36 410 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2024

30 950 Racisme en Discriminatie

Nr. 99 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 juni 2024

Op 4 juni jl. zijn bij de behandeling van de Voorjaarsnota door het lid Flach (SGP) een amendement1 en motie2 ingediend inzake de financiering van de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB) en in de JenV-begroting voor 2025 structurele middelen te reserveren voor de uitvoering van het werkplan van de NCAB.

Zowel amendement als motie ontraad ik. Zoals aangegeven in de brief van 23 april jl. over antisemitisme3, ontvangt uw Kamer na de zomer de kabinetsbrede Nationale Strategie Antisemitismebestrijding. Met deze strategie zullen we, namens het gehele kabinet en in afstemming met de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding, bepalen welke extra maatregelen zullen worden genomen voor de bestrijding van antisemitisme, waaronder de maatregelen uit de initiatiefnota van de leden Ellian en Bikker4. Hierin zal ook in overleg met de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding worden ingegaan op de extra gelden (€ 1,5 mln) die inmiddels al beschikbaar zijn gekomen voor de aanpak van antisemitisme bij de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en de structurele financiering van de maatregelen om antisemitisme tegen te gaan overeenkomstig de motie van het lid Diederik van Dijk c.s.5

Ten aanzien van het amendement merk ik aanvullend op dat de voorgestelde dekking niet valide is: de middelen van de te hoog geraamde personeelskosten 2023 zijn nodig voor de personeelskosten in 2024.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Kamerstukken II, 2023–2024, 36 550 VI, nr. 4

X Noot
2

Kamerstukken II, 2023–2024, 36 550, nr. 15

X Noot
3

Kamerstukken II, 2023–2024, 30 950, nr. 367

X Noot
4

Kamerstukken II, 2022–2023, 36 272, nr. 4

X Noot
5

Kamerstukken II, 2023–2024, 36 410 VI, nr. 69

Naar boven