Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 februari 2023
Bij de stemmingen op donderdag 22 december jl. (Handelingen II 2022/23, nr. 38, Stemmingen) heeft het lid Omtzigt (Lid Omtzigt) naar aanleiding van een aangenomen
motie over de vergoeding van stroomkosten voor gebruik van zuurstofapparatuur thuis1, gevraagd binnen een week een gewijzigde regeling voor deze vergoeding per 1 januari
2023 te ontvangen. Strekking van de motie is om op korte termijn in de Regeling zorgverzekering
of op een andere wijze vast te leggen wat een passende vergoeding voor zuurstofapparatuur
thuis is in 2023.
In mijn reactie van 30 december jl.2 heb ik aangegeven dat zorgverzekeraars erop zijn gewezen dat de stroomkosten bij
thuisgebruik van zuurstofapparatuur veel hoger zijn dan de bestaande vergoeding. Alle benaderde zorgverzekeraars hebben
dit signaal serieus opgepakt en het merendeel van de zorgverzekeraars heeft het gehanteerde
tarief per 2023 aangepast. Ook heb ik aangegeven dat de huidige regeling reeds grondslag
biedt voor een passende vergoeding. Verder heb ik aangekondigd nogmaals contact op
te nemen met zorgverzekeraars om de urgentie van dit onderwerp te onderstrepen. In
de procedurevergadering van 19 januari jl. heeft de vaste commissie voor VWS verzocht
om binnen een week een aanvullende brief te ontvangen. Graag reageer ik daarom opnieuw
op de aangenomen motie.
Zoals in mijn brief van 22 november jl. uitgebreid weergegeven3, is de bestaande vergoeding voor chronische thuisbeademing en thuisdialyse toereikend.
Het probleem doet zich voor bij de vergoeding van stroomkosten van zuurstofapparatuur in de thuissituatie. Uit signalen blijkt dat de vergoeding voor stroomkosten in 2023
voor bepaalde cliëntgroepen (mensen die 24 uur per dag zuurstof nodig hebben) bij
bepaalde zorgverzekeraars nog steeds ontoereikend is. In de Regeling zorgverzekering
is reeds opgenomen dat zorgverzekeraars de stroomkosten van zuurstofapparatuur dienen
te vergoeden. Zorgverzekeraars hebben nu de mogelijkheid op verschillende manieren
te voorzien in een passende vergoeding en zij hebben vaak voor langere tijd contracten
afgesloten met leveranciers van hulpmiddelen. Zij hebben bovendien de mogelijkheid
om (gegeven de diversiteit in het energiecontract en het aantal uren gebruik van het
zuurstofapparaat) te voorzien in coulanceregelingen, wanneer iemand bovenmatig afwijkt
van het gemiddelde. Ik zal de noodzaak tot aanpassing nogmaals onderstrepen bij betreffende
zorgverzekeraars. Tevens roep ik hen op om goed vindbare coulanceregelingen aan te
bieden in geval van bovengemiddeld hoog stroomverbruik. Waarbij ik inzet op het actief
onder de aandacht brengen van deze mogelijkheid om de doelgroep te bereiken.
In algemene zin is zekere terughoudendheid gewenst m.b.t. regelgeving gegeven de eerder
aangehaalde diversiteit. Daarnaast kan de inzet van regelgeving bij zorgverzekeraars
leiden tot beperkingen in de uitvoering of lopende contracten doorkruisen. Echter,
wegens de uitzonderlijke omstandigheden op de energiemarkt verken ik parallel hieraan
de mogelijkheden om in de Regeling zorgverzekering4 (of op een andere manier) tijdelijk expliciet voor te schrijven op welke manier zorgverzekeraars
een passende vergoeding dienen te bieden voor stroomkosten bij het thuisgebruik van
zuurstofapparatuur.
Ik informeer uw Kamer binnen drie weken over de uitkomsten van mijn gesprekken met
zorgverzekeraars en mogelijke verdere vervolgstappen.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E.J. Kuipers