgaven op de JenV- en de OCW- begroting worden aan ODA toegerekend. Wijzigingen van de hoogte van de toerekening lopen via het verdeelartikel 5.4 op begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (BHOS). Het betreft uitgaven voor asielzoekers die afkomstig zijn uit landen die volgens de OESO-DAC gelden als ontwikkelingslanden (de zogenaamde DAC-landen). De asieltoerekening is gesplitst in een JenV-deel en een OCW-deel.
– JenV-begroting: In de begroting van Justitie en Veiligheid staan de uitgaven voor opvang van asielzoekers en alleenstaande minderjarige vreemdelingen door het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en Stichting Nidos. Daarnaast worden ook kosten voor tolken bij de IND, voorlichting van Vluchtelingenwerk Nederland en rechtsbijstandskosten deels toegerekend. In de JenV-begroting is aangegeven welk deel wordt toegerekend aan ODA. Voor 2024 houdt het kabinet rekening met een totale instroom in het COA van 69.760 (afkomstig uit DAC-landen en niet- DAC-landen), resulterend in een aan ODA toe te rekenen gemiddelde bezetting van 50.592 (uit DAC-landen) bij het COA. De aan ODA toegerekende kosten worden onder andere berekend op basis van de kostprijzen van het COA en Nidos, het verwachte aantal asielzoekers uit DAC-landen en de verwachte verblijfsduur. In 2024 zal een nacalculatie plaatsvinden op basis van de in 2023 in werkelijkheid gerealiseerde cijfers.
– OCW-begroting: De geschatte uitgaven voor (primair en voortgezet) onderwijs zijn gebaseerd op in Nederland leerplichtige asielzoekers afkomstig uit DAC-landen tijdens de eerstejaarsopvang.
Opvang en bescherming in de regio
Wereldwijd blijft het aantal vluchtelingen en intern ontheemden stijgen, inmiddels gaat het om meer dan 110 miljoen mensen. Het kabinet heeft speciale aandacht voor het duurzaam opvangen van mensen die langdurig van huis zijn. Extra middelen worden vrijgemaakt voor versterkte inzet op sociaaleconomische integratie van ontheemden en steun aan kwetsbare gastgemeenschappen ter bevordering van hun perspectieven en zelfred zaamheid. Onderdak en basisvoorzieningen vormen waar nodig ook onderdeel van de hulp. Geografische focus ligt op de Syrië-regio, de Hoorn van Afrika, Pakistan, en Moldavië.
Het Prospects partnerschap met UNHCR, ILO, UNICEF, IFC, en de Wereldbank is sinds 2019 financieel het belangrijkste programma. Mede op basis van de tussentijdse evaluatie in 2022 worden in 2023 waar nodig aanpassingen in programmering en proces gemaakt en zal een vervolg op dit partnerschap worden vormgegeven.
Nederland zal in 2023 actief bijdragen aan het tweede Global Refugee Forum dat beoogt om de implementatie van het VN Global Compact on Refugees (2018) kracht bij te zetten en onder meer beloftes voor steun aan vluchte lingen en opvanglanden te monitoren.
In 2023 zal Nederland samen met de VS optreden als co-convening donor van de globale mega pledge voor economische inclusie en sociale bescherming. Prospects partnerschap, als onze grootste individuele toezegging, zal worden gekoppeld aan deze mega pledge, met een verhoogde financiering voor de nieuwe 4-jaarlijkse cyclus. Nederland is ook voornemend om twee andere prioritaire pledges, over lokalisering en over de betekenisvolle participatie van vluchtelingen, mede te ontwerpen en te ondersteunen.
Nederland zal ook aandacht vragen voor de aanbevelingen van de door Nederland in 2019 georganiseerde conferentie over Geestelijke Gezondheid en Psychosociale Steun in crisis situaties (Mental Health and Psychosocial Support (MHPSS)).
Migratiesamenwerking
Het kabinet zet zich in voor versterken van migratiesamenwerking met landen van herkomst en transit. Doel is om mensenhandel en –smokkel tegen te gaan en terugkeer en herintegratie te bevorderen. Hiertoe worden meer bilaterale middelen vrijgemaakt en de bilaterale samenwerking met relevante landen geïntensiveerd. Daarnaast zal meer aansluiting worden gezocht bij beleid, initiatieven en programma’s van de EU, in het bijzonder bij de versterkte samenwerking binnen de EU-brede migratiepartner schappen zoals geformuleerd in het EU Migratie Pact. Dit alles met het oog op vergroting van slagkracht en verbetering van coördinatie en coherentie waarbij het bereiken van resultaten centraal staat.
Daarnaast werkt het kabinet de inzet op legale en circulaire migratie uit, conform het coalitieakkoord. Dit is ook een wens van de belangrijkste landen van herkomst en transit en dient te worden gezien in het kader van het opzetten van brede – bilaterale en Europese - migratiepartnerschappen.
Uit de middelen voor opvang in de regio en migratiesamenwerking worden zowel inspanningen binnen als buiten Nederland gefinancierd:
– Nederland financiert het Prospects Partnerschap met Wereldbank/IFC/ILO/UNICEF/UNHCR. In dit strategisch samenwerkings kader worden landspecifieke programma’s uitgewerkt, met de focus op bescherming, onderwijs en werk, en waar nodig onderdak en basisvoorzieningen zoals water, sanitatie and hygiëne voor vluchtelingen en kwetsbare lokale bevolking. Het partnerschap voorziet eveneens in een meer strategische beleidsdialoog met deze organisaties die een voortrekkersrol spelen bij de transformatie van een humanitaire naar een ontwikkelingsaanpak in landen die veel vluchtelingen opvangen.
– Nederland steunt via subsidies (internationale en lokale) NGO’s die tevens gericht zijn op een ontwikkelingsgerichte aanpak van langdurige ontheemding in de beide focusregio’s. In 2024 zullen daarnaast activiteiten van start gaan die voortkomen uit een subsidiebeleidskader gepubliceerd eind 2023. Deze activiteiten zijn gericht op versterking van lokale actoren die middels capaciteitsverlening in staat gesteld worden om een grotere en onafhankelijke rol in te nemen bij het nastreven van doelstellingen gericht op migratiesamenwerking of opvang in de regio.
– Bijdragen aan programma’s voor migratie en ontwikkeling van IOM en maatschappelijke organisaties in Nederland ter bevordering van vrijwillige terugkeer en herintegratie van ex-asielzoekers uit ontwikke lingslanden. Aanscherping van de ODA regels hebben ertoe geleid dat activiteiten ten behoeve aan vertrek en re-integratie buiten de EU (alleen DAC-landen) niet meer als ODA worden geclassificeerd.
– Het ondersteunen van brede partnerschappen op migratieterrein met prioritaire herkomst-, transit- en opvanglanden, door financiering van activiteiten die belangrijk zijn voor betrokken ontwikkelingslanden en die bijdragen aan beter migratiemanagement, betere bescherming en perspectieven voor vluchtelingen en gastgemeenschappen, tegengaan van uitbuiting en mishandeling van migranten, bestrijding mensen smokkel/-handel, datacollectie en onderzoek, voorkomen van irreguliere migratie en het bevorderen van terugkeer en herintegratie.
– Bevorderen van dataverzameling.
– Analyse inzake migratiestromen.
Artikel | Budget | 2024 | |
Totaal | wv. ODA | ||
17.04.01 | Humanitaire hulp, inclusief bijdragen aan UNHCR, UNWRA en WFP | 465 | 465 |
Naast bovengenoemde middelen kan humanitaire hulp ingezet worden ten behoeve van vluchtelingen die besluiten hun land te verlaten wegens conflict of onveiligheid. Het is op voorhand niet aan te geven welke bedragen voor vluchtelingen zullen worden ingezet. Daarom wordt in plaats van de specifieke uitgaven voor vluchtelingen de begrotingsstand van het artikel genoemd.
Noodhulp en humanitaire diplomatie
Het aantal crises en de omvang van humanitaire noden neemt opnieuw toe, de kosten van noodhulp stijgen en de omgeving waarin humanitaire hulp wordt geboden, wordt complexer. De belangrijkste aanjagers voor humanitaire crises blijven conflict, klimaatverandering en de aanhoudende (economische) gevolgen van COVID-19. Ook de toenemende ongelijkheid, instabiliteit en fragiliteit spelen een rol, evenals het onverminderd hoge aantal ontheemden en de wereldwijd verslechterende voedselzekerheid. Humanitaire partners worden in staat gesteld snel, efficiënt en doeltreffend hulp te verlenen daar waar dit het hardst nodig door de flexibele, meerjarige en ongeoormerkte financiering. Nederland spant zich er daarbij internationaal voor in dat de effectiviteit en efficiëntie van hulp wordt versterkt, met aandacht voor het versterken van de positie en capaciteit van lokale (hulp-)organisaties, en dat getroffen mensen en gemeenschappen veerkracht behouden en daardoor mogelijkheden aan kunnen grijpen om een zelfstandig leven te hervatten (o.m. door integratie van psychosociale steun te faciliteren).
Helaas is er ook een trend gaande waarbij staten en niet-statelijke actoren het internationaal humanitair oorlogsrecht en de humanitaire principes steeds vaker schenden. De Nederlandse diplomatieke inspanningen blijven daarom gericht op eerbiediging van het internationale humanitaire recht rond humanitaire crises, de bescherming van burgers en ongehinderde toegang voor hulpverlening.
Voor activiteiten met budget kleiner dan EUR 1 miljoen is uitgegaan van een evenredige verdeling over de landen waarvoor de activiteit open staat
Dat programma’s klimaatrelevanter worden terwijl het percentage klimaatrelevantie van het artikel niet of niet direct stijgt, heeft meerdere redenen. Zo kennen de klimaatmarkers waarop de berekeningssystematiek is gebaseerd 2 gradaties: en , wat inhoudt dat programma’s ofwel het (bijdragen aan het) bereiken van de klimaatdoelen als nevendoelstelling hebben ofwel als hoofddoelstelling. Indien een programma al een marker heeft en verder vergroent, betekent dit in de meeste gevallen niet dat het bijdragen aan het bereiken van de klimaatdoelen de hoofddoelstelling van het programma wordt. Hierdoor zullen de uitgaven van dit programma niet zwaarder meetellen in de berekening van publieke klimaatfinanciering terwijl er wel een grotere bijdrage wordt geleverd. Ten tweede wordt de bijdrage aan klimaatfinanciering (pas) zichtbaar in het jaar dat de uitgaven daadwerkelijk worden gedaan door het ministerie van Buitenlandse Zaken. Vooral bij programmering met een lange looptijd en ontwikkeling betekent dit dat beleid soms fors vooruit loopt op de realisatie. Dit komt bijvoorbeeld voor bij infrastructuurprogrammering zoals DRIVE.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36411-1.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.