Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 november 2022
Op 20 september 2022 is het wetsvoorstel tot Wijziging van de Wet milieubeheer in
verband met de overgangsperiode bij de invoering van een mechanisme voor koolstofcorrectie
aan de grens bij uw Kamer ingediend (hierna: het wetsvoorstel).1 Met dit wetsvoorstel wordt, in lijn met de hierover door uw Kamer aangenomen motie,
getracht het Fit for 55-pakket voortvarend op te pakken.2
Het wetsvoorstel operationaliseert de verordening tot vaststelling van een mechanisme
voor koolstofcorrectie aan de grens (hierna: de verordening), de Carbon Border Adjustment Mechanism (CBAM). Het wetsvoorstel voorziet enkel in de bepalingen die nodig zijn om uitvoering
te kunnen geven aan de bepalingen die worden voorzien voor de overgangsfase van de
CBAM (van 1 januari 2023 t/m 31 december 2025). Zoals in de nota naar aanleiding van
het verslag3 is aangegeven, is de verordening nog niet definitief vastgesteld. Er vinden momenteel
nog triloogonderhandelingen plaats tussen de Raad, de Europese Commissie en het Europees
Parlement.
Hoewel het kabinet zich nog steeds inzet voor het bereiken van een akkoord over de
verordening voor het einde van het jaar en dit ook in Europees verband nog steeds
mogelijk lijkt, behoeft het wetsvoorstel, afhankelijk van de uitkomsten van de onderhandelingen,
mogelijk nog aanpassing.
Ik wil graag bezien of er uit de definitieve tekst van de verordening nog elementen
zijn die wijziging van het voorliggend wetsvoorstel vereisen en zo ja, hoe het wetsvoorstel
aangepast zou moeten worden. Onder dankzegging van de grondige en voortvarende behandeling
van het wetsvoorstel tot nu toe, wil ik uw Kamer verzoeken om de verdere behandeling
van het wetsvoorstel aan te houden. Zodra de verordening is vastgesteld en duidelijk
is wat dit voor het wetsvoorstel betekent, zal ik uw Kamer daarover informeren.
De Staatssecretaris van Financiën,
M.L.A. van Rij