36 344 Initiatiefnota van het lid Omtzigt over tien voorstellen ter verbetering van de constitutionele toetsing

Nr. 5 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES EN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 september 2024

Tijdens het notaoverleg van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken over de initiatiefnota van het lid Omtzigt over tien voorstellen ter verbetering van de constitutionele toetsing1 op 9 september jl. hebben wij toegezegd in de week van 16 september een procesbrief aan uw Kamer te zenden over de plannen van het kabinet ten aanzien van dit onderwerp. Hierbij voldoen wij aan deze toezegging.

Uitgangspunt bij de uitwerking van deze plannen zijn de opgaven die met betrekking tot het onderwerp constitutionele toetsing in het hoofdlijnenakkoord en het regeerprogramma zijn opgenomen: de opheffing, in ieder geval gedeeltelijk, van het toetsingsverbod van artikel 120 Grondwet (klassieke grondrechten) en de instelling van een grondwettelijk hof. Daarbij zet het kabinet in op tempo, zodat na een lange geschiedenis de invoering van rechterlijke toetsing van wetten aan de Grondwet eindelijk kan worden gerealiseerd.

Wij zetten ons ervoor in om in de eerste helft van 2025 een voorstel2 tot wijziging van de Grondwet in internetconsultatie te brengen en later dat jaar, na advisering door de Afdeling advisering van de Raad van State, bij uw Kamer in te dienen. De eerste stap op weg hiernaartoe is het schriftelijk informeren van uw Kamer over de contouren van dit voorstel en de verschillende keuzes en afwegingen die daarbij voorliggen. Deze contourennota zult u voor het einde van dit jaar ontvangen en is bedoeld om met beide Kamers en andere betrokken actoren, in het bijzonder de rechterlijke instanties, van gedachten te wisselen over hoe rechterlijke constitutionele toetsing in ons staatsbestel vorm te geven.

In de contourennota zullen wij ook ingaan op het proces tot wijziging van de Grondwet dat het kabinet voor ogen heeft om de voornemens op het terrein van constitutionele toetsing te verwezenlijken. Tijdens het notaoverleg van 9 september bleek er breed draagvlak te bestaan voor de kerndoelstelling van constitutionele toetsing: de rechtsbescherming van burgers. Wij streven ernaar het grondwetsproces zo in te richten, dat hier recht aan wordt gedaan.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, T.H.D. Struycken


X Noot
1

Kamerstukken II 2022/23, 36 344, nrs. 12.

X Noot
2

Het Hoofdlijnenakkoord gaat uit van twee inhoudelijke voorstellen. Of deze twee voorstellen in één wijzigingsvoorstel of twee afzonderlijke wijzigingsvoorstellen worden vervat, is een keuze waarover het kabinet zich nog buigt.

Naar boven