Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 mei 2023
Op 8 november 2022 heb ik u een brief gestuurd met het verzoek om de verdere behandeling
van het wetsvoorstel tot Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de overgangsperiode
bij de invoering van een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens (Kamerstuk
36 205) (hierna: het wetsvoorstel) aan te houden.1 Dit omdat ik graag wilde bezien of er aan de hand van de definitieve tekst van de
Verordening voor een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens (hierna: de verordening)
nog elementen zouden zijn die wijziging van het voorliggend wetsvoorstel zouden vereisen
en zo ja, hoe het wetsvoorstel aangepast zou moeten worden.
De definitieve tekst van de verordening is inmiddels bekend. Het wetsvoorstel vereist
inderdaad een wijziging. Met dit doel heb ik een nota van wijziging bij deze brief
gevoegd (Kamerstuk 36 205, nr. 9). Een deel van de verordening treedt in werking vanaf 1 oktober 2023. De parlementaire
behandeling van het wetsvoorstel dient zo mogelijk voor die datum te zijn afgerond.
Voorts wijs ik u graag nog op de gefaseerde inwerkingtreding van het mechanisme voor
koolstofcorrectie aan de grens (Carbon Border Adjustment Mechanism of CBAM). Tussen de behandeling van voorliggend wetsvoorstel (ten behoeve van de
inwerkingtreding van de overgangsperiode per 1 oktober 2023) en de daadwerkelijke
inwerkingtreding van de CBAM per 1 januari 2026 zal nog een aantal besluiten moeten
worden genomen over de uitvoering ervan. Dit heeft te maken met de onzekerheden die
er zijn over omvang van de uitvoeringstaak die ziet op de toelating van aangevers
in het CBAM-register, omdat dit mede wordt bepaald door de uitvoeringshandelingen
die op dit moment nog niet zijn uitgewerkt.
In voorliggend wetsvoorstel werd reeds de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) aangewezen
als bevoegde nationale autoriteit. Hiermee berusten op de NEa alle bevoegdheden en
verplichtingen die de verordening toeschrijft aan deze autoriteit. Door middel van
bijgevoegde nota van wijziging wordt daarnaast in het wetsvoorstel de mogelijkheid
opgenomen om bij algemene maatregel van bestuur een aparte uitvoerder voor de toelatingstaak
aan te wijzen, zodat daar op een later moment de keuze voor kan worden gemaakt. Dit
is wenselijk omdat op dit moment nog niet duidelijk is bij welk uitvoeringsorgaan
deze taak het meest efficiënt en effectief kan worden neergelegd. Zolang de gedelegeerde
en uitvoeringshandelingen nog niet zijn gepubliceerd blijven er bepaalde onzekerheden
bestaan over de wijze waarop de verordening dient te worden geïmplementeerd. Het kabinet
zal tijdens de onderhandelingen over de gedelegeerde en uitvoeringshandelingen blijven
inzetten op een goede uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid. Wat betreft de eerdergenoemde
toelatingstaak, zal het kabinet zodra er voldoende duidelijkheid is over de omvang
daarvan een besluit nemen welke uitvoeringsorganisatie op nationaal niveau de toelatingstaak
zal uitvoeren. Ik zal uw Kamer daarover te zijner tijd informeren.
Ik verwijs ten slotte graag naar de toelichting op de nota van wijziging en de bijgevoegde
uitvoeringstoets voor een verdere analyse van wat er op dit moment bekend is over
de uitvoering van de verordening. In de uitvoeringstoets is opgenomen hoe de onzekerheid
die op dit moment bestaat rondom de operationalisering van de uitvoering is meegenomen
in de uiteindelijke weging van de Douane met betrekking tot de uitvoerbaarheid van
haar taken die volgen uit de verordening. Wijzigen de aannames die aan deze toets
ten grondslag liggen, dan doe ik u een vernieuwde uitvoeringstoets toekomen. Mochten
er in een later stadium nadere wijzigingen zijn die nopen tot het nader informeren
van uw Kamer dan zal ik dat actief doen.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij