J VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 23 januari 2024
De leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken1 hadden kennisgenomen van de brief2 van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, mede namens de Staatssecretaris
van BZK, van 12 november 2024 met antwoorden op de vragen over de voortgang van het
vervolgtraject excuses slavernijverleden.
Naar aanleiding hiervan is op 13 december 2024 een brief gestuurd aan de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
De Minister heeft op 20 januari 2025 gereageerd.
De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.
De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, Bergman
BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN
Aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Den Haag, 13 december 2024
De leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken hebben kennisgenomen van uw
brief3, mede namens de Staatssecretaris van BZK, van 12 november 2024 met antwoorden op
de vragen over de voortgang van het vervolgtraject excuses slavernijverleden. De leden
van de fractie van JA21 hebben naar aanleiding hiervan nog een aantal vervolgvragen.
Hoewel u aangaande de excuses voor het slavernijverleden een onderscheid maakt tussen
de huidige Nederlandse Staat en de hedendaagse Nederlandse samenleving, is dit onderscheid
niet bepaald materieel als regeringsbesluiten een beslag leggen op de samenleving,
casu quo: het uitgeven van belastinggeld voor slavernijprojecten in het kader van
slavernijexcuses. Kunt u hierop reflecteren?
Bent u van mening dat bijvoorbeeld de € 200 miljoen die de regering uittrekt na de
excuses voor het slavernijverleden, beter besteed kan worden? Zo nee, waarom niet?
De leden van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken zien met belangstelling uit
naar uw reactie en ontvangen deze graag binnen vier weken.
De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, I.M. Lagas MDR
BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 januari 2025
Hierbij bied ik u het antwoord aan op de vraag van de vaste commissie voor Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties naar aanleiding van mijn brief van 12 november 2024 (Kamerstukken I
2024/25, 36 284, I) over het vervolgtraject slavernijverleden.
De leden van de fractie van JA21 vragen of ik wil reflecteren op de stelling dat het
onderscheid tussen de huidige Nederlandse Staat en de hedendaagse Nederlandse samenleving
niet bepaald materieel is als regeringsbesluiten een beslag leggen op de samenleving,
casu quo: het uitgeven van belastinggeld voor slavernijprojecten in het kader van
slavernijexcuses en of ik van mening ben dat bijvoorbeeld de € 200 miljoen die de
regering uittrekt na de excuses voor het slavernijverleden, beter besteed kan worden?
Zo nee, waarom niet?
Het door mij gemaakte onderscheid tussen de huidige Nederlandse Staat en de Nederlandse
samenleving ziet enerzijds op het nemen van de verantwoordelijkheid voor de rol en
betrokkenheid van de historische bestuurlijke voorgangers in het slavernijverleden
en anderzijds op het maken van beleid dat gericht is op:
-
• kennis en bewustwording;
-
• erkenning en herdenken;
-
• een beter begrip van de doorwerking van het slavernijverleden en de verwerking daarvan.
Door met elkaar te leren van het verleden, kunnen we ook met elkaar vooruitkijken
en ons verbinden aan een samenleving waarin geen ruimte is voor racisme en kansenongelijkheid.
Daar profiteert de samenleving als geheel van. De besteding van de middelen draagt
bij aan deze doelen.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, J.J.M. Uitermark
X Noot
1Samenstelling:
Kemperman (BBB), Lagas (BBB) (voorzitter), Kroon (BBB),Van Langen-Visbeek (BBB), Lievense (BBB), Fiers (GroenLinks-PvdA), Recourt
(GroenLinks-PvdA), Janssen-Van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA),
Roovers (GroenLinks-PvdA), Geerdink (VVD), Van de Sanden (VVD), Meijer (VVD) (ondervoorzitter), Doornhof (CDA), Prins (CDA), Van Toorenburg (CDA), Dittrich (D66), Aerdts (D66),
Van Hattem (PVV), Nicolaï (PvdD), Nanninga (JA21), Janssen (SP), Talsma (CU), Dessing
(FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)