36 410 Nota over de toestand van ’s Rijks Financiën

36 410 IX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2024

Nr. 84 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 oktober 2023

Op verzoek van de Eerste Kamer stuur ik hierbij een actualisatie van de tabel met een overzicht van de budgettaire gevolgen van de moties en amendementen die tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen en de Algemene Financiële Beschouwingen een meerderheid kregen. Een eerste overzicht kreeg de Eerste Kamer op 20 oktober 2023. Uw Kamer heeft aanvullende moties en amendementen ingediend tijdens de begrotingsbehandelingen van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (inclusief het Nationaal Groeifonds), het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Handelingen II 2023/24, nr. 12) en het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (inclusief het begrotingshoofdstuk Koninkrijksrelaties) (Handelingen II 2023/24, nr. 15) en de behandeling van het Belastingplan (Handelingen II 2023/24, nr. 17). In de week van 23 oktober jl. heeft uw Kamer hierover gestemd. De Eerste Kamer verzocht mij inzicht te geven in de gevolgen van deze besluitvorming op nieuwe uitgaven, ombuigingen en belastingen. Tevens vroeg zij inzicht in het effect van de besluitvorming op het EMU-saldo en de EMU-schuld. Het geactualiseerde overzicht vindt u in de bijlage bij deze brief.

Uit onderstaande tabellen wordt duidelijk dat ten opzichte van de eerdere raming in de Miljoenennota 2024 het EMU-saldo verbetert in 2023, verslechtert in 2024 en verbetert in 2028. Doordat het EMU-saldo in 2024 met 0,2 procentpunt verslechtert tot – 3,1% van het bbp, wordt in dat jaar de Europese grenswaarde van – 3,0% van het bbp overschreden. De EMU-schuld vertoont ten opzichte van de raming in de Miljoenennota 2024 (Kamerstuk 36 410) een verbetering in 2023 en verslechtert in de daaropvolgende jaren.

Tabel 1 EMU-saldo ten opzichte van raming Miljoenennota 2024 na moties en amendementen
 

2023

2024

2025

2026

2027

2028

EMU-saldo bij Miljoenennota

– 1,6%

– 2,9%

– 2,9%

– 3,6%

– 2,6%

– 3,2%

verschil

0,1%

– 0,2%

0,0%

0,0%

0,0%

0,1%

EMU-saldo na moties en amendementen

– 1,5%

– 3,1%

– 3,0%

– 3,6%

– 2,6%

– 3,1%

Tabel 2 EMU-schuld ten opzichte van raming Miljoenennota 2024 na moties en amendementen
 

2023

20241

2025

2026

2027

2028

EMU-schuld bij Miljoenennota

47,6%

47,3%

48,6%

50,4%

51,3%

52,9%

verschil

– 0,1%

0,1%

0,1%

0,2%

0,2%

0,1%

EMU-schuld na moties en amendementen

47,6%

47,3%

48,8%

50,6%

51,4%

53,0%

X Noot
1

In 2024 is de verslechtering door afronding niet zichtbaar in het schuldniveau van 47,3%.

De budgettaire effecten bij de lastenmaatregelen in het overzicht in de bijlage zijn weergegeven in prijspeil 2023 om aan te sluiten bij de uitgavenmaatregelen. Aan de inkomstenkant worden de budgettaire effecten normaliter gepresenteerd in prijspeil van jaar van invoering. Het overzicht in de bijlage wijkt daarom af van de in amendementen op het Belastingplan weergegeven effecten.

Tijdens de stemmingen in de week van 23 oktober jl. (Handelingen II 2023/24, nr. 16, Stemmingen) heeft uw Kamer ook moties aangenomen waarvan de budgettaire effecten nog niet bekend zijn. Het gaat onder andere om Motie Westerveld en van der Graaf tijdens het debat over hoger onderwijs. Deze motie roept op tot het bevriezen van de rente op studieschuld. Het kabinet beziet de omgang met deze motie. Daarnaast betreft het enkele moties die gericht zijn op Toeslagen. Omdat budgettaire informatie ontbreekt, zijn deze moties buiten beschouwing gelaten in het overzicht in de bijlage.

Tenslotte merk ik op dat de uitvoerbaarheid van de maatregelen in het overzicht nog nader getoetst moet worden. Ook moeten de bijbehorende uitvoeringskosten nog verder in beeld gebracht worden. Zodra dit proces is afgerond, zal de informatie u worden toegestuurd.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag

De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. van Rij

Naar boven