Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 oktober 2023
Op 28 september jl. is tijdens de commissievergadering van de Tweede Kamer over Mijnbouw/Groningen
(Kamerstuk 33 529, nr. 1177) de subsidieregeling Rechtsbijstand en aanverwante kosten Tijdelijke wet Groningen
(hierna: regeling rechtsbijstand) aan bod gekomen. Het Kamerlid Beckerman heeft opgemerkt
dat de regeling niet is toegestuurd aan de vaste Kamercommissie voor Economische Zaken
en Klimaat (EZK), en ook dat de regeling niet gaat werken voor veel gedupeerden. Zoals
toegezegd in het debat kom ik hier met deze brief graag schriftelijk op terug. Ik
heb hierover contact gehad met de griffie. Laat ik vooropstellen dat ik het betreur
dat uw commissie nu onvoldoende de kans heeft gehad de regeling te behandelen.
In de Tijdelijke wet Groningen is opgenomen dat op basis van de Wet op de Rechtsbijstand
de Raad voor Rechtsbijstand subsidie verstrekt voor juridische bijstand voor eigenaren
van een gebouw en het inschakelen van een bouwkundig of financieel deskundige door
de advocaat, om hem of haar te ondersteunen in een zaak. Op 6 december 2022 is bij
de behandeling van de daartoe strekkende wijziging van de wet een amendement van het
Kamerlid Beckerman1 aangenomen dat bepaalt dat de Minister voor Rechtsbescherming deze subsidieregeling
pas goedkeurt nadat de conceptregeling gedurende vier weken aan beide Kamers der Staten-Generaal
is voorgelegd.
Bij een voorhangprocedure dient door de desbetreffende bewindspersoon de voorzitter
van de Tweede Kamer der Staten-Generaal te worden aangeschreven en niet een specifieke
commissie. Dat is hier ook gebeurd. Het ontwerpbesluit tot goedkeuring van de regeling
is overeenkomstig de wet op 24 mei 2023 (Kamerstuk 36 094, nr. 25) aan de voorzitters van de Tweede Kamer en Eerste Kamer toegestuurd. Het is vervolgens
aan de Tweede Kamer om te bepalen hoe, waar en in welke commissie deze brieven behandeld
worden. Deze brief is niet met de vaste Kamercommissie voor EZK gedeeld, ondanks dat
in de aanbiedingsbrief ook is benoemd dat de ontwerpregeling mede namens de Staatssecretaris
Mijnbouw aan de Kamer werd voorgelegd. Daarbij is in de aanbiedingsbrief tevens aangegeven
dat de voorhang plaatsvindt conform het amendement van Kamerlid Beckerman.
Ik wil hierbij nogmaals benadrukken dat het, ook al is de voorhang van de ontwerpregeling
conform de procedure uitgevoerd, spijtig is dat de vaste Kamercommissie voor EZK nu
onvoldoende de kans heeft gehad de regeling te behandelen.
In het debat is opgemerkt dat nu een regeling is ingevoerd die niet zou werken voor
veel gedupeerden, omdat veel advocaten geen aanspraak hebben kunnen maken op de regeling.
Ik hou dat zeker in de gaten. Gelukkig is er inmiddels al een redelijk aantal advocaten
en mediators die deze regeling al weten te vinden. Op dit moment hebben zich 72 advocaten
en 93 mediators aangemeld voor deze regeling. Daardoor zijn er nu voldoende advocaten
om gedupeerde Groningers die dat op dit moment willen juridisch te ondersteunen. Aangezien
de regeling nog maar twee maanden openstaat zie ik dat als een goede start.
Ik hoor graag van de vaste Kamercommissie voor EZK welke ideeën zij heeft voor verbetering
van de regeling rechtsbijstand. De eerste evaluatie van de regeling zal reeds drie
maanden na inwerkingtreding van de regeling plaatsvinden. Deze gaat dus binnenkort
van start en ik zal het resultaat uit de evaluatie in het eerste kwartaal van 2024
aan u toesturen. De daarop volgende evaluaties zullen vervolgens elke drie maanden
plaatsvinden in het eerste jaar na inwerkingtreding van de regeling. Hierin zullen
eventuele knelpunten in de uitvoering van de regeling bekeken worden en kan deze waar
nodig bijgestuurd of aangepast worden.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
J.A. Vijlbrief