36 045 Situatie in Oekraïne

Nr. 181 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 17 april 2024

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en van Defensie over de brief van 1 maart 2024 inzake de Bilaterale veiligheidsovereenkomst met Oekraïne (Kamerstuk 36 045, nr. 177).

De Ministers hebben deze vragen beantwoord bij brief van 17 april 2024. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De fungerend voorzitter van de commissie, De Roon

Adjunct-griffier van de commissie, Blom

1

Wat betekent de laatste alinea van paragraaf 1 waarin staat: «De deelnemers erkennen en bevestigen hun standpunt dat het Verdrag tussen de Staten die Partij zijn bij het Noord-Atlantisch Verdrag en de overige Staten die deelnemen aan het Partnerschap voor de Vrede nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten, tot stand gekomen op 19 juni 1995 te Brussel, van toepassing is op alle activiteiten die krachtens en ter uitvoering van deze Overeenkomst worden ondernomen» en wat is het effect hiervan?

In de paragraaf staat een verwijzing naar het feit dat het NAVO-Partnerschapsverdrag van toepassing is op activiteiten die voortvloeien uit de veiligheidsovereenkomst. Nederland en Oekraïne zijn beide partij bij het NAVO-Partnerschapsverdrag. Middels verwijzing naar dit verdrag in de veiligheidsovereenkomst, wordt beoogd te benadrukken dat de afspraken in de veiligheidsovereenkomst niet afwijken van het NAVO-Partnerschapsverdrag.

2

Hoe dient de samenwerking die bedoeld wordt in paragraaf 3 punt 8 concreet begrepen te worden? Welke acties gaat Nederland concreet ondernemen om de Oekraïense defensie-industrie om te vormen tot een krachtige capaciteit?

Het kabinet zet zich in voor de integratie van de Oekraïense defensie-industrie in de Europese defensie-industrie, voor samenwerking op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, en voor het gezamenlijk aanpakken van knelpunten in de toeleveringsketen voor defensiematerieel en munitie. Van 18 tot en met 21 maart jl. vond op initiatief van de Minister van Defensie een eerste kleinschalige Nederlandse handelsmissie plaats om samenwerking tussen Nederland en Oekraïense bedrijven te faciliteren. Momenteel worden mogelijkheden onderzocht om vervolgmissies van groter formaat te organiseren die bijdragen aan de steun aan Oekraïne en de defensie-industrie versterkt.

3

Wat wordt bedoeld met een «toekomstige gewapende aanval van Rusland tegen Oekraïne» (paragraaf 4.1)? Wordt hiermee bedoeld iedere gewapende actie in de toekomst die in het kader van de huidige oorlog uitgevoerd wordt, of een nieuw gewapend conflict na beëindiging van de huidige oorlog?

Met toekomstige gewapende aanval wordt een nieuwe gewapende aanval van Rusland tegen Oekraïne bedoeld, na beëindiging van de huidige Russische agressie.

4

Welke wettelijke grenzen worden bedoeld in paragraaf 6.4 waar het gaat om de samenwerking op het gebied van cyberveiligheid?

In algemene zin is de samenwerking die wordt genoemd in deze paragraaf erop gericht om de cyberweerbaarheid van Oekraïne te verhogen. De kaders van het internationaal recht zijn bij deze samenwerking leidend, net als iedere kenbare wettelijke regeling die geldig is binnen Nederland, waaronder niet alleen formele wetgeving die is vastgesteld door de regering en Kamers tezamen, maar eveneens supranationale (EU-) wetgeving en verdragen waaraan Nederland zich heeft verbonden.

Concrete voorbeelden zijn de Algemene verordening gegevensbescherming en de Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen (waarin informatie-deling met derde landen is vastgelegd), maar eveneens Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek en het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en fundamentele vrijheden (EVRM).

5

Constaterende dat de bilaterale overeenkomsten voortvloeien uit de G7+-verklaring van Vilnius 2023, welke ondertekenaars van deze verklaring hebben nog geen opvolging ervan gecompleteerd middels een ondertekende veiligheidsovereenkomst met Oekraïne?

Nederland is het zevende land dat een bilaterale veiligheidsovereenkomst heeft ondertekend met Oekraïne, volgend op Canada, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk. De overige ondertekenaars van de G7+-verklaring zijn nog bezig met voorbereidingen voor het tekenen van een veiligheidsovereenkomst, of met consultaties met Oekraïne. Nederland heeft regelmatig overleg met de andere ondertekenaars, zowel in groepsverband als één op één.

6

Op grond waarvan is in Frankrijk een soortgelijke overeenkomst voor instemming aan het parlement voorgelegd en in Nederland niet?

Het kabinet kan geen uitspraken doen over de overwegingen van Frankrijk. De veiligheidsovereenkomst is politiek bindend en in lijn met de kabinetsinzet voor Oekraïne, waarvoor brede steun is in uw Kamer. Dit blijkt ook uit de motie Paternotte c.s. van 14 maart jl., waarin steun wordt uitgesproken voor de veiligheidsovereenkomst (Kamerstuk 21 501-20, nr. 2022).

7

Hoe regelmatig en onder wiens voorzitterschap en coördinatie vinden vergaderingen van de zogenaamde Ukraine Defence Contact Group (UDCG) plaats?

In de Ukraine Defence Contact Group (UDCG) komen de Ministers van Defensie gemiddeld iedere zes tot acht weken samen, fysiek of online. De Verenigde Staten en Oekraïne coördineren de agenda en zitten het forum voor. Hieraan neemt doorgaans de Commandant der Strijdkrachten (namens) of de Minister van Defensie deel.

8

Hoe verhoudt de EU Military Assistance Mission (EUMAM) zich tot de inspanningen op het gebied van het Future Force Concept die tot doel hebben de interoperabiliteit met de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO)-strijdkrachten te verbeteren?

De Future Force Capability Coalitions richten zich op de (lange termijn) capaciteitsopbouw van de Oekraïense krijgsmacht. De EU Military Assistance Mission (EUMAM) voor Oekraïne draagt met trainingen bij aan ditzelfde doel, o.a. door opleidingen aan te bieden voor het gebruik en inzet van het materieel geleverd vanuit de Capability Coalitions. Verder richt EUMAM zich veelal op het ondersteunen van de Oekraïense krijgsmacht in het opdoen van ervaring met capaciteiten, die benodigd zijn voor het gevecht dat nu gevoerd wordt. Op termijn kan EUMAM mogelijk ook een rol spelen in de lange termijn hervorming, versterking, en de reeds ingezette transitie naar NAVO-standaard van de Oekraïense krijgsmacht.

9

Hoe is in de mogelijkheid van wijziging van de overeenkomst voorzien qua internationale afstemming, zoals in paragraaf 4.3 – loopt dit via de G7 of anderszins?

Op dit moment is niet in een concreet G7+-mechanisme voorzien. Wel vindt informele afstemming plaats via platforms als de UDCG en wordt doorlopend binnen de NAVO en EU gesproken over veiligheidsafspraken. Zolang niet is voorzien in een structureel coördinatiemechanisme zal Nederland bilateraal en via bestaande internationale verbanden afstemmen met partners.

10

Welke instanties zijn vertegenwoordigd in het Multi-Agency Donor Coördination Platform van G7, Europese Unie (EU) en internationale financiële instellingen en welke landen nemen deel? Bij wie is het voorzitterschap en secretariaat van dit platform belegd? Wie neemt plaats in de zetel van de EU en wat is de rol van Nederland? Hoe vaak en op welke niveaus vinden bijeenkomsten van het platform plaats? Ziet deze coördinatie ook op het op elkaar doen aansluiten van de hervormingsconditionaliteiten van de deelnemers met betrekking tot de hulp die zij bieden en op de hervormingsagenda van Oekraïne zelf?

Het Multi-agency Donor Coordination Platform for Ukraine (MDCP) is op 26 januari 2023 opgericht om de internationale steun voor herstel- en wederopbouw en de macro-financiële steun aan Oekraïne te coördineren. Het Steering Committee (SC) van dit platform bestaat uit senior officials van de verschillende G7-landen, Oekraïne, de Europese Commissie en de belangrijkste internationale financiële instellingen zoals de Wereldbank, het IMF en de EIB. Op 8 februari jl. zijn Nederland, Noorwegen, Zweden en Zuid-Korea tijdelijk toegetreden tot het SC. In deze hoedanigheid kan Nederland deelnemen aan alle discussies die binnen het SC spelen.

Voorzitterschap van het platform wordt gedeeld door Oekraïne, de VS en de Europese Commissie. De Europese Commissie wordt daarbij vertegenwoordigd door Gert Jan Koopman, directeur-generaal van het Directoraat-Generaal Neighbourhood and Enlargement Negotiations (DG NEAR). Het platform heeft een secretariaat in Brussel en in Kyiv en overleggen van het SC vinden zes à zeven keer per jaar plaats. Het platform bespreekt de urgente noden van Oekraïne, de wijze waarop de internationale gemeenschap hier effectief aan kan bijdragen, en de samenhang tussen de inzet van de verschillende donoren. Daartoe vinden ook discussies plaats over de voorwaarden voor hervorming en de coherentie daartussen.

11

Omvatten de bilaterale overeenkomsten van andere landen met Oekraïne teksten over de rol van het bedrijfsleven van die landen?

Tot nu toe hebben, naast Nederland, zes landen een veiligheidsovereenkomst met Oekraïne getekend. In de veiligheidsovereenkomsten met het Verenigd Koninkrijk, Duitsland, Frankrijk, Denemarken, Italië en Canada worden, net als in de Nederlandse, ook de rol van het bedrijfsleven en samenwerking op gebied van defensie-industrie genoemd.

12

Vraag 12: Hoe wordt de overeenkomst, die de EU voornemens is te sluiten met Oekraïne, vastgesteld? Geschiedt dit via instemming van de Raad? Is er betrokkenheid van het Europees Parlement voorzien?

Het concept voor de EU-veiligheidsarrangementen met Oekraïne is op de Europese Raad van 22 maart jl. door de Hoge Vertegenwoordiger gepresenteerd. Na bespreking door de EU-lidstaten worden consultaties met Oekraïne ingepland.

Wanneer de lidstaten en Oekraïne overeenstemming hebben bereikt zal de Raad instemmen met het eindresultaat en de veiligheidsarrangementen door beide zijden worden ondertekend. Er is geen instemming van het Europees Parlement vereist.

13

Op welk niveau dient in Nederland tot mogelijke wijziging te worden besloten, ingevolge paragraaf 14? Geldt dit ook voor Oekraïne? In hoeverre worden de respectievelijke parlementen bij wijziging of opzegging betrokken, gegeven het feit dat de overeenkomst op politiek niveau is ondertekend?

Er zijn geen afspraken vastgelegd over het niveau waarop de veiligheidsovereenkomst aangepast kan worden. In elk geval zullen beide landen met de wijziging en het niveau waarop de wijziging wordt vastgesteld moeten instemmen.

14

Wat is de juridische status van de bilaterale veiligheidsovereenkomst?

De veiligheidsovereenkomst is een sterk politiek commitment, waarmee het kabinet laat zien dat Nederland Oekraïne de komende tien jaar wil blijven steunen. Het is geen juridisch verbindend instrument.

15

Zijn er bepalingen uit de bilaterale veiligheidsovereenkomst juridisch afdwingbaar?

Nee. In paragraaf 14.6 wordt beschreven dat als er geschillen zijn tussen de deelnemers over de interpretatie of toepassing van de veiligheidsovereenkomst, deze in der minne worden geschikt, door onderhandeling of overleg tussen de deelnemers.

16

Welke rol heeft de Kamer bij de bestendiging van de bilaterale veiligheidsovereenkomst?

De veiligheidsovereenkomst biedt een raamwerk van meerjarige steun voor Oekraïne. De motie Paternotte (Kamerstuk 21 501-20, nr. 2022) draagt bij aan de bestendiging van de bilaterale veiligheidsovereenkomst. De financiële invulling wordt de komende jaren meegenomen in de budgettaire besluitvorming die de gebruikelijke parlementaire procedure zal doorlopen.

17

Wanneer vindt de besluitvorming plaats over de financiering van militaire steun in 2025, zolang er geen nieuw kabinet zitting neemt?

De besluitvorming over de financiering van militaire steun vindt plaats via de reguliere begrotingssystematiek. De voortzetting van militaire steun zal betrokken worden bij de aankomende Voorjaarsbesluitvorming.

18

Hoe beoordeelt u de juridische status van de tienjarige overeenkomst inzake veiligheidssamenwerking tussen Nederland en Oekraïne?

De veiligheidsovereenkomst is een sterk politiek commitment van dit kabinet, waarmee het kabinet laat zien dat Nederland Oekraïne de komende tien jaar wil blijven steunen. Het is geen juridisch bindend instrument.

19

Waarom is deze overeenkomst niet ter goedkeuring aan de Staten-Generaal voorgelegd, ingevolge de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen?

De veiligheidsovereenkomst is geen verdrag, waardoor de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen niet van toepassing is.

20

Hoe verhoudt het antwoord op vraag 18 zich tot de definitie die in art. 2, eerste lid, aanhef en onder a, van het Weens Verdragen Verdrag (WVV) is gecodificeerd, namelijk: «Voor de toepassing van dit Verdrag betekent (...) «verdrag»: een internationale overeenkomst in geschrifte tussen Staten gesloten en beheerst door het volkenrecht, hetzij nedergelegd in een enkele akte, hetzij in twee of meer samenhangende akten, en ongeacht haar bijzondere benaming»?

De veiligheidsovereenkomst is geen verdrag in de zin van artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a, van het Weens Verdragenverdrag. De overeenkomst wordt niet beheerst door het volkenrecht.

21

Hoe verhoudt het antwoord op vraag 18 zich tot de Aanwijzingen voor de regelgeving waarin is aangegeven dat «[i]n de Nederlandse titel van een verdrag (...) bij voorkeur de grondwettelijke term «verdrag» [wordt] gebruikt en niet de term «overeenkomst»?

Zie het antwoord op vraag 20.

22

Bent u ermee bekend dat de vorm voorheen wél relevant was voor het al dan niet aangemerkt kunnen worden als verdrag in de zin van de Grondwet en dit vervolgens problematisch uitpakte in de praktijk toen men verdragen in een andere vorm goot teneinde het vereiste van parlementaire goedkeuring te omzeilen (zie C.B. Modderman, Verdragenrecht (Mastermonografieën staats- en bestuursrecht), Deventer: Wolters Kluwer 2019)?

Het is het kabinet bekend dat de vorm waarin een afspraak wordt vastgelegd één van de aanwijzingen kan zijn voor het beoordelen van het rechtskarakter van de afspraak.

23

Hoe beoordeelt u de in vraag 18 genoemde overeenkomst, nu uit de juridische literatuur blijkt dat voor de definitie van verdrag in de zin van het WVV noch de benaming noch het aantal samenhangende instrumenten van doorslaggevende betekenis kan worden geacht voor de beoordeling of er sprake is van een verdrag, maar dat voornamelijk van belang is dat partijen de intentie moeten hebben zich te binden en dat de gekozen bewoordingen daarvan de meest direct zichtbare indicatie zijn, zoals volgt uit het arrest Qatar v. Bahrain?

De deelnemers aan de veiligheidsovereenkomst hadden met het vastleggen van hun afspraken niet de intentie om schriftelijke afspraken aan te gaan die worden beheerst door het internationaal publiekrecht en waarvan naleving rechtens moet kunnen worden geëist. Zij hadden de intentie om internationale politieke afspraken aan te gaan en hebben dit ook kenbaar gemaakt in het onderhandelingsproces.

24

Waarom is, indien partijen slechts een niet-juridisch bindende overeenkomst hadden willen sluiten, niet gekozen voor een Memorandum of Understanding?

Er is gekozen voor een politiek bindend instrument om aan Oekraïne, internationale partners en de Russische Federatie een sterk signaal af te geven dat Nederland de intentie heeft op de lange termijn steun te blijven leveren aan Oekraïne. De afspraken dragen daartoe de naam Overeenkomst.

25

Hoe beoordeelt u de juridische status van de in vraag 18 genoemde overeenkomst, gezien de evidente contractuele verplichtingen die deze bevat, zoals bijvoorbeeld de tweede paragraaf waarin Nederland nog dit jaar toezegt 2 miljard euro aan militaire steun te zullen verlenen; dat Oekraïne zich zal houden aan de voorwaarden die gesteld zijn door Nederland aan de inzet van militair materieel; dat de Overeenkomst schriftelijk moet worden opgezegd en dat deze opzegging geen gevolgen heeft voor de uitvoering van lopende activiteiten en projecten waartoe voor de beëindigingsdatum werd besloten tenzij partijen anders besluiten?

De veiligheidsovereenkomst bevat geen rechtens afdwingbare verplichtingen. Er zijn wel politieke afspraken tussen Nederland en Oekraïne vastgelegd. Om uiting te geven aan de intentie om politiek verbindende afspraken aan te gaan, is geen verdragstaal gebezigd in de veiligheidsovereenkomst.

26

Eindigt «zo lang het nodig is» volgens het kabinet bij een overwinning, een onderhandeld vredesakkoord, als Oekraïne het zelfstandig aan kan, of welke andere opties zijn er?

«Zo lang het nodig is» in paragraaf 1 verwijst naar «zolang Oekraïne steun nodig heeft om zich te verdedigen tegen de Russische agressieoorlog».

27

Is er al een uitgebreidere uitwerking of uitsplitsing van de 2 miljard, waaruit duidelijk wordt naar welke doelen dit gaat?

In verband met de operationele veiligheid kan er geen uitgebreidere uitwerking worden gedeeld van de voorziene besteding van de EUR 2 mrd. In de periodieke Kamerbrieven «leveringen militaire goederen aan Oekraïne» worden nieuwe leveringen openbaar gemaakt. Niet alles wordt openbaar gemaakt: per levering wordt een afweging gemaakt of dat mogelijk is, waarbij de operationele veiligheid leidend is. Ook houdt het kabinet rekening met de belangen van bij leveringen betrokken derde partijen zoals bondgenoten, partners en de industrie.

28

Is er verlenging of eerdere afsluiting van de overeenkomst mogelijk, mocht het sneller niet nodig, of langer nodig zijn?

De veiligheidsovereenkomst is tien jaar geldig. De veiligheidsovereenkomst kan worden beëindigd met een opzegtermijn van drie maanden (paragraaf 14.7), maar ook worden verlengd. Dit vloeit voort uit het evaluatiemoment dat plaatsvindt voordat de geldigheidsduur is verstreken (paragraaf 13.1).

29

Wanneer geldt iets als «binnen de huidige oorlog» en wanneer is het een toekomstige aanval? Is dat na een moment van definitieve beëindiging van het conflict of staakt het vuren?

Zie antwoord vraag 3.

30

Hoe wordt effectief presteren naar Europese en Euro-Atlantische normen gemeten?

Binnen de Ukraine Defense Contact Group (UDCG) wordt via de Capability Coalitions samengewerkt met de Oekraïense strijdkrachten om te werken aan capaciteitsopbouw en transitie naar de NAVO-standaard, onder andere in het lucht- en maritieme domein. Verder is er in de veiligheidsovereenkomst een hervormingsparagraaf opgenomen en is er een uitgebreid EU-toetredingsproces dat de voortgang monitort.

31

Hoe is de rolverdeling bij de ontwikkeling van het Future Force Concept? Is dit een Oekraïens project met Westerse adviezen, of een Westers voorstel?

Het Future Force Concept is een visie voor de ontwikkeling van de Oekraïense strijdkrachten die momenteel door Oekraïne zelf wordt ontwikkeld. Onder andere de NAVO en de EU staan klaar om Oekraïne te ondersteunen in het implementeren van de visie. Ook wordt op dit moment al werk gemaakt van de ontwikkeling van de Oekraïense strijdkrachten, bijvoorbeeld door deze meer interoperabel te maken met de strijdkrachten van de NAVO-bondgenoten en via de Capibility Coalitions.

32

Zijn deze eindgebruikerscertificaten openbaar of vertrouwelijk? Hoeveel kunt u zeggen over de eisen die gesteld worden?

De ondertekende eindgebruikerscertificaten zijn vertrouwelijk. Inhoudelijk geldt dat voor alle leveringen van militair materieel aan Oekraïne wordt afgesproken dat Oekraïne zich bij de inzet van geleverd materieel houdt aan het internationaal recht en het humanitair oorlogsrecht. Daarnaast verklaren de Oekraïense autoriteiten de enige gebruiker van de goederen te zijn en deze enkel ten behoeve van zelfverdediging in te zetten.

33

Betekent de zin: «De langetermijndoelstellingen van deze activiteiten omvatten het aan Oekraïne verstrekken van een geloofwaardige afschrikking tegen toekomstige buitenlandse agressie» dat wapenleveranties aan Oekraïne door zullen gaan, zelfs als de oorlog met Rusland ophoudt?

Deze zin betekent dat de doelstellingen van het kabinet zich, voor nu en de lange termijn, richten op het moderniseren van de Oekraïense strijdkrachten zodat het land zelf in staat is om zich tegen toekomstige agressie te verdedigen. Dat is een proces dat op dit moment gaande is – het Future Force Concept – en bevat activiteiten gericht op capaciteitsontwikkeling.

34

Welke knelpunten in de toeleveringsketen voor defensiematerialen zijn de grootste die het kabinet nu ziet en voorziet in de toekomst?

In het kader van de Taskforce Strategische Afhankelijkheden (TFSA, Kamerstuk 30 821, nr. 204) onderzoeken departementen wat de risicovolle strategische afhankelijkheden zijn op hun beleidsterreinen en welke mitigerende maatregelen mogelijk zijn. Het Ministerie van Defensie heeft daartoe een selectie aan materieel, grondstoffen en technologieën geanalyseerd. Het kabinet heeft aangeboden uw Kamer over de voortgang van de TFSA vertrouwelijk te informeren in een technische briefing. Daarnaast werkt het kabinet aan productiezekerheid van defensiematerieel in het algemeen via het werk van de Taskforce Productiezekerheid. Uw Kamer wordt binnenkort geïnformeerd over de eerste resultaten op het gebied van productiezekerheid.

35

Welke bronnen van private financiering zijn hierbij voorstelbaar naast veel statelijke steun uit het Westen?

Voorbeelden van bronnen van private financiering zijn investeringen door pensioenfondsen en andere financiële dienstverleners zoals banken. Ook kan er worden nagedacht over een garantiefonds.

36

Welke toekomstige economische en andere kosten wil het kabinet opleggen? Wat is haar inzet op toekomstige sancties en andere kosten?

De kabinetsinzet ten aanzien van nieuwe sancties tegen Rusland is primair gericht op maatregelen die het Russische oorlogvoerende vermogen rechtstreeks aantasten en het Russische verdienvermogen op de lange termijn verminderen. Hiernaast spant het kabinet zich in voor sancties tegen individuen die betrokken zijn bij ernstige mensenrechtenschendingen in de context van de Russische agressieoorlog tegen Oekraïne.

37

Is het kabinet voorstander van het verlengen van de handelsliberalisering met Oekraïne? Hoe lang acht zij dit nodig?

Het kabinet is in lijn met de motie-Piri1 voorstander van het verlengen van de opschorting van importheffingen op Oekraïense producten. De voortdurende Russische agressie tegen Oekraïne vraagt om onverminderde steun aan Oekraïne, ook economische steun. De voorgestelde verlenging loopt tot en met 5 juni 2025. Of verlenging van de handelsliberalisering daarna wederom nodig zal zijn is afhankelijk van de dan geldende situatie.

38

Heeft Nederland hier een voorsprong op andere landen en is dit een specialisme?

Nederland is het zevende land dat een bilaterale veiligheidsovereenkomst met Oekraïne heeft getekend. Nederland heeft een voortrekkersrol en deelt informatie over het Nederlandse-Oekraïense proces met andere landen.

39

Is de wegingsnotitie om inlichtingen te delen met Oekraïne veranderd sinds februari 2022?

Hierover doet het kabinet in het openbaar geen uitspraken.

40

Heeft Oekraïne al gesproken over wat de status van de Tallinn 1.0 en 2.0 handleidingen voor haar betekent? Is dat een gezaghebbend document of goede uitleg van het oorlogsrecht toegepast op het cyberdomein voor Oekraïne?

Oekraïne is, net als andere landen, gebonden aan het internationaal recht, ook als het gaat om de toepassing van het humanitair oorlogsrecht in het cyberdomein. Oekraïne heeft geen nationale positie op cyber en internationaal recht gepubliceerd. Hoewel gezaghebbend, blijft de Tallinn Manual een niet-bindend wetenschappelijk instrument, opgesteld door experts. Staten zijn dus niet gebonden aan de interpretatie van het internationaal recht zoals weergegeven in de Tallinn Manual.

41

Wat is de definitie van kwaadaardige cyberoperaties? Bevat dit wel of niet verstoring van systemen, ontzegging van toegang of werking, of spionage?

Onder kwaadaardige cyberoperaties worden cyberoperaties verstaan die worden ingezet om criminele of strategisch politieke, economische en militaire doelstellingen te bereiken waarmee onze veiligheid en welvaart onder druk worden gezet. Denk aan politieke en economische spionage, desinformatie, inzet van ransomware en (voorbereidingen voor) sabotage. Verstoring en ontzegging van toegang of werking van systemen kunnen onderdeel zijn van een cyberoperatie.

42

Is het Statuut van Rome met de Oekraïense ratificatie geldig vanaf dan, of met terugwerkende kracht?

In het Statuut van Rome is bepaald dat het Statuut voor een staat in werking treedt op de eerste dag van de maand na de zestigste dag volgend op de datum van de ratificatie. Oekraïne zou er ten tijde van de ratificatie van het Statuut echter voor kunnen kiezen om door middel van een verklaring de temporele rechtsmacht van het Internationaal Strafhof (ISH) met terugwerkende kracht te erkennen. Dit is mogelijk tot 1 juli 2002, de datum waarop het Statuut van Rome voor de eerste 60 staten in werking is getreden.

Overigens heeft Oekraïne in 2014 en 2015 de rechtsmacht van het ISH reeds erkend door middel van verklaringen die zijn afgelegd op grond van artikel 12, derde lid, van het Statuut van Rome. Op basis van deze ad hoc verklaringen heeft het ISH op dit moment al rechtsmacht over bepaalde internationale misdrijven die zijn gepleegd op het grondgebied van Oekraïne sinds 21 november 2013.

43

Is het Statuut van Rome van kracht op de deelnemende staten of op handelingen die zich op hun grondgebied bevinden?

Het Statuut van Rome is van kracht voor de partijen bij het Statuut en deze verdragspartijen hebben op basis van het Statuut bepaalde rechten en plichten. Bijvoorbeeld het recht om aangifte te doen bij de Aanklager van het ISH en de plicht om onder bepaalde omstandigheden met het Strafhof samen te werken.

De rechtsmacht van het Strafhof strekt zich uit over de in het Statuut strafbaar gestelde internationale misdrijven die zijn gepleegd op het grondgebied van één van de verdragspartijen, dan wel door een onderdaan van één van de verdragspartijen, ongeacht waar de misdrijven zijn gepleegd. Daarnaast is het mogelijk dat staten die geen partij zijn bij het Statuut van Rome de rechtsmacht van het ISH aanvaarden door middel van een ad hoc verklaring, zoals Oekraïne in respectievelijk 2014 en 2015 heeft gedaan. Een derde manier waarop het ISH rechtsmacht kan uitoefenen is indien de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties het ISH daartoe heeft gemachtigd in een specifieke situatie (verwijzing). Ten aanzien van de rechtsmacht van het ISH over het misdrijf agressie gelden aanvullende regels.

44

Komen er nu al informatiestromen op gang over Russische sanctieomzeiling uit Oekraïne of uit een derde land?

Het kabinet schenkt hoge prioriteit en voortdurende aandacht aan de aanpak van sanctieomzeiling. In zowel het elfde, twaalfde als dertiende pakket zijn nieuwe maatregelen en individuele beperkingen opgenomen ten aanzien van omzeiling. Het afgelopen jaar zijn mede dankzij inzet van het kabinet op EU-niveau stappen gezet op dit gebied. Zo werken binnen de Commissie inmiddels zeven Directoraten-Generaal en diensten structureel samen om handelsstromen te analyseren en deze te koppelen aan analyses van Oekraïne over producten die op het slagveld worden aangetroffen. Deze informatie vormt de basis voor diplomatieke outreach door EU-sanctiegezant David O’Sullivan naar omzeilingslanden en leidt tot concrete beperkende maatregelen in de aanpak van omzeiling.

45

Is er een heldere aanspreekpartner die Nederland kan wijzen op mogelijke sanctieomzeiling?

In de contacten met diverse partnerlanden binnen en buiten de EU en de EU-instellingen voert Nederland een open dialoog over sanctieomzeiling waarbij ook informatie over mogelijke omzeiling wordt gedeeld.

46

Is er al uitgelegd hoe een Artikel 5-scenario werkt bij een land dat al in oorlog is? Of is er reeds besloten dat Oekraïne na de oorlog pas kan toetreden?

Artikel 5 van het Verdrag van Washington stelt dat een aanval op één bondgenoot beschouwd zal worden als aanval op het hele bondgenootschap. Het artikel verplicht de bondgenoten om alle noodzakelijke bijstand te bieden aan het getroffen land. De bondgenoten bepalen gezamenlijk welke collectieve reactie volgt op de aanval in kwestie. Over het tijdspad van Oekraïense NAVO-toetreding is geen besluit genomen.

47

Is de volgende zin ooit over Turkije gezegd: «bevestigen de deelnemers dat Oekraïne deel uitmaakt van de Europese familie en een toekomst heeft binnen de EU»?

Ja. Woorden van dergelijke strekking zijn ook gebruikt bij het verlenen van kandidaat-lidmaatschap aan Turkije in 1999.

48

Wat gebeurt er tijdens toetredingsonderhandelingen als de verdiensten en merites niet behaald worden? Blijft men dan kandidaat met weinig perspectief of wat gebeurt er dan?

Het kabinet steunt het EU-toetredingsproces van Oekraïne. Het is in het belang van de Unie en de kandidaat-lidstaten dat de benodigde hervormingen grondig en solide worden doorgevoerd. De EU en NL moedigen kandidaat-lidstaten hiertoe aan en bieden steun bij het doorvoeren van hervormingen. In de nieuwe methodologie die in 2022 werd aangenomen is de mogelijkheid van omkeerbaarheid van stappen opgenomen. Ook kan het proces feitelijk stilgelegd worden bij serieuze zorgen of terugval.


X Noot
1

Motie van het lid Piri c.s. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 2028)

Naar boven