Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 november 2022
Tijdens het wetgevingsdebat van 27 september jl. (Kamerstuk 36 151, nr. 31) over de Wet Hersteloperatie toeslagen heeft Kamerlid Omtzigt mij verzocht om alle
sms-berichten tussen het Kamerlid Omtzigt en de toenmalige Staatssecretaris van Financiën
rondom de Catshuisregeling vrij te geven. Ik heb aan uw Kamer toegezegd per brief
terug te komen op dit verzoek.
Op grond van artikel 68 Grondwet worden de mondeling of schriftelijk door een of meer
leden verlangde inlichtingen verstrekt waarvan het verstrekken niet in strijd is met
het belang van de Staat. Hierbij geldt het uitgangspunt «openbaar, tenzij». De beleidslijn
actieve openbaarmaking nota’s 20221 noemt enkele algemeen erkende gronden die een rol kunnen spelen bij de afweging of
bepaalde informatie aan het parlement kan worden verstrekt. De genoemde gronden betreffen
onder meer de veiligheid van de Staat, het procesbelang van de Staat, eenheid van
de Kroon en het naleven van een wettelijke geheimhoudingsplicht. Niet uitgesloten
is dat zich een situatie voordoet die niet onder een van deze reeds onderkende gronden
kan worden geschaard, maar waarin toch de conclusie is dat de bescherming van het
belang van de Staat zwaarder moet wegen dan het eveneens zwaarwegende belang dat schuilt
achter het recht van Kamerleden om inlichtingen te ontvangen.
In dit geval doet zich een dergelijke situatie voor, omdat het belang van de Staat
ook gelegen is in de bescherming van het goede functioneren van het parlementaire
proces. Dat proces vergt de mogelijkheid om vertrouwelijke contacten te kunnen onderhouden
en dat is ook de vaste politieke praktijk. De bescherming van deze vertrouwelijkheid
van het politieke proces is ook tot uitdrukking gekomen in artikel 5.4a, tweede lid,
van de Wet open overheid. Tussen Kamerleden en bewindspersonen bestaan naast de reguliere,
in beginsel openbare contacten (debatten, brieven, Kamervragen, etc.) ook andere vormen
van contact. Te denken valt aan het informeel polsen hoe een fractie tegen een bepaald
beleidsvraagstuk aankijkt. Bij dergelijke contacten geldt doorgaans impliciet als
uitgangspunt dat de over en weer gedeelde informatie vertrouwelijk behandeld wordt.
Deze kabinetslijn is bij brief van 1 juli 2022 door de Minister voor Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening aan uw Kamer bevestigd.
Gelet op deze kabinetslijn kan ik de verzochte sms-berichten dus niet vrijgeven.
De Staatssecretaris van Financiën,
A. de Vries