36 350 VII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2023 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)

E TWEEDE VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR BINNENLANDSE ZAKEN1 EN VOOR INFRASTRUCTUUR, WATERSTAAT EN OMGEVING2

Vastgesteld 14 november 2023

1. Inleiding

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag en wensen nog enkele vervolgvragen te stellen.

2. Procedure niet terugkerende Oekraïners

De nota naar aanleiding van het verslag stelt op pagina 1: «Het gaat hier om Oekraïense ontheemden. Aangenomen mag worden dat van alle ontheemden die in Nederland hun toevlucht hebben gezocht een deel niet terug zal keren naar Oekraïne.».3 Kan de regering aangeven welke procedure van toepassing is op het deel Oekraïners dat niet terugkeert, betreft dit de reguliere asielprocedure? Wordt daarbij ook de Dublin-verordening toegepast?

3. VNG, IPO en het Veiligheidsberaad

Op pagina 2 van de nota stelt de regering: «Gelet op de problematiek in de asielketen hebben het kabinet, de VNG, IPO en het Veiligheidsberaad afspraken gemaakt over de opvang van asielzoekers en huisvesting en integratie van statushouders.».4 Kan de regering aangeven welke afspraken dit specifiek betreffen en waar deze te vinden zijn? Kan de regering tevens aangeven wat hierbij de specifieke rol is van de privaatrechtelijke organisaties VNG en IPO en in hoeverre deze afspraken zijn afgestemd met hun achterban in gemeenteraden en provinciale staten? Kan de regering daarnaast aangeven wat de rol van het Veiligheidsberaad is in dit kader en vanuit welk mandaat zij hierover afspraken kunnen maken?

De nota stelt op pagina 8: «Het ondersteuningsprogramma van de VNG ondersteunt gemeenten bij de uitvoering van alle maatregelen zoals opgenomen in het rapport van Roemer.».5 Kan de regering aangeven of de uitvoering van het rapport Roemer alleen aan gemeenten wordt overgelaten? In hoeverre doet de Rijksoverheid zelf ook iets met dit rapport?

Pagina 8 stelt ook: «De VNG is vanuit hun centrale positie in relatie tot gemeenten de aangewezen partner voor het organiseren van de ondersteuning; door kennis te ontwikkelen, bundelen en aan te bieden, voorlichting te geven en effectieve instrumenten beschikbaar te stellen.».6 Kan de regering aangeven waarom de privaatrechtelijke organisatie VNG hier de «aangewezen partner» is? Waarom wordt deze ondersteuning aan gemeenten niet door het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zelf verzorgd?

4. Beschikbare locaties

Pagina 2 van de nota stelt: «Gemeenten dienen bij gebruikmaking van de tweede stimuleringsregeling flex- en transformatiewoningen ten minste 30% te reserveren voor ontheemden of statushouders.».7 Kan de regering aangeven of er een formele grondslag is voor dit verplicht te reserveren percentage en waar dit op gebaseerd is?

Pagina 4 van de nota stelt: «Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor het beschikbaar maken van locaties binnen hun eigen gemeentegrenzen en hebben hier het beste zicht op welke locaties er binnen hun gemeenten beschikbaar zijn of komen.».8 Deze beantwoording zegt niets over de gestelde vraag in hoeverre de percelen ook daadwerkelijk beschikbaar zijn.9 Graag ontvangen de leden alsnog een volledig antwoord.

Voorts stelt pagina 4 van de nota: «Door ook tijdelijke locaties te gebruiken kunnen we de woningbouw vergroten en versnellen. Niet altijd is een vervolglocatie van tevoren in zicht.».10 Dit antwoord zegt niets over de vraag of die tijdelijke locaties ook daadwerkelijk beschikbaar zijn11. Heeft het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties daar een inventarisatie van?

Ook geeft pagina 4 van de nota aan: «Onderdeel van de herplaatsingsgarantie is een marktmeester die ondersteunt in het zoeken naar nieuwe locaties, waarbij de marktmeester overzicht heeft in vrijkomende flexwoningen en mogelijk locaties.».12 Kan de regering aangeven welk bestuursorgaan verantwoordelijk is en op welke wijze, voor het aanstellen en functioneren van die «marktmeester»?

De Minister stelt op pagina 5: «De woningnood is zo groot dat we naast permanente ook tijdelijke locaties benutten voor woningbouw. Hierbij valt te denken aan locaties die anders nog jaren leeg staan of waar over een paar jaar niet meer gebouwd mag worden vanwege de aanleg van een weg of de stijging van het waterpeil. Ook valt te denken aan locaties waar later groen ontwikkeld wordt maar vanwege de nood nu tijdelijk woningen mogen staan. Of locaties waarvan je nu nog niet zeker weet of de bevolkingsgroei zich wel doorzet. Een andere optie is placemaking, waarbij woningen tijdelijk worden neergezet zodat een gebied al gaat leven vooruitlopend op reguliere gebiedsontwikkeling.».13 Kan de regering aangeven of deze locaties ook al daadwerkelijk geïnventariseerd zijn? Zo ja, kan de regering dit overzicht verstrekken?

5. Rechtszekerheid

De regering stelt op pagina 4 van de nota: «Tegen een bestemmingsplan of een omgevingsvergunning die voorzien in de realisatie van flexwoningen kunnen verder zienswijzen c.q. bezwaren naar voren worden gebracht bij het gemeentebestuur. Daarna kunnen omwonenden, voor zover ze belanghebbend zijn, beroep worden instellen bij de bestuursrechter.».14 Bij het plaatsen van tijdelijke flexwoningen is meestal juist geen sprake van een wijziging van het bestemmingsplan. Kan de regering de eerder gestelde vraag over rechtszekerheid vanuit dat perspectief beantwoorden?15

6. Betrokkene begrip

Op pagina 7 van de nota stelt de regering: «De overheid stelt niet vast wie nazaten zijn en wie niet. Juist daarom spreken we over nazaten en andere betrokkenen.».16 Kan de regering aangeven wie in aanmerking komt om «betrokkene» te zijn, kan dat iedere zelfverklaarde Black Lives Matter (BLM)-activist zijn?

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken ziet met belangstelling uit naar de nota naar aanleiding van het tweede verslag en ziet deze graag binnen vier weken na vaststelling van dit tweede verslag tegemoet. De commissie acht het wetsvoorstel, na ontvangst van de nota naar aanleiding van het tweede verslag, gereed voor plenaire afhandeling als hamerstuk.

De voorzitter van de commissie voor Binnenlandse Zaken, Lagas

De voorzitter van de commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, Kemperman

De griffier voor dit verslag, Bergman


X Noot
1

Samenstelling:

Lagas (BBB) (voorzitter), Kroon (BBB),Van Langen (BBB), Fiers (GroenLinks-PvdA), Recourt (GroenLinks-PvdA), Janssen-Van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Rovers (GroenLinks-PvdA), Van den Berg (VVD), Meijer (VVD) (ondervoorzitter), Doornhof (CDA), Van Toorenburg (CDA), Dittrich (D66), Van Meenen (D66), Van Hattem (PVV), Nicolaï (PvdD), Nanninga (JA21), Kox (SP), Talsma (CU), Dessing (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL).

X Noot
2

Samenstelling:

Van Wijk (BBB), Kemperman (BBB) (voorzitter), Van Langen (BBB), Jaspers (BBB), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Kluit (GroenLinks-PvdA), Crone (GroenLinks-PvdA), Janssen-van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Martens (GroenLinks-PvdA), Klip-Martin (VVD), Meijer (VVD), Kaljouw (VVD), Rietkerk (CDA) (ondervoorzitter), Prins (CDA), Van Meenen (D66), Aerdts (D66), Bezaan (PVV), Nicolaï (PvdD), Nanninga (JA21), Janssen (SP), Holterhues (CU), Dessing (FVD), Van Dijk (SGP), Hartog (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL).

X Noot
3

Kamerstukken I 2023/24, 36 350 VII, C, p. 1.

X Noot
4

Kamerstukken I 2023/24, 36 350 VII, C, p. 2.

X Noot
5

Kamerstukken I 2023/24, 36 350 VII, C, p. 8.

X Noot
6

Kamerstukken I 2023/24, 36 350 VII, C, p. 8.

X Noot
7

Kamerstukken I 2023/24, 36 350 VII, C, p. 2.

X Noot
8

Kamerstukken I 2023/24, 36 350 VII, C, p. 4.

X Noot
9

Kamerstukken I 2023/24, 36 350 VII, B, p. 3.

X Noot
10

Kamerstukken I 2023/24, 36 350 VII, C, p. 4.

X Noot
11

Kamerstukken I 2023/24, 36 350 VII, B, p. 3.

X Noot
12

Kamerstukken I 2023/24, 36 350 VII, C, p. 4.

X Noot
13

Kamerstukken I 2023/24, 36 350 VII, C, p. 5.

X Noot
14

Kamerstukken I 2023/24, 36 350 VII, C, p. 4.

X Noot
15

Kamerstukken I 2023/24, 36 350 VII, B, p. 3.

X Noot
16

Kamerstukken I 2023/24, 36 350 VII, C, p. 7.

Naar boven