36 284 Slavernijverleden

G VERSLAG VAN EEN NADER SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 9 april 2024

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken1 heeft kennisgenomen van de brief2 van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 december 2023, waarin de Staatssecretaris nadere vragen heeft beantwoord over de verdere invulling van het vervolgtraject inzake het slavernijverleden. De leden van de fractie van de PvdD hadden naar aanleiding van deze antwoorden nog een vervolgvraag.

Op 5 maart 2024 is daartoe een brief gestuurd aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

De Staatssecretaris heeft op 5 april 2024 gereageerd.

De commissie brengt bijgaand verslag uit van het gevoerde nader schriftelijk overleg.

De griffier van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, Bergman

BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR BINNENLANDSE ZAKEN

Aan de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Den Haag, 5 maart 2024

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft met belangstelling kennisgenomen van uw brief3 van 18 december 2023, waarin u nadere vragen heeft beantwoord over de verdere invulling van het vervolgtraject inzake het slavernijverleden. De leden van de fractie van de PvdD hebben naar aanleiding hiervan nog een vervolgvraag.

Uit uw beantwoording leiden de PvdD-fractieleden af dat aan de aanbevelingen van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden voor een groot deel is tegemoetgekomen en dat nog trajecten lopen ter uitvoering van de aanbevelingen. Doordat in de beantwoording is ingegaan op de verschillende aanbevelingen, is wat voornoemde leden zien als «de kernboodschap» (als samenhangende basis), uit het zicht geraakt. Zien zij het goed dat de acties die de regering in haar brieven heeft omschreven, mede tot doel hebben om voor de nazaten van totslaafgemaakten een fundament te schetsen van sociaal, economisch en cultureel herstel mede in het licht van het regeringsbeleid dat gericht is op het bestrijden en voorkomen van discriminatie en (institutioneel) racisme?

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken ziet met belangstelling uit naar uw reactie en ontvangt deze graag binnen vier weken na dagtekening van deze brief.

De voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken, I.M. Lagas MDR

BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 april 2024

Hierbij bied ik u het antwoord aan op de vervolgvraag van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naar aanleiding van mijn brief van 18 december 20234 over het vervolgtraject slavernijverleden. Ik heb met interesse kennisgenomen van de vervolgvraag van de leden van de fractie van de Partij voor de Dieren (PvdD).

De vraag van de leden van de fractie van de PvdD luidt als volgt:

«Zien zij het goed dat de acties die de regering in haar brieven heeft omschreven, mede tot doel hebben om voor de nazaten van totslaafgemaakten een fundament te schetsen van sociaal, economisch en cultureel herstel mede in het licht van het regeringsbeleid dat gericht is op het bestrijden en voorkomen van discriminatie en (institutioneel) racisme?»

De leden van de fractie van de PvdD hebben het juist dat de acties van het kabinet mede tot doel hebben om de positie van nazaten van totslaafgemaakten en andere betrokkenen te verbeteren. Ik verwijs hiervoor naar de kabinetsreactie van 19 december 20225 die de basis vormt voor de maatregelen die het kabinet in werking heeft gesteld. In de kabinetsreactie is aangegeven dat het kabinet de kernopvatting van de Dialooggroep Slavernijverleden deelt dat erkenning van en excuses voor historisch leed de basis zijn voor hedendaags maatschappelijk herstel. Daarnaast is aangegeven dat het kabinet zich blijft inzetten voor kansengelijkheid en het bestrijden van discriminatie en racisme. We moeten lessen trekken uit het verleden om vervolgens vooruit te kunnen kijken en ons te verbinden aan een samenleving waarin geen ruimte is voor racisme en kansenongelijkheid. Het Herdenkingsjaar Slavernijverleden is bij uitstek het moment om hier verder vorm aan te gaan geven.

Het kabinet zet zich, ook na het Herdenkingsjaar, in voor het Koninkrijksbreed stimuleren van een structurele dialoog over ons gedeelde geschiedenis, het gezamenlijk zetten van stappen om kennis en bewustwording in de samenleving te vergroten, gezamenlijk te herdenken, en met elkaar de doorwerking van het slavernijverleden te bestrijden. Dit alles draagt bij aan erkenning en heling.

Medio april 2024 zal ik uw Kamer verder informeren over de voortgang van het vervolgtraject excuses slavernijverleden, zoals toegezegd in de brief van 23 juni 2023.6

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties – Digitalisering en Koninkrijksrelaties, A.C. van Huffelen


X Noot
1

Samenstelling:

Kemperman (BBB), Lagas (BBB) (voorzitter), Kroon (BBB),Van Langen-Visbeek (BBB), Lievense (BBB), Fiers (GroenLinks-PvdA), Recourt (GroenLinks-PvdA), Janssen-Van Helvoort (GroenLinks-PvdA), Van Gurp (GroenLinks-PvdA), Roovers (GroenLinks-PvdA), Geerdink (VVD), Van den Berg (VVD), Meijer (VVD) (ondervoorzitter), Doornhof (CDA), Prins (CDA), Van Toorenburg (CDA), Dittrich (D66), Van Meenen (D66), Van Hattem (PVV), Nicolaï (PvdD), Nanninga (JA21), Janssen (SP), Talsma (CU), Dessing (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL).

X Noot
2

Kamerstukken I 2023/24, 36 284, F.

X Noot
3

Kamerstukken I 2023/24, 36 284, F.

X Noot
4

Kamerstukken I 2023/24, 36 284, F.

X Noot
5

Kamerstukken II 2022/23, 36 284, nr. 1.

X Noot
6

Kamerstukken I 2022/23, 36 284, nr. C.

Naar boven