36 410 XIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (XIII) voor het jaar 2024

Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 september 2023

Op verzoek van uw Kamer bied ik hierbij een overzicht aan van de nieuwe beleidsuitgaven die zijn opgenomen in de Ontwerpbegroting 2024 van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. In het overzicht zijn alleen de uitgaven voor 2024 opgenomen, omdat alleen deze uitgaven ingevolge artikel 105 van de Grondwet ter autorisatie aan het parlement worden voorgelegd.

De EZK-begroting bevat de budgettaire verwerking van een aantal belangrijke beleidsbesluiten. Voor het aanvullende klimaatpakket en de budgettaire verwerking van maatregelen uit de kabinetsreactie op de Parlementaire Enquête Groningen (PEGA-maatregelen) viel de besluitvorming na de uiterste data voor het afronden van de 1e suppletoire begroting, en was op onderdelen nog nadere uitwerking nodig. Deze twee pakketten zorgen derhalve voor aanzienlijke wijzigingen in de EZK-begroting 2024. Daarnaast zijn er enkele nieuwe uitgaven binnen de EZK-begroting, waaronder middelen voor toezichtstaken voor de ACM en RDI in het digitale domein. Voorts heeft dit jaar de derde ronde van het Nationaal Groeifonds plaatsgevonden waarvoor middelen vanuit de NGF-begroting 2024 worden overgeheveld naar departementale begrotingen voor 2024.

De vertraging die ontstaat indien het parlement de EZK-begroting niet zou autoriseren voor 1 januari, zal voelbaar zijn voor burgers en bedrijven en zal het bereiken van een aantal urgente beleidsdoelen bemoeilijken. Ik noem hieronder enkele voorbeelden van impactvolle maatregelen. Een volledige opsomming van maatregelen die met de kennis van nu niet tot rechtmatige besteding kunnen komen zonder (tijdige) autorisatie treft u in de bijlage.

Groningen

De maatregelen met de bijhorende middelen zoals verwoord in de kabinetsreactie op de Parlementaire Enquête Groningen (PEGA), Nij Begun, zijn belangrijk om de voortgang van de schade-afhandeling en versterking milder, menselijker en makkelijker voor de bewoners te maken. Het IMG krijgt de bevoegdheid om individuele knelpunten bij bewoners in de schadeafhandeling voortvarender op te lossen. Ook zijn middelen voor de versterkingsoperatie toegevoegd aan de EZK-begroting, bijvoorbeeld voor de toepassing van meer maatwerk of van verduurzaming bij zware versterking. Het niet tijdig autoriseren van de departementale begroting zou vertraging van deze maatregelen en dus weer nieuwe teleurstelling bij bewoners tot gevolg hebben.

Energietransitie

Het klimaatpakket bevat een forse verhoging van het budget voor de ISDE, waarmee woningbezitters ondersteund worden bij energiebesparing door bijvoorbeeld de aanschaf van warmtepompen en isolatiematerialen. Ook bevat het pakket middelen om de verduurzaming van de industrie en het mkb te ondersteunen. Bij het uitblijven van autorisatie voor deze middelen kunnen subsidieregelingen niet open worden gesteld, zodat bedrijven langer moeten wachten op duidelijkheid. Ook de aanleg van warmtenetten in de gebouwde omgeving middels de Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) zal vertraging oplopen. De uitvoering van klimaatbeleid door medeoverheden loopt eveneens vertraging op als zij niet vanaf begin 2024 over middelen kunnen beschikken die zij hiervoor van EZK ontvangen. Naast deze concrete gevolgen voor burgers en bedrijven is vertraging op (onderdelen) van het klimaatbeleid (bijvoorbeeld opschaling van waterstofproductie) een groot risico voor de klimaatdoelen die het kabinet in samenwerking met een meerderheid in uw Kamer heeft vastgesteld. Verschillende publicaties in afgelopen jaren hebben duidelijk gemaakt dat aanvullend beleid noodzakelijk is voor het in zicht houden van de doelen in 2030 en 2050. Vertraging in de uitvoering van dit beleid kan ertoe leiden dat de doelen uit zicht raken.

Nationaal Groeifonds

Daarnaast wil ik uw Kamer erop wijzen dat de EZK-begroting en de NGF-begroting technisch onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn via het voedingsartikel 6 op de EZK-begroting. Mutaties binnen het NGF leiden tot spiegelbeeldige mutaties op artikel 6 en omgekeerd. De begrotingen worden daarom idealiter tegelijk behandeld.

Mede namens de Minister voor Klimaat en Energie en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

BIJLAGE: OVERZICHT NIEUWE BELEIDSMATIGE UITGAVEN

In het onderstaande overzicht zijn alleen de uitgaven voor 2024 opgenomen, omdat alleen deze uitgaven ingevolge artikel 105 van de Grondwet ter autorisatie aan het parlement worden voorgelegd. Het betreft kasuitgaven op de beleidsartikelen van nieuw beleid of (significante) aanvullingen op lopend beleid waarover sinds de 1e suppletoire EZK- en NGF-begrotingen door het kabinet is besloten. In het overzicht zijn daarom geen technische of autonome wijzigingen van lopend beleid opgenomen, zoals uitgekeerde loon- en prijsbijstelling of het verevenen van mee- en tegenvallers.

Nieuwe beleidsmatige uitgaven 2024 (bedrag x € 1.000)
 

Artikel

2024

1) Onderzoek en opdrachten

1

4.678

2) CSIRT-DSP

1

4.946

3) Bijdrage RDI

1

3.616

4) Subsidiemaatregel telecom Caribisch Nederland

1

4.300

5) Investeringen Verduurzaming Industrie – Klimaatfonds

2

120.115

6) Verduurzaming Industrie

2

16.655

7) Bevorderen ondernemerschap

2

10.000

8) Economische Veiligheid voorziening

3

50.000

9) Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE)

4

397.290

10) Opschalingsinstrument Waterstof

4

389.000

11) Warmtenetten investeringssubsidies

4

40.000

12) Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden

4

29.200

13) Onderzoek en opdrachten Kernenergie

4

26.900

14) Demonstratieregeling Klimaat- en Energieinnovatie (DEI+)

4

11.100

15) Overige subsidies

4

61.383

16) Aardwarmte

4

12.500

17) Caribisch Nederland

4

6.200

18) Miek

4

3.500

19) Knelpunten IMG

5

15.000

20) Werkbudgetten

5

4.000

21) Verduurzaming bij versterken

5

15.000

22) Versterkingsoperatie

5

19.000

23) Economische bedrijvigheid

5

28.000

24) NGF-projecten derde ronde1

2,4

165.200

X Noot
1

Betreft projecten op EZK-begroting

1) Onderzoek en opdrachten

Betreft middelen voor de toezichthouders van de Digital Service Act (DSA) en Data Governance Act (DGA) en de voorbereidende werkzaamheden voor de Data en AI-Act. Dit zijn EU-verordeningen. De werkzaamheden voor de toezichthouders starten begin 2024. Bij latere autorisatie zullen deze middelen pas later in het jaar overgeheveld worden. Dit kan mogelijk leiden tot financiële- of uitvoeringsproblemen bij de desbetreffende toezichthouders.

2) CSIRT-DSP

Betreft middelen aan het Computer Security Incident Response Team voor digitale dienstverleners (CSIRT-DSP) voor de Netcode-verordening (vanaf 2023) en de Europese richtlijnen Network and Information Security 2 (NIS2) en Critical Entities Resilience. De werkzaamheden voor CSIRT en het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) starten begin 2024. Bij latere autorisatie zullen deze middelen pas later in het jaar overgeheveld worden. Dit kan mogelijk leiden tot financiële- of uitvoeringsproblemen bij de NCSC/CSIRT.

3) Bijdrage RDI

Betreft middelen voor het toezicht op de Europese NIS2-richtlijn door de Rijksinspectie Digitale Infrastructuur (RDI). De werkzaamheden voor de RDI starten begin 2024. Bij latere autorisatie zullen deze middelen pas later in het jaar overgeheveld worden. Dit kan mogelijk leiden tot financiële problemen bij de RDI.

4) Subsidiemaatregel telecom Caribisch Nederland

In het kader van het koopkrachtbeleid voor 2024 heeft het kabinet extra middelen vrijgemaakt voor Caribisch Nederland. Het gaat hier om een verlaging van de maandelijkse kosten van vast internet met $ 15 per maand. Ook zijn er middelen voor het verbeteren van het glasvezelnetwerk. Zonder tijdige autorisatie van de begroting kunnen deze koopkrachtmaatregelen niet uitgevoerd worden.

5) Investeringen Verduurzaming Industrie – Klimaatfonds

Betreft beleidsmiddelen voor openstelling van de Nationale Investeringsregeling Klimaatprojecten Industrie (NIKI-regeling), de Versnelde Klimaatinvesteringen Industrie (VEKI-regeling) en ophoging van de regeling Topsector Energie Industrie Onderzoek & Ontwikkeling (TSE-regeling). Regelingen kunnen pas gepubliceerd en opengesteld worden als budget is geautoriseerd. De NIKI is een nieuwe subsidieregeling die voor het eerst in 2024 wordt gepubliceerd. Voor de VEKI geldt ook dat uitfinanciering van reeds in 2023 aangegane verplichtingen dan niet kan plaatsvinden. Dit betekent dat bedrijven later duidelijkheid hebben over subsidiemogelijkheden en dit mogelijk leidt tot het niet (tijdig) kunnen nemen van investeringsbeslissingen. Hierbij komt tijdige realisatie van de reductie-doelstellingen voor de Industrie in gevaar. Voor de VEKI geldt dat de Staat in gebreke is als de uitfinanciering van reeds aangegane verplichtingen niet wordt nagekomen.

6) Verduurzaming Industrie

Betreft de overheveling van middelen voor ondersteuning van cluster 6 en het meerjarige programmabudget voor de Maatwerkaanpak industrie vanuit het klimaatfonds. Voor de ondersteuning van cluster 6 kunnen zonder autorisatie geen proceskosten worden gemaakt en regionale ondersteuning worden geboden. Voor de Maatwerkaanpak geldt dan dat er geen uitvoeringskosten gemaakt kunnen worden vanaf het begin van het jaar, waarmee de opgave vanuit het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) om afspraken te maken met de top 10 tot 20 grootste CO2 uitstoters in de Industrie risico op vertraging loopt.

7) Bevorderen ondernemerschap

Het kabinet heeft eind 2022 de nationale grondstoffenstrategie aangeboden aan de Tweede Kamer. Om deze strategie tijdig uit te kunnen voeren is additionele capaciteit en budget nodig. Deze uitvoering bij EZK geeft ook invulling aan de EZK-verantwoordelijkheid voor de circulaire maakindustrie binnen het recente Nationale Programma Circulaire Economie.

8) Economische Veiligheid voorziening

De Economische Veiligheid voorziening geeft het kabinet de mogelijkheid in uiterste gevallen per direct een belang te nemen in bedrijven die van strategisch belang zijn wanneer voorziene investeringen door statelijke actoren, of partijen die handelen op aanwijzing van statelijke actoren, een bedreiging vormen voor de nationale veiligheid. Mocht de autorisatie niet tijdig plaatsvinden dan wordt het moeilijker om dergelijke ongewenste overnames te voorkomen, met nadelige gevolgen voor de economische veiligheid van Nederland.

9) Investeringssubsidie Duurzame Energie (ISDE)

Betreft het ophogen van de ISDE regeling voor isolatie en hybride warmtepompen. De ISDE is een bestaande regeling, maar dit gaat om een forse ophoging waardoor autorisatie van belang is. De openstelling van ISDE is normaal gesproken al meteen aan het begin van het kalenderjaar. Bij vertraging is openstelling pas voorzien op 1 april.

10) Opschalingsinstrument Waterstof

Voor 2030 geldt een ambitieuze waterstofdoelstelling daarom zijn er middelen beschikbaar gesteld vanuit het klimaatfonds. Dit betreft onder andere een snelle openstelling van de opschalingsregeling voor waterstof, voor elektrolysers, van belang is. Een verdere vertraging hiervan is daarom onwenselijk en geeft risico’s voor deze beleidsdoelstelling. Daarnaast betreft dit ook middelen voor de import van waterstof (H2Global), budget voor een kennisplatform, middelen voor de vervolgopschaling van waterstof (Elektrolyse onshore: 500–1.000 MW). Tenslotte beftreft dit ook middelen voor nieuwe grootschalige waterstofopslag en voor de demonstratie van off shore elektrolyse op een platform bij een windpark (Elektrolyse offshore <100 MW).

11) Warmtenetten Investeringssubsidies

Dit betreft een nationale subsidieregeling voor warmtenetten (WIS) om de onrendabele top te beperken. Met deze subsidieregeling kunnen ondernemers versneld investeren in de aanleg van warmtenetten. De openstelling van deze regeling is op dit moment voorzien per maart 2024 en een latere autorisatie van de begroting betekent dat ondernemers pas later deze subsidieregeling kunnen aanvragen.

12) Uitvoeringskosten klimaat medeoverheden

Het gaat hierbij om versterking van capaciteit bij provincies en mogelijk regiogemeenten om het voorbereidingstraject van netverzwaringen en uitbreidingen te versnellen. Zonder extra capaciteit is dit niet mogelijk.

13) Onderzoek en opdrachten Kernenergie

Er worden middelen toegekend voor ondersteuning bij de voorbereiding van de Nederlandse maaksector op de eventuele realisatie van small modular reactors (kleine modulaire kernreactoren, SMR’s). Er worden daarnaast middelen toegekend voor de versterking van de nucleaire kennisbasis- en infrastructuur. Daarvan is een groot deel gereserveerd voor het versterken van nucleair onderwijs en onderzoek over de komende jaren. Deze middelen worden gebruikt voor kennisgebieden en het aanstellen van hoogeleraren, investeringen in WO, HBO- en MBO- onderwijs, investeringen in toegepast onderzoek door TNO en NRG en middelen voor de missie Kernenergie in het missiegedreven innovatiebeleid. De instelling van hoogleraren moeten meerjarig kunnen worden gefinancierd. Hiervoor is duidelijkheid nodig rondom langjarig finanicering zodat universiteiten en kennisinstellingen snel in actie kunnen komen en langjarig perspectief hebben. Daarnaast zijn voor de voorbereiding op de bouw van twee nieuwe kerncentrales ook aanvullende onderzoeken nodig waar middelen voor beschikbaar komen.

14) Demonstratieregeling Klimaat- en Energieinnovatie (DEI+)

Dit betreft een investeringssubsidie voor het demonstreren van vergassingsprojecten op schaal voor de productie van groen gas, biobrandstoffen en biogrondstoffen. De maatregel wordt via een uitbreiding van de DEI+-regeling (DEI-XL) uitgevoerd. Openstelling is voorzien per november 2023 waarbij de uitgaven in 2024 vallen. Indien de begroting later wordt behandeld zal de openstelling vertraging oplopen.

Ook valt de Continuering DEI+CE hieronder, dit is een sub-regeling van de reguliere DEI+, specifiek voor circulaire maatregelen met emissiereductie, met een andere grootte. Deze middelen worden naar IenW overgeboekt waar de openstelling nog dit jaar is voorzien, waarna de uitgaven in 2024 plaatsvinden. Indien de begroting later wordt behandeld zal de openstelling vertraging oplopen.

15) Overige subsidies

Hier vallen een aantal verschillende subsidies onder: het versnellen van onderzoek naar CCS door EBN; het versnellen van bestaande opleidingen van statushouders tot elektromonteur; het oprichten van een kenniscentrum voor vergassing om kennisdeling binnen de sector te bevorderen; en de verbetering van de netcapaciteit door de inzet van zon-pv tussen windturbines op zee.

16) Aardwarmte

Met deze extra middelen kan meer inzicht verkregen worden in het volledige potentieel van aardwarmte in Nederland en kunnen de mogelijke risico’s van aardwarmte beter ingeschat worden. Dit is nodig om de versnelling en ontwikkeling van aardwarmte mogelijk te maken en om de kennis van de ondergrond verder uit te breiden.

17) Caribisch Nederland

In het kader van het koopkrachtbeleid voor 2024 heeft het kabinet extra middelen vrijgemaakt voor Caribisch Nederland om het vaste elektriciteitstarief op de eilanden te kunnen verlagen naar $ 0 per maand. Zonder tijdige autorisatie van de begroting kunnen deze koopkrachtmaatregelen niet uitgevoerd worden.

18) MIEK

Via het MIEK werken Rijk, medeoverheden, netwerkbedrijven, industrie en energieproducenten samen aan tijdige realisatie van de benodigde infrastructuur voor de verschillende sectoren om te kunnen verduurzamen. In dit geval gaat het om middelen voor de Delta Corridor.

19) Knelpunten IMG

Dit betreft budget waarmee het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) individuele knelpunten zoals twijfelgevallen of grensgevallen in de schadeafhandeling kan oplossen, waar huidige regelingen niet voldoen (maatregel 4 uit de kabinetsreactie op de parlementaire enquête, Nij Begun). Wanneer autorisatie van budget niet in 2023 volgt, ontstaat vertraging in de afhandeling van individuele knelpunten bij bewoners.

20) Werkbudgetten

Betreft budget voor de uitvoering door de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) van enkele maatregelen uit Nij bugun, waaronder de ondersteuning door architecten, de inrichting van bewonersregieteams, inloopplekken voor bewoners en het opzetten van een digitaal portaal en aanvullende communicatie (maatregelen 13 en 21 uit Nij Begun). Wanneer autorisatie van budget niet in 2023 volgt, worden voor de bewoner belangrijke verbeteringen in de versterkingsoperatie uitgesteld.

21) Verduurzaming bij versterken

Betreft budget voor isolatiemaatregelen in huizen die ingrijpend versterkt moeten worden in het aardbevingsgebied (maatregel 28 uit Nij Begun). Wanneer autorisatie van budget niet in 2023 volgt, loopt dit isolatieprogramma voor bewoners in de versterkingsoperatie vertraging oplopen.

22) Versterkingsoperatie

Betreft budget voor het aanbieden van extra maatwerk in de versterkingsoperatie, onder andere voor sloop/nieuwbouw (maatregel 12 uit Nij Begun). Wanneer autorisatie van budget niet in 2023 volgt, loopt de versterkingsoperatie vertraging op en blijft er voor de bewoner langer onduidelijkheid bestaan.

23) Economische bedrijvigheid

Betreft budget voor onder meer ondersteuning voor de investerings- en ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland (NOM) en Economic Board Groningen en het aantrekken van strategische internationale bedrijvigheid (maatregelen 35.3 en 35.4 uit Nij Begun). Wanneer autorisatie van budget niet in 2023 volgt, loopt versterken van het ondernemings- en vestigingsklimaat in Groningen vertraging op.

24) Nationaal Groeifonds projecten

In de derde ronde van het Nationaal Groeifonds hebben via de departementale route vier projecten (van VWS, OCW, I&W en EZK) een toekenning gekregen en is voor één project (van EZK) een eerdere voorwaardelijke toekenning omgezet in een toekenning. Daarnaast hebben twee projecten een toekenning gekregen via de subsidieroute. Als de EZK-begroting niet wordt goedgekeurd, dan loopt alleen het departementale EZK-project vertraging op. Als de NGF-begroting niet wordt goedgekeurd, dan lopen alleen de twee projecten die een toekenning via de subsidieroute hebben gekregen vertraging op. Voor de start van de andere projecten is louter goedkeuring van de begrotingen van respectievelijk VWS, OCW en I&W noodzakelijk, oftewel de ontvangende departementen.

Naar boven