36 200 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2023

Nr. 174 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 december 2022

In het WGO media van maandag 28 november heb ik u geïnformeerd over mijn voornemen om de Algemene Rekenkamer te vragen een vervolgonderzoek te doen op hun eerdere onderzoek «Hilversum in Beeld»1 uit 2019, naar transparantie en doelmatigheid bij de landelijke publieke omroep. In het debat is het veel gegaan over de transparantie en doelmatigheid van de bestedingen bij de landelijke publieke omroep. Ik heb daarbij gezegd dat dit onderwerp bij mij net als bij uw Kamer hoog op de agenda staat, maar dat ik het debat daarover, en ook eventuele vervolgacties, graag wil baseren op de meest recente feiten.

Ik verwacht dat een vervolgonderzoek van de Algemene Rekenkamer daaraan kan bijdragen. Ik wil hen vragen in ieder geval een oordeel te geven over de mate waarin de aanbevelingen uit 2019 zijn opgevolgd door zowel de NPO als door mijn departement. Die aanbevelingen betroffen de manier waarop door de NPO wordt gestuurd op doelmatigheid en aanbevelingen voor verbeteringen in de verantwoording en daarmee transparantie over kosten. Over verbeteringen in de begroting en verantwoording heb ik ook afspraken gemaakt met de NPO, mede naar aanleiding van het advies van het Commissariaat voor de Media bij de begroting 2023 van de NPO.

Het is uiteraard aan de Rekenkamer zelf om te besluiten of ze een dergelijk onderzoek gaan uitvoeren. Een eerste ambtelijk overleg hierover heeft inmiddels plaatsgevonden en ik streef ernaar om op korte termijn een overleg met het college van de Algemene Rekenkamer te hebben waarin ik mijn verzoek aan hen ga toelichten. Gezien de korte tijd die verstreken is sinds het debat kan ik nog geen nader uitsluitsel over het onderzoek geven. Ik informeer uw Kamer zo snel als mogelijk over de vervolgstappen.

Ik kom hierbij tevens nog terug op de gewijzigde motie van de heer Van Strien2 over het inrichten van een transparantieregister. Ik wil benadrukken dat ik hetzelfde doel nastreef als uit de motie blijkt. Mijn verzoek aan de Algemene Rekenkamer past daar ook bij. Een vervolgonderzoek van de Rekenkamer kan niet alleen inzicht geven in wat er al beter gaat, maar ook concrete verbeteropties bieden om ons gezamenlijk doel te bereiken. Een transparante publieke omroep waar politiek en burgers op kunnen vertrouwen.

Het introduceren van een nieuw instrument, een transparantieregister zoals voorgesteld in de motie, heeft niet mijn voorkeur. Dergelijke specifieke verantwoording kan de onafhankelijkheid van het mediabestel in het geding brengen. Verantwoording op het niveau zoals voorgesteld kan (onbedoeld) politieke inmenging op een te specifiek niveau uitlokken. Het gaat hier bovendien deels om (productie)kosten van private partijen die ingehuurd worden. Informatie die bedrijfs- en concurrentiegevoelig is en waarvan openbaarmaking om die reden onwenselijk kan zijn. Mijn oordeel over de betreffende motie blijft daarom ontraden.

Tot slot maak ik van de gelegenheid gebruik om te reageren op gewijzigde motie van het lid Mohandis3 over tijdelijke contracten. In het debat hebben we het uitgebreid gehad over het belang van vaste contracten voor programmamakers bij de publieke omroep. Ik heb daarbij ook toegezegd hierover het stevige gesprek met de NPO en de omroepen te gaan voeren. De gewijzigde motie krijgt daarom oordeel Kamer.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, G. Uslu

Naar boven