36 200 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2023

Nr. 162 MOTIE VAN DE LEDEN VAN NISPEN EN VAN DER LAAN

Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 1 december 2022

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat sinds de coronacrisis de sport- en beweegdeelname onder de bevolking sterk is gedaald en de sociaal-economische verschillen in beweegdeelname groter zijn geworden en dat er een maatschappelijke noodzaak is om de gezondheid en welzijn van kinderen en volwassenen te bevorderen via sport en bewegen;

constaterende dat de Kamer zich reeds heeft uitgesproken deze Kamerperiode toe te willen werken naar een landelijke Sportwet, conform de motie-Van der Laan c.s. (30 234, nr. 268), maar dat de regering vooralsnog niet van plan lijkt hiermee aan de slag te gaan;

herbevestigt de motie-Van der Laan c.s. en spreekt nogmaals uit dat een Sportwet van belang is om rollen en verantwoordelijkheden van overheden en sportbranche uit te werken en vast te leggen en doelen kunnen worden gesteld met betrekking tot toegankelijkheid, het tegengaan van bewegingsarmoede en ongelijkheid;

verzoekt de regering om een Sportwet uit te werken die deze Kamerperiode behandeld kan worden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Nispen

Van der Laan

Naar boven