36 165 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022 (Zevende incidentele suppletoire begroting inzake Werk aan Uitvoering, Oekraïne en Herdenkingsjaar Slavernijverleden)

B MEMORIE VAN ANTWOORD

Ontvangen 26 april 2023

De regering dankt de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) voor het nader voorlopig verslag bij het voorstel van wet tot wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022 (Zevende incidentele suppletoire begroting inzake Werk aan Uitvoering, Oekraïne en Herdenkingsjaar Slavernijverleden). Bij de beantwoording van de vragen houdt de regering zoveel mogelijk de volgorde van het nader voorlopig verslag aan.

Aanleiding

De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben naar aanleiding daarvan nog enkele vragen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap merkte tijdens het plenaire debat in de Tweede Kamer op dat «we» een gruwelijke tijd met betrekking tot de slavernij achter ons hebben liggen.1 De PVV-fractieleden vinden dat lessen getrokken kunnen worden uit het verleden. Vandaag de dag komt het in Nederland voor dat in islamitische kring nog steeds vrouwen niet in vrijheid leven of tot slaaf worden gemaakt2, en werken er kindslaven in de kobaltmijnen van Congo vanwege onder andere het Nederlandse klimaatbeleid3.

Vraag 1

Kan de regering aangeven waarom het bewustwordingsfonds van 200 miljoen euro daar geen enkele aandacht aan schenkt?

Antwoord

In reactie op de eerste vraag deelt het kabinet dat premier Rutte op 19 december 2022 namens de regering excuses aanbood voor het Nederlandse slavernijverleden. Tijdens de speech benoemde hij dat er een fonds wordt ingesteld voor maatschappelijke initiatieven in het hele Koninkrijk en Suriname, waarmee de doorwerking van het slavernijverleden de zichtbaarheid, aandacht en aanpak krijgt die nodig is.

Het doel van dit fonds sluit aan bij kaders en maatregelen genoemd in de kabinetsreactie op het rapport van het Adviescollege Dialooggroep Slavernijverleden, getiteld «Ketenen van het verleden». In de kabinetsreactie is opgenomen dat er een laagdrempelig en breed toegankelijk fonds komt, met als scope de omgang met het trans-Atlantisch slavernijverleden, dat een omvang krijgt van 200 miljoen euro en wettelijk wordt geborgd. Er wordt een subsidieregeling voor maatschappelijke initiatieven geïntroduceerd, die gefinancierd wordt uit dit fonds. Daarnaast worden uit dit fonds maatregelen gefinancierd op het terrein van bewustwording, betrokkenheid en doorwerking. Het verdere doel en de concrete invulling van de maatschappelijke initiatieven uit dit fonds zal nadrukkelijk plaatsvinden in dialoog met, door en voor de betrokken gemeenschappen in Nederland en de Caribisch delen van het Koninkrijk.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft toegezegd om voor de zomer een voortgangsbrief naar de Tweede Kamer te sturen.

Vraag 2

En kan de regering aangeven hoe «we» deze gruwelijkheden, die niet achter ons maar voor ons liggen (in de huidige tijd), met betrekking tot deze moderne islamitische slavernij en klimaatslavernij kunnen stoppen?

Antwoord vraag 2

In reactie op de tweede vraag neemt het kabinet afstand van de opmerking dat vandaag de dag in Nederland vrouwen in islamitische kring tot slaaf worden gemaakt. In artikel 274 van het Wetboek van Strafrecht is het bedrijven of deelnemen aan slavenhandel strafbaar gesteld. Daarnaast is mensenhandel strafbaar gesteld in artikel 273f van het Wetboek van Strafrecht. Mensenhandel is onder andere het werven, vervoeren of opnemen en huisvesten van mensen met gebruik van dwang. Arbeidsuitbuiting is een van de vormen van mensenhandel.

Bovendien heeft het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) directe werking in Nederland. In artikel 4 EVRM is het verbod van slavernij en dwangarbeid vastgelegd.

Het kabinet is het met de leden van de PVV-fractie eens dat kinderarbeid in elke vorm ontoelaatbaar is. Nederland zet zich hier al jaren voor in. Met steun van het Fonds Bestrijding Kinderarbeid wordt in de kobaltmijnen in Congo met identificatiesystemen kinderarbeid in kaart gebracht. Vervolgens zijn er daar 14 Village Savings & Loan Associations (VSLA’s) opgezet waarmee ouders geld kunnen sparen. Nederland en Congo zijn ook allebei pathfinder country van de Alliance 8.7 om o.a. de internationale inzet op de bestrijding van kinderarbeid te versterken. Het kabinet stimuleert voorts Nederlandse bedrijven om risico’s voor mens en milieu, waaronder kinderarbeid, aan te pakken. Dit beleid voor Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) bestaat uit een mix van maatregelen. Binnen de EU bevordert Nederland IMVO-wetgeving. Daarnaast voert het kabinet nationale IMVO-wetgeving in die rekening houdt met een gelijk speelveld en implementatie van IMVO-wetgeving in de EU. Tot slot zet het kabinet zich ook in voor het bevorderen van verantwoorde mijnbouwpraktijken in ontwikkelingslanden. Deze aanpak is toegelicht in de Nederlandse Grondstoffenstrategie.4

Naar boven