Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 december 2022
Naar aanleiding van de brief van de Minister-President, Minister van Algemene Zaken,
van 23 september 2022 (Kamerstuk 36 214, nr. 1), die door u in handen van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken is gesteld,
bericht de commissie u als volgt. Genoemde brief bevat het verzoek aan de Kamer om
een voordracht op te stellen teneinde te voorzien in een vacature voor een (technisch)
lid van de Toetsingscommissie Inzet Bevoegdheden (TIB).
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft in haar vergadering van 6 oktober
2022 besloten een Benoemingscommissie (BC) uit haar midden samen te stellen bestaande
uit de leden Leijten (voorzitter), Rajkowski, Dekker-Abdulaziz en Bosma.
De Commissie van Aanbeveling (CvA) bestaande uit de Vice-President van de Raad van
State, de President van de Hoge Raad en de Nationale ombudsman, heeft in oktober 2022
de met de BC afgestemde vacaturetekst gepubliceerd en de werving gestart. De BC heeft
zich op 23 november 2022 verstaan met de Commissie van Aanbeveling (CvA) over de op
17 november 2022 toegezonden aanbevelingslijst, houdende de personen die zij gekwalificeerd
acht voor de vervulling van de vacature.
De BC spreekt haar waardering uit voor de wijze waarop de CvA haar wettelijke taak
heeft uitgevoerd en daarbij een vruchtbare samenwerking, met behoud van ieders verantwoordelijkheid,
heeft mogelijk gemaakt.
De BC heeft vervolgens op woensdag 1 december 2022 met de personen die door de CvA
benoembaar worden geacht een gesprek gevoerd. Op basis van deze gesprekken en gelet
op de overwegingen van de CvA ten aanzien van de onderscheiden kandidaten, heeft de
BC de onderstaande voordracht kunnen opstellen.
De voordracht ter vervulling van een vacature van (technisch) lid voor de TIB:1
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken is in haar vergadering van dinsdag 6 december
2022 door de BC vertrouwelijk geïnformeerd over de bovenstaande voordracht. De vaste
commissie voor Binnenlandse Zaken heeft vervolgens met de voordracht ingestemd.
Op grond hiervan moge ik u namens de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken verzoeken
deze voordracht aan de Kamer ter goedkeuring voor te leggen.
De voorzitter van de commissie, Hagen
De griffier van de commissie, De Vos