Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 7 november 2023
Deze brief informeert uw Kamer over een belangrijke stap ten aanzien van mobiele telefoons
in de klas. Vlak voor de zomer hebben vertegenwoordigers van docenten, bestuurders,
ouders en leerlingen onder leiding van OCW de afspraak gemaakt dat het gebruik van
mobiele telefoons niet langer is toegestaan in de klas in het voortgezet onderwijs
per 1 januari 2024. Voor het gespecialiseerd onderwijs en het primair onderwijs zouden
dit najaar heldere afspraken volgen.1 Het is goed te kunnen melden dat het primair onderwijs en het gespecialiseerd onderwijs
vanaf de start van het schooljaar 2024–2025 aansluiten bij deze afspraak waardoor
deze voor alle leerlingen in het funderend onderwijs zal gelden.
Met deze afspraak willen de betrokken partijen bijdragen aan een leeromgeving, waarin
leerlingen zich kunnen concentreren, betrokken kunnen zijn en docenten effectief kunnen
lesgeven. Onderzoek heeft aangetoond dat niet-educatief gebruik van mobiele telefoons
dit belemmert. Met name sociale media en andere niet-educatieve apps leiden af van
de lesstof en verstoren de sociale interactie in de klas.2
Daarom ben ik blij dat de afgelopen periode een brede coalitie van vertegenwoordigers
van besturen, schoolleiders, ouders, docenten en leerlingen gesprekken heeft gevoerd
over verbreding van deze afspraak naar het primair en het gespecialiseerd onderwijs.
De PO-Raad, de AVS, sectorraad GO, Siméa, VIVIS, de Stem van de vso-leerling en LBVSO,
hebben besloten zich aan te sluiten bij de «Nee, tenzij» afspraak.3 Hiermee zorgen we ervoor dat alle leerlingen in het funderend onderwijs zich kunnen
richten op wat belangrijk is, namelijk het goed volgen van de les.
De zorgbehoeften van sommige leerlingen in het gespecialiseerd onderwijs en het regulier
onderwijs vragen om individuele afspraken tussen de school en de betreffende leerling
over telefoongebruik, bijvoorbeeld leerlingen met diabetes die een insuline-app op
hun telefoon hebben geïnstalleerd. De hoofdlijn biedt voldoende ruimte voor dergelijke
uitzonderingen. Omdat er met name in het gespecialiseerd onderwijs vaker sprake is
van dit soort situaties, hebben de partijen uit het gespecialiseerd onderwijs de uitzondering
op de «Nee, tenzij» afspraak verder vormgegeven in een addendum.4 Naast het gebruik voor deze doeleinden kunnen scholen blijven werken met educatieve
applicaties, digitaal lesmateriaal en devices. In specifieke gevallen, wanneer deze
ICT-toepassingen geïntegreerd worden in het lesprogramma, kunnen ze immers een waardevolle
bijdrage leveren aan het leer- en ontwikkelproces van de leerling.
Het is aan scholen om samen met docenten, ouders en leerlingen invulling te geven
aan de «Nee, tenzij» afspraak. De ontwikkeling en implementatie van beleid voor mobiele
telefoongebruik zal op sommige scholen tijd en inspanning vragen, terwijl andere scholen
hier al afspraken over hebben gemaakt. Scholen kunnen met eventuele vragen terecht
op de website van Kennisnet en de VO-raad.5 Daar worden tal van goede en inspirerende voorbeelden gedeeld, net als stappenplannen
en een lijst met veelgestelde vragen.
De afspraak zal voor sommige docenten, leerlingen en ouders even wennen zijn. We zijn
er echter van overtuigd dat de leerlingen zich hierdoor beter concentreren en daardoor
meer zullen leren. En daar draait het om.
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, M.L.J. Paul