Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 1 maart 2024
Met deze brief komt het kabinet tegemoet aan het verzoek van het lid Van Meijeren
om een terugkoppeling te geven over de uitkomsten van de deelname van bewindspersonen
aan het World Economic Forum (WEF) en het verzoek van het lid Six Dijkstra (NSC) om een toelichting op de ministeriële
verantwoordelijkheid voor het optreden van Koningin Máxima tijdens het WEF. Deze verzoeken
werden ingezonden op 23 januari 2024 met kenmerk 2024Z00887. Conform mijn toezegging aan het lid Van Houwelingen tijdens de begrotingsbehandeling
van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 31 januari jl., ga ik in
deze brief ook schriftelijk in op de vraag over betrokkenheid van Nederlandse bewindspersonen
bij SDG-projecten van het WEF.
De jaarlijkse vergadering van het WEF biedt een platform voor de uitwisseling van
ideeën, onderzoeksresultaten en inzichten tussen politici, wetenschappers, journalisten
en vertegenwoordigers van internationale organisaties, het bedrijfsleven en NGO’s.
De Nederlandse bewindspersonen hebben tijdens de jaarvergadering van het WEF diverse
plenaire sessies bijgewoond, waarvan de thema’s aansloten bij de Nederlandse beleidsprioriteiten.
Tijdens de sessies kon aandacht gevraagd worden voor de Nederlandse beleidsinzet en
oplossingsrichtingen bij de aanpak van internationale vraagstukken zoals duurzame
economische groei, multilaterale samenwerking en kunstmatige intelligentie.
Ook hebben de Nederlandse bewindspersonen gesprekken gevoerd met hun ambtgenoten en
vertegenwoordigers van het bedrijfsleven en internationale organisaties. Dit waren
vooral ontmoetingen met deelnemers aan het WEF, die niet eenvoudig op een ander moment
of in een ander gremium te spreken zijn.
De multi-stakeholder-benadering die tijdens het WEF wordt gehanteerd zorgt ervoor
dat er een breed scala aan actoren aanwezig is. In de gesprekken hebben de bewindspersonen
de stem van Nederland laten horen, Nederlandse belangen meegegeven en aangegeven hoe
Nederland over thema’s denkt. Er vindt tijdens het WEF geen politieke besluitvorming
plaats.
Het kabinet is zo transparant mogelijk over de samenstelling van de kabinetsdelegatie,
de sessies waaraan de aanwezige bewindspersonen hebben deelgenomen en de bilaterale
gesprekken die zij hebben gevoerd. De meeste sessies waaraan de bewindspersonen hebben
deelgenomen werden gelivestreamd en zijn terug te kijken via de website van het WEF. Het WEF maakt in de regel geen
verslagen van de programmasessies. Voor aanvullende informatie over afwegingen voor
deelname en over de programma’s verwijs ik u naar de beantwoording van de vragen van
het lid Dijk over het WEF en de belasting voor miljonairs en miljardairs.1
In reactie op de vraag van de heer Van Houwelingen, tijdens de begrotingsbehandeling
van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, bij welke SDG-projecten van
het WEF de leden van het kabinet betrokken zijn, kan ik antwoorden dat Nederland,
via de Noorse overheid, een bijdrage levert aan de Tropical Forest Alliance, een multistakeholder partnerschap dat zich o.a. richt op verduurzaming van ketens,
zoals palmolie, soja en rundvlees, om ontbossing tegen te gaan. Het WEF is als host een partner van het programma.
Daarnaast heeft het lid Six Dijkstra (NSC) in de regeling van werkzaamheden d.d. 23 januari
de regering gevraagd om in een brief toe te lichten of de aanwezigheid en het optreden
van Koningin Máxima bij de jaarlijkse vergadering van het WEF in Davos onder de ministeriële
verantwoordelijkheid valt.
Koningin Máxima heeft aan de jaarlijkse vergadering van het WEF deelgenomen uit hoofde
van haar functie van Speciale pleitbezorger van de secretaris-generaal van de Verenigde
Naties voor inclusieve financiering voor ontwikkeling (UNSGSA). Ik kan bevestigen,
zoals door de Minister-President reeds is toegelicht in de brief van 13 juli 2023
(Kamerstuk 32 791, nr. 5) en de brief van 9 september 2019 (Kamerstuk 32 791, nr. 2), dat ook activiteiten die de leden van het Koninklijk Huis uit hoofde van een nevenfunctie
uitvoeren, onder de ministeriële verantwoordelijkheid vallen.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, G.E.W. van Leeuwen