36 100 VI Jaarverslag en slotwet Ministerie van Justitie en Veiligheid 2021

Nr. 7 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 9 juni 2022

De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Justitie en Veiligheid over de brief van de Algemene Rekenkamer van 25 mei 2022 inzake aanbieding van het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2021 bij het Ministerie van Justitie en Veiligheid (Kamerstuk 36 100 VI, nr. 2).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 7 juni 2022. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Van Meenen

De adjunct-griffier van de commissie, Burger

Vraag (1):

Kan worden toegelicht waarom de afpakketen de voorbije vier jaar een onvolkomenheid is gebleken en gebleven? Waarom is het niet gelukt dit op te lossen? Welke stappen worden gezet dit komend jaar wel op te lossen?

Antwoord:

Hiervoor wordt verwezen naar het antwoord op de vergelijkbare vraag 165 op het jaarverslag.

Vraag (2):

Wat is concreet de aanleiding geweest voor het aangaan van meer verplichtingen, bijvoorbeeld voor het agentschap DJI en reclasseringsorganisaties? Waarom is er ook sprake van hogere uitgaven voor de politie, de DJI en de rechtspraak?

Antwoord:

3RO: In 2021 is het verplichtingenbudget voor de 3RO overschreden omdat de subsidies voor 2021 in 2021 zijn verplicht in plaats van 2020. Omdat in 2021 ook de subsidies voor 2022 zijn verplicht heeft in dat jaar een overschrijding plaatsgevonden.

DJI: Dat in 2021 voor DJI meer verplichtingen zijn aangegaan dan aanvankelijk begroot vindt met name zijn oorsprong in bijstellingen van de bijdrage bij Voorjaarsnota (Kamerstuk 35 850 VI, nr. 2) en Najaarsnota (Kamerstuk 35 975 VI, nr. 2). De belangrijkste bijstellingen betroffen in de Voorjaarsnota de uitkomsten van het Prognosemodel Justitiële Ketens (€ 106,7 mln.), loon- en prijsbijstelling (€ 44 mln.) en aanvulling van het eigen vermogen conform de regeling agentschappen (€ 28,7 mln.), en in de Najaarsnota vergoeding voor coronagerelateerde kosten (€ 33,3 mln.) en hogere ICT-kosten (€ 9,2 mln.).

Politie: Gedurende het begrotingsjaar worden de uitgaven aan de nationale politie verhoogd in verband met het toekennen van loon- en prijsbijstelling (in totaal € 139 miljoen). Daarnaast heeft de politie extra middelen ontvangen voor diverse projecten, onder andere ten behoeve van de vernieuwing van het politieonderwijs (€ 9,4 mln.) en de werkdrukverlichting (€ 10 mln.). Deze uitgaven waren bij het opstellen van de begroting niet voorzien.

Rechtspraak: Er is € 99,5 mln. meer uitgegeven aan de rechtspraak dan in de begroting 2021 was geraamd. Dit wordt met name verklaard door een verhoging van het budget vanwege een hoger aantal gefinancierde producten. Daarnaast is er compensatie voor loon- en prijsontwikkeling (loon- en prijsbijstelling) en aanvullingen van de bijdrage in het kader van onder meer pilots maatschappelijk effectieve rechtspraak, versterking strafrechtketen en versterking van de aanpak van ondermijning.

Vraag (3):

Klopt het dat inkoopgerelateerde fouten en onzekerheden bij het agentschap DJI vooral worden veroorzaakt door het ontbreken van prestatieverklaringen, dit als gevolg van het factuurverwerkingsproces dat niet zo is ingericht dat aan de regels voor controleerbaarheid wordt voldaan, onder meer door de vele DJI-locaties? Hoe gaat dit dusdanig aangepast worden dat dit wel gaat voldoen?

Antwoord:

Nee deze veronderstelling klopt niet. Ten aanzien van het ontbreken van een correcte prestatieverklaring heeft de ADR een onzekerheid geconstateerd van 91 miljoen. De inkoopgerelateerde rechtmatigheidsfouten- en onzekerheden zijn veroorzaakt door tarieffouten- en onzekerheden en aanbestedingsfouten en bedragen in totaal 110 miljoen. Zie verder het antwoord bij vraag 167 van het jaarverslag.

Vraag (4):

Hoe is in 2021 aan data-analyses gewerkt teneinde de aanwezigheid en kwaliteit van prestatieverklaringen te monitoren en welke stappen moeten nog worden gezet?

Antwoord:

In 2021 is JenV gestart met het ontwikkelen van een data-analyse die controleert of in het kader van de rechtmatigheid van betalingen een onderbouwing van de prestatieverklaring in de financiele administratie aanwezig is (deel 1 data-analyse PV) en die een indicatie geeft van de kwaliteit van de prestatieverklaring (deel 2 data-analyse PV). Het eerste deel van deze data-analyse is in 2021 in productie genomen. Het tweede deel van deze data-analyse wordt naar verwachting medio 2022 in productie genomen. Deze data-analyses worden ontwikkeld in nauwe samenspraak met de Audit Dienst Rijk.

Vraag (5):

Wat gaat u concreet veranderen teneinde te voorkomen dat de afpakketen van uw ministerie opnieuw als een onvolkomenheid wordt beoordeeld door de Algemene Rekenkamer?

Antwoord:

Hiervoor wordt verwezen naar het antwoord op de vergelijkbare vraag 165 op het jaarverslag.

Naar boven