Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 36045 nr. 184 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 36045 nr. 184 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 juni 2024
Met deze kabinetsreactie reageren wij op het AIV-adviesrapport «Oekraïne – standvastigheid, weerbaarheid en perspectief» van 22 februari jl. Het kabinet waardeert de brede blik van de AIV op de Russische oorlog tegen Oekraïne en heeft veel waardering voor de manier waarop de AIVdoordachte en goed beargumenteerde aanbevelingen doet. De aanbevelingen sluiten goed aan bij de bredere inzet van het kabinet ten aanzien van Oekraïne en de bredere implicaties van de Russische agressieoorlog voor de Europese, en dus ook de Nederlandse veiligheid.
De AIV doet zes aanbevelingen:
1. Steun Oekraïne standvastig en met voldoende middelen.
2. Werk proactief aan draagvlak voor standvastige steun aan Oekraïne
3. Draag actief bij aan een weerbaarder Europa
4. Draag bij aan een weerbaarder Nederland
5. Schep perspectief voor Oekraïne in het Europese en trans-Atlantische bestel
6. Investeer in een wereldwijd gedeelde zienswijze op de oorlog in Oekraïne en een gemeenschappelijke visie op een stabiele mondiale veiligheidsorde en rechtvaardige vrede voor de lange termijn.
Het kabinet zal in de volgende paragrafen nader ingaan op de aanbevelingen van de AIV.
Het kabinet waardeert de brede blik van de AIV op de Russische oorlog tegen Oekraïne. Het AIV-advies sluit aan bij de Kamerbrief over de staat van de oorlog in Europa van 23 februari 2024 (Kamerbrief 21 501-20, nr. 2019) waarin het kabinet stelt dat voorspelbare meerjarige en substantiële steun aan Oekraïne in de verdediging tegen de Russische agressie het juiste is om te doen en ook noodzakelijk is vanuit welbegrepen eigenbelang1. Ook omdat de uitkomst van deze oorlog de toekomst van Europa en dus Nederland zal bepalen.
Scenario’s
Het kabinet bedankt de AIV voor de vier scenario’s2. In lijn met het advies van de AIV, en eerder ook de motie Dassen c.s. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2884), bereidt Nederland zich actief voor op diverse scenario’s, ook binnen EU- en NAVO-verband. Binnen de Nederlandse ministeries, waaronder BZ, Defensie en de veiligheidsdiensten, worden voortdurend verschillende scenario’s uitgedacht, die aan de hand van de ontwikkelingen aan het front of in Rusland regelmatig worden bijgesteld. Het kabinet is het ermee eens dat de overwinning voor Oekraïne of een zo sterk mogelijke uitgangspositie voor Oekraïne bij eventuele onderhandelingen de meest wenselijke scenario’s zijn. Omdat deze scenario’s ook in ons eigen belang zouden zijn, is de kabinetsinzet op de verwezenlijking daarvan gericht in nauwe samenwerking met partners en bondgenoten. Het kabinet blijft de Kamer, met inachtneming van de noodzakelijke vertrouwelijkheid, informeren over de inzet van het kabinet en over de afwegingen die daaraan ten grondslag liggen.
Defensie-uitgaven
De AIV geeft drie adviezen om de Defensie-uitgaven te borgen: naleving van de 2% norm, additionele structurele middelen voor Oekraïne-steun bovenop de 2% en een kabinetsoverstijgende defensieplanning.
Nederland heeft zich, net als alle NAVO-bondgenoten, gecommitteerd aan de Defence Investment Pledge in Vilnius om minimaal 2% van het bbp te investeren in defensie. Nederland moet doen wat nodig is om de afschrikking en verdediging te versterken en de vereisten van de nieuwe NAVO militaire verdedigingsplannen in te vullen. Zekerheid over structurele financiële middelen is voor Defensie belangrijk, vooral om de defensie-industrie – nationaal, Europees en daarbuiten – en hun financiers in staat te kunnen stellen om meerjarig en structureel op te schalen en tijdig te leveren. Opschaling van de Europese defensie industrie is randvoorwaardelijk voor de versterking van Europese krijgsmachten en voor meer Europese verantwoordelijkheid voor de eigen veiligheid. Gelet op de verslechterende veiligheidssituatie in de wereld, zo geeft de AIV aan in dit advies, moet Nederland rekening houden met scenario’s waarbij defensie-uitgaven van boven de 2% van het bbp nodig zijn voor onze verdediging en om aan alle internationale en nationale verplichtingen te voldoen die voortvloeien uit de grondwettelijke taken.3 De krijgsmacht en het defensiepersoneel zijn gebaat bij meerjarige financiële zekerheid door de defensie-uitgaven te verhogen naar structureel tenminste 2% van het bbp. In dat kader heeft het kabinet bij de voorjaarsnota reeds besloten tot een extra investering in de versterking van de luchtverdediging en munitie voor de eigen krijgsmacht. Nederland moet zowel zijn krijgsmacht versterken als Oekraïne standvastig blijven steunen. Deze twee sporen gaan hand in hand. In lijn met het AIV-advies heeft het kabinet € 4 miljard extra uitgetrokken voor militaire steun aan Oekraïne voor de periode 2024–2026. Zo laat het kabinet zien dat Nederland ook de komende periode Oekraïne volop blijft steunen in het gevecht tegen de Russische agressie.
Wederopbouw
Het kabinet deelt de analyse voor wat betreft de wederopbouw van Oekraïne (H.5) en neemt de aanbeveling om een breed en inclusief herstel na te streven ter harte. De hulp aan Oekraïne verloopt via die onderdelen van de ministeries die de reguliere internationale samenwerking uitvoeren: bilateraal, via de EU alsook multilateraal. Hierdoor zijn een inclusieve aanpak en een focus op instituties die gemeenschappelijke waarden vertegenwoordigen, zoals de EU, goed geborgd. Het kabinet neemt hierbij actief ervaringen en geleerde lessen uit andere contexten mee, zoals onder andere geformuleerd door de VS en het OECD-DAC4.
Het kabinet onderstreept het belang van accountability: daders van oorlogsmisdrijven gepleegd in Oekraïne mogen hun straf niet ontlopen en dienen zich te verantwoorden voor een rechtbank. Nederland heeft hier aan bijgedragen door vier keer een forensisch opsporingsteam van de KMar, onder de vlag van het ICC, in Oekraïne in te zetten. Ook in 2024 zal Nederland het ICC blijven ondersteunen.
Gezien het toenemende aantal veteranen in Oekraïne is ook veteranenzorg een belangrijk punt van aandacht. Nederland zet zich in om Oekraïne ook daarbij te ondersteunen. Een concreet voorbeeld daarvan is de revalidatiehulp aan tientallen Oekraïense veteranen die wordt verstrekt in het Militair Revalidatiecentrum in Doorn.
Het kabinet onderschrijft het belang van het scheppen van goede voorwaarden voor het lokale midden- en kleinbedrijf en het op termijn nastreven van herstel van een gelijk economisch speelveld en betrokkenheid van het Nederlandse bedrijfsleven. Op verzoek van de Kamer is zomer 2023 een Speciaal Gezant voor Bedrijfsleven en Wederopbouw Oekraïne aangesteld om de behoeften van Oekraïne in kaart te brengen en met Nederlandse bedrijven te kijken waar de Nederlandse expertise aansluit. De Nederlandse steun concentreert zich daarbij op de ook door de AIV aanbevolen sectoren landbouw, waterbeheer en drinkwatervoorziening, en ook op de sector gezondheidszorg. In 2023 zijn hiertoe publiek-private platforms opgezet met het doel om de Nederlandse bedrijfsleven inzet voor herstel en wederopbouw van Oekraïne in deze drie sectoren vorm te geven. Daarnaast heeft Nederland via RVO een Oekraïne Partnerschapsfaciliteit opgericht met een plafond van € 25 mln. Deze subsidie stimuleert partnerschappen tussen Nederlandse en Oekraïense bedrijven en/of maatschappelijke organisaties in deze sectoren. Sinds januari 2024 staat de exportkredietverzekering via Atradius open voor Oekraïne waarmee voor € 120 miljoen aan transacties tegen financieringsrisico’s verzekerd kan worden. Overigens had de Nederlandse private sector ook voor 2022 al goede banden met Oekraïne in deze sectoren.
In Europees verband is een akkoord bereikt over het apart zetten en afromen van uitzonderlijke en onverwachte rente-inkomsten van geïmmobiliseerde Russische Centrale Banktegoeden voor steun aan Oekraïne. Dit betreft geen Europese belastingen. Ook is akkoord bereikt op het gebruik van de inkomsten voor steun aan Oekraïne. Dit betreft voor 2024 militaire steun via de Europese Vredesfaciliteit (90%) en steun voor herstel en wederopbouw via de EU Oekraïne-faciliteit (10%). Het kabinet heeft zich uitgesproken voor snelle vervolgstappen om de rente daadwerkelijk af te kunnen romen en op korte termijn in te kunnen zetten voor Oekraïne. Het kabinet acht ambitie van belang en moedigt tevens aan tot het zorgvuldig verkennen van andere mogelijkheden, waaronder het gebruiken van het onderliggende vermogen in EU-verband. Hierbij is samenwerking met G7-partners zoals de VS en het VK van groot belang.
De AIV adviseert te communiceren over waar Nederland staat in het conflict en wat de politieke afwegingen zijn voor Nederlandse steun. Via de maandelijkse flitspeiling van de NCTV blijkt dat ruim twee jaar na het begin van de invasie de steun van de Nederlandse bevolking voor het kabinetsbeleid grosso modo op hetzelfde niveau is gebleven. Goede communicatie via de Eerste en Tweede Kamer en rechtstreeks met de Nederlandse bevolking over de voorwaarden, strategieën en doelen van de Nederlandse steun is en blijft essentieel voor het behouden van het draagvlak. Zeker nu het besef breder indaalt dat de oorlog veel langer dreigt te gaan duren dan menigeen eerder had verwacht. Het kabinet voelt zich gesterkt door de adviezen van de AIV op dit punt, en ook door de brede steun in de Tweede Kamer voor het tot dusverre gevoerde beleid.
De AIV adviseert een versterking van de Europese veiligheidsarchitectuur door te werken aan: een Europese pijler binnen de NAVO, een structurele en planmatige uitbreiding van de Europese defensiecapaciteit, en een Europese veiligheidsraad.
Europese veiligheidsarchitectuur
Het kabinet erkent de noodzaak van een sterkere Europese defensie. Het is van belang dat Europa meer verantwoordelijkheid neemt voor de eigen veiligheid en daarin minder afhankelijk wordt van de Verenigde Staten, onder andere voor wat betreft cruciale capaciteiten zoals Deep Precision Strike, strategisch luchttransport en/of lucht- en raketverdediging. In het EU Strategisch Kompas wordt uitgewerkt hoe hier in Europa verder aan wordt gewerkt, onder meer via instrumenten als de Coordinated Annual Review on Defence (CARD), Permanent Structured Cooperation (PESCO) en het Europees Defensiefonds, meer inzet op gezamenlijke aanschaf van defensiecapaciteiten en het verbeteren van onze militaire mobiliteit met regelmatige levensechte oefeningen. Een versterking van de Europese samenwerking op het gebied van defensiematerieel kan in belangrijke mate leiden tot schaalvoordelen in de aanschaf van materieel. Bovendien leidt gezamenlijke aanschaf tot vermindering in de Europese fragmentatie in wapensystemen en daarmee een verbeterde interoperabiliteit tussen de Europese krijgsmachten. Om de Europese defensiesamenwerking en de positie van de Nederlandse defensie-industrie te versterken, wil het kabinet ook toetreden tot het trilateraal verdrag tussen Frankrijk, Duitsland en Spanje op het terrein van wapenexportbeleid5.
Het kabinet steunt deze verdere versterking van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB). Het leidt tot een efficiëntere manier van samenwerking tussen bondgenoten en op die manier tot een verdere versterking van de NAVO. Het kabinet is in dat kader voorstander van een betere EU-NAVO-samenwerking.
Het idee van een Europese Veiligheidsraad die, in de woorden van de AIV, als politieke spelverdeler zou optreden en waarin het VK naast Frankrijk en Duitsland permanent zouden zetelen maar andere landen niet, roept vragen op over bijvoorbeeld het mandaat, de vertegenwoordiging en de (militaire) capaciteiten. Dat geldt ook voor de verhouding van zo’n raad tot de NAVO als hoeksteen van onze collectieve verdediging en een steeds meer geopolitiek betekenisvolle EU. Het kabinet blijft, ook in Europees verband, nadenken over de meest effectieve manieren en instrumenten om in de nabije toekomst de geopolitieke kracht van Europa verder te versterken en onderzoekt daarbij de opties voor een Europese veiligheidsraad.
Europese defensie- en veiligheidsindustrie
De AIV adviseert de Europese defensie- en veiligheidsindustrie te versterken door schaalvoordelen van de interne markt te gebruiken en belemmeringen als nationale veiligheidsuitzonderingen tegen te gaan; prioriteit te geven aan productielijnen die voor Oekraïne nu van belang zijn; en in te zetten op effectief en resultaatgericht industriebeleid.
Om militaire steun aan Oekraïne door te blijven zetten en de gereedheid van onze eigen krijgsmacht te vergroten, zijn investeringen in Europese productiecapaciteit noodzakelijk. Met dit als doel werkt de Taskforce Productiezekerheid aan concrete voorstellen om de productie- en leveringszekerheid van militair materieel te vergroten ten behoeve van zowel onze eigen operationele gereedheid, als voor de militaire steun aan Oekraïne. In juni 2024 wordt u verder geïnformeerd over de volledige aanpak en eerste resultaten van deze Taskforce door middel van een kamerbrief.
In EU-verband zijn er instrumenten opgezet ter bevordering van gezamenlijke onderzoek en ontwikkeling (Europees Defensiefonds) en gezamenlijke aanschaf (EDIRPA). Dit draagt bij aan het terugdringen van fragmentatie van wapensystemen en vergroot de interoperabiliteit. De EU stimuleert ook investeringen in het vergroten van de productiecapaciteit middels ASAP. Daarnaast heeft de Europese Commissie op 5 maart jl. een Europese Defensie Industrie Strategie en een Europees Defensie Investeringsprogramma gepresenteerd. Dit heeft als doel om de Europese Defensie Technologische en Industriële Basis (EDTIB) te versterken. De Commissie doet voorstellen om de gezamenlijke aanschaf door lidstaten van defensiematerieel verder te stimuleren en om de productiecapaciteit en leveringszekerheid van de Europese defensie industrie te vergroten. Het kabinet acht deze versterking noodzakelijk en urgent om de militaire steun aan Oekraïne te kunnen blijven voortzetten en om in de EU de eigen strijdkrachten in het licht van de verslechterde veiligheidssituatie beter gereed te kunnen stellen. Een sterkere Europese defensie-industrie draagt ook bij aan een sterker Europees aandeel in de NAVO. Daarnaast acht het kabinet het van belang dat er regels komen omtrent grensoverschrijdende samenwerking met betrekking tot gemeenschappelijke aanschaf, capaciteitsontwikkeling en materieelsamenwerking. Ook wordt voorgesteld dat Oekraïne aan dit programma mee kan doen. De Kamer heeft op 28 maart jl. een BNC-fiche met een appreciatie van de voorstellen ontvangen6.
Het kabinet deelt de mening van de AIV dat een whole-of-society aanpak noodzakelijk is voor het tegengaan van hybride dreigingen. Aangezien dergelijke dreigingen impact hebben op alle delen van de samenleving, volstaat enkel de inzet van de traditionele veiligheidspartners niet. De gehele samenleving, inclusief bedrijven, industrie, maatschappelijke organisaties en burgers, draagt daarin verantwoordelijkheid. Een dergelijke aanpak beperkt zich echter niet tot het tegengaan van hybride dreigingen, maar zal ook noodzakelijk zijn om voorbereid te zijn op een militaire dreiging. In toenemende mate klinkt het geluid dat een militair conflict een reëel risico is. Om daarop voorbereid te zijn moeten juist in vredestijd afspraken gemaakt worden tussen publieke en private actoren, maar ook met burgers. De voornaamste doelstelling van een dergelijke whole-of-society aanpak is het versterken van de maatschappelijke weerbaarheid. Op dit moment lopen er diverse (beleids)trajecten die hieraan bijdragen. Het kabinet zal na de zomer een Kamerbrief maatschappelijke weerbaarheid aan uw Kamer doen toekomen. In deze Kamerbrief zal worden ingegaan op de kabinetsinspanningen ten behoeve van het versterken van de maatschappelijke weerbaarheid. Het kabinet erkent het belang van een effectieve aanpak van desinformatie. De voortgangsbrief «Rijksbrede strategie voor de effectieve aanpak van desinformatie» die de Minister en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op korte termijn naar de Kamer sturen (Kamerstuk 30 821, nr. 230), zal hier nader op ingaan.
De AIV adviseert om perspectief te bieden door een Oekraïens EU- en NAVO-lidmaatschap en het onderzoeken van bilaterale veiligheidsgaranties. Dat vereist volgens AIV voorbereiding van Oekraïne op toetreding. Er moet dynamiek blijven in de toetredingsgesprekken, met overgangstermijnen en gefaseerde toetreding als mogelijke opties. En de EU moet volgens de AIV hervormen met het oog op uitbreiding.
EU-lidmaatschap
Oekraïne is onderdeel van de Europese familie. De Europese Raad van december 2023 besloot de toetredingsonderhandelingen met Oekraïne te openen. Het kabinet erkent de inspanningen van Oekraïne om hervormingen door te voeren onder zeer moeilijke omstandigheden en zal Oekraïne waar mogelijk steunen tijdens de procedure. De voortgang van Oekraïne in het EU-toetredingsproces zal afhangen van de eigen merites, waarbij hervormingen op het gebied van de verschillende aspecten van de rechtsstaat centraal staan. Nederland blijft Oekraïne hierbij actief steunen in coördinatie met gelijkgezinde partners, onder andere bilateraal via MATRA programma’s gericht op capaciteitsversterking en de opbouw van democratische en rechtsstatelijke instituties, en in EU verband.
Het kabinet ziet de huidige EU-uitbreidingsmethodologie als een gedegen basis om kandidaat lidstaten op merites te beoordelen. De methodologie bevestigt het belang van de rechtsstaat als basis voor een stabiel democratisch systeem en koppelt voortgang op andere beleidsterreinen aan voortgang op rechtsstaathervormingen. Tegelijk biedt de methodologie ruimte voor versnelde of geleidelijke integratie van kandidaat-lidstaten, mocht de voortgang op de gevraagde hervormingen hiertoe aanleiding geven. Zo wordt op verschillende beleidsterreinen reeds intensief met verschillende kandidaat-lidstaten samengewerkt. Hierbij valt te denken aan de nauwe samenwerking met Frontex op het gebied van migratie en met Eurojust op het gebied van de justitiële keten. De methodologie en het associatieakkoordbieden dan ook voldoende basis voor nauwere samenwerking met Oekraïne binnen de kaders van het toetredingsproces. Hoewel het kabinet openstaat voor nieuwe ideeën voor samenwerking met kandidaat-lidstaten, is het kabinet geen voorstander van het herzien van de uitbreidingsmethodologie. Het kabinet blijft strikt, fair en betrokken ten aanzien van EU-uitbreiding.
NAVO-lidmaatschap
De AIV adviseert het kabinet om vast te houden aan een duidelijk perspectief op Oekraïens NAVO-lidmaatschap en stelt dat de NAVO-top in Washington in juli 2024 en de daaropvolgende top die in Nederland plaatsvindt, uitgelezen momenten zijn om daarover nadere afspraken te maken. Het kabinet draagt uit dat de toekomst van Oekraïne binnen de NAVO ligt en steunt de inzet om Oekraïne nader tot het bondgenootschap te brengen. Op dit moment is de samenwerking tussen de NAVO en Oekraïne nauwer dan ooit. Zo is tijdens de voorgaande NAVO-top in Vilnius de NAVO-Oekraïne Raad opgericht, waarin Oekraïne en de NAVO-bondgenoten regelmatig met elkaar als gelijken in overleg treden.
Daarnaast wordt via het Ukraine Comprehensive Assistance Package (UCAP)-fonds gewerkt aan de hervorming van de Oekraïense veiligheids- en defensiesector, om Oekraïne klaar te stomen voor een toekomstig NAVO-lidmaatschap. Het kabinet ondersteunt van harte de verdere initiatieven die de NAVO kan ontplooien om die praktische samenwerking tussen de NAVO en Oekraïne langjarig te verankeren. In de aanloop naar de NAVO-top in Washington worden verschillende initiatieven uitgewerkt die daaraan bijdragen. Bijvoorbeeld via de UDCG Capability Coalitions, waar Nederland onder andere als co-leider van de luchtmacht coalitie en via de levering van 24x F-16 actief bijdraagt aan de vernieuwing van de Oekraïense luchtmacht en daarmee de Oekraïense interoperabiliteit met NAVO bondgenoten. Zo zorgen we ervoor dat Oekraïne ook daadwerkelijk klaar is om tot de NAVO toe te treden, op het moment dat bondgenoten besluiten om Oekraïne daar formeel toe uit te nodigen. Over de voorstellen die tijdens de NAVO-top zullen voorliggen, wordt uw Kamer geïnformeerd via de geannoteerde agenda voor de NAVO-top.
Bilaterale veiligheidsgaranties
Nederland heeft een bilaterale veiligheidsovereenkomst met Oekraïne en zal de komende tien jaar Oekraïne blijven steunen. Dit is een duidelijk signaal aan Oekraïne, aan onze internationale partners en aan Rusland dat Nederland de komende jaren achter Oekraïne zal blijven staan. De komende periode zal Nederland zich richten op het uitwerken en concretiseren van de gemaakte afspraken bijvoorbeeld op het gebied van militaire steunverlening en het stimuleren van de Europese Defensie-industrie. Dit draagt bij aan het meerjarige perspectief voor Oekraïne.
In lijn met hetgeen de AIV hierover constateert en aanbeveelt, ziet het kabinet dat de oorlog tegen Oekraïne pijnpunten in de relatie tussen Europa en het mondiale Zuiden blootlegt. Alhoewel het overgrote deel (ca. 140 leden) van de VN de Russische inval veroordeelt, komt steun aan Oekraïne, of deze nu militair, financieel of op het gebied van sancties of accountability is, vrijwel uitsluitend van landen die ook onderdeel zijn van EU, G7 en NAVO. De voortdurende Russische agressie en gruweldaden in Oekraïne leiden niet tot meer steun voor Oekraïne vanuit het mondiale Zuiden. Het oplaaien van het conflict in het Midden-Oosten heeft een verscherping aangebracht in al eerder klinkende beschuldigingen over door het Westen toegepaste dubbele standaarden. Het argument dat de Russische oorlog een flagrante schending is van het VN-Handvest en met name van het verbod op schending van territoriale integriteit en daarmee ook de belangen van het mondiale zuiden raakt, is voor veel landen onvoldoende reden om relaties met Rusland op het spel te zetten.
Het kabinet realiseert zich dat het landen uit het mondiale Zuiden hard nodig heeft bij een uiteindelijke duurzame oplossing om een einde aan deze oorlog te maken en voor belangrijke discussies over veranderingen in de huidige wereldorde. In alle bilaterale gesprekken met landen uit het mondiale Zuiden bespreekt het kabinet ook de rol die deze landen zouden kunnen opnemen bij het voorbereiden van een uiteindelijk vredesproces.
Ook wordt in deze gesprekken gesproken over mogelijke initiatieven met Nederlandse betrokkenheid die de economische gevolgen van deze oorlog voor het mondiale Zuiden kunnen adresseren.
De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot
De Minister van Defensie, K.H. Ollongren
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher
Kamerbrief over de staat van de oorlog in Europa van 23 februari 2024 (Kamerbrief 21 501-20, nr. 2019/p.4 Vredesformule.
(1) Een totale overwinning van Oekraïne, waarbij Russische troepen verdreven worden uit de oostelijke provincies en uiteindelijk van de Krim. (2) Een totale overwinning van Rusland, waarbij de territoriale soevereiniteit en het bestaan van Oekraïne als land radicaal zou worden ingeperkt met schrijnende gevolgen voor de lokale bevolking. (3) Een patstelling, die zich evenwel in verschillende varianten kan voordoen. (4) Uit elke variant van patstelling kan een vierde scenario volgen: onderhandelingen. Op basis van een aanhoudende hurting stalemate worden partijen feitelijk gedwongen aan de onderhandelingstafel plaats te nemen.
Artikel 97, lid 1 van de Grondwet: «Ten behoeve van de verdediging en ter bescherming van de belangen van het Koninkrijk, alsmede ten behoeve van de handhaving en de bevordering van de internationale rechtsorde, is er een krijgsmacht.»
B.v. Rapport van de Special Inspector General for Afghanistan Reconstruction (SIGAR) van de VS (o.a. aanbeveling tot inzet op (NL) interministeriële en internationale donor coördinatie; gebeurt via coördinatie taskforce CSOEK en donor-platform MDCP); en -OECD-DAC/EvalNet paper «Evidence from Evaluation for Ukraine» (o.a. aanbeveling tot inzet op eerlijke monitoring, de hiervoor benodigde personele capaciteit, en grondige impact evaluaties; is in de coördinatie taskforce CSOEK en de IFI’s capaciteit voor ingericht).
Zie Kamerbrief «Maatregelen ter bevordering van Europese Defensiesamenwerking en verdere Europese convergentie van het wapenexportbeleid» (Kamerstuk 22 054, nr. 395) van 14 juli 2023
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36045-184.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.