36 086 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2022 (Zesde incidentele suppletoire begroting)

Nr. 3 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 april 2022

Hierbij bied ik u de 6e incidentele suppletoire begroting 2022 (Kamerstuk 36 086) aan waarmee middelen worden toegevoegd aan de begroting van het Ministerie van VWS. Het betreft allereerst middelen voor corona en ten tweede de middelen vanuit het coalitieakkoord die onderdeel hebben uitgemaakt van de integrale voorjaarsbesluitvorming. Tot slot zijn twee specifieke posten opgenomen die als nieuw beleid kunnen worden gezien. Uw parlement is hierover reeds beleidsmatig geïnformeerd, maar de budgettaire effecten nog niet specifiek in beeld zijn gebracht. Het betreft de zorg voor zorgmedewerkers die te maken hebben met langdurige klachten na een corona besmetting waarvoor een subsidieregeling beschikbaar wordt gesteld zodat werkgevers de mogelijkheid wordt geboden om deze zorgmedewerkers te blijven ondersteunen. Daarnaast gaat het om compensatie voor schade van de overstroming in Limburg bij zorginstellingen.

Er worden met deze 6e incidentele suppletoire begroting allereerst middelen aan de begroting van het Ministerie van VWS toegevoegd naar aanleiding van de brief Lange termijn aanpak COVID-19 (Kamerstuk 25 295, nr. 1834). Het betreft in totaal € 1,49 miljard in 2022 die beschikbaar wordt gesteld voor het voortzetten van het beleid voor testen, traceren en vaccineren en ondersteunend beleid zoals onderzoek en digitale ondersteuning van onder meer de Coronamelder. Er was in de begroting van VWS nog geen budget beschikbaar voor het gehele jaar 2022. Dit betekende ook dat er nog geen beleid voor het gehele jaar kon worden gemaakt. Met deze 6e incidentele suppletoire begroting wordt dit wel mogelijk. Zo kunnen tijdig opdrachten en bijdragen worden verleend aan onder meer de GGD’en, het Landelijke Coördinatie Covid-19 Bestrijding (LCCB), het RIVM en testleveranciers. Om deze verplichtingen tijdig aan te kunnen gaan is het noodzakelijk om middelen nu toe te voegen aan de begroting van VWS. Gegeven dat de eerste suppletoire begroting uiterlijk (voor) 1 juni aan uw Kamer zal worden aangeboden, wordt voorzien dat partijen dan te laat duidelijkheid wordt gegeven. Daarnaast wordt met deze ISB een integraal beeld gegeven van de verwachte corona gerelateerde uitgaven in 2022 waarbij rekening is gehouden met de huidige situatie en een opleving van het virus in het najaar conform de brief Lange termijn aanpak die uw Kamer recent heeft ontvangen. Uiteraard kan het zijn dat er andere maatregelen nodig zijn vanwege de gezondheidszorg die in deze incidentele suppletoire begroting niet zijn voorzien en daarmee kwalificeren als nieuw beleid. Indien dit het geval is, zal ik uw Kamer hier uiteraard zo snel mogelijk over informeren.

In onderstaande tabel is opgenomen welke middelen met deze 6e ISB worden toegevoegd aan de begroting van het Ministerie van VWS, zowel op de begroting als voor de uitgaven die vallen onder het Uitgavenplafond zorg.

Tabel 1 Bijstelling corona gerelateerde uitgaven 6e incidentele suppletoire begroting 2022 (bedragen x € 1 mln.)

Maatregel

2022

2023

2024

2025

A. Begrotingsgefinancierd

       

1) Aanschaf en distributie medische beschermingsmiddelen

29,0

0,9

0,5

0,4

2) GGD'en en veiligheidsregio's

671,1

960,3

   

6) Onderzoek inzake COVID-19

– 2,9

52,0

   

7) Testcapaciteit

696,1

911,5

   

8) Vaccin ontwikkeling, implementatie en medicatie

– 19,7

145,6

   

11) Zorgkosten en bijstand Caribisch Nederland

19,3

12,7

   

12) Overige maatregelen (plafond Rijksbegroting)

104,3

68,9

   

13) Garanties

       

Totaal A

1.497,2

2.151,9

0,5

0,4

         

B. Premiegefinancierd

       

14) Meerkosten COVID-19 Wlz (plafond Zorg)

200,0

     

15) Overige maatregelen (plafond Zorg)

30,0

     

Totaal B

230,0

0,0

0,0

0,0

         

Totaal A+B=C

1.727,2

2.151,9

0,5

0,4

Daarnaast zijn er vanuit het coalitieakkoord (Bijlage bij Kamerstuk 35 788, nr. 77) van het kabinet Rutte IV middelen beschikbaar gesteld voor intensiveringen in onze gezondheidszorg. Het betreft hier middelen voor pandemische paraatheid, het voortzetten en waar nodig versterken van het preventieakkoord, stimuleren van sport en bewegen, uitgaan van passende zorg en toekomstgerichte ouderenzorg waarin wonen en zorg stapsgewijs worden gescheiden.

In de Startnota van het kabinet Rutte IV van 10 januari 2022 (Kamerstuk 35 925, nr. 143) zijn de budgettaire consequenties gepresenteerd. Met deze 6e incidentele suppletoire begroting worden middelen toegevoegd aan de begroting van VWS voor de volgende maatregelen: (1) pandemische paraatheid, (2) preventieakkoord, (3) aanpak dak- en thuislozen, (4) bestrijding van eenzaamheid vanuit voortzetting van het programma Eén tegen eenzaamheid, (5) voortzetting van het programma Kansrijke start voor een gezonde start bij geboorte, (6) stimuleren van bewegen en sport, (7) intensiveren van suïcide preventie, (8) verbeteren van palliatieve zorg, (9), woon-zorg combinaties stimuleren voor ouderen, (10) respijtzorg stimuleren, (11) inzetten op passende zorg als norm in de Zorgverzekeringswet, (12) integraal zorgakkoord voor de curatieve zorg, (13) scheiden wonen en zorg, (14) versterken van de basiszorg, (15) intensivering van de NVWA en tot slot (16) een reductie van narcosegassen stimuleren.

Met de overheveling van deze middelen van de aanvullende post van het Ministerie van Financiën naar de begroting van het Ministerie van VWS wordt het mogelijk om op korte termijn verplichtingen aan te gaan. Het ministerie wil die mogelijkheid uiteraard benutten. Er wordt daarom reeds voorbereidingen gedaan hoe het nieuwe beleid vorm kan krijgen. Gegeven dat het uw Kamer voorafgaand geïnformeerd moet worden over de budgettaire consequenties van dit nieuwe beleid acht het kabinet het noodzakelijk om hiervoor de 6e incidentele suppletoire begroting te benutten. Zo wordt het mogelijk om de uitkomsten van de voorjaarsbesluitvorming op korte termijn om te zetten in nieuw beleid. Beleid waarmee de noodzakelijke maatregelen worden uitgewerkt die de gezondheidszorg in Nederland versterken. Daarnaast wordt het mogelijk om verplichtingen aan te gaan vooruitlopend op de eerste suppletoire begroting die uw Kamer uiterlijk (voor) 1 juni ontvangt. In de ogen van het kabinet wordt daarmee voorkomen dat het noodzakelijke nieuwe beleid niet tijdig tot stand komt in 2022. In onderstaande tabel zijn de maatregelen en de bedragen per maatregel opgenomen die met de 6e incidentele suppletoire begroting zijn toegevoegd.

Tabel 3 Bijstelling middelen coalitieakkoord 6e incidentele suppletoire begroting 2022 (bedragen x € 1 mln.)

Maatregel

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Pandemische paraatheid

62,25

114,6

89,25

73,5

58,9

47,4

Preventieakkoord

42,6

0

0

0

0

0

Dak- en thuislozen

3,1

65

0

0

0

0

Eén tegen eenzaamheid

10

6

0

0

0

0

Kansrijke start

10

23

23

23

23

23

Sportstimulering

25

0

0

0

0

0

Suïcide preventie

2

2

2

2

2

2

Verbeteren palliatieve zorg

10

20

30

40

50

0

Woon-zorg combinaties en stimulering langer thuis wonen

37,5

75

87,5

100

0

0

Respijtzorg

10

10

10

10

10

10

Passende zorg als norm in Zvw

4,3

5,67

3,73

4,57

0,6

0

Integraal zorgakkoord

0,2

0

0

0

0

0

Scheiden wonen en zorg

0,3

0

0

0

0

0

Versterking organisatiegraad basiszorg

0,35

0,25

0

0

0

0

NVWA

9

12,6

12,6

12,6

12,6

12,6

Reductie narcosegassen

1

0

0

0

0

0

             

Totaal

227,6

334,1

258,1

265,67

157,1

95

Tot slot wordt met deze 6e ISB nog voor een tweetal specifieke onderwerpen middelen toegevoegd aan de begroting van VWS. Als eerste wordt budget beschikbaar gesteld en toegevoegd aan de begroting van VWS, in totaal € 8 miljoen, voor een tegemoetkoming van de waterschade bij zorginstellingen in Limburg. Ten tweede wordt naar aanleiding van de brief Zorgprofessionals met post COVID klachten van 25 februari 2022 (Kamerstukken 25 295 en 35 420, nr. 1813) een regeling gemaakt gericht op het behoud van zorgmedewerkers die langdurig ziek zijn door een corona besmetting. Het betreft hier een maatregel gericht op zorgpersoneel dat in het begin van de pandemie corona heeft gekregen en nu, na 2 jaar ziekte, een WIA aanvraag kan doen. Voor hun werkgevers is nu de vraag actueel of zij na het tweede ziektejaar voor deze medewerkers kiezen voor een vrijwillige verlenging van de loondoorbetaling. Om te zorgen dat de bedoelde tijdelijke ondersteuning wordt betrokken in de afweging die werkgevers daarover nu of op korte termijn maken, maakt het Ministerie van VWS een subsidieregeling voor deze tijdelijke ondersteuning (€ 27 miljoen). De regeling wordt op korte termijn open gesteld.

Gegeven dat de reguliere eerste suppletoire begroting uiterlijk (voor) 1 juni aan uw Kamer wordt verzonden, autorisatie van het parlement enige tijd in beslag neemt en het kabinet het noodzakelijk acht om op korte termijn zowel uitvoering te kunnen geven aan de lange termijn strategie ten aanzien van corona als de middelen die beschikbaar zijn gesteld vanuit het coalitieakkoord wordt er een beroep gedaan op 2.27, tweede lid, CW 2016. In de 6e ISB zijn de bedragen en een korte toelichting opgenomen.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

Naar boven