36 200 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2023

29 385 Aanleg en de aanpassing van hoofdinfrastructuur

Nr. 62 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 december 2022

In het commissiedebat van de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat van 23 november jl. (Kamerstuk 36 200 XII, nr. 108) is toegezegd de Tweede Kamer te informeren over het gesprek met de infrasector. Aanleiding hiervoor was de zorg dat de infrasector «thuis komt te zitten» als Rijkswaterstaat niet voldoende groot onderhoudsprojecten op de markt zet. Alvorens hier op in te gaan, wordt de instandhoudingsopgave die voor ons ligt en de planning van het groot onderhoud voor 2023 toegelicht.

Instandhoudingsopgave

Met de brief van 16 september jl. (Kamerstuk 35 925 A, nr. 88) is de kamer geïnformeerd over de uitwerking van de afspraken uit het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77). In het coalitieakkoord zijn extra middelen opgenomen voor instandhouding. Deze middelen zijn hard nodig om de infrastructuur te onderhouden op het gewenste niveau dat nodig is voor het vervullen van haar functie. Desondanks neemt de hoeveelheid uitgesteld onderhoud nog steeds toe en wordt de instandhoudingsopgave steeds groter. We kunnen daarbij niet alles tegelijk doen en het voorbereiden van projecten kost tijd. Maakbaarheid van de opgave is dan ook erg belangrijk.

Dit alles vraagt om een goede en adequate beheersing van deze opgave. Deze wordt onder andere bereikt door te werken met een meerjarenopdracht. Hiermee wordt stabiliteit gecreëerd in de onderhoudsprogrammering en ontstaat zekerheid en rust in de voorbereiding van de onderhoudsprojecten en continuïteit in de orderportefeuillestroom richting de markt. Voor de markt wordt hiermee duidelijk wat de komende jaren de omvang van de orderportefeuille zal zijn.

Werkzaamheden in 2023

In dezelfde brief van september jl. is aangegeven hoe de programmering wordt opgesteld. Programmeren betekent tevens prioriteren. Wat is urgent en wat is minder urgent? Voldoen aan contractuele verplichtingen, wettelijke taken en bestuurlijke verplichtingen evenals het waarborgen van constructieve veiligheid van constructies zijn prioritair. Overwegingen ten aanzien van efficiënt en effectief werken worden hierin meegenomen.

Tevens zijn in deze brief elf specifieke projecten benoemd (niet uitputtend) die door Rijkswaterstaat met de extra middelen uit het coalitieakkoord de komende jaren aan de programmering worden toegevoegd. Daarvan worden het onderhoud aan de klep van de Haringvlietbrug, het onderhoud aan de aan- en afloopvoorzieningen bij de sluizen Hansweert en het onderhoud aan het bellenscherm tegen zoutindringing in het Amsterdam – Rijnkanaal al in 2023 uitgevoerd.

Op 2 december jl. (Bijlage bij Kamerstuk 36 200 A, nr. 56) heb ik uw kamer de rapportage Staat van de Infrastructuur toegestuurd. Bij deze rapportage zijn ook kaarten met de Tweede Kamer gedeeld. Één van deze kaarten geeft een uitsnede van de geplande grootschalige werkzaamheden in 2023. Daarbij moet worden opgemerkt dat het hier om een momentopname gaat. Het is altijd mogelijk dat, bijvoorbeeld door een verslechterde onderhoudstoestand of door weersinvloeden, nader geprioriteerd moet worden in de werkzaamheden.

Relatie met de markt

De markt heeft in een rondetafelgesprek met de Tweede Kamer haar zorgen geuit over de orderportefeuille voor in eerste instantie 2023. De Kamer heeft verzocht om hierover met de markt in gesprek te gaan. Sinds de coronaperiode vindt er periodiek overleg met de infrasector plaats via onder meer het bestuurlijk overleg met de brancheorganisaties en de Taskforce Infra. Hierin komen onder meer de actualiteiten en de lange termijn samenwerking aan de orde. Meer specifiek gaat het hier over de arbeidsproblematiek in de sector, het op peil brengen/houden van kennis, het effect van de prijsstijgingen en de belemmeringen voor de opdrachtenstroom richting de markt als gevolg van stikstof en herprogrammering.

In het laatste bestuurlijk overleg van 16 november jl. is gemeld dat de Instandhoudingsopgave groeiende is, er extra middelen voor instandhouding in het coalitieakkoord zijn opgenomen en er toegewerkt wordt naar een langdurige programmering van 8 jaar. Dit is een mooi perspectief voor de markt. Dit overleg vindt twee keer per jaar plaats.

Daarnaast vindt communicatie over de voorgenomen werkzaamheden en aanbestedingen van Rijkswaterstaat plaats via de inkoopplanning. Er wordt drie keer per jaar overlegd op basis van een bijgestelde planning voor alle werken (waaronder groot onderhoud). Dit geeft inzicht in de opdrachtenstroom en de bijbehorende onzekerheden zoals stikstof.

In de eerst volgende gesprekken met de markt zal opnieuw specifiek aandacht worden besteed aan de zorgen met betrekking tot de orderportefeuille. Medio maart 2023 staat het eerstvolgende gesprek over de inkoopplanning gepland. In mei 2023 volgt het bestuurlijk overleg met de brancheorganisaties.

In het eerste kwartaal van 2023 zal de Kamer onder de noemer «Transitie naar een Vitale Infrasector» opnieuw worden geïnformeerd over de voortgang en effecten van de aanpak gericht op de verbetering van de samenwerking met de markt.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers

Naar boven