Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 maart 2024
In mijn brief van 11 oktober jl. inzake de subsidieregeling «Rechtsbijstand en aanverwante
kosten Tijdelijke wet Groningen» (Kamerstuk 36 094, nr. 26) heb ik aangekondigd uw Kamer in het eerste kwartaal van 2024 het resultaat van de
eerste evaluatie van deze regeling toe te sturen. Met deze brief kom ik deze toezegging
na.
Op basis van de regeling, die wordt uitgevoerd door de Raad voor Rechtsbijstand (hierna:
RvR), kunnen eigenaren van een gebouw kostenloze juridische bijstand ontvangen ten
behoeve van hun schade- of versterkingstraject. Tevens kan de advocaat of mediator
namens de eigenaar ten behoeve van een bezwaar- of beroepszaak kostenloos een bouwkundig
of financieel adviseur inschakelen.
Recent heeft het Kenniscentrum van de RvR een rapportage over de regeling gepubliceerd1. Uit deze rapportage blijkt het volgende:
-
– Tot 5 februari jl. hebben zich inmiddels 50 advocaten en 60 mediators ingeschreven.
Deze cijfers geven aan dat er op dit moment voldoende advocaten en mediators zijn
om gedupeerde eigenaren bij te staan.
-
– Er zijn 107 aanvragen gedaan om via genoemde regeling bijstand te ontvangen.
-
– Er lopen nu 50 zaken waarin een eigenaar wordt bijgestaan door een advocaat op basis
van de regeling; een advocaat kan meerdere zaken behartigen. Bij de overige zaken
vindt nog matching plaats tussen eigenaar en advocaat/mediator.
-
– De meeste aanvragen betreffen een verzoek om een advocaat; slechts in één geval is
verzocht om een mediator.
-
– Qua type zaken werd in de meeste gevallen juridische bijstand gevraagd voor schadezaken
(59%). In 22% van de aanvragen betrof het bijstand voor een versterkingszaak en in
19% van de gevallen gaat het om bijstand voor een zaak waarin sprake is van samenloop
tussen schade en versterken.
-
– In de meeste gevallen ziet de aanvraag op bijstand in een bezwaarzaak (59%). In 27%
van de aanvragen betreft het bijstand in een beroepszaak; in 3% van de gevallen vraagt
de eigenaar bijstand aan in een hoger beroepszaak en soms is nog onbekend waar de
eigenaar bijstand voor vraagt.
Het Kenniscentrum heeft ook een korte enquête onder bijstandsverleners gehouden. Hieruit
blijkt dat de bijstandsverleners vooral deelnemen aan deze regeling vanwege hun maatschappelijke
verantwoordelijkheid en betrokkenheid bij de gedupeerden. Tevens blijkt dat de informatievoorziening
door de RvR aan bijstandsverleners over de gang van zaken van de regeling na de inschrijving
nog achterblijft bij de wensen. Met de RvR wordt momenteel nader naar deze informatievoorziening
gekeken.
Omdat de regeling per 1 juli 2023 in werking is getreden, zijn gezien de relatief
korte doorlooptijd nog maar een beperkt aantal gegevens over de werking van de regeling
beschikbaar. Voor komend zomerreces ontvangt u een meer uitgebreide, inhoudelijke
evaluatie over de werking van de regeling. Voorafgaand aan de inhoudelijke evaluatie
ontvangt de Tweede Kamer over drie maanden weer een cijfermatige monitor, uitgevoerd
door het Kenniscentrum.
Tot slot heeft op 24 januari jl. op DG-niveau een gesprek met de algemeen deken van
de Nederlandse Orde van Advocaten (hierna: NOvA) plaatsgevonden; dit conform de toezegging
die ik uw Kamer op 16 oktober jl. tijdens het wetgevingsoverleg deed. In dit constructieve
gesprek is nader ingegaan op de werking van de regeling en de tevredenheid onder eigenaren,
advocaten en mediators. In de inhoudelijke evaluatie die u voor het zomerreces ontvangt,
komen deze thema’s aan bod evenals de zorgpunten van de NOvA. De uitkomsten van die
evaluatie kunnen mede aanleiding geven om mogelijke knelpunten in de regeling, de
informatievoorziening of de uitvoering ervan aan te passen.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat, J.A. Vijlbrief