36 410 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2024

Nr. 55 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 mei 2024

Met deze brief informeer ik u over de resultaten van economische missies en bezoeken die plaatsvonden in 2023 en blik ik kort vooruit naar aankomende missies. Ik betrek in de terugblik op 2023 de positieve aspecten en verbeterpunten naar aanleiding van kwalitatieve effectmonitoring die is uitgevoerd door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) en de kwantitatieve effectmeting die is uitgevoerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek CBS). De jaarrapportage effectmonitoring van de RVO en de individuele missieverslagen zijn bijgevoegd bij deze brief. In deze brief ga ik verder in op publiek-private samenwerking en de uitvoering van de Motie Ram/Kamminga over het opbouwen van een gelijkwaardige handelsrelatie tussen Nederland en India.1 Ook informeer ik uw Kamer over de evaluatie van twee instrumenten: het Partners for International Business programma (PIB) en de Demonstratieprojecten, Haalbaarheidsstudies en Investeringsvoorbereidingsprojecten (DHI) regeling, zie Box 1.

Box 1: Evaluatie instrumenten PIB en DHI (zie bijlagen)

Partners for International Business (PIB)

  • Het evaluatierapport (2018–2023) van het programma Partners for International Business (PIB) is eind 2023 opgeleverd door Technopolis.

  • De conclusie van de evaluatie is dat het PIB een unieke rol vervult waarin deelnemers via meerjarige inzet, in samenwerking met elkaar en met publieke partijen, concrete stappen zetten voor het betreden van of sterker positioneren op een specifieke buitenlandse markt. De resultaten van PIB zijn op outputniveau en in termen van tevredenheid van deelnemers zeer positief.

  • Zo blijkt uit beschikbare exportcijfers van het CBS over 2016 en 2017 dat een publieke investering van € 6,4 miljoen via PIB heeft geresulteerd in € 22 miljoen extra export voor deelnemende MKB-bedrijven. De door de deelnemende bedrijven (inclusief het grootbedrijf) gerapporteerde omzetgroei over dezelfde periode bedraagt bijna € 160 miljoen.

  • Het programma levert in het algemeen voldoende resultaat op, maar er zijn aanknopingspunten om sterker op impact te sturen. Zo kan een betere samenwerking met andere instrumenten worden gemaakt, en kunnen middelen meer worden geconcentreerd op de PIB-convenanten met de meeste potentie. Het is daarbij belangrijk om selectief te zijn en tussentijds scherp te monitoren.

Demonstratieprojecten, Haalbaarheidsstudies en Investeringsvoorbereidingsprojecten (DHI)

  • De evaluatie van de DHI-subsidieregeling (2016–2021) toont aan dat Nederlandse bedrijven door de DHI-regeling hun marktpositie verbeteren en internationaliseren.

  • Het doel van de regeling is het versterken van het duurzaam verdienvermogen van het Nederlandse MKB en het bevorderen van werkgelegenheid, productiviteit en armoedebestrijding.

  • Het instrument sluit volgens de evaluatie goed aan op bredere beleidsdoelen van de Nederlandse overheid en de internationale SDG-doelen. Er bestaan voor het MKB geen goede alternatieve financieringsmogelijkheden voor dergelijke internationale handelsactiviteiten.

  • Vanwege de positieve evaluatie heeft het ministerie besloten de DHI-regeling met twee jaar te verlengen, waar mogelijk op te schalen en meer in lijn brengen met andere programma’s. In deze periode zal het ministerie de ontwikkelingsimpact nauwkeuriger laten meten en onderzoeken hoe de regeling beter kan aansluiten op de hulp- en handelsbeleidsagenda.

Inzetbaarheid voor kritieke grondstoffen

  • Het RVO instrumentarium zoals PIB en DHI is over het algemeen ook goed inzetbaar voor bedrijven en/of consortia actief in de waardeketens van kritieke grondstoffen. Uitdagingen liggen met name op het terrein van financiering, zoals ook uiteengezet in de voortgangsrapportage van de grondstoffenstrategie d.d. 23 december 2023. Samen met o.a. Atradius DSB (exportkredietverzekering), Invest International, Invest NL, FMO, de RVO en internationale financiële instellingen wordt gekeken hoe het financierings- en verzekeringsinstrumentarium kan worden ingezet.

Economische missies onderdeel economische diplomatie en PPS

Economische missies zijn sinds jaar en dag een belangrijk onderdeel van een bredere beleidsinzet. Het instrument past goed bij de Nederlandse economie die van oudsher open is: een derde van onze welvaart verdienen we met internationale handel, die ook een derde van onze banen genereert. Met economische missies ondersteunen we huidig en toekomstig verdienvermogen en werken we tegelijkertijd aan het weerbaarder maken van onze economie en handelsketens. Dit vergt actieve en gerichte inzet op met name prioriteitsmarkten in lijn met de BHOS-nota uit 2022 «Doen waar Nederland goed in is (Kamerstuk 36 180, nr. 1).»2

Economische missies zijn niet een doel op zich, zij maken onderdeel uit van strategische meerjarige publiek-private samenwerking (PPS), zie Box 2. Vaak wordt een missie voorafgegaan door evenementen en marktstudies. Daarnaast is er ook sprake van kleinschalige missies die gericht zijn op één sector of niche, de zogeheten business development missies (BD-missies). In 2023 vonden twintig BD-missies plaats. Deze missies richtten zich in belangrijke mate ook op de twee transities verduurzaming en digitalisering en de kansen voor het Nederlandse verdienvermogen. Zo vonden onder andere BD-missies plaats naar Tsjechie (gericht op kansen in de HTSM -sector), naar Canada (gericht op kansen in de LSH-sector) en naar Chili (gericht op kansen in de waterstofsector). Buiten de economische missies en BD-missies, zijn in 2023 ook missies door de ministeries van EZK en LNV uitgevoerd gericht op technologie en innovatie-samenwerking. Deze vallen buiten de effectmeting van de RVO waar in deze brief op wordt ingegaan.

Box 2: Publiek-private samenwerking

  • Het kabinet ondersteunt slimme samenwerkingsverbanden tussen de overheid, kennisinstellingen en het bedrijfsleven waarbinnen kennis en kunde bij elkaar worden gebracht om een bijdrage te leveren aan de oplossingen voor uitdagingen van deze tijd.3

  • Voor het einde van het jaar zal de Kamer een voortgangsrapportage ontvangen betreffende de versterking van de publiek-private samenwerking (PPS). In deze Kamerbrief zal tevens de beantwoording van motie Ram worden opgenomen, waarbij zal worden ingegaan op de versterking van de samenwerking met het bedrijfsleven, de topsectoren en alle regio's voor het bevorderen van de buitenlandse handel.4

  • Het Trade & Innovate Netwerk, bestaande uit 12 regionale en nationale partners, heeft een unieke positie als uitvoeringsinstrument van Rijk en Regio.5 Het netwerk signaleert, ondersteunt en benut internationale kansen voor Nederlandse bedrijven. Het afgelopen jaar heeft het netwerk 194 activiteiten georganiseerd, waarbij meer dan 4200 ondernemers werden bereikt. Via het Trade Relations Programma voerden de partners 834 maatwerkgesprekken met ondernemers met internationale ambities.

  • Een goed voorbeeld van een succesvolle internationale publiek-private samenwerking is het AgTech samenwerkingsverband «Let’s Grow Together» in Kentucky: «Ondersteund door NLWorks, het consulaat-generaal in Chicago, de ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Buitenlandse Zaken, bundelen 17 Nederlandse AgTech-bedrijven en kennisinstellingen hun krachten met lokale telers in Kentucky en andere VS partners, om te werken aan duurzame tuinbouw en de ontwikkeling van een veerkrachtig voedselecosysteem in Kentucky. Mede dankzij dit samenwerkingsverband is de tuinbouw in Kentucky gegroeid van 16 naar meer dan 90 hectare aan geavanceerde kassen en verticale landbouw. Deze groei betekent een omzet van meer dan 200 miljoen euro voor Nederlandse ondernemers.»

Missies: inzet in 2023

Na de klap die de Coronapandemie toebracht aan internationale handelsmogelijkheden, is sinds 2022 sprake van een voorzichtig toenemende behoefte bij het Nederlandse bedrijfsleven om internationale kansen te ontwikkelen met gebruikmaking van economische missies, beurzen en evenementen. Dit herstel is overigens nog altijd broos vanwege hoge transportkosten, beperkte verkrijgbaarheid van halffabricaten, een stevige inflatie en onzekerheden veroorzaak door conflicten waaronder de Russische oorlog in Oekraïne.

In totaal organiseerde de RVO in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken veertien economische missies onder leiding van bewindspersonen naar Japan, Zuid-Korea, Frankrijk, India, Canada, de VS, België, Colombia, Marokko, Zuid-Afrika, Maleisië, Vietnam, Duitsland en China. Hieraan namen 789 deelnemers van 571 bedrijven deel, waarvan 69% MKB. In lijn met de beleidsnotitie «Doen waar Nederland goed in is» richtten de missies en bezoeken zich ook in 2023 op de twee grote transities die de economie van de toekomst zullen vormgeven: duurzaamheid en digitalisering. In de missieverslagen in de bijlage wordt uitgebreid op de programma’s en resultaten van deze missies ingegaan. In het licht van de Motie Ram/Kamminga, licht ik de kabinetsinzet op India toe, zie Box 3.6

In 2023 is extra ingezet op ondersteuning en betrokkenheid van Invest International en Atradius Dutch State Business (ADSB) tijdens missies. Met hun deelname kunnen zij de inzet van diverse financierings- en (exportkrediet)verzekeringsproducten onder de aandacht brengen. Zo heeft Invest International in 2023 deelgenomen aan vijf missies, waaronder naar Zuid-Afrika, India en Marokko. ADSB heeft in 2023 aan meerdere missies deelgenomen, waaronder naar India, Zuid-Afrika, Colombia, Maleisië en Vietnam. Tijdens alle economische missies wordt aandacht besteed aan financierings- en verzekeringsmogelijkheden.

Het aandeel vrouwelijke deelnemers aan economische missies lag in 2023 met 20% rond het gemiddelde van de afgelopen jaren (21%). Missies naar China en de VS konden rekenen op deelname van respectievelijk 38% en 39% vrouwen. Het bevorderen van vrouwelijke deelnemers aan missies blijft onderdeel van de inzet. Via de Groei over Grenzen-campagne wordt internationaal vrouwelijk ondernemerschap ondersteund. In deze campagne wordt onder andere met vlogs expliciet aandacht besteed aan de mogelijkheden die missies bieden voor vrouwelijke ondernemers.

Het onderschrijven van de OESO-richtlijnen op het gebied van Internationaal Maatschappelijk Ondernemen (IMVO) is een belangrijke voorwaarde voor deelname van bedrijven aan alle soorten economische missies. De overheid verwacht van bedrijven dat zij zich houden aan deze richtlijnen. Voorafgaand aan economische missies met bewindspersonen wordt hieraan regelmatig aandacht besteed in de voorbereidende deelnemersbijeenkomst. Verder is per april 2023 ook bij economische missies zonder bewindspersonen een proportionele IMVO-toets van toepassing in lijn met het IMVO-toetsingskader van missies met bewindspersonen. Deelnemende bedrijven aan economische missies worden gepubliceerd op de website van de RVO: Documenten en Publicaties (rvo.nl).7

Box 3: Bilaterale economische relatie met India

  • In lijn met de Motie Ram/Kamminga, zet het kabinet zich in voor het verbreden en versterken van de economische en politieke relaties tussen Nederland en India. De inzet richt zich zowel op het versterken van de economische kansen in deze belangrijke prioriteitsmarkt op basis van de BHOS-beleidsnota als op het versterken van de synergie tussen handel en investeringen op basis van het combinatiebeleid. Hierdoor is een samenhangend instrumentarium beschikbaar voor het stimuleren van wederzijdse handels-, kennis- en investeringsstromen en het aanpakken van bottlenecks voor Nederlandse ondernemers in prioritaire sectoren of thema’s, zoals landbouw, afvalmanagement, water, hightech, gezondheidszorg en de energietransitie. Ook economische missies maken hier onderdeel van uit. Meest recentelijk, in september 2023, leidde premier Rutte een economische missie met 54 deelnemende bedrijven en (kennis)instellingen naar India. Bovendien worden uitdagingen voor het bedrijfsleven in India en in Nederland periodiek besproken in een zogenoemd «Fast Track Mechanism».

  • Een belangrijke en concrete vervolgstap ter versterking van onze relaties betreft de afspraak die ik maakte met de Indiase Minister voor Handel en Investeringen Goyal, tijdens mijn bezoek aan Mumbai (25–26/4 jl.), om dit jaar op viceminister niveau een brede handels- en investeringscommissie te laten plaatsvinden. Deze commissie wordt het orgaan voor strategisch overleg over de breedte van de economische relaties tussen onze beide landen. Daarnaast is het postennetwerk India (ambassade New Delhi, de Consulaten-Generaal Bangalore en Mumbai, de «Netherlands Business Support Offices» Ahmedabad en Hyderabad) actief met de brede belangen van het Nederlandse bedrijfsleven in India met name in de sectoren landbouw, water, gezondheidszorg. Dit jaar wordt extra geïnvesteerd in innovatiesamenwerking met India waarvoor aan beide zijden veel belangstelling bestaat. Zo vinden dit jaar vijf innovatiemissies naar India plaats in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. In 2024 wordt daarbij onder andere ingezet op samenwerking in het tegengaan van voedselverspilling, de strijd tegen AMR (antimicro bacteriële resistentie) en Health Tech, waaronder onderzoek naar kanker. Ook worden er twee missies georganiseerd op gebied van gaming en start-ups. Een missie van de Indiase ruimtevaartsector naar Nederland is voorzien in juli. Er liggen voor beide landen grote kansen om op innovatieterrein samen te werken in samenhang met de brede handels- en investeringsmogelijkheden tussen onze beide landen.

Resultaten in 2023

De RVO heeft de effecten en klanttevredenheid onder de deelnemers laten meten. De meting geeft inzicht in «het effect van de missie op kennis, contacten, netwerken en contracten om een vervolgstap richting export te zetten». De resultaten daarvan zijn bij deze brief gevoegd. De meting, die is gebaseerd op een gemiddelde respons van 43%, levert een aantal positieve en verbeterpunten op.

Zo geven deelnemers aan dat de missie hen altijd iets oplevert. 75% verwacht een vervolgstap te nemen na de missie. De waarde van de verwachte overeenkomsten onder de respondenten is ongeveer EUR 838 mln. De werkelijke verwachte waarde zal hoger liggen, gegeven het responspercentage van 43%.

Verder geeft 89% van de respondenten aan dat de missie bijdroeg aan het opdoen van relevante contacten en netwerken en deed 66% relevante kennis en informatie op. 55% van de respondenten vindt dat zij dankzij de missie goed voorbereid zijn op internationaal ondernemen (positieve punten zijn o.a. het interessante programma, die missie-app en goede matchmaking). De dienstverlening van RVO bij missies wordt gewaardeerd met een gemiddeld rapportcijfer van een 8,0. Meer dan vier op de vijf respondenten geeft aan dat ondersteuning van de RVO bijdraagt aan het zetten van een vervolgstap.

De RVO effectenrapportage geeft ook inzicht in twee relevante verbeterpunten waarop zal worden geïnvesteerd bij komende missies. Deelnemers geven aan dat in de voorbereiding winst te behalen valt door tijdiger de planning te delen en met beter tijdsmanagement gedurende de missie. Iets meer dan de helft van de deelnemers voelt zich door de missies beter voorbereid, dit was echter vorig jaar nog twee derde van de deelnemers. De meningen over de toegevoegde waarde van de bewindspersonen varieert. De helft vindt de inzet waardevol, dit is echter een achteruitgang ten opzichte van de meting afgelopen jaar (75% gaf toen aan hierover positief te zijn). Deelnemers geven aan inhoudelijke betrokkenheid en persoonlijk interactie met de bewindspersoon belangrijk te vinden en zien hier ruimte voor verbetering.

Op het terrein van effectenmeting is nieuw onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) verschenen. Dit onderzoek laat zien dat missies een hoog rendement opleveren, zie Box 4.

Box 4: CBS effectmeting economische missies

  • Na een eerder CBS-onderzoek in 2019 naar de effecten van uitgaande economische missies onder leiding van bewindspersonen is in 2023 een verdiepend onderzoek door het CBS uitgevoerd. Daarbij werd specifiek de bijdrage van missiedeelname aan de bestendigheid van handelsrelaties met het bezochte land onderzocht. Het onderzoek onderzocht ook de effectiviteit van missies voor vrouwelijke ondernemers.

  • De uitkomsten van het CBS-onderzoek zijn dat een bedrijf dat reeds handelt met of investeert in een specifiek land dankzij missiedeelname een twee keer grotere kans heeft om te blijven handelen met het betreffende land. Een andere uitkomst van het onderzoek is dat niet de mannelijke of vrouwelijke vertegenwoordiger, maar het soort bedrijven dat zij vertegenwoordigen van invloed is op de vraag of het betreffende bedrijf na missiedeelname deze markt gaat betreden. Tot slot toont het onderzoek aan dat eerdere resultaten waaruit bleek dat economische missies de kans op markttoegang vergroten, bestendig zijn.

  • Het onderzoeksrapport is gepubliceerd op 24 april 2024 op de website van het CBS. De inzichten uit dit onderzoek zullen, samen met de inzichten uit de kwalitatieve effectmonitoring door RVO, input opleveren voor de organisatie van toekomstige economische missies.

Inzet gericht op combinatielanden

In veertien «combinatielanden» werkt het kabinet aan het verhogen van de synergie tussen handel en investeringen en ontwikkeling. Hierbij volgen betrokken bedrijven, overheidsorganisaties, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties een meerjarige aanpak, waarbij ook investeren in relevante beroepsopleidingen wordt betrokken. In lijn met deze inzet zijn in 2023 missies en werkbezoeken georganiseerd naar Ghana, Nigeria, Marokko, Namibië, Zuid-Afrika, India, Colombia en Ivoorkust. Dit heeft er bijvoorbeeld toe geleid dat het aantal bedrijven dat nu investeert in Bangladesh en Ivoorkust flink is toegenomen. In Nigeria is een virtuele marktplaats gelanceerd gericht. Het betreft eerste stappen om te werken aan zakelijke kansen bij het opschalen van zonne-energie, waar de lokale vraag aan het aanbod uit Nederland kan worden gekoppeld.

Vooruitblik

Tot nu toe hebben in 2024 economische missies naar Vietnam en Polen plaatsgevonden en staan missies naar België en de VS voor dit voorjaar in de planning. Daarnaast worden er door de RVO komende maanden verscheidene reguliere missies georganiseerd (zonder aanwezigheid van een bewindspersoon). Enkele voorbeelden zijn een missie naar de RSA-beurs in de VS (cybersecurity), een start-up missie naar de VivaTech beurs in Parijs, een missie op het terrein van Life Sciences en Health naar Indonesië en een missie naar DRC op het terrein van kritieke grondstoffen en (duurzame) mijnbouw.

Ik werk aan nieuwe voorstellen voor economische missies later in 2024 die zullen bijdragen aan het lange termijn verdienvermogen van de Nederlandse economie en die voortbouwen op de gezamenlijke internationaal economische agenda van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat.8 In afwachting van een nieuw kabinet, ben ik vanzelfsprekend terughoudend met ver vooruit plannen.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher


X Noot
1

Motie Ram-Kamminga, Kamerstuk 36 410 XVII, nr.21.

X Noot
2

Motie Heinen c.s. 26 485, nr. 387.

X Noot
3

Kamerbrief «Versterking van de publiek-private samenwerking voor internationaal ondernemen», 21 oktober 2022, Kamerstuk 28 753, nr. 46.

X Noot
4

Motie Ram c.s., Kamerstuk 36 410 XVII, nr.20.

X Noot
5

Amsterdam Trade & Innovate, Brabantse Ontwikkelings Maatschappij (BOM), Brainport Development, Horizon Flevoland, Impuls Zeeland, InnovationQuarter, LIOF, NOM, Oost NL, Rotterdam Partners, ROM Utrecht Region en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

X Noot
6

Motie Ram-Kamminga, Kamerstuk 36 410 XVII,nr.21.

X Noot
7

Daarnaast sluit RVO als uitvoeringsorganisatie aan op het Rijksprogramma Duurzame Digitale Overheid en het generieke actieplan Open op Orde. De verplichte openbaarmaking vindt gefaseerd plaats, en is in 2027 gereed. Op dit moment publiceert RVO de informatie zoals verzocht door parlement, pers, ondernemers en burgers op www.rijksoverheid.nl. Naar verwachting wordt deze site op termijn aangesloten op de website van het nieuwe landelijke platform (PLOOI, Platform Open OverheidsInformatie).

X Noot
8

Kamerbrief «Gezamenlijke internationaal-economische samenwerking BZ en EZK», 17 juni 2022, Kamerstuk 34 952, nr. 174.

Naar boven