Tweede Kamer der Staten-Generaal

36 200 IIB Vaststelling van de begrotingsstaat van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) voor het jaar 2023

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

Vergaderjaar 2022–2023

GERAAMDE UITGAVEN EN ONTVANGSTEN

Figuur 1 Geraamde uitgaven verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.) Totaal € 168.909.000,-

Figuur 2 Geraamde ontvangsten verdeeld over beleidsartikelen en niet-beleidsartikelen (bedragen x € 1 mln.) Totaal € 6.040.000,-

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET BEGROTINGSWETSVOORSTEL

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij de wet vastgesteld.

Het wetsvoorstel strekt ertoe om de onderhavige begrotingsstaat voor het aangegeven jaar vast te stellen.

Alle voor dit jaar vastgestelde begrotingswetten tezamen vormen de Rijksbegroting voor dat jaar. Een toelichting bij de Rijksbegroting als geheel is opgenomen in de Miljoenennota.

Met de vaststelling van dit wetsartikel worden de uitgaven, verplichtingen en de ontvangsten vastgesteld. De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zogenoemde begrotingstoelichting).

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,H.G.J.Bruins Slot

B. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ DE BEGROTINGSARTIKELEN

1. Leeswijzer

Algemeen

Voor u ligt de begroting 2023 van de overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB).

Groeiparagraaf

Ten opzichte van de begroting 2022 zijn geen wijzigingen voorzien.

Coronamaatregelen

De extracomptabele tabel overzicht coronamaatregelen is niet opgenomen. Vanuit de begroting van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) zijn geen coronagerelateerde uitgaven gedaan.

Beleidsagenda

Een college dient, conform artikel 2.1 lid 7 van de Comptabiliteitswet 2016, betreffende een niet-departementale begroting, enkel haar taken en bedrijfsvoering weer te geven. Derhalve bevat deze niet-departementale begroting – in vergelijking met departementale begrotingen waarbij wel een weergave van het beleid wordt opgenomen – geen beleidsagenda.

Beleidsartikelen

Deze begroting is opgebouwd uit de volgende beleidsartikelen:

  • artikel 1. Raad van State

  • artikel 2. Algemene Rekenkamer

  • artikel 3. De Nationale ombudsman

  • artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden

  • artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba

  • artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

  • artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

  • artikel 9. Kiesraad

Een beleidsartikel is opgebouwd uit de volgende elementen:

  • A. Algemene doelstelling

  • B. Rol en verantwoordelijkheid

  • C. Beleidswijzigingen

  • D. Tabel budgettaire gevolgen van beleid

  • E. Toelichting op de instrumenten

Budgetflexibiliteit

In de tabellen budgettaire gevolgen van beleid is geen informatie opgenomen over de budgetflexibiliteit, omdat het grotendeels apparaatsuitgaven betreft.

Niet-beleidsartikel

De begroting bevat het volgende niet-beleidsartikel:

  • artikel 10. Nog onverdeeld

De begroting IIB valt onder de niet-departementale begrotingen. Vanwege een afwijkend regime kent deze begroting geen centraal apparaatsartikel.

Bijlagen

Bijlage 1 betreft de bijlage Zelfstandige Bestuursorganen en Rechtspersonen met een wettelijke taak.

Bijlage 2 betreft het verdiepingshoofdstuk van de overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. Het uitgangspunt is om daar de beleidsmatige en technische mutaties toe te lichten die groter zijn dan of gelijk zijn aan de ondergrens zoals deze in de Rijksbegrotingsvoorschriften 2022 (RBV) is opgenomen, de zogenaamde staffel, te weten:

Tabel 1 Ondergrenzen op basis van de RBV 2022

Begrotingsartikel

Beleidsmatige mutaties (ondergrens in € mln.)

Technische mutaties (ondergrens in € mln.)

1. Raad van State

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 4 mln.Ontvangsten 2 mln.

2. Algemene Rekenkamer

Verplichting/Uitgaven 1 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 2 mln.

3. De Nationale ombudsman

Verplichting/Uitgaven 1 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 2 mln.

4. Kanselarij der Nederlandse Orden

Verplichting/Uitgaven 1 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 2 mln.

6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba

Verplichting/Uitgaven 1 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 1 mln.

7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

Verplichting/Uitgaven 1 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 2 mln.

8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

Verplichting/Uitgaven 1 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 2 mln.

9. Kiesraad

Verplichting/Uitgaven 1 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 2 mln.

10. Nog onverdeeld

Verplichting/Uitgaven 1 mln.Ontvangsten 1 mln.

Verplichting/Uitgaven 2 mln.Ontvangsten 2 mln.

Bijlage 3 betreft de Rijksuitgaven Caribische Nederland en is vanaf de begroting 2022 aan deze begroting toegevoegd. Dit naar aanleiding van de voorlichting van de Afdeling advisering van de Raad van State (RvS) en het Interdepartementale Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (IBO) om het overzicht Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland aanzienlijk uit te breiden (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr. 11). Doel hiervan is om de rol van het Ministerie van BZK te verstevigen en een meer integrale afweging van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland te bevorderen. In de begroting Koninkrijksrelaties (IV) is het totale overzicht van de Rijksuitgaven Caribisch Nederland te vinden. In bijlage 3 is alleen de uitsplitsing van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland voor de begroting Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) weergegeven.

2. Beleidsartikelen

2.1 Artikel 1. Raad van State

A. Algemene doelstelling

Als adviseur voor wetgever en bestuur en als hoogste algemene bestuursrechter bijdragen aan behoud en versterking van de democratische rechtsstaat en daarbinnen aan de eenheid, legitimiteit en kwaliteit van het openbaar bestuur in brede zin, alsmede aan de rechtsbescherming van de burger.

De Grondwet en de Wet op de Raad van State vormen het wettelijk kader, waarbinnen de Raad van State zijn taken verricht. Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden vormt de grondslag voor zijn werkzaamheden als Raad van State van het Koninkrijk.

De Afdeling Advisering is belast met het onafhankelijk toezicht op de naleving van de (Europese) begrotingsregels, als bedoeld in het Verdrag inzake stabiliteit, coördinatie en bestuur (VSCB) en artikel 5 van Verordening (EU) 473/2013.

De Afdeling advisering is krachtens de artikelen 5 en 7 van de Klimaatwet belast met de toetsing van het klimaatbeleid van de regering. Zij adviseert over de jaarlijkse Klimaatnota en het vijfjaarlijks Klimaatplan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidswijzigingen

Inmiddels is (Staatsblad 2022, nr. 134) het wetsvoorstel Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs met het oog op de verbetering van de rechtsbescherming van mbo-studenten door de Tweede en Eerste Kamer aangenomen. De wet voorziet in de mogelijkheid voor mbo- en hbo-studenten tot het instellen van beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De beoogde ingangsdata zijn 1 januari 2023 voor hbo-studenten en 1 augustus 2023 voor mbo-studenten. De verwachte instroom van circa 400 zaken (vanaf 2023) is toegevoegd aan de prognoses in tabel 3.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1. Raad van State (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

74.126

80.044

80.664

79.885

79.885

74.652

74.342

        

Uitgaven

73.037

80.044

80.664

79.885

79.885

74.652

74.342

        

Institutionele inrichting

       

Advisering

7.204

7.918

7.918

7.918

7.918

7.918

7.918

Bestuursrechtspraak

31.500

41.956

43.818

43.088

43.088

37.458

37.148

Raad van State gemeenschappelijke diensten

34.333

30.170

28.928

28.879

28.879

29.276

29.276

        

Ontvangsten

1.286

1.950

1.950

1.950

1.950

1.950

1.950

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Institutionele inrichting

Advisering

De Afdeling advisering van de Raad van State is adviseur van regering en parlement voor wetgeving en bestuur. Zij adviseert over onder meer (initiatief) wetsvoorstellen, algemene maatregelen van bestuur, goedkeuringswetten voor internationale verdragen en de miljoenennota. Verder brengt zij gevraagde voorlichtingen en ongevraagde adviezen uit. De ongevraagde adviezen hebben betrekking op relevante juridische, beleidsmatige en/of bestuurlijke thema’s.

Daarnaast heeft de Afdeling advisering een taak als onafhankelijke begrotingsautoriteit en schrijft de Klimaatwet voor dat de Afdeling wordt gehoord over het Klimaatplan, de Klimaatnota en de Voortgangsrapportage. Het doel van deze laatste taak is het regeringsbeleid normatief te toetsen en bestuurlijk te wegen in het licht van het realiseren van de klimaatdoelstellingen.

Vanuit een onafhankelijke rol adviseert de Afdeling advisering over de kwaliteit van beleidsanalyse, beleidsvorming, wetgeving en uitvoering van regelgeving. De functie van deze adviezen is te waarborgen dat in de wetgeving en besluitvorming verschillende belangen worden meegewogen. Het gaat daarbij onder meer om continuïteit, consistentie, constitutionaliteit, rechtmatigheid, doelmatigheid, effectiviteit en de gevolgen voor (groepen) burgers, bedrijven en organisaties. De Afdeling advisering hanteert daarbij een beoordelingskader om te borgen dat de verschillende perspectieven bij de beoordeling van wet- en regelgeving worden betrokken. Het is haar ambitie om vanuit deze verschillende perspectieven, tijdig, scherp en breed te adviseren aan regering en parlement in het besef van de maatschappelijke en politieke context, maar zonder te treden in de politieke keuzes die aan een voorstel ten grondslag liggen.

In onderstaande tabel zijn de realisatie, de verwachte instroom en de planning van afhandeling van adviesaanvragen door de Afdeling advisering weergegeven.

Tabel 3 Instroom en afhandeling adviesaanvragen (in aantallen)
 

Realisatie

Prognose

     
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Instroom

389

400

400

400

400

400

400

Uitstroom

431

400

400

400

400

400

400

Bestuursrechtspraak

Taak van de Afdeling bestuursrechtspraak is het op kwalitatief goede wijze afdoen van binnengekomen zaken. De Afdeling bestuursrechtspraak zorgt voor een toegankelijke rechtsgang en een goede organisatie. Rechtsbescherming en bruikbare rechtsvorming zijn daarbij belangrijke aspecten, evenals tijdigheid, kenbaarheid, voorspelbaarheid en doelmatigheid. In concrete (hoger)beroepszaken bewaakt de bestuursrechter de procedurele en materiële rechtvaardigheid, dat wil zeggen een fatsoenlijke procedure op tegenspraak met een uitkomst die strookt met wet en recht.

De Afdeling bestuursrechtspraak bestaat uit drie kamers: de Algemene kamer, de Vreemdelingenkamer en de Omgevingskamer.

Op 19 november 2021 presenteerde de Afdeling bestuursrechtspraak haar reflectierapport met de titel: ‘Lessen uit de kinderopvangtoeslagzaken’. Doel van het reflectieprogramma is te leren van het verleden, daaruit lessen te trekken en aanbevelingen te doen voor de toekomst. Dit alles om bij te dragen aan een zo goed mogelijke bestuursrechtspraak. De reflectie bestond deels uit terugkijken en deels uit vooruitkijken. De actiepunten uit het rapport worden in de komende jaren uitgevoerd.

Instroom van zaken

In onderstaande tabel zijn de in het begrotingsjaar 2021 gerealiseerde uitstroom van zaken en de instroomverwachting voor de jaren 2022 ‒ 2027 weergegeven.

Tabel 4 Uitstroom en instroom van zaken Afdeling bestuursrechtspraak (in aantallen)
 

Realisatie

Prognose

     
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Omgevingskamer

2.286

2.800

3.100

3.100

3.100

3.100

3.100

Algemene kamer

1.306

1.600

2.000

2.000

2.000

2.000

2.000

Vreemdelingenkamer

5.562

8.030

8.790

9.840

9.590

9.590

9.590

        

Totaal bestuursrechtspraak

9.154

12.430

13.890

14.940

14.690

14.690

14.690

Raad van State gemeenschappelijke diensten

De Raad en zijn Afdelingen advisering en bestuursrechtspraak worden ondersteund door een gemeenschappelijke ambtelijke organisatie. Dit wordt in de begroting inzichtelijk gemaakt met een separaat uitgavenartikel.

De gemeenschappelijke diensten omvatten functies die werken ten behoeve van de inhoudelijke en logistieke ondersteuning van de Raad als geheel en beide Afdelingen en zijn ondergebracht in verschillende directies. Ook verzorgen zij ieder jaar het Jaarverslag van de Raad van State en andere inhoudelijke publicaties, zoals de in mei 2021 verschenen bundel over «Digitalisering».

Ontvangsten

De ontvangsten van de Raad van State bestaan in hoofdzaak uit griffierechten.

2.2 Artikel 2. Algemene Rekenkamer

A. Algemene doelstelling

De Algemene Rekenkamer is belast met het onderzoek van de ontvangsten en uitgaven van het Rijk. Zij heeft als doel het rechtmatig, doelmatig, doeltreffend en integer functioneren van het Rijk en de daarmee verbonden organen te toetsen en te helpen verbeteren. Daarbij toetst zij ook de nakoming van verplichtingen die Nederland in internationaal verband is aangegaan.

De wettelijke taak van de Algemene Rekenkamer als Hoog College van Staat is vastgelegd in artikel 76 en artikel 105.3 van de Grondwet en in de Comptabiliteitswet 2016.

Hierin ligt enerzijds de basis van de wettelijke opdracht om jaarlijks de rechtmatigheid te onderzoeken van het financieel beheer van het Rijk en een goedkeurende verklaring te geven bij de Rijksrekening. Het wettelijk kader bevat naast controle op rechtmatigheid anderzijds ook de opdracht om de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het gevoerde beleid te onderzoeken. De taken van de Algemene Rekenkamer vereisen een grondwettelijk geborgde, onafhankelijke positie ten opzichte van de regering en het parlement. Het vereist niet alleen een degelijke wettelijke basis, maar ook een bestendige financiële basis, die de ruimte om in onafhankelijkheid keuzes te kunnen maken ondersteunt.

De Algemene Rekenkamer dient geen ander belang dan het goed en integer functioneren en presteren van het openbaar bestuur. De Algemene Rekenkamer laat op onpartijdige wijze zien hoe de rijksoverheid, inclusief de daaraan verbonden organen, in de praktijk functioneert en presteert en welke verbeteringen mogelijk zijn, ongeacht de samenstelling van het parlement en het kabinet. Daarmee wil zij ook een bijdrage leveren aan het vertrouwen van burgers dat de overheid zorgvuldig, zuinig en zinnig omgaat met publiek geld.

De Algemene Rekenkamer voorziet de regering, de Staten-Generaal en degenen die verantwoordelijk zijn voor de aan het Rijk verbonden organen van bruikbare en relevante informatie, aan de hand waarvan zij kunnen bepalen of het beleid van een minister rechtmatig, doelmatig en doeltreffend is uitgevoerd. Deze informatie bestaat uit onderzoeksbevindingen, oordelen en aanbevelingen over organisatie, beheer en beleid en is in beginsel voor het publiek toegankelijk. De Algemene Rekenkamer bepaalt zelf welke informatie zij openbaar maakt en welke rapporten zij publiceert. Op de website van de Algemene Rekenkamer staat de actuele onderzoeksagenda.

Daarnaast rekent zij het tot haar verantwoordelijkheden om een bijdrage te leveren aan goed openbaar bestuur door kennisuitwisseling en samenwerking in binnen- en buitenland. Hoofdstuk 7 van de Comptabiliteitswet 2016 verschaft een wettelijke basis voor het uitvoeren van internationale werkzaamheden die aansluiten bij de wettelijke taken van de Algemene Rekenkamer.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidswijzigingen

In haar strategie 2021-2025 ‘Vertrouwen in verantwoording’ kiest de Algemene Rekenkamer er nadrukkelijk voor publiek geld scherp te blijven volgen en meer dan voorheen bij haar onderzoeken het perspectief van burgers en bedrijven te betrekken. De Algemene Rekenkamer wil als onafhankelijke controleur van de inkomsten en uitgaven van het Rijk ook vaker een oordeel gaan geven over de doelmatigheid en doeltreffendheid van beleid. Daarbij ligt de focus op terreinen waar de functie van de Rekenkamer de meeste toegevoegde waarde heeft. De Algemene Rekenkamer blijft daarbij met Rekenkamer brede onderzoeksprogramma’s werken.

In het Coalitieakkoord ´Omzien naar elkaar, vooruitzien naar de toekomst´ is budget vrijgemaakt voor de Algemene Rekenkamer. Wij zetten deze middelen in voor de verdere versterking en innovatie van onze methoden en technieken en de externe oriëntatie van de Rekenkamer.

Verder is in 2019 besloten tot een ingrijpende verbouwing om de huisvesting van de Algemene Rekenkamer aan het Lange Voorhout 8 toekomstbestendig te maken. De verwachting is dat de Algemene Rekenkamer in 2023 verhuist naar een tijdelijke locatie en er een start gemaakt wordt met de verbouwing van Lange Voorhout 8.

Tenslotte volgt de Algemene Rekenkamer de Baseline Informatievoorziening (BIO), hetgeen er mede toe leidt dat de informatiebeveiliging aan steeds hogere eisen moet voldoen.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 2. Algemene Rekenkamer (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

34.640

37.952

39.286

42.636

39.309

39.332

47.042

        

Uitgaven

34.035

37.952

39.286

42.636

39.309

39.332

47.042

        

Institutionele inrichting

       

Recht- en doelmatigheidsbevordering

34.035

37.952

39.286

42.636

39.309

39.332

47.042

        

Ontvangsten

1.240

1.017

1.017

1.017

1.017

1.017

1.017

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Institutionele inrichting

Recht- en doelmatigheidsbevordering

De Algemene Rekenkamer heeft voor 2023 de volgende hoofddoelen voor ogen:

  • Verscherping van het toezicht door het verbeteren van de innovatie en de externe oriëntatie van de Rekenkamer (meer zichtbaarheid, slagkracht en tegenmacht).;

  • Intensivering doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek. Zoals in de strategie vastgelegd zal het doelmatigheids- en doeltreffendheidsonderzoek als bedoeld in artikel 7.16 van de Comptabiliteitswet 2016 worden geïntensiveerd.;

  • Blijven werken met onderzoeksprogramma’s. Jaarlijks zal een afweging en keuze gemaakt worden voor de thema’s van de onderzoeksprogramma’s.;

  • Innovatie. Nieuwe technologische mogelijkheden en data-analyse zullen verder worden toegepast. De Algemene Rekenkamer investeert daarnaast in kwaliteit, innovatie en in de samenwerking met externe partners.

  • Versterking interne bedrijfsvoering. In 2023 wordt ingezet op verdere verbetering van de interne bedrijfsvoering, waaronder de ICT-voorziening en de informatiebeveiliging.

Ontvangsten

De ontvangsten van de Algemene Rekenkamer bestaan voornamelijk uit vergoedingen voor detacheringen en vergoedingen voor de ondersteuning van nationale rekenkamers in het buitenland in het kader van institutionele versterkingsprojecten.

2.3 Artikel 3. De Nationale ombudsman

A. Algemene doelstelling

De Nationale ombudsman komt in beeld als burgers er niet in slagen om er uit te komen met de overheid. Als het misgaat tussen de burger en de overheid, kan de ombudsman tussenbeide komen, bemiddelen of een onderzoek instellen. Ook kan de ombudsman op eigen initiatief structurele problemen aandacht geven.

In het werk van de Nationale ombudsman staat de vraag centraal of burgers behoorlijk behandeld worden door de overheid. Handelt de overheid eerlijk, communiceert zij begripvol met burgers en is er voldoende oog voor de menselijke maat?

Enerzijds helpt de Nationale ombudsman burgers als het misgaat tussen hen en de overheid:

  • door burgers de weg te wijzen naar het juiste loket;

  • door ze te ondersteunen met adviezen en tools;

  • door op een effectieve manier onderzoek te doen.

Anderzijds wil de Nationale ombudsman overheden uitdagen anders te kijken naar diensten, processen en innovaties. Daarom kijkt de Nationale ombudsman naar wat de overheid doet. Denkt de Nationale ombudsman na over manieren waarop het anders en beter kan. Om overheden hier vervolgens op aan te spreken en ze te vragen om zaken te verbeteren en zich meer te verplaatsen in de burger.

De Kinderombudsman en de Veteranenombudsman hebben tot doel te bevorderen dat de rechten van respectievelijk jeugdigen en veteranen worden nageleefd door bestuursorganen en door privaatrechtelijke organisaties. De Nationale ombudsman, de Kinderombudsman en de Veteranenombudsman worden door dezelfde organisatie ondersteund.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidswijzigingen

In het Coalitie akkoord "omzien naar elkaar, vooruit zien naar de toekomst" zijn middelen vrijgemaakt voor de Nationale ombudsman in het kader van het versterken van de toezichthouders. De Nationale ombudsman wil de toezichthoudende rol versterken. Om dit te realiseren zet de ombudsman in op het beter bereiken van doelgroepen die de Nationale ombudsman niet makkelijk weten te vinden. Daarnaast wil de Nationale ombudsman de toezichthoudende rol versterken door een snellere afhandeling van eerstelijns vragen en klachten.

De Nationale ombudsman heeft het aantal klachten de afgelopen jaren zien toenemen. Om duurzaam te kunnen anticiperen op belangrijke ontwikkelingen wordt de organisatie verder geprofessionaliseerd.

Vanaf 1 januari 2022 is het werk en de functie van Onafhankelijk Raadsman ondergebracht bij de Nationale ombudsman. Een lokaal steunpunt in het aardbevingsgebied in Groningen blijft bestaan.

Naar aanleiding van de kabinetsreactie op het rapport Ongekend onrecht van de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag vindt een grote, Rijksbrede verbeteroperatie voor de informatiehuishouding plaats (Kamerstukken II 2020/21, 35510, nr. 4). De Nationale ombudsman werkt in 2023 verder aan dit programma.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3. De Nationale ombudsman (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

23.666

26.799

25.625

25.618

25.591

25.586

25.826

        

Uitgaven

23.099

26.799

25.625

25.618

25.591

25.586

25.826

        

Institutionele inrichting

       

Taakuitoefening Nationale ombudsman

20.009

24.276

23.102

23.095

23.068

23.063

23.303

Materiële uitgaven

       

Taakuitoefening medeoverheden

3.090

2.523

2.523

2.523

2.523

2.523

2.523

        

Ontvangsten

2.791

2.539

2.539

2.539

2.539

2.539

2.539

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Institutionele inrichting

Taakuitoefening Nationale ombudsman

De Nationale ombudsman behandelt op verzoek klachten over het optreden van de overheid. De organisatie doet dit onder andere door het plegen van interventies, het schrijven van rapporten, het doen van aanbevelingen en het uitvoeren van bemiddelingen.

De Nationale ombudsman wacht niet tot mensen aankloppen met een klacht, maar gaat in gesprek met burgers en overheden. Dat doet de Nationale ombudsman tijdens de provincietour, maar ook tijdens werkbezoeken aan (overheids-)instanties, en door met bestuurders te spreken. De Nationale ombudsman geeft gevraagd en ongevraagd advies aan overheden om de dienstverlening te verbeteren. Daarnaast geeft de Nationale Ombudsman ook workshops en presentaties op het gebied van professionele klachtbehandeling.

Steeds meer burgers zijn actief op sociale media en daarmee is het een belangrijk communicatiemiddel om burgers te bereiken en hen te helpen met vragen en klachten over de overheid. De Nationale ombudsman monitort de reacties en legt contact om hun signalen of klachten te behandelen.

Een voor de Nationale ombudsman belangrijke manier van proactief werken, is het uitvoeren van onderzoek uit eigen beweging naar de relatie burger - overheid. De aanleiding hiervoor kan zijn dat de Nationale ombudsman over een bepaald onderwerp veel klachten ontvangt. Of er kan maatschappelijke onrust zijn over een onderwerp. Vaak is het een combinatie van beide. De conclusies en aanbevelingen op basis van een dergelijk onderzoek gaan niet over een enkel geval, maar richten zich op uitvoering in algemene zin. De onderzoeken uit eigen beweging worden gedeeltelijk bepaald door de ombudsagenda (agenda van onderzoeken). Deze is ingedeeld in thema's en gebaseerd op signalen en klachten van burgers over overheden.

De Kinderombudsman bevordert dat de rechten van jeugdigen worden nageleefd door overheidsinstanties en door privaatrechtelijke organisaties, door middel van het voorlichten en geven van informatie over de rechten van jeugdigen, het gevraagd en ongevraagd advies geven aan de regering en de Tweede Kamer over wetgeving en beleid dat rechten van jeugdigen raakt, het doen van onderzoek naar eerbiediging van de rechten van jeugdigen naar aanleiding van klachten of uit eigen beweging. Ook houdt de Kinderombudsman toezicht op de wijze waarop klachten van jeugdigen of hun wettelijke vertegenwoordigers door de daartoe bevoegde instanties worden behandeld.

De Veteranenombudsman bevordert dat de rechten van veteranen worden nageleefd door overheidsinstanties en door privaatrechtelijke organisaties. Naast de behandeling van klachten van veteranen, voert de Veteranenombudsman ook onderzoeken uit eigen beweging uit bij structurele aandachtspunten. Daarnaast heeft de Veteranenombudsman ook de taak om regering en Tweede Kamer te informeren over zijn bevindingen. De Veteranenombudsman adviseert gevraagd én ongevraagd de regering en Tweede Kamer over de uitvoering van de Veteranenwet en over beleid dat een behoorlijke behandeling van veteranen raakt.

Tabel 7 Klachtenbehandeling rijksoverheid (in aantallen)
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Ontwerp begroting

 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Nationale ombudsman

23.240

23.230

28.390

25.640

29.920

27.520

27.520

Kinderombudsman

2450

2.000

2.100

1.990

2.170

2.110

2.110

Veteranenombudsman

150

200

280

280

290

300

300

        

Totaal

25.840

25.430

30.770

27.910

32.380

29.930

29.930

Materiële uitgaven

Taakuitoefening medeoverheden

Naast de provincies, de waterschappen en bijna alle gemeenschappelijke regelingen is 74% van de 344 (stand per 25 maart 2022) gemeenten aangesloten bij de Nationale ombudsman voor hun klachtbehandeling. Mede door deze hoge dekkingsgraad fungeert de Nationale ombudsman als kenniscentrum voor klachtbehandeling door medeoverheden.

Tabel 8 Percentage aangesloten gemeenten bij de Nationale ombudsman
 

Realisatie

Vastgestelde begroting

Ontwerp begroting

 

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Percentage aangesloten gemeenten

71%

73%

73%

75%

75%

74%

74%

Ontvangsten

De ontvangsten hebben voornamelijk betrekking op de activiteiten van de Nationale ombudsman in opdracht van provincies, waterschappen en gemeenten en voor de uitvoering van internationale projecten.

2.4 Artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden

A. Algemene doelstelling

De Kanselarij der Nederlandse Orden (KNO) is bij Koninklijk Besluit (KB) van 3 juni 1844 ingesteld. De Kanselarij der Nederlandse Orden is de organisatie die:

  • het Kapittel der Militaire Willems-Orde en het Kapittel voor de Civiele Orden huisvest en ambtelijk ondersteunt in hun advisering over de voorstellen tot decoratieverlening;

  • zorg draagt voor het beheer van de versierselen van de onderscheidingen en voor de correcte verzending ervan aan de betrokken ministeries;

  • zorgt dat registers worden aangehouden van in het Koninkrijk der Nederlanden onderscheiden personen.

Kapittel der Militaire Willems-Orde

De taken van het Kapittel der Militaire Willems-Orde behelzen:

  • het adviseren van het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur over de voordrachten voor benoeming of bevordering in en ontslag uit de Orde dan wel over aanvragen om in de Orde te worden opgenomen of bevorderd;

  • het verstrekken van inlichtingen aan het hoofd van het betrokken departement van algemeen bestuur alsmede het geven van inzage in alle zakelijke gegevens en bescheiden aan deze departementen;

  • het aanhouden van registers voor elk der vier klassen van ridders;

  • het houden van aantekening van verlening van het ordeteken aan onderdelen van de krijgsmacht.

Kapittel voor de Civiele Orden

Het Kapittel voor de Civiele Orden heeft als adviescollege op landelijk niveau tot taak Onze Minister wie het aangaat te adviseren over het verlenen van onderscheidingen in één van de Civiele Orden.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De Colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de Colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidswijzigingen

Voor 2023 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 9 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

5.571

5.552

5.412

5.360

4.882

4.885

4.885

        

Uitgaven

5.337

5.552

5.412

5.360

4.882

4.885

4.885

        

Institutionele inrichting

       

Apparaat

3.668

3.719

3.579

3.527

3.527

3.530

3.530

Materiële uitgaven

       

Decoraties

1.669

1.828

1.828

1.828

1.350

1.350

1.350

Riddertoelagen

0

5

5

5

5

5

5

        

Ontvangsten

390

199

199

199

199

199

199

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Institutionele inrichting

Apparaat

De afdeling Decoraties en Advies (D&A) van de Kanselarij der Nederlandse Orden is belast met de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden ontleend aan de taken van het Kapittel voor de Civiele Orden. In concreto worden alle voorstellen voor decoratie met betrekking tot de Civiele Orden voorzien van een inhoudelijk pré-advies.

De afdeling Bedrijfsvoering (BV) is belast met de aanschaf, het beheer en de verstrekking van de versierselen en met de reguliere piofach-taken van de Kanselarij der Nederlandse Orden inclusief de facilitaire ondersteuning van het Kapittel voor de Civiele Orden en het Kapittel der Militaire Willems-Orde.

Materiële uitgaven

Decoraties

Dit budget betreft de middelen voor de aanschaf, beheer en de verstrekking van de versierselen en oorkondes behorende bij de Orde van Oranje-Nassau, de Orde van de Nederlandse Leeuw en de Militaire Willems-Orde. Daarnaast worden Erepenningen Menslievend Hulpbetoon, medailles en oorkondes van de Nationale Politie, Vrijwilligersmedailles, Trouwe dienstmedailles van de Landmacht, luchtmacht en Marine, Officiersdienstkruizen, medailles ten behoeve van Buitenlandse staatsbezoeken en een aantal dapperheidsonderscheidingen van het Ministerie van Defensie door de Kanselarij der Nederlandse Orden aangeschaft, beheerd en uitgegeven.

Riddertoelagen

Aan de weduwen van de Ridders Militaire Willems-Orde-4e klasse wordt van rechtswege een jaarlijkse riddertoelage uitgekeerd.

Ontvangsten

De ontvangsten van de Kanselarij der Nederlandse Orden bestaan voornamelijk uit borgsommen gestort door gedecoreerden of nabestaanden van gedecoreerden. Als na overlijden van een gedecoreerde de nabestaanden besluiten het versiersel niet terug te sturen, maar in bruikleen te houden staat daar een borgsomvergoeding tegenover.

2.5 Artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba

A. Algemene doelstelling

Het Kabinet van de Gouverneur van Aruba heeft tot taak het ondersteunen van de Gouverneur van Aruba in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van Aruba en in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk. Gezien deze ondersteunende rol zijn de taken van het Kabinet een afgeleide van de taken en bevoegdheden van de Gouverneur, die voornamelijk zijn geregeld in het Het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Aruba en het Reglement voor de Gouverneur van Aruba. Het kabinet heeft ook tot taak het behandelen van consulaire aangelegenheden aangezien de gouverneur tevens bevoegdheden heeft in het kader van de verkrijging van het Nederlanderschap en de verstrekking van paspoorten en visa aan personen die woonachtig zijn in Aruba.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

Voor het handelen van de gouverneur als landsorgaan leggen de Ministers van Aruba verantwoording af aan de Staten van Aruba. De gouverneur is als Koninkrijksorgaan verantwoordelijk aan de regering van het Koninkrijk.

De gouverneur onderhoudt contacten met de minister-president en overige Ministers van Aruba, de Staten, maatschappelijke organisaties en met ministers en andere bestuurders van de andere landen van het Koninkrijk. De gouverneur onderhoudt ook contacten met ambassadeurs van het Koninkrijk en van andere staten in de regio. De relaties met de Gouverneurs van Sint Maarten en Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.

Het kabinet onderhoudt contacten met andere organen van de overheid, zowel binnen als buiten het Koninkrijk. Bij de uitvoering van rijksregelgeving werkt het kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten van Nederland.

C. Beleidswijzigingen

Voor 2023 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 10 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

2.338

2.545

2.067

2.067

2.067

2.067

2.067

        

Uitgaven

2.338

2.545

2.067

2.067

2.067

2.067

2.067

        

Institutionele inrichting

       

Kabinet Gouverneur Aruba

2.338

2.545

2.067

2.067

2.067

2.067

2.067

        

Ontvangsten

96

60

60

60

60

60

60

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Institutionele inrichting

Kabinet Gouverneur Aruba

Ondersteunen van de Gouverneur

Het kabinet informeert de Gouverneur inzake politieke, bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen, doch vormt geen beleid. Het draagt tevens zorg voor de doorgeleiding aan de Gouverneur gerichte correspondentie en handelt deze af. Voorts bereidt het kabinet de binnen- en buitenlandse bezoeken van de Gouverneur voor en begeleidt deze hierin.

Landsbesluiten en landsverordeningen

De Gouverneur stelt alle landsregelgeving en landsbesluiten vast. Het kabinet staat de Gouverneur bij in de uitoefening van deze taak met het oog op de kwaliteit van de besluitvorming.

Uitvoeringstaken

Het kabinet zorgt namens de Gouverneur voor afkondigingen van rijkswetten en algemene maatregelen van bestuur. Ingevolge rijkswetten en verdragen is vastgesteld dat de Gouverneur is belast met de afgifte van paspoorten, nooddocumenten en visa en met de registratie, beoordeling en indien nodig van doorgeleiding van naturalisatieverzoeken. Het kabinet draagt hier namens de Gouverneur de zorg voor. Ook beoordeelt het kabinet aanvragen voor toestemming aan vreemde (militaire) schepen en vliegtuigen, die Aruba willen aandoen of de Arubaanse wateren respectievelijk het Arubaanse luchtruim wensen te doorkruisen.

Paspoortafgifte aan ingezetenen van Aruba

De Gouverneur heeft de afgifte van paspoorten aan ingezetenen van Aruba gemandateerd aan de Directie Bevolking (Censo) van Aruba, echter het kabinet heeft (namens de Gouverneur) de eindverantwoordelijkheid voor de afgifte van reisdocumenten.

Ontvangsten

De ontvangsten van het kabinet bestaan uit leges in verband met de afgifte van paspoorten, nooddocumenten en visa en uit ingediende verzoeken om optie en naturalisatie.

2.6 Artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

A. Algemene doelstelling

De missie van het Kabinet van de Gouverneur van Curaçao is het optimaal ondersteunen van de gouverneur in de uitoefening van zijn taken in zijn beide hoedanigheden: als het hoofd van de regering van het land Curaçao en als orgaan van het Koninkrijk. De taken van het kabinet zijn afgeleid van de wettelijke taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de Gouverneur. De belangrijkste taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Curaçao zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Curaçao, verschillende (organieke) Curaçaose landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement van de Gouverneur van Curaçao.

Aan het feit dat de gouverneur het bevoegde orgaan is in de uitvoeringsregelingen van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur dienstverlenende, uitvoerende consulaire werkzaamheden. De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie- en formatieplan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de Minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidswijzigingen

Voor 2023 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 11 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

2.422

3.166

3.136

3.136

3.136

3.136

3.136

        

Uitgaven

2.422

3.166

3.136

3.136

3.136

3.136

3.136

        

Institutionele inrichting

       

Kabinet Gouverneur Curaçao

2.422

3.166

3.136

3.136

3.136

3.136

3.136

        

Ontvangsten

142

200

200

200

200

200

200

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Institutionele inrichting

Kabinet Gouverneur Curaçao

Ondersteunen van de Gouverneur

Het kabinet analyseert maatschappelijke, politieke, juridische, bestuurlijke, economische, sociale en financiële ontwikkelingen en adviseert de gouverneur hierover. Het kabinet is geen beleidsvormend orgaan. De informatieverwerving en analyses zijn uitsluitend bedoeld ter advisering aan de gouverneur. De ambtelijke ondersteuning van de gouverneur is erop gericht dat de gouverneur zijn taken als Lands- en Koninkrijksorgaan op adequate wijze kan vervullen. Gegeven de brede bestuurlijke rol die de gouverneur vervult, zowel als landsorgaan als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan, onderhoudt het kabinet contact met – onder andere – de Staten van Curaçao, met ministeries en andere instituties binnen het Koninkrijk, Curaçao en Nederland. Verder zijn de relaties met de collega Gouverneurs van Aruba en Sint-Maarten geïnstitutionaliseerd.

Bekrachtiging Landsverordeningen en Landsbesluiten

De gouverneur is belast met het toezicht op de naleving van rijkswetten, algemene maatregelen van rijksbestuur en verdragen. In verband hiermee bereidt het kabinet de toetsing voor van de aan de gouverneur voorgelegde Curaçaose (concept-) regelgeving aan het hoger wettelijk kader, Koninkrijksbelangen en algemene beginselen van behoorlijk bestuur.

Uitvoeringstaken

Uit enkele verdragen en rijkswetten vloeit voort, dat de gouverneur de uitvoering van onderdelen daarvan verzorgt. Hierbij gaat het met name om de Rijkswet op het Nederlanderschap, de Paspoortwet en de vigerende visumregelgeving. In verband hiermee werkt het kabinet samen met verschillende ministeries. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst van het Ministerie van Justitie en Veiligheid en de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Directie Consulaire Zaken en Visumbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

Het kabinet bereidt de afkondiging van rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur voor, behandelt de aanvragen voor overvliegvergunningen en havenbezoeken alsook verzoekschriften en voorstellen voor Koninklijke onderscheidingen. Ook behandelt het kabinet aanvragen voor naturalisatie en optie, paspoorten en visa. Op de aan de landsdienst Burgerzaken(Kranshi) gemandateerde bevoegdheid voor de uitgifte van paspoorten wordt door het kabinet actief toezicht gehouden.

Bedrijfsvoering

Toezicht op doelmatigheid en rechtmatigheid van de ontvangsten en uitgaven vormen een belangrijk onderdeel van het bedrijfsvoeringsproces. Daarnaast wordt het personeelsbeleid nageleefd, de huisvesting (inclusief het paleis) beheerd en de organisatie en formatie op een dusdanige wijze ingevuld dat het kabinet zijn inhoudelijke taken naar behoren kan uitoefenen.

Ontvangsten

De ontvangsten van het kabinet bestaan uit leges in verband met de afgifte van paspoorten, nooddocumenten en visa en uit optie- en naturalisatiegelden.

2.7 Artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

A. Algemene doelstelling

De missie van het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten is het ondersteunen van de gouverneur in zijn hoedanigheid van vertegenwoordiger van de Koning als hoofd van de regering van het land Sint Maarten en als vertegenwoordiger van de regering van het Koninkrijk.

De taken en bevoegdheden van de Gouverneur van Sint Maarten zijn opgenomen in het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden, de Staatsregeling van Sint Maarten, verschillende (organieke) Sint Maartense landsverordeningen, Koninkrijkswetgeving en het Reglement voor de Gouverneur van Sint Maarten.

Aan het feit dat de gouverneur bevoegd orgaan is tot uitvoering van de Rijkswet op het Nederlanderschap en van de Rijkswet Paspoortwet ontleent het Kabinet van de Gouverneur veel dienstverlenende, uitvoerende werkzaamheden. De taken en inrichting van het kabinet zijn vastgelegd in een instellings- en beheersbesluit, evenals in een organisatie- en formatieplan.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Staten-Generaal en van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

De bestuurlijke rol van de gouverneur zowel binnen Sint Maarten als landsorgaan, als in relatie tot het Koninkrijk als Koninkrijksorgaan brengt met zich mee dat door het kabinet ten behoeve van de Gouverneur op het gehele werkveld van deze overheden contacten worden onderhouden met de Staten van Sint Maarten, met ministers, andere bestuurders en instituties in het Koninkrijk, Sint Maarten en Nederland. De relaties met de Gouverneurs van Aruba en van Curaçao zijn geïnstitutionaliseerd en worden onderhouden.

Met name bij de uitvoering van (rijks-)wetgeving werkt het kabinet samen met verschillende ministeries, agentschappen en diensten. Dit zijn in het bijzonder de Immigratie- en Naturalisatiedienst, de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Binnen het land Sint Maarten heeft het kabinet intensief contact met de Staten, de Raad van Ministers, de Hoge Colleges van Staat en met overige landsdiensten. De Gouverneur van Sint Maarten heeft de procedure van de aanvraag en uitgifte van nationale paspoorten aan ingezetenen van Sint Maarten deels gemandateerd aan de landsdienst voor Burgerzaken (Census Office).

C. Beleidswijzigingen

Voor 2023 zijn geen beleidswijzigingen voorzien.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 12 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

2.195

2.515

2.279

2.279

2.279

2.279

2.279

        

Uitgaven

2.195

2.515

2.279

2.279

2.279

2.279

2.279

        

Institutionele inrichting

       

Kabinet Gouverneur Sint Maarten

2.195

2.515

2.279

2.279

2.279

2.279

2.279

        

Ontvangsten

114

75

75

75

75

75

75

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Institutionele inrichting

Kabinet Gouverneur Sint Maarten

Ondersteunen van de Gouverneur

Het kabinet verzamelt informatie aangaande politieke, bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen en informeert de Gouverneur daarover. Het Kabinet is geen beleidsvormend orgaan. Het Kabinet voert de correspondentie namens de Gouverneur en begeleidt deze bij binnenlandse en buitenlandse bezoeken. Voorts behandelt en geleidt het Kabinet de aan de Gouverneur verrichte verzoekschriften door.

Bekrachtigen landsverordeningen en Landsbesluiten

De Gouverneur stelt alle landsregelgeving en landsbesluiten vast. Het Kabinet staat de Gouverneur bij in de uitoefening van deze taak met het oog op de kwaliteit van de besluitvorming.

Uitvoeringstaken

Het Kabinet draagt zorgt voor afkondiging van rijkswetten en algemene maatregelen van rijksbestuur. In diverse verdragen en rijkswetten is bepaald dat de Gouverneur belast is met de uitvoering daarvan. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de Paspoortwet, het Verdrag van Schengen en de Rijkswet op het Nederlanderschap. Zo geeft het Kabinet paspoorten, laissez-passers en visa uit, beoordeelt en besluit op optieverklaringen, registreert en geleidt naturalisatieverzoeken door en organiseert de naturalisatieceremonies. Ook behandelt het Kabinet aanvragen voor militaire bijstand van de landsregering en aanvragen voor toestemming van vreemde militaire schepen en militaire luchtvaartuigen die de Sint Maartense wateren respectievelijk het luchtruim willen bezoeken dan wel willen doorkruisen.

Paspoortuitgifte aan ingezetenen Sint Maarten

De Voortgangscommissie Sint Maarten heeft zich in haar rapporten opeenvolgend positief uitgelaten over de bereikte resultaten bij de Burgeradministratie. Dit heeft ertoe geleid dat de Gouverneur de uitgifte van paspoorten aan ingezeten van Sint Maarten met ingang van 10 oktober 2011 heeft gemandateerd aan het Hoofd van de Burgeradministratie. Tegelijkertijd blijft het op 10-10-‘10 gesloten convenant, en het daarin opgenomen toezichtinstrument, onverkort van kracht. Op basis daarvan vindt, aan de hand van maandrapportages, maandelijks overleg plaats tussen het hoofd Burgeradministratie en de directeur van het Kabinet van de Gouverneur.

Ontvangsten

Het Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten heeft ontvangsten uit consulaire producten, naturalisaties en opties, nationale paspoorten, nooddocumenten en visa.

2.8 Artikel 9. Kiesraad

A. Algemene doelstelling

De Kiesraad fungeert als centraal stembureau voor de verkiezingen van de Tweede Kamer, de Eerste Kamer en het Europese Parlement. De Kiesraad registreert partijaanduidingen, nummert kandidatenlijsten en stelt de officiële verkiezingsuitslagen voor deze verkiezingen vast. Daarnaast is de Kiesraad het adviesorgaan voor het kabinet en parlement op het terrein van het kiesrecht en de organisatie en uitvoering van verkiezingen. Verder verschaft de Kiesraad informatie aan gemeenten, provincies, politieke partijen, burgers en media over kiesrecht en verkiezingen.

De Kiesraad treedt het gehele jaar door op als kennis- en informatiepunt over kiesrecht en verkiezingen voor gemeenten, provinciale griffies, politieke partijen, kiezers en media. Voorts adviseert de Kiesraad de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over kiesrechtelijke geschillen waarbij de Kiesraad niet zelf partij is.

B. Rol en verantwoordelijkheid

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is verantwoordelijk voor het beheer van de begroting van de Overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad. De colleges voeren zelf het beheer over hun begroting of hun begrotingsdeel. Over de inhoud van dit beheer zijn in artikel 4.4 lid 4 van de Comptabiliteitswet 2016 afspraken vastgelegd (de zogenoemde beheerafspraken) tussen de minister en de colleges, waarin recht gedaan wordt aan hun staatsrechtelijke positie.

C. Beleidswijzigingen

Nieuwe procedure vaststelling uitslag

De Wet nieuwe procedure vaststelling verkiezingsuitslagen is aanvaard in het parlement en zal op 1 januari 2023 in werking treden. Met deze wet krijgt de Kiesraad een aantal nieuwe taken rondom de vaststelling van verkiezingsuitslagen. De Kiesraad zal voortaan voor alle verkiezingen verschillende controle-protocollen opstellen die aan de robuustheid van het proces en de betrouwbaarheid van de daarbij gebruikte programmatuur moeten bijdragen. De Kiesraad krijgt tevens bij verkiezingen waar het als centraal stembureau optreedt een ruimere controletaak bij de vaststelling van de uitslag en tevens krijgt de Kiesraad vanaf dan ook een wettelijke taak om uitslagen van verkiezingen in een verkiezingsdatabank te ontsluiten.

Verkiezingsagenda, kandidaatstellingsprocedure

In het kader van de Verkiezingsagenda 2030, een gezamenlijk initiatief waarin BZK, VNG, NVVB en Kiesraad aangeven welke maatregelen nodig zijn aan onderhoud en vernieuwing in het verkiezingsproces (bijlage bij Kamerstukken II 2020/21, 35165, nr. 40) zal de Kiesraad in 2023 voorstellen verder uitwerken voor verbeteringen in de kandidaatstellingsprocedure. De Kiesraad heeft daartoe een advies uitgebracht over de digitalisering van processen en aanscherping van de procedure om verzuimen te herstellen. En geadviseerd te bezien op welke wijze het afleggen van ondersteuningsverklaringen digitaal kan plaatsvinden. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zal in het najaar een standpunt op de adviezen bepalen. Ter bevordering van de transparantie en controleerbaarheid van verkiezingen wordt daarnaast de verdere uniformering van de publicatie van processen-verbaal met uitslagen van verschillende verkiezingen bevorderd en zal de Kiesraad onderzoeken hoe deze centraal digitaal openbaar kunnen worden gemaakt.

Transitie naar verkiezingsautoriteit

Om de onpartijdigheid en de kwaliteit van het verkiezingsproces en de betrouwbaarheid van de verkiezingsuitslag ook in de toekomst boven elke twijfel verheven te laten zijn, wordt de rol van de Kiesraad in het verkiezingsstelsel verzwaard en zijn positie versterkt. In 2023 zal de Kiesraad de hiermee samenhangende voorbereidende werkzaamheden uitvoeren in de ontwikkeling tot een onafhankelijke verkiezingsautoriteit. Met de transitie krijgt de Kiesraad een instruerende, ondersteunende en beoordelende rol bij de uitvoering van de verkiezingen en de uitslagvaststelling en krijgt de Kiesraad aanvullende taken en bevoegdheden op het gebied van doorlopende kwaliteitsbevordering van de onderdelen van het verkiezingsproces.

Digitaal Hulpmiddel Verkiezingen (DHV)

In 2022 is de opdracht voor het bouwen van het Digitaal Hulpmiddel Verkiezingen (DHV) gegund. Het DHV zal gebruikt worden bij het vaststellen van de verkiezingsuitslag en het indienen van de kandidatenlijsten door politieke partijen en zal de Ondersteunende Software Verkiezingen (OSV2020) gaan vervangen. Het DHV zal naar verwachting in 2023 worden opgeleverd. Ten behoeve van de verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de Kiesraad als beheerder van het DHV is de Wet programmatuur verkiezingsuitslagen bij de Tweede Kamer ingediend.

D. Budgettaire gevolgen van beleid
Tabel 13 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9. Kiesraad (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

4.772

26.477

5.820

4.769

4.506

4.264

1.492

        

Uitgaven

4.405

16.194

10.440

6.697

5.469

4.264

4.264

        

Institutionele inrichting

       

Kiesraad

4.405

16.194

10.440

6.697

5.469

4.264

4.264

        

Ontvangsten

1

0

0

0

0

0

0

E. Toelichting op de financiële instrumenten

Uitgaven

Institutionele inrichting

Kiesraad

De Kiesraad is belast met uitgaven die betrekking hebben op vaste en verplichte zaken zoals de personele exploitatie, externe inhuur, materieel en loonkosten voor het bureau van de Kiesraad. Doelmatigheid, juistheid, tijdigheid en rechtmatigheid zijn daarbij belangrijke kernbegrippen.

De Kiesraad is belast met uitgaven in directe relatie tot de verkiezingen van de Tweede Kamer, de Eerste Kamer, het Europese parlement en het kennis- en informatiepunt, zoals de ontwikkel- en beheerkosten van programmatuur voor de kandidaatsteling en vaststelling van de uitslag, communicatieadvies en communicatiemiddelen.

3. Niet-beleidsartikelen

3.1 Artikel 10. Nog onverdeeld

A. Budgettaire gevolgen

Tabel 14 Budgettaire gevolgen artikel 10. Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

2021

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verplichtingen

0

0

0

0

0

0

0

        

Uitgaven

0

0

0

0

0

0

0

        

Nog te verdelen

       

Loonbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

Prijsbijstelling

0

0

0

0

0

0

0

Onvoorzien

0

0

0

0

0

0

0

        

Ontvangsten

0

0

0

0

0

0

0

B. Toelichting op de financiële instrumenten

Nog te verdelen

Loon- en prijsbijstelling

Vanuit dit artikel wordt de loon- en prijsbijstelling naar de artikelen geboekt.

4. Bijlagen

Bijlage 1: ZBO's en RWT's

Tabel 15 Overzicht Rechtspersonen met een Wettelijke Taak en Zelfstandige Bestuursorganen (vallend onder het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties)

Naam organisatie

RWT/ZBO

Begrotingsartikel

Begrotingsramingen (bedragen x € 1.000)

Uitgevoerde evaluatie ZBO onder Kaderwet1

Volgende evaluatie ZBO

Kiesraad

ZBO

artikel 9

10.440

Valt onder Kaderwet sinds 2013

Was voorzien in 2019, maar in verband met transitie Kiesraad nader te bepalen

X Noot
1

De Kiesraad staat sinds 2018 in het begrotingshoofdstuk 2B "overige Hoge Colleges van Staat "

Bijlage 2: Verdiepingshoofdstuk

Beleidsartikel 1. Raad van State

Uitgaven

Tabel 16 Uitgaven beleidsartikel 1. Raad van State (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

75.728

74.635

73.764

73.764

69.209

Mutatie Nota van wijziging 2022

Mutatie amendement 2022

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

656

0

0

0

0

0

Extrapolatie

69.209

Nieuwe mutaties

3.660

6.029

6.121

6.121

5.443

5.133

Waarvan:

      

1. Loon- en prijsbijstelling

2.318

2.285

2.259

2.259

2.125

2.125

2. Gewijzigde rechtsbescherming studenten

 

938

1.104

1.104

1.104

1.104

3. Omgevingskamer

3.000

3.000

3.000

3.000

0

0

4. Kasschuif omgevingskamer

‒ 2.112

‒ 498

‒ 498

‒ 498

1.958

1.648

       

Stand ontwerpbegroting 2023

80.044

80.664

79.885

79.885

74.652

74.342

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2022.

2. Gewijzigde rchtsbescherming studenten

Met de wijzinging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs om de rechtsbescherming van mbo-studenten te verbeteren (stb. 2022, 134) wordt de rechtsbescherming van mbo-studenten gewijzigd van civiele naar bestuusrechtelijke rechtsbescherming. Bestuursrechtelijke zaken in het middelbaar beroepsonderwijs worden per 1 augustus door de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) behandeld.

Daarnaast wordt met deze wetswijziging het College van beroep voor het hoger onderwijs opgeheven en zal de ABRvS per 1 januari bestuursrechtelijke zaken in het hoger onderwijs behandelen.

Om deze extra taken voor de Raad van State te financiëren is budget overgeboekt van de begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap naar de begroting van de Raad van State.

3. Omgevingskamer

De Raad van State ontvangt over de periode 2022 ‒ 2025 € 12 mln. van de begroting van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) voor het vergroten van de capaciteit van de Omgevingskamer. Hiermee kunnen zaken met betrekking tot woningbouw sneller afgedaan worden.

4. Kasschuif Omgevingskamer

Door krapte op de arbeidsmarkt lukt het de Raad van State niet om voldoende juristen te werven voor de Omgevingskamer. Daarom wil de Raad van State budget dat zij van de begroting van het Ministerie van BZK heeft ontvangen voor versterking van de Omgevingskamer uitspreiden over een langere periode.

Ontvangsten

Tabel 17 Ontvangsten beleidsartikel 1. Raad van State (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

1.950

1.950

1.950

1.950

1.950

Mutatie Nota van wijziging 2022

Mutatie amendement 2022

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

1.950

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2023

1.950

1.950

1.950

1.950

1.950

1.950

Beleidsartikel 2. Algemene Rekenkamer

Uitgaven

Tabel 18 Uitgaven beleidsartikel 2. Algemene Rekenkamer (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

35.098

35.174

38.499

35.388

35.409

Mutatie Nota van wijziging 2022

Mutatie amendement 2022

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

1.745

2.975

2.860

2.800

2.800

1.800

Extrapolatie

43.869

Nieuwe mutaties

1.109

1.137

1.277

1.121

1.123

1.373

Waarvan:

      

1. Loon- en prijsbijstelling

1.111

1.113

1.277

1.121

1.123

1.373

       

Stand ontwerpbegroting 2023

37.952

39.286

42.636

39.309

39.332

47.042

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2022.

Ontvangsten

Tabel 19 Ontvangsten beleidsartikel 2. Algemene Rekenkamer (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

1.017

1.017

1.017

1.017

1.017

Mutatie Nota van wijziging 2022

Mutatie amendement 2022

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

1.017

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2023

1.017

1.017

1.017

1.017

1.017

1.017

Beleidsartikel 3. De Nationale ombudsman

Uitgaven

Tabel 20 Uitgaven beleidsartikel 3. De Nationale ombudsman (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

23.239

23.532

23.673

23.647

23.624

Mutatie Nota van wijziging 2022

Mutatie amendement 2022

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

2.880

1.385

1.250

1.250

1.270

1.510

Extrapolatie

23.624

Nieuwe mutaties

680

708

695

694

692

692

Waarvan:

      

1. Loon- en prijsbijstelling

681

691

695

694

692

692

       

Stand ontwerpbegroting 2023

26.799

25.625

25.618

25.591

25.586

25.826

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2022.

Ontvangsten

Tabel 21 Ontvangsten beleidsartikel 3. De Nationale ombudsman (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

2.539

2.539

2.539

2.539

2.539

Mutatie Nota van wijziging 2022

Mutatie amendement 2022

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

2.539

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2023

2.539

2.539

2.539

2.539

2.539

2.539

Beleidsartikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden

Uitgaven

Tabel 22 Uitgaven beleidsartikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

4.691

4.692

4.692

4.233

4.236

Mutatie Nota van wijziging 2022

Mutatie amendement 2022

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

743

500

500

500

500

500

Extrapolatie

4.236

Nieuwe mutaties

118

220

168

149

149

149

Waarvan:

      

1. Loon- en prijsbijstelling

168

168

168

149

149

149

       

Stand ontwerpbegroting 2023

5.552

5.412

5.360

4.882

4.885

4.885

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2022.

Ontvangsten

Tabel 23 Ontvangsten beleidsartikel 4. Kanselarij der Nederlandse Orden (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

199

199

199

199

199

Mutatie Nota van wijziging 2022

Mutatie amendement 2022

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

199

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2023

199

199

199

199

199

199

Beleidsartikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba

Uitgaven

Tabel 24 Uitgaven beleidsartikel 6. Kabinet van de Gouverneur van Aruba (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

2.001

2.001

2.001

2.001

2.001

Mutatie Nota van wijziging 2022

Mutatie amendement 2022

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

478

0

0

0

0

0

Extrapolatie

2.001

Nieuwe mutaties

66

66

66

66

66

66

Waarvan:

      

1. Loon- en prijsbijstelling

66

66

66

66

66

66

       

Stand ontwerpbegroting 2023

2.545

2.067

2.067

2.067

2.067

2.067

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2022.

Ontvangsten

Tabel 25
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

60

60

60

60

60

Mutatie Nota van wijziging 2022

Mutatie amendement 2022

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

60

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2023

60

60

60

60

60

60

Beleidsartikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao

Uitgaven

Tabel 26 Uitgaven beleidsartikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

3.032

3.032

3.032

3.032

3.032

Mutatie Nota van wijziging 2022

Mutatie amendement 2022

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

30

0

0

0

0

0

Extrapolatie

3.032

Nieuwe mutaties

104

104

104

104

104

104

Waarvan:

      

1. Loon- en prijsbijstelling

104

104

104

104

104

104

       

Stand ontwerpbegroting 2023

3.166

3.136

3.136

3.136

3.136

3.136

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2022.

Ontvangsten

Tabel 27 Ontvangsten beleidsartikel 7. Kabinet van de Gouverneur van Curaçao (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

200

200

200

200

200

Mutatie Nota van wijziging 2022

Mutatie amendement 2022

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

200

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2023

200

200

200

200

200

200

Beleidsartikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten

Uitgaven

Tabel 28 Uitgaven beleidsartikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

2.204

2.204

2.204

2.204

2.204

Mutatie Nota van wijziging 2022

Mutatie amendement 2022

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

236

0

0

0

0

0

Extrapolatie

2.204

Nieuwe mutaties

75

75

75

75

75

75

Waarvan:

      

1. Loon- en prijsbijstelling

75

75

75

75

75

75

       

Stand ontwerpbegroting 2023

2.515

2.279

2.279

2.279

2.279

2.279

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2022.

Ontvangsten

Tabel 29 Ontvangsten beleidsartikel 8. Kabinet van de Gouverneur van Sint Maarten
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

75

75

75

75

75

Mutatie Nota van wijziging 2022

Mutatie amendement 2022

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

75

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2023

75

75

75

75

75

75

Beleidsartikel 9. Kiesraad

Uitgaven

Tabel 30 Uitgaven beleidsartikel 9. Kiesraad (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

6.074

5.920

6.258

5.770

5.770

Mutatie Nota van wijziging 2022

Mutatie amendement 2022

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

5.486

2.050

984

742

500

500

Extrapolatie

5.770

Nieuwe mutaties

4.634

2.470

‒ 545

‒ 1.043

‒ 2.006

‒ 2.006

Waarvan:

      

1. Loon- en prijsbijstelling

257

250

265

244

244

244

2. Digitaal hulpmiddel verkiezingen

4.377

2.220

‒ 810

‒ 1.287

‒ 2.250

‒ 2.250

       

Stand ontwerpbegroting 2023

16.194

10.440

6.697

5.469

4.264

4.264

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2022.

2. Digitaal Hulpmiddel Verkiezingen

De Kiesraad heeft structureel budget ontvangen voor de aanschaf en het beheer en onderhoud van het Digitaal Hulpmiddel Verkiezingen (DHV). De aanbesteding voor dit systeem is afgerond en nu blijkt dat de aanloopkosten hoger zijn dan begroot en de kosten voor beheer en onderhoud lager zijn dan begroot. Met deze mutatie wordt het budget naar voren geschoven.

Ontvangsten

Tabel 31 Ontvangsten beleidsartikel 9. Kiesraad (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

0

0

0

0

0

Mutatie Nota van wijziging 2022

Mutatie amendement 2022

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

0

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2023

0

0

0

0

0

0

Niet-beleidsartikel 10. Nog onverdeeld

Uitgaven

Tabel 32 Uitgaven artikel 10. Nog onverdeeld (bedragen x € 1.000)
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

0

0

0

0

0

Mutatie Nota van wijziging 2022

Mutatie amendement 2022

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

4.780

4.752

4.909

4.712

4.578

4.828

Extrapolatie

0

Nieuwe mutaties

‒ 4.780

‒ 4.752

‒ 4.909

‒ 4.712

‒ 4.578

‒ 4.828

Waarvan:

      

1. Loon- en prijsbijstelling

‒ 4.780

‒ 4.752

‒ 4.909

‒ 4.712

‒ 4.578

‒ 4.828

       

Stand ontwerpbegroting 2023

0

0

0

0

0

0

Toelichting

1. Loon- en prijsbijstelling

Dit betreft de toedeling van de loon- en prijsbijstelling tranche 2022 naar de artikelen binnen de begroting van de overige Hoge Colleges van Staat, de Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad.

Tabel 33
 

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Stand ontwerpbegroting 2022

0

0

0

0

0

Mutatie Nota van wijziging 2022

Mutatie amendement 2022

Mutatie 1e suppletoire begroting 2022

0

0

0

0

0

0

Extrapolatie

0

Nieuwe mutaties

0

0

0

0

0

0

Stand ontwerpbegroting 2023

0

0

0

0

0

0

Bijlage 3: Rijksuitgaven Caribisch Nederland

Naar aanleiding van de motie Hachchi c.s. (Kamerstukken II 2011/12, 33000 IV, nr. 28) wordt jaarlijks een overzicht van alle rijksuitgaven aan Caribisch Nederland (met uitzondering van de vrije uitkering ofwel het BES-fonds) toegevoegd aan de begroting van Koninkrijksrelaties (IV).

Naar aanleiding van de voorlichting van de Afdeling advisering van de Raad van State (RvS) en het Interdepartementale Beleidsonderzoek Koninkrijksrelaties (IBO) volgt het kabinet de aanbeveling op om het overzicht Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland uit te breiden (Kamerstukken II 2019/20, 35300 IV, nr. 11). Doel hiervan is om de rol van het Ministerie van BZK te verstevigen en een meer integrale afweging van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland te bevorderen.

In de begroting Koninkrijksrelaties (IV) is het totale overzicht van de Rijksuitgaven Caribisch Nederland te vinden. Hieronder is de uitsplitsing van de Rijksuitgaven aan Caribisch Nederland voor de begroting overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) weergegeven. In het overzicht en de bijbehorende toelichtingen wordt aangegeven of het uitgaven zijn ten behoeve van eilandelijke taken of rijkstaken, of er sprake is van incidentele of structurele bekostiging en wordt een toelichting gegeven op de wijze van financiering welke gekoppeld is aan de beoogde beleidsdoelen.

Tabel 34 Overzicht rijksuitgaven Caribisch Nederland in begrotingshoofdstuk overige Hoge Colleges van Staat, Kabinetten van de Gouverneurs en de Kiesraad (IIB) (bedragen x € 1.000)

Artikel/ instrument

Taak1

Bijdrage2

realisatie

ontwerpbegroting 2023

   

2021

2022

2023

2024

2025

2026

Totaal uitgaven

  

365

400

400

400

400

400

         

Artikel 3 Nationale ombudsman

365

400

400

400

400

400

Institutionele inrichting

R

S

365

400

400

400

400

400

X Noot
1

R =Rijk, E = eilandelijk

X Noot
2

S =Structureel, I = Incidenteel

Toelichting

Artikel 3 Nationale Ombudsman

Institutionele inrichting

Dit betreft een rijkstaak: het uitvoeren van eerstelijns klachtbehandeling voor Caribisch Nederland.

De Nationale ombudsman is sinds 2010 bevoegd klachten te behandelen over overheidsinstanties van het Rijk in Caribisch Nederland en sinds 2012 ook over de openbare lichamen Bonaire, Saba en Sint Eustatius. Voor de openbare lichamen is de Nationale ombudsman eerstelijns klachtbehandelaar. Dat betekent dat burgers een klacht over de openbare lichamen ook direct aan de Nationale ombudsman kunnen voorleggen. Het betreft daarmee een structurele rijkstaak.

Mei 2018 is een plan van aanpak met een missie en visie vastgesteld. Daarin is teruggekeken op het werk van de Nationale ombudsman in Caribisch Nederland sinds 10-10-10 en vooruit gekeken naar de periode 2018-2026. In het plan van aanpak zijn twee doelstellingen neergelegd. De eerste is dat de Nationale ombudsman zichtbaar moet zijn voor de burgers in Caribisch Nederland en hen op weg moet kunnen helpen. De tweede doelstelling is dat de Nationale ombudsman wil bijdragen aan goed bestuur op de eilanden door de beginselen van het klachtrecht onder de aandacht te brengen bij de overheid.

Naar boven