36 200 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2023

Nr. 75 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 februari 2023

Met deze brief voldoe ik mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking aan het verzoek, opgenomen in uw brief van 16 januari 2023, om de Kamer te infomeren of er door het ministerie over de volle breedte is gezocht naar hardvochtige effecten van wet- en regelgeving. Dit naar aanleiding van mijn brief van 20 december 2022 over de inventarisatie bij mijn ministerie ter uitvoering van de motie van de leden Ploumen en Jetten.1

In de brieven van 21 december 2021 en 11 juli 2022 van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties is aangegeven dat ieder departement een inventarisatie uitvoert naar wet- en regelgeving die mogelijk hardvochtig uitpakt voor burgers en is het eerste resultaat van die inventarisaties met uw Kamer gedeeld.2 Voor het Ministerie van Buitenlandse Zaken is gemeld dat tot dan toe geen hardvochtigheden zijn gesignaleerd en dat in aanvulling daarop uw Kamer nog nader zal worden geïnformeerd. Daarbij is tevens aangegeven dat bij de rijksbrede internetconsultatie geen hardvochtigheden op de beleidsterreinen van het ministerie zijn gemeld. Ook uit de inventarisatie van de Raad voor de Rechtspraak en de reflectie op knellende wetgeving van de Raad van State zijn geen hardvochtigheden naar voren gekomen.

In de brief van 20 december 2022 ben ik met name nader ingegaan op de consulaire dienstverlening. Het ministerie heeft op dat terrein direct en omvangrijk contact met burgers. In die brief heb ik aangegeven dat voortdurende verbetering en betere toegankelijkheid van de consulaire dienstverlening een van de hoofddoelen van het buitenlandbeleid van het kabinet en een leidend beginsel van het ministerie is. Hoewel er geen structurele hardvochtigheden zijn geïdentificeerd, hebben onbedoeld vervelende gevolgen voor burgers zoals bijvoorbeeld veroorzaakt door lange wachttijden voor het aanvragen van visa en de fysieke verschijningsplicht bij het aanvragen van consulaire en reisdocumenten mijn aandacht. Bij brief van 27 januari 2023 heb ik u een reactie gestuurd op het zwartboek «Visumaanvragen lopen spaak»3. Uw kamer wordt op een later moment geïnformeerd over de ontwikkelingen ten aanzien van digitalisering. Het onderzoek naar hardvochtigheden is conform de motie van de leden Ploumen en Jetten4 over de volle breedte van de wet- en regelgeving en de uitvoeringspraktijk van het Ministerie van Buitenlandse Zaken uitgevoerd. Op het terrein van de consulaire dienstverlening voert het ministerie wetgeving van andere departementen en de EU uit. In het onderzoek zijn geen hardvochtige effecten voor burgers geconstateerd.

Het aantal wetten dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken in beheer heeft, is niet groot en richt zich in zeer beperkte mate tot burgers. De wet- en regelgeving van Buitenlandse Zaken ziet met name op het verlenen van subsidies, het opleggen van sancties en de export van strategische diensten en goederen. De inventarisatie heeft buiten het consulaire terrein de hierna beschreven bevindingen opgeleverd.

Subsidies worden op grond van de Kaderwet subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken en de Machtigingswet oprichting Invest International voornamelijk verleend aan rechtspersonen. In geval van bijzondere omstandigheden kunnen ze ook aan natuurlijke personen worden verstrekt, maar dat komt zelden voor. Besluiten tot subsidieverlening zijn begunstigend van aard en bij de verlening is ruimte voor afwijking (niet gebonden besluit). Bij subsidievaststellingsbesluiten en eventueel daarop volgende invorderingsbesluiten kan met alle omstandigheden rekening worden gehouden.

Op basis van internationale besluiten en de Sanctiewet 1977 kunnen bij ministeriële regeling sancties worden opgelegd. Het ministerie neemt bijvoorbeeld nationale besluiten tot het bevriezen van de tegoeden van personen en organisaties ter voorkoming van terrorisme (Nationale terrorismelijst)5. Dit zijn ingrijpende besluiten voor betrokkenen. Door middel van ontheffings-mogelijkheden bestaat een balans tussen aan de ene kant het doel van een bevriezingsmaatregel – terrorismebestrijding – en aan de andere kant de belangen van degene wiens tegoeden zijn bevroren. Ook bij de uitvoering van internationale sancties bestaan ontheffingsbevoegdheden.

In het kader van onder meer de Wet strategische diensten en het Besluit strategische goederen neemt het ministerie besluiten over vergunningverlening voor de export, overdracht of doorvoer van strategische goederen. Dit zijn militaire goederen of goederen voor zowel militair als civiel gebruik. Hierbij toetst het ministerie de aanvragen van bedrijven aan de bestaande Europese en internationale kaders waarbij alle belangen moeten worden afgewogen.

Zoals aangegeven in mijn brief van 20 december 2022 is het herkennen, erkennen en opvolgen van signalen over hardvochtigheden geen eenmalige exercitie, maar een continu proces.6 Bijvoorbeeld door het leren en toepassen van lessen aan de hand van klachten van burgers over consulaire dienstverlening en op basis van feedback van klanten en instanties. Het ministerie zal dan ook alert blijven op mogelijke hardvochtigheden in de dienstverlening voor burgers en in bestaande en bij nog op te stellen wetgeving het burgerperspectief meewegen.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra


X Noot
1

Kamerstuk 36 200 V, nr. 70.

X Noot
2

Kamerstuk 35 510, nrs. 95 en 102.

X Noot
3

Kamerstukken 30 573, nr. 199.

X Noot
4

Kamerstuk 35 510, nr. 24.

X Noot
5

Ter uitvoering van VN Resolutie 1373 (Trb. 2001, nr. 179).

X Noot
6

Kamerstuk 35 510, nr. 60.

Naar boven