36 088 Wijziging van enkele belastingwetten (Wet aanvullende fiscale koopkrachtmaatregelen 2022)

Nr. 8 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 mei 2022

De vaste commissie voor Financiën heeft in de procedurevergadering van 25 mei 2022 niet de gelegenheid gehad om de verdere behandeling van het wetsvoorstel aanvullende fiscale koopkrachtmaatregelen 2022 (Kamerstuk 36 088) te bespreken. De nota naar aanleiding van het verslag van genoemd wetsvoorstel is op 24 mei aan uw kamer verzonden (Kamerstuk 36 088, nr. 7).

Zodoende verzoek ik u bij dezen vriendelijk om het wetsvoorstel aanvullende fiscale koopkrachtmaatregelen 2022 zo spoedig mogelijk te behandelen. De spoedeisendheid van de behandeling vloeit voort uit het belang van een tijdige inwerkingtreding van dit wetsvoorstel dat btw-maatregelen bevat die vanaf 1 juli 2022 effect beogen te sorteren op de koopkracht van huishoudens.1

Ik hoop vanwege het voorgaande dat het mogelijk is bij uw planning rekening te houden met de wenselijkheid van een volledige behandeling van het wetsvoorstel door zowel de Tweede als Eerste Kamer van de Staten-Generaal vóór de beoogde inwerkingtredingsdatum van 1 juli 2022. Deze datum is ook van belang met het oog op de uitvoering van de btw-maatregelen door zowel de energiebedrijven als de Belastingdienst.

Voor het geval dat de volledige behandeling in beide Kamers niet tijdig is afgerond, bereid ik zekerheidshalve alvast een beleidsbesluit voor om de btw-maatregel per 1 juli van kracht te laten worden. Dit zou dan indien nodig als tijdelijke juridische basis dienen totdat de wet is gepubliceerd in het Staatsblad.

De Staatssecretaris van Financiën, M.L.A. Van Rij


X Noot
1

Daarnaast dient dit voorstel ter codificatie van voor brandstofaccijnzen reeds genomen beleidsbesluiten vooruitlopend op deze wetgeving. Besluit van 21 maart 2022, nr. 2022-94987, Stcrt. 2022, nr. 8003 en besluit van 25 maart 2022, nr. 2022-104414, Stcrt. 2022, nr. 8683.

Naar boven