36 200 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2023

Nr. 135 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juni 2023

De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft mij tijdens de procedurevergadering van 31 mei jl. verzocht een mondelinge of schriftelijke toelichting te geven over het signaal van de politie dat verstrekking van het gehele archief van de Commissie Dossier J.A. Poch in de vorm waarin het voorlag onmogelijk maakt.

Ik begrijp de wens van uw Kamer om nadere toelichting te ontvangen. Het blijft onbevredigend dat ik u heb moeten informeren dat de inhoud van het signaal en de reden dat het belang van de Staat zich tegen openbaarmaking van het archief verzet, zich niet lenen voor openbaarmaking. Zoals ik ook aangaf in mijn brieven van 20 februari en 19 april jl.1, betreur ik ten zeerste dat de ontwikkelingen ten aanzien van dit dossier tot een dilemma in dezen hebben geleid.

Uw Kamer is per brief van 19 april jl. over het signaal geïnformeerd. In die brief is reeds aangegeven dat over de inhoud van het signaal geen verdere informatie kan worden gegeven. Hoezeer ik uw herhaaldelijke geuite wens om een nadere toelichting begrijp, kan ik het niet voor mijn verantwoordelijkheid nemen om uw Kamer mondeling of schriftelijke verdere toelichting over het signaal te geven.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius


X Noot
1

Kamerstuk 36 200 VI, nrs. 125 en 127.

Naar boven