Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 36045 nr. 117 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2022-2023 | 36045 nr. 117 |
Vastgesteld 28 oktober 2022
De vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de brief van 27 september 2022 over de stand van zaken hulp, herstel en wederopbouw Oekraïne (Kamerstuk 36 045, nr. 113).
De vragen en opmerkingen zijn op 13 oktober 2022 aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking voorgelegd. Bij brief van 21 oktober 2022 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Wuite
Adjunct-griffier van de commissie, De Mare
Inhoudsopgave
I |
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon |
2 |
Inbreng VVD-fractie |
2 |
|
Inbreng D66-fractie |
7 |
|
Inbreng CDA-fractie |
12 |
|
Inbreng PvdA-fractie |
16 |
|
Inbreng SP-fractie |
18 |
|
Inbreng Volt-fractie |
20 |
|
II |
Volledige agenda |
27 |
Inbreng leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie danken de Minister voor de toegezonden brief over de stand van zaken met betrekking tot hulp, herstel en wederopbouw Oekraïne. Zij hebben daarover nog enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie zien dat de oorlog in Oekraïne ernstige gevolgen heeft voor de gewone mannen, vrouwen en kinderen in het land. Het is een mooie ontwikkeling dat het Oekraïense leger gebied weet te heroveren, maar juist in die gebieden zijn de noden ook nog erg groot. Vooral door de naderende komst van kouder weer in de wintermaanden maken de vooruitzichten voor veel mensen – vooral de meest kwetsbaren – niet beter. Met koudere temperaturen op komst, zullen veel van de humanitaire behoeften toenemen. Mensen hebben warm onderdak, kleding, medicijnen, brandstof en isolatie nodig, en ondersteuning voor extra stookkosten. Wat gaat de Minister doen, via het Rode Kruis en lokale organisaties die ter plekke actief zijn in de heroverde gebieden, om Oekraïense mannen, vrouwen en kinderen de winter door te laten komen?
1. Antwoord van het kabinet:
Het winterklaar maken van woningen en opvanglocaties door middel van kleine herstelwerkzaamheden en distributie van goederen zoals warme kleding, dekens en radiatoren maakt onderdeel uit van de humanitaire inzet van door het ministerie gefinancierde partners zoals de VN, de Rode Kruisbeweging en de Dutch Relief Alliance (DRA). De hulporganisaties die in de recent heroverde gebieden werken doen hun best om de meest urgente noden te ledigen. Daarbij staat het winterklaar maken centraal.
Vanuit het ODA-budget is in totaal circa EUR 60 mln. steun gegeven voor humanitaire hulp. Relevante bijdragen in het kader van winterization van Oekraïne zijn voornamelijk de bijdragen van circa EUR 40 mln. die via de humanitaire partners worden besteed. Het betreft hier EUR 20 mln. aan het VN Ukrainian Humanitarian Fund, EUR 15 mln. aan de Samenwerkende Hulporganisaties, EUR 2.5 mln. via de Dutch Relief Alliance (DRA) en EUR 1.5 mln. via het Nederlandse Rode Kruis.1
De bovengenoemde bijdrage aan het VN Ukrainian Humanitarian Fund evenals aan de ander genoemde partners komen ook ten goede aan ondersteuning van lokale hulporganisaties. De omvang van de opgave is enorm en daarom heeft de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking tijdens de jaarvergadering van de Wereldbank onder voorbehoud van parlementaire goedkeuring aanvullend een additionele bijdrage van EUR 70 mln. voor winterization aangekondigd.2
Daarnaast blijven diverse media berichten hoe langzaam de Europese steun aan Oekraïne opgang komt. Is het mogelijk om onze militaire, financiële en humanitaire steun te versnellen?
2. Antwoord van het kabinet:
Sinds de start van de oorlog hebben de EU en haar lidstaten direct en krachtig gereageerd op de Russische agressie, onder andere door het opleggen van een ongeëvenaard sanctiepakket en het verlenen van grootschalige politieke, humanitaire, militaire en financiële steun. Conform toezegging aan het Kamerlid Klink en de motie van het lid Hammelburg, heeft uw Kamer bij de Kamerbrief stand van zaken hulp, herstel en wederopbouw Oekraïne van 27 september jl. een overzicht aangetroffen van de humanitaire hulp, (financiële) steun voor herstel en wederopbouw die Nederland, EU-lidstaten en G7-landen tot nu toe hebben toegezegd en verstrekt aan Oekraïne.3 Zo heeft Nederland tot dusver voor EUR 526 mln. aan militaire steun geleverd.4 De levering van militaire steun blijft Nederland voortzetten. Ook de humanitaire hulpverlening door Nederlandse partners wordt onverminderd voortgezet. De Russische invasie van Oekraïne heeft miljoenen mensen gedwongen hun huizen te verlaten en hun toevlucht te zoeken in de EU en buurlanden, waarbij de EU haar grenzen direct en ruimhartig heeft opengesteld. De Europese Raad van 30 en 31 mei 2022 (Kamerstukken 21 501-20 en 36 045, nr. 1805) zegde toe om Oekraïne in 2022 te ondersteunen met EUR 9 mld. aan buitengewone Macro-Financiële Bijstand. Hiervan is EUR 1 mld. reeds uitgekeerd en besluitvorming over EUR 5 mld. is afgerond.5 Over de resterende EUR 3 mld. liquiditeitssteun is nog discussie gaande. Het kabinet vindt dat de EU sneller tot uitkering van de toegezegde financiële steun moet komen. Hier dringt Nederland in Europees verband consistent en stevig op aan. Het kabinet beoogt een gefaseerde aanpak van de wederopbouwopgave waarbij rekening wordt gehouden met de urgentie voor elk van de fasen die deze opgave omvat. Zo heeft het kabinet voor de winterization tijdens de jaarvergadering van de Wereldbank EUR 70 mln. toegezegd.6 De bijdrage is bedoeld om te zorgen dat mensen voor de komende winter een dak boven hun hoofd hebben, dat waterleidingen en huizen worden hersteld en dat er gas, voedsel en elektriciteit is. Recent gelanceerde faciliteiten naar aanleiding van het in september gepresenteerde needs assessment, zoals het nieuwe Ukraine Relief, Recovery, Reconstruction and Reform Trust Fund (URTF) van de Wereldbank, moeten de financiële steun voor winterization verder versnellen.
De Minister schrijft rond het onderwerp «Rapid Damage Needs Assessment» dat er op zeer korte termijn USD 3,5 mld. nodig is voor de voorbereiding van de komende winter. De leden van de VVD-fractie willen aan de Minister vragen of dit geraamde bedrag nog accuraat is ter voorbereiding van de komende winter in het licht van de ontwikkelingen sinds de aantekening van de brief? Zijn reeds afdoende middelen gealloceerd om in deze voorbereiding te voorzien?
3. Antwoord van het kabinet:
Het bedrag van USD 3,5 mld. is een schatting van de noden ten behoeve van winterization en de eerste herstelwerkzaamheden. Dit heeft als uitgangspunt de schade en de economische verliezen die Oekraïne per 1 juni 2022 heeft geleden te herstellen en staat los van de liquiditeitsbehoeften om het land draaiende te houden. Het is aannemelijk dat dit bedrag sindsdien verder is opgelopen. Voor de winterization heeft NL tot nu toe EUR 70 mln. toegezegd. Ook heeft NL aangegeven haar fair share bij te dragen aan de totale hulpinspanning voor Oekraïne.
De Minister schrijft voorts rond het onderwerp «Hulp, herstel en wederopbouw» dat Nederland op verzoek van de Oekraïense regering steun verleent bij herstel van de zuidelijke kuststreek en hiervoor € 1 mln. heeft gealloceerd. Daarnaast schrijft de Minister dat Nederland dit in samenwerking met Denemarken en Zweden zal doen. De leden van de VVD-fractie willen aan de Minister vragen hoeveel financiële middelen zowel Denemarken als Zweden hebben gealloceerd voor dit specifieke herstel en samenwerking? Wat is de reden dat specifiek met Denemarken en Zweden wordt samengewerkt voor dit herstel?
4. Antwoord van het kabinet:
Bij de Lugano conferentie in juli jl. presenteerde Oekraïne het wederopbouwplan waarbij de eerdere oproep van President Zelensky «adopteer een stad» werd uitgewerkt. Nederland werd gevraagd zich in te zetten voor de «oblast» Cherson. Nederland zal hierbij gezamenlijk optrekken met Denemarken en Zweden, omdat deze landen ook «oblasts» in Zuid-Oekraïne toegewezen hebben gekregen, namelijk Mykolaiv en Odessa.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking heeft EUR 1 mln. vrijgemaakt voor het ontwikkelen van wederopbouwplannen in de drie kustgemeenten in Zuid-Oekraïne: Cherson, Odessa en Mykolaiv. Met deze bijdrage zal de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), tezamen met haar Oekraïense counterpart (AUC), ondersteuning bieden bij de wederopbouw. Voor deze steden geldt dat door de oorlogsomstandigheden nog weinig sprake kan zijn van wederopbouw. Wanneer dat mogelijk is, wil Denemarken zich inzetten voor groene en duurzame wederopbouw van Mykolaiv in samenwerking met het Deens bedrijfsleven, o.a. GreenpowerDK. Zweden voelt er meer voor om thematisch in te zetten op duurzame afvalverwerking in enkele regio’s of mogelijk in heel Oekraïne. Hier zijn nog geen financiële bedragen aan gekoppeld.
De bovengenoemde gemeenten liggen in de frontlinie. Zodra de veiligheidssituatie ter plaatse dusdanig is dat er in dit proces stappen kunnen worden gezet, dan kan met de Oekraïense autoriteiten worden bezien hoe Nederland kan bijdragen aan het wederopbouwproces en wij zullen hierover uiteraard in nauw contact blijven met de Deense en Zweedse collega’s.
De Minister schrijft voorts rond het onderwerp «Bedrijfsleven» in te willen zetten van in Nederland aanwezige kennis en expertise voor herstelhulp. Deelt de Minister de mening van de leden van de VVD-fractie dat naast kennis en kunde uit Nederland, ook de kennis van (gevluchte) Oekraïense inwoners dient te worden gebruikt bij het vormgeven van het herstelplan opdat zij de compatibiliteit van het herstelplan en de lokale behoeften kunnen faciliteren en begeleiden?
5. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet deelt de mening van de VVD-fractie dat de kennis van (gevluchte) Oekraïense inwoners moet worden gebruikt bij het vormgeven van de hulp- en herstelplannen. De wederopbouw van Oekraïne is een enorme opgave die met de juiste expertise en goed gecoördineerd zal moeten worden uitgevoerd, waarbij de Oekraïners leidend zijn. Oekraïne wenst de terugkeer van vluchtelingen, want het vreest een permanente brain drain, terwijl er behoefte is aan hun kennis en kunde.7 Gezien de huidige aanvallen zal terugkeer echter voorlopig nog niet aan de orde zijn. Deze oorlog laat tevens zien hoe belangrijk hulpinitiatieven van lagere overheden, maatschappelijke organisaties, particulieren en bedrijven zijn voor Oekraïne. Nederland staat via de ambassade in Kyiv in contact met diverse groepen mensen en wil een brede en diverse groep belanghebbenden zoals jongeren, vrouwen en vluchtelingen betrekken bij de herstelplannen. Het kabinet heeft daarnaast het initiatief genomen tot de oprichting van publiek-private platforms op terreinen waar Nederlandse bedrijven in Oekraïne voor de oorlog reeds actief waren en veel te bieden hebben: landbouw, water en gezondheid. In deze platforms in oprichting zal tevens plaats zijn voor Oekraïense inbreng.
De Minister schrijft rond het onderwerp «Fiduciaire risico’s mitigeren» dat het ministerie intern onderzoekt hoe het zijn risicomanagementinstrumentarium kan inzetten om corruptie en fraude met door Nederland verstrekte gelden voor herstel en wederopbouw van Oekraïne te voorkomen. Daarbij geeft de Minister aan de projecten tijdens de uitvoering middels voortgangsrapportages en accountantsrapporten te monitoren. De leden van de VVD-fractie willen aan de Minister vragen of de kosten van deze monitoring en de kosten van de inzet van het risicomanagementinstrumentarium gefinancierd worden uit de gealloceerde middelen van de verscheidene projecten en noden of dat deze via een andere kostenpost worden gefinancierd (i.e. worden de kosten voor monitoring van de specifiek gealloceerde budgetten afgetrokken)?
6. Antwoord van het kabinet:
Projecten worden op basis van een voorstel gefinancierd door het ministerie. Als onderdeel van een projectbudget moet een kostenpost worden opgenomen voor verantwoording, zoals het opstellen van voortgangs- en accountantsrapportages. Kosten die gemoeid zijn met monitoring door het ministerie zelf, zoals veldbezoeken, komen voor de rekening van het ministerie. In het geval dat uitzonderlijke situaties extra monitoring noodzaken kan in overleg met de contractpartij afgesproken worden hoe de kosten hiervoor betaald worden.
Ook schrijft de Minister rond dit onderwerp over verdere instrumentaria om corruptie met betrekking tot de verstrekte gelden voor herstel en wederopbouw van Oekraïne te voorkomen. Deelt de Minister de mening van de leden van de VVD-fractie dat het tegengaan van corruptie omtrent deze gelden niet alleen een aangelegenheid voor Nederland is, maar tevens effectief anti-corruptiebeleid vanuit lokale instituties vereist? Deelt de Minister hierbij de mening dat het tevens in het belang van Nederland is om te helpen met het opbouwen van dergelijke instituties en zo lokale mechanismen tegen corruptie in het leven te roepen c.q. versterken?
7. Antwoord van het kabinet:
Oekraïne heeft de afgelopen jaren weliswaar een verbetering doorgemaakt op het gebied van anti-corruptie. Het land staat er echter nog niet goed voor en scoort nog altijd een stuk slechter dan de 27 EU-lidstaten. Mede in het kader van het EU-toetredingstraject, zal het voor Oekraïne de komende periode zaak zijn om op het gebied van vermindering van fiduciaire risico’s, anti-corruptie en transparantie de verbeteringen, die onder de huidige President Zelensky zijn ingezet, ook door te zetten. Dit zijn thema’s die ook onder building back better belangrijk zijn, waarbij ook de door de VVD-fractie genoemde lokale instituties aangemoedigd worden om democratisch en transparant te werken ter voorkoming van corruptie.
Nederland zal bij de vormgeving van de internationale coördinatie van de hulpverlening aan Oekraïne en bij de formulering van de uitvoeringsmodaliteiten van deze hulp erop aandringen dat hierbij gebruik gemaakt wordt van fiduciaire standaarden, die te vergelijken zijn met standaarden die binnen de EU gebruikelijk zijn. Bij gebruik van de Wereldbank en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) als financieringskanaal zullen uitgaven moeten voldoen aan de fiduciaire standaarden van deze instellingen.
Tot slot, we weten dat Oekraïne één van grootste graanexporteurs ter wereld is. Het Rode Kruis geeft aan dat de daling van de graanexport van het land met 46% dit jaar een grote impact op de Hoorn van Afrika heeft, waar meer dan 80 mln. mensen extreme honger ervaren. Dit is de ergste voedselcrisis in de afgelopen 70 jaar. Hierdoor kunnen mensen in o.a. Afrika steeds minder goed in hun basisbehoeften voorzien, wat kan leiden tot extra migratiestromen. Wat doet de Minister om deze potentiële migratiestromen te voorkomen?
8. Antwoord van het kabinet:
Nederland richt zich op voorkoming en beheersing van irreguliere migratie. Dat doen we allereerst door middel van OS-brede inzet om de grondoorzaken van migratie aan te pakken, waaronder de bestrijding van honger en voedselonzekerheid. De inzet van het kabinet op de huidige voedselcrisis volgt twee sporen: het lenigen van acute voedselnoden en het versterken van lokale voedselsystemen. Voor de acute noden heeft Nederland EUR 109 mln. extra beschikbaar gemaakt aan verschillende VN-organisaties en fondsen: het Wereldvoedselprogramma, het VN Central Emergency Response Fund, het Crisis Response Initiative van het VN Landbouwontwikkelingsfonds en aan UNICEF voor de aanpak van ondervoeding. Dit komt bovenop de reguliere ongeoormerkte bijdragen aan deze VN-organisaties en fondsen. Voor het versterken van lokale voedselsystemen heeft het kabinet het budget van jaarlijks circa EUR 330 mln. verhoogd met in totaal EUR 450 mln. voor de komende 5 jaar. Over de inzet van die middelen zal uw Kamer nader worden geïnformeerd. Nederland maakt ook onderdeel uit van de Team Europe Respons. De Europese Commissie zet in op noodhulp, versterking van voedselproductiesystemen, open houden van handelsstromen en effectieve multilaterale samenwerking. Voor de Sahel is door Team Europe EUR 1 mld. beschikbaar gesteld, en EUR 600 mln. voor de Hoorn van Afrika.
Welke afspraken worden hierover gemaakt met Noord-Afrikaanse landen?
9. Antwoord van het kabinet:
Nederland zet in op partnerschappen met landen die voor Nederland relevant zijn op het gebied van herkomst, transit en terugkeer, waaronder in Noord-Afrika. Het uitgangspunt is een gelijkwaardig, effectief en duurzaam partnerschap binnen een brede relatie en gebaseerd op wederzijdse belangen. Dit vergt een context-specifieke aanpak, waarbij afhankelijk van het land afspraken worden gemaakt over zaken als handel, hulp en steun bij opvang, migratiesamenwerking en terugkeer. Ook tijdelijke, legale en circulaire arbeidsmigratie kan deel uitmaken van een partnerschap, zij het binnen een kader van strikte wederzijdse afspraken. De bilaterale inzet en Europese inzet liggen in het verlengde van elkaar, waarbij Nederland ook bijstuurt en bijdraagt aan de EU partnerschappen, o.a. in Noord-Afrika.
Inbreng leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met gepaste opluchting kennisgenomen van de brieven van 27 september 2022 en 12 oktober 2022 – Stand van zaken hulp, herstel en wederopbouw Oekraïne en respectievelijk Financiële steun Oekraïne. In de brieven geven verschillende Ministers en in het bijzonder de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking op verzoek van de Kamer inzicht in de verschillende acties die het Kabinet heeft ingezet en verschaffen daarmee duidelijkheid over de stand van zaken rond de verschillende fasen van hulp, herstel en wederopbouw aan en van Oekraïne. De leden van de D66-fractie blijven uitermate bezorgd over de spoed en kwantiteit van de steun op de korte termijn, met de naderende winter in Oekraïne.
De Minister schrijft dat op zeer korte termijn USD 3,5 mld. nodig is voor de voorbereiding op de komende winter, de zogenoemde winterization. Binnen nu en 36 maanden is USD 105 mld. nodig om in de dringendste herstelwerkzaamheden te voorzien om de economie te stabiliseren. Vooralsnog zegt Nederland via een speciale faciliteit van de Wereldbank een gift van EUR € 70 mln. toe voor deze winterization. Kan de Minister aangeven of en hoe het bedrag van USD 3,5 mld. behaald zal gaan worden?
10. Antwoord van het kabinet:
Zie antwoord op vragen 2 en 3. De bijdrage van de Europese landen of andere donoren voor winterization is nog niet precies bekend. Bij de Wereldbank jaarvergadering kondigden naast Nederland ook Litouwen en IJsland een bijdrage aan van respectievelijk USD 5 mln. en USD 1 mln. Noorwegen heeft de intentie uitgesproken om USD 100 mln. bij te dragen.
De Minister geeft aan dat bij het bepalen van het aandeel hierin van Nederland de fair share-benadering is toepast. De leden van de D66-fractie vragen in het bijzonder of deze Nederlandse bijdrage voor deze fase voldoet, gezien het immense bedrag dat nu nodig is voor de winter, die binnen enkele weken begint. Hoe is de Minister tot een bedrag van € 70 mln. gekomen? Kan de Minister dit verder onderbouwen?
11. Antwoord van het kabinet:
Zie ook mijn antwoord op vraag 3. Het kabinet gaat uit van wat de groep van friends of Ukraine, dat wil zeggen de G7 en Europese landen, zou moeten bijdragen. Hierbij uitgaande dat de Nederlandse fair share op basis van het BBP ongeveer 2% is. Het gaat daarbij om de totale Nederlandse (niet-militaire) hulpinspanning bij de wederopbouw van Oekraïne.
De leden van de D66-fractie uiten grote zorgen over het tijdpad en de spoed waarmee de speciale faciliteit van de Wereldbank en effectieve steun zal materialiseren. Dit was ook de reden voor het aandringen in het late voorjaar van 2022 op spoedige actie voor de komende winter en aanleiding was het overhandigen van het Actieplan voor onmiddellijke herstelhulp Oekraïne aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Kan de Minister meer duidelijkheid verschaffen over het tijdpad waarin steun voor de zogenoemde winterization zich materialiseert?
12. Antwoord van het kabinet:
Op dit moment beziet het kabinet hoe de vorige week aangekondigde bijdrage van EUR 70 mln. voor winterization voor 2022 het beste besteed kan worden, waarbij het uitgangspunt is dat er zo spoedig en gericht mogelijk hulp moet worden geboden aan de bevolking van Oekraïne. Het vorige week aangekondigde Ukraine Relief, Recovery, Reconstruction and Reform Trust Fund (URTF) van de Wereldbank is gericht op het lenigen van noden voor winterization op de korte termijn, waarbij de middelen worden ingezet voor het herstel van huizen, gezondheidszorg, onderwijs en het zekerstellen van gas-, voedsel- en elektriciteitslevering.
Eerlijke en vrije humanitaire toegang
Voorts vragen de leden van de D66-fractie of de Minister zicht heeft op de humanitaire toegang van noodhulporganisaties en of alle mensen in nood bereikt worden, waarbij in geen geval onderscheid gemaakt mag worden tussen bevolkingsgroepen.
13. Antwoord van het kabinet:
Sinds de escalatie van het conflict begin dit jaar is de noodhulpverlening in Oekraïne snel opgeschaald. OCHA, de VN-organisatie die noodhulp coördineert, meldt dat 580 humanitaire organisaties in de afgelopen acht maanden hulp en bescherming hebben geboden aan 13,4 mln. mensen. De hulp wordt in lijn met de humanitaire principes zonder onderscheid tussen bevolkingsgroepen op basis van behoeften verstrekt. De toegang rondom de gevechtslinies en in de door Rusland bezette gebieden is echter beperkt en hier is een relatief klein aantal organisaties actief, waaronder de Rode Kruisbeweging. De hulporganisaties doen wat in hun macht ligt om ook in deze gebieden mensen in nood te bereiken.
Bijdrage bedrijfsleven
De aan het woord zijnde leden zijn blij te lezen dat Nederlandse bedrijven de weg naar hulp aan Oekraïne vinden. Zij lezen dat al enkele tientallen bedrijven zich hebben gemeld. Ziet de Minister nog specifieke belemmeringen waar bedrijven tegenaan lopen die (als Nederland of in EU-verband) weg te nemen zijn, zoals handelsbarrières of infrastructurele obstakels?
14. Antwoord van het kabinet:
Herstel- en wederopbouw initiatieven zijn met de oorlog die gaande is, complex en riskant, vanwege het fysiek gevaarlijke werkterrein. Dit geldt voor Nederlandse bedrijven die niet al meerjarig ervaring hebben met en in Oekraïne, maar ook voor Nederlandse bedrijven die reeds actief waren in Oekraïne. Daarnaast geldt een negatief reisadvies voor heel Oekraïne. Om bedrijven die gemotiveerd zijn om op korte en lange termijn bij te dragen aan de wederopbouw van Oekraïne zo goed mogelijk te ondersteunen, heeft het kabinet het initiatief genomen tot de oprichting van publiek-private platforms op terreinen waar Nederlandse bedrijven in Oekraïne voor de oorlog reeds actief waren en veel te bieden hebben: landbouw, water en gezondheid. Binnen deze platforms kunnen bedrijven informatie verzamelen en uitwisselen, gezamenlijke initiatieven ontwikkelen en worden zij ondersteund met risicoanalyses en ontwikkeling van mitigerende maatregelen. Daarnaast krijgt elk bedrijf uiteraard te maken met de beschadigde fysieke infrastructuur, die het werken bemoeilijkt en breder praktische barrières vormen die handel bemoeilijken. Het kabinet heeft EUR 50 mln. vrijgemaakt om met behulp van bestaande, door Invest International uitgevoerde regelingen, zoals DRIVE en D2B (Develop to Build) bedrijven te steunen die in Oekraïne infrastructurele projecten en/of investeringen willen uitvoeren. Het moet dan wel gaan om projecten die passen in de Oekraïense prioriteiten voor de wederopbouw. En hoewel door de internationale gemeenschap sterk wordt ingezet op het rehabiliteren van die infrastructuur, zal dat een zaak zijn van lange adem, die bovendien pas echt op gang kan komen als de oorlog tot een einde is gebracht. Wel zijn resterende importheffingen op Oekraïense producten in EU verband tijdelijk opgeschort ter bevordering van de markttoegang voor bepaalde Oekraïense producten. Het kabinet steunde dit voorstel8.
Voorts steunen de leden van de D66-fractie de lancering van de platforms in samenwerking met de Topsectoren en vragen de Minister de Tweede Kamer met enige regelmaat te informeren over de uitkomsten van deze platforms.
15. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet zal uw Kamer met regelmaat informeren over de wederopbouw in Oekraïne, inclusief via de inzet van de publiek-private wederopbouwplatforms.
Graanuitvoer
Een ander punt van zorg van de leden van de D66-fractie betreft de uitvoer van graan en andere landbouwproducten en de gevolgen hiervan op de voedselzekerheid wereldwijd. De toegenomen bombardementen op Odessa vormen een nieuw gevaar voor de voedselexport. Kan de Minister aangeven wat de resultaten van de graandeal tot nu toe zijn geweest en welke impact het toegenomen geweld zal hebben?
16. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet deelt de zorgen van de D66-fractie over de uitvoer van graan uit Oekraïne en volgt de ontwikkelingen, conform motie van het lid Hammelburg c.s., nauwgezet.9 De graandeal loopt op 24 november af. Tot nu toe is deze deal effectief gebleken, dus het is zaak om ervoor te zorgen dat de deal verlengd wordt. Inmiddels is er al meer dan 7,8 mln. ton graan en landbouwproducten op 350 schepen vervoerd vanuit Oekraïense havens.10 Dat is belangrijk voor Oekraïne, maar ook voor de prijs van graan, die rond de deal van 22 juli flink gezakt is, en voor de voedselzekerheid in veel delen van de wereld.
Het kabinet steunt de onderhandelingen die de Secretaris-Generaal UNCTAD Rebeca Grynspan voert namens de VN. In een bilateraal gesprek met de Secretaris-Generaal van de VN heeft Nederland een financiële bijdrage toegezegd aan UNCTAD ter ondersteuning van de uitvoering en onderhandelingen over verlenging van de graandeal. Ook het Centre for Humanitarian Dialogue (CHD) dat bij de graandeal betrokken is, krijgt een extra financiële bijdrage. De updates over het «grain initiative» zijn te vinden op een speciale website van de VN.11 Op basis van deze beschikbare VN-gegevens en onze informatie worden er, na een dag onderbreking door de bombardementen, weer schepen geladen en vertrekken ze vanuit de haven van Odessa. Dit dat kan onder de huidige ontwikkelingen ieder moment veranderen. Veiligheid van schepen, bemanning en lading zijn uiteraard een belangrijke randvoorwaarde. Ondertussen blijven we met de EU ook inzetten op het bevorderen van alternatieve exportroutes (Solidarity Lanes). Ook die alternatieve exportroutes helpen, maar kunnen de volumes die over de Zwarte Zee gaan niet vervangen.
Zijn er op dit moment nog exportrestricties of andere belemmeringen voor de uitvoer van graan?
17. Antwoord van het kabinet:
De EU en haar lidstaten zijn volledig gecommitteerd aan het Black Sea Grain Initiative. Met de ontheffingsgronden en uitzonderingen in de sanctieregimes opgenomen voor landbouwproducten zijn de belemmeringen in principe weggenomen. Wel constateert het kabinet dat de complexiteit aan verschillende sancties niet altijd goed op elkaar afgestemd lijken, waardoor in specifieke gevallen onzekerheid kan ontstaan, bijvoorbeeld bij de private sector, met betrekking tot wat prevaleert of van toepassing is. Dit kan wel belemmerend werken. Zulke zaken worden aangekaart bij de Europese Commissie.
Voorts vragen deze leden of er reeds onderhandelingen plaatsvinden over een nieuwe Zwarte Zee deal of een verlenging daarvan, gezien de huidige deal op 24 november afloopt. Zijn dezelfde onderhandelaars weer in de lead?
18. Antwoord van het kabinet:
De onderhandelingen over de verlenging van het Black Sea Grain Initiative zijn weer begonnen met dezelfde betrokken partijen. De feitelijke overeenkomst van 22 juli jl. was gesloten tussen Oekraïne, Rusland en Turkije met de VN als getuige.
Het kabinet steunt de oproep van de VN voor verlenging van het initiatief. De Secretaris-Generaal van de VN Antonio Guterres heeft hiervoor eerder twee Task Forces in het leven geroepen. De eerste is onder leiding van Martin Griffiths (Under-Secretary-General for Humanitarian Affairs & Emergency Relief Coordinator), om te onderhandelen met Oekraïne. En de tweede is onder leiding van Rebeca Grynspan (Secretaris-Generaal UNCTAD), om te onderhandelen met Rusland.
Nederland is door de VN benaderd om een bijdrage te leveren aan deze overeenkomsten. Nederland gaat via organisaties die de graandeal uitvoeren, VN-Conferentie voor Handel en Ontwikkeling (UNCTAD) en Centre for Humanitarian Dialogue (CHD) voor het Istanboel Coördinatie Mechanisme, ondersteuning bieden. Kan de Minister kort aangeven van welke aard deze ondersteuning is?
19. Antwoord van het kabinet:
De toezegging van Nederland voor beide organisaties betreft een financiële bijdrage om extra capaciteit te mobiliseren. Het Centre for Humanitarian Dialogue (CHD) speelde een bemiddelende rol bij de totstandkoming van de graandeal (als onderdeel van het VN-team) en is thans betrokken bij de implementatie. CHD zet staf in bij het Joint Coordination Centre (JCC) in Istanbul. Deze personen zien toe op naleving van de deal en ondersteunen bij de uitvoering, bijvoorbeeld door het bepalen van veilige vaarroutes en het mogelijk maken van certificering en inspectie van schepen.
De bijdrage aan UNCTAD is enerzijds voor haar rol in de door de Secretaris-Generaal van de VN opgezette Global Crisis Response Group on Food, Energy and Finance. Het gaat dan om coördinatie, management en monitoring van de ontwikkelingen in de crisis en mobilisatie van politieke steun voor gecoördineerde oplossingen. Anderzijds is de bijdrage gericht op UNCTAD’s capaciteit om follow-up te geven aan afspraken rond de export van voedsel en kunstmest vanuit Rusland. Zie ook antwoord op vraag 17.
Is de Minister bereid ook bij een verlenging of nieuwe deal, dergelijke ondersteuning te bieden?
20. Antwoord van het kabinet:
De toezeggingen aan beide organisaties gaan uit van de noodzaak om ook na 24 november een rol te spelen, hopelijk onder een verlenging van de afspraken.
Kan de Minister toezeggen erop aan te dringen dat een nieuwe deal niet stopt bij graan, maar dat die zich ook richt op andere landbouwproducten die van belang zijn voor de voedselzekerheid in Centraal-Azië en Afrika?
21. Antwoord van het kabinet:
Dat is ook feitelijk al het geval onder de huidige afspraken.
Ook vragen de leden van de D66-fractie of de Minister kan reageren op de aanbeveling van het Hague Centre for Strategic Studies om de positie binnen de Internationaal Monetair Fonds (IMF), Wereldbank en Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) te gebruiken voor het bouwen van aanvullende graansilo’s en de infrastructuur die hierbij nodig zijn. Dit in aanvulling op de zogenoemde «solidarity lanes» en Europese plannen voor nieuwe exportcorridors die gepland zijn voor de fase van de wederopbouw na afloop van de oorlog.
22. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet zal deze aanbeveling meenemen bij het bepalen van de inzet op het gebied van wederopbouw. Waar opportuun zal zij daarbij gebruik maken van de mogelijkheden die de Wereldbank en de EBRD bieden voor het bouwen van aanvullende graansilo’s en de bijbehorende infrastructuur.
Uitkomsten expertbijeenkomst Berlijn
De leden van de D66-fractie vragen tot slot of de Minister bereid is de Tweede Kamer voor de begrotingsbehandeling te informeren over uitkomsten van de expertbijeenkomst op 25 oktober in Berlijn.
23. Antwoord van het kabinet:
Ja.
Inbreng leden van de CDA-fractie
Afgelopen weekend zijn de raketaanvallen op Oekraïne geïntensiveerd waardoor wederom grote schade is aangebracht aan de essentiële infrastructuren van verschillende steden binnen Oekraïne. Grote hoeveelheden huishoudens zitten zonder energie- en watertoelevering. Dit terwijl de winter snel zal indalen in Oekraïne en hierdoor de humanitaire situatie verder zal verslechteren. De leden van CDA-fractie maken zich ernstig zorgen over de winter welke nadert in Oekraïne en de gevolgen hiervan op de humanitaire situatie. Het kabinet heeft € 3,5 mld. aan steun voor de winterization ingezet. De leden van de CDA-fractie vragen zich af of deze steun en hulp ook de zwaarst getroffen gebieden in Oekraïne bereikt. Komt deze hulp tot aan de recent heroverde dorpen en steden in het frontgebied?
24. Antwoord van het kabinet:
De humanitaire toegang rondom de frontlinies en in de door Rusland bezette gebieden is beperkt en slechts een klein aantal hulporganisaties is daar actief. De Rode Kruisbeweging heeft bevestigd toegang te hebben tot deze gebieden en de hulpverlening direct na beëindiging van de gevechten gestart te hebben. Het kabinet heeft overigens geen USD 3,5 mld. aan steun voor winterization ingezet: dat is het totaal geraamde bedrag door de Wereldbank dat benodigd is voor de korte termijn wederopbouw en winterization.
Zijn er andere landen die vergelijkbare bedragen inzetten voor de voorbereiding voor de winter, waardoor er gecoördineerde hulp is en de middelen zo efficiënt mogelijk ingezet kunnen worden?
25. Antwoord van het kabinet:
De totaal geraamde kosten voor de korte termijn wederopbouwnoden, inclusief winterization, zoals beschreven in de Ukraine Rapid Damage and Needs Assessment zijn USD 3,5 mld. Nederland heeft vorige week bij de jaarvergadering van de Wereldbank een bijdrage van EUR 70 mln. ten behoeve van winterization aangekondigd. De Nederlandse inzet in Europees verband en binnen de internationale financiële instellingen (IFI’s), zoals via de Wereldbank, is erop gericht de hulp zo snel en efficiënt mogelijk te verlenen. Zie ook antwoord op vragen 3 en 10.
Zijn er specifieke hulpvragen door Oekraïne bij Nederland neergelegd voor de winterization?
26. Antwoord van het kabinet:
Oekraïne heeft een brede groep landen opgeroepen een bijdrage te leveren voor winterization. Nederland heeft EUR 70 mln. hiervoor beschikbaar gesteld. Oekraïne heeft specifiek gevraagd om steun voor het herstellen van de elektriciteitsvoorziening, om Oekraïense huishoudens de winter door te helpen en de economie draaiend te houden.
De needs assessment welke gemaakt is door de Wereldbank, Europese Commissie (EC) en Oekraïne, dateert van 1 juni 2022. Sindsdien is de strijd weer geïntensiveerd door een groot tegenoffensief van Oekraïne, aanvallen op de Krimbrug en de reactie met veel raketaanvallen door Rusland. Hierin stond dat er € 105 mld. binnen 36 maanden benodigd is om in de dringendste herstelwerkzaamheden voor de economie te voorzien. De leden van de CDA-fractie vragen zich af of en wanneer de needs assessment herzien gaat worden. Wanneer wordt er opnieuw geïnventariseerd wat er daadwerkelijk benodigd is?
27. Antwoord van het kabinet:
Het needs assessment heeft een inschatting gemaakt van de schade en de economische verliezen die Oekraïne per 1 juni 2022 geleden heeft. Het is aannemelijk dat dit bedrag sindsdien verder is opgelopen. Er is geen nieuwe needs assessment voorzien en de in het needs assessment genoemde bedragen zullen dan ook voorlopig als minimumbedragen gezien moeten worden.
Nederland geeft aan haar «fair share» bij te willen dragen aan het herstel en wederopbouw van Oekraïne. De inflatie in heel Europa is sterk gestegen, met mogelijk een krimp van de Europese economieën in de nabije toekomst. Er is een grote onzekerheid om hoeveel geld onze fair share in de toekomst zal gaan zijn. De leden van de CDA-fractie vragen zich af met wat voor bedragen de Nederlandse overheid rekening houdt. Wordt hier reeds actief geld voor gereserveerd en zit er een maximum aan wat wij toe willen of kunnen zeggen?
28. Antwoord van het kabinet:
Zie antwoord op vragen 3 en 11.
Oekraïne gaat een recovery fund starten om alle financiële bijdragen te verzamelen en gecoördineerd te besteden. De leden van CDA-fractie vragen zich af wat de ontwikkelingen zijn met betrekking tot het starten van dit recovery fund. In hoeverre is dit recovery fund al operationeel? Welke werkzaamheden worden door dit recovery fund reeds uitgevoerd?
29. Antwoord van het kabinet:
Het Oekraïense recovery fund is nog niet operationeel. Wij wachten hierop en kunnen hier niet verder op vooruitlopen.
Hoe wordt toezicht gehouden dat de uitgaven op de juiste plek terechtkomt?
30. Antwoord van het kabinet:
Instellingen als de Wereldbank en de Europese Bank voor Wederopbouw en Ontwikkeling (EBRD) hebben voor de oorlog via hun operaties in Oekraïne goede netwerken opgebouwd en zullen bij de besteding van hun hulpinspanning van deze netwerken gebruik maken, waarbij uitgaven aan de fiduciaire standaarden van deze instellingen moeten voldoen.
Voor de macro-financiële bijstand (MFB) die in EU-verband is verstrekt aan Oekraïne geldt dat in een Memorandum of Understanding (MoU) tussen de Commissie en Oekraïne afspraken zijn opgenomen over de transparantie en rapportage over besteding van de middelen. Daarnaast bevat het MoU voorwaarden op het gebied van anti-corruptie, mensenrechten en de democratische rechtsstaat.
Nederland probeert op veel manieren bijstand te geven aan bedrijven die willen helpen met wederopbouw in Oekraïne. De exportkredietverzekering (EKV) op Oekraïne wordt herzien vanwege de grote risico’s en onzekerheid. Ook Invest International kan niet altijd juist ondersteunen omdat de risico’s als te groot worden gezien. De leden van de CDA-fractie vragen zich af of de Minister kan reflecteren op hoeveel bedrijven wel gebruik hebben kunnen maken van deze beschikbare middelen ten behoeve van de wederopbouw van Oekraïne de afgelopen periode?
31. Antwoord van het kabinet:
Voor de exportkredietverzekering zijn er momenteel negen verzekeringspolissen actief op Oekraïne voor een totaal verzekerd bedrag van EUR 16,7 mln. Dit betreffen polissen die al actief waren voor de oorlog, en die zich in de financieringsfase bevinden (goederen of diensten zijn reeds geleverd). Gerelateerd aan de exportkredietverzekering zijn dus geen nieuwe middelen voor wederopbouw vastgesteld. Invest International had voor de Russische invasie in totaal drie Nederlandse ondernemingen gefinancierd in Oekraïne via het Dutch Trade and Investment Fund (DTIF). Sindsdien is voor één van deze bedrijven de financiering uitgebreid. De totale (bruto) committering van financieringen op Oekraïne bedraagt EUR 17,6 mln. Conform toezegging aan het Kamerlid Amhaouch om te kijken naar de inzet van het instrumentarium voor BHOS om risico’s voor bedrijven die hulp aan Oekraïne willen bieden te verminderen wordt er met verschillende bedrijven gesproken over projecten met gebruikmaking van het instrumentarium voor private sector ontwikkeling en over grotere projecten met gebruikmaking van de beschikbare middelen bij Invest International.12 De veiligheidssituatie beperkt op dit moment evenwel de mogelijkheden voor het bedrijfsleven om bij te dragen aan de wederopbouw. Via de in oprichting zijnde publiek-private wederopbouwplatforms kunnen bedrijven informatie verzamelen en uitwisselen, gezamenlijke initiatieven ontwikkelen en worden zij ondersteund met risicoanalyses en ontwikkeling van mitigerende maatregelen.
Daarnaast worden inmiddels activiteiten gehonoreerd en gefinancierd door de ambassade in Kiev. De leden van de CDA-fractie vragen zich af om wat voor bedragen dit gaat. Hoeveel wordt er via de ambassade gefinancierd? Hoeveel en wat voor projecten worden via deze route ondersteund?
32. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet heeft recent tot het eind van het jaar een bedrag van EUR 250.000 vrijgemaakt onder de algemene ODA-activiteiten om kleinschalige lokale projecten ten behoeve van herstel- en wederopbouw, stabiliteit en ontwikkeling te financieren vanuit de ambassade in Kyiv. Waar nodig zal dit bedrag worden aangevuld. Er is een aantal concrete projectvoorstellen bij de ambassade ingediend dat nu behandeld wordt. Verder is er dit jaar nog EUR 2,95 mln. vanuit het MATRA-fonds gealloceerd voor Oekraïne.
Op 24 november loopt de graandeal af. Met de huidige spanningen bij het front, maar ook wereldwijd door deze oorlog, lijkt een verlenging een moeilijk proces. De leden van de CDA-fractie vragen zich af in hoeverre de regering of andere landen, zoals Turkije, zich in kan zetten voor het heropenen van de onderhandelingen voor het voortzetten van de graandeal. Is er al zicht op een verlenging van deze graandeal?
33. Antwoord van het kabinet:
Zie antwoord op vragen 16 en 18.
Is er voldoende opslag en transport van graan mogelijk om deze niet verloren te laten gaan?
34. Antwoord van het kabinet:
Op 12 mei jl. heeft de Europese Commissie een mededeling gepresenteerd, getiteld «An action plan for EU-Ukraine Solidarity Lanes». Het actieplan is het antwoord van de Commissie op de blokkades van de Zwarte Zee en de zoektocht naar betere transportverbindingen over land en binnenwateren en snellere grenscontroleprocedures tussen Oekraïne/Moldavië en de Europese Unie. Volgens cijfers van de Europese Commissie is sinds de oorlog 6 mln. ton graan via de Solidarity Lanes geëxporteerd. Op 22 juli jl. werd het Black Sea Grain Initiative ondertekend; sindsdien kan een aanzienlijk deel van de graanexporten weer via de Zwarte Zee worden geëxporteerd. Echter, vervoer via de Solidarity Lanes zal noodzakelijk blijven zolang transport via de Zwarte zee niet volledig is hersteld. Ook zijn de Solidarity Lanes van belang voor het vervoer van o.a. strategische en hulpgoederen vanuit de EU richting Oekraïne. Hiervoor biedt de graandeal echter geen oplossing. In de fase van wederopbouw, als de vijandelijkheden zijn beëindigd, zullen de verbindingen snel dienen te worden hersteld.
Verder is er veel in de media geweest dat de graanexporten niet de zwaarst getroffen gebieden van de voedselcrisis treffen. In Afrika loopt de inflatie soms op tot 31%. De leden van de CDA-fractie vragen zich af hoe de Minister zich in kan zetten om te zorgen dat de graanexporten uit Oekraïne ook meer naar de landen gaan die het hardst de graanleveranties nodig hebben. Waar staat dit belangrijke onderwerp op de agenda?
35. Antwoord van het kabinet:
Wij constateren dat die zorgen niet terecht zijn en onderdeel van de desinformatie campagne van Rusland. Inmiddels zijn in ieder geval vijf door het Wereldvoedselprogramma gecharterde schepen langs deze route uitgevaren specifiek voor de noodhulp programma’s. Op de website van het Black Sea Grain Initiative is precies te volgen waar de schepen heen gaan.13 Daaronder naast Europese bestemmingen ook veel lage- en middeninkomenslanden. Vaak wordt graan verder verhandeld of verwerkt en weer doorgevoerd. Erg veel schepen hebben bijvoorbeeld bestemming Turkije, maar dat wil niet zeggen dat dit de eindbestemming is. Nog belangrijker is het belangrijkste doel van het initiatief om graanmarkten te stabiliseren en daarmee de prijzen naar beneden te brengen. Dat verhoogt de toegang tot betaalbaar voedsel voor kwetsbare landen en groepen en verlaagt de kosten van noodhulp. Daarin is het initiatief succesvol gebleken.
Tot slot wordt aangegeven dat veel landen zouden baten bij verbeterde zaden. In Nederland zit veel expertise over het verbeteren van landbouwzaden. Gezien dit gegeven vragen de leden van de CDA-fractie zich af hoe Nederland kan assisteren bij het leveren van betere zaden. Kan de Minister actief inzetten op het verbinden van de lokale agrofoodbedrijven met Nederlandse bedrijven met de kennis op dit gebied? In hoeverre zit dit al in de huidige werkprogramma’s van de landen?
36. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet onderkent de rol die Nederlandse onderzoeksinstellingen en producenten van zaaizaad en plant- en pootgoed spelen bij het duurzaam verbeteren van de productiviteit van de agrosector in onder andere Afrikaanse landen. Om lokale bedrijven te laten profiteren van Nederlandse kennis en kunde op dit terrein, zijn diverse samenwerkingsprogramma’s ondersteund, zoals het publiek-private samenwerkingsverband SeedNL gericht op de duurzame groenteproductie in Afrika. In het in oprichting zijnde platform voor publiek-private samenwerking op het gebied van landbouw zal hieraan ook aandacht kunnen worden besteed.
Inbreng leden van de PvdA-Fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief over de stand van zaken hulp, herstel en wederopbouw Oekraïne en de financiële steun Oekraïne. Zij hebben daarbij nog enkele vragen en opmerkingen.
Financieel
De leden van de PvdA-fractie onderschrijven het belang van een eerlijke financiële inzet van Nederland en Europa met betrekking tot de wederopbouw van Oekraïne. De leden zijn van mening dat het van belang is om naar de toekomst te kijken als het gaat om wederopbouw maar ook over de financiële noden op dit moment om Oekraïne overeind te houden en kritieke infrastructuur te verzekeren. Op dit moment nemen de Verenigde Staten (VS) het voortouw in de acute financiering van Oekraïne en de leden van de PvdA-fractie zijn van mening dat juist ook de Europese Unie (EU) hier het voortouw in moet nemen. Deelt de Minister de mening met de leden van de PvdA-fractie?
37. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet heeft veel waardering voor de omvangrijke steun van de VS aan Oekraïne, ook financieel, en de grote verantwoordelijkheid die de VS hierdoor neemt.
Hoewel het vergelijken van de bijdragen van verschillende landen lastig, zo niet onmogelijk, is, deelt het kabinet de mening van de PvdA-fractie dat de EU op financieel vlak haar fair share moet bijdragen aan Oekraïne. Daarom is het van belang dat de lidstaten sneller akkoord bereiken over uitkering van de door hen toegezegde financiële steun. Daar dringt Nederland in Europees verband consistent en stevig op aan. Het kabinet heeft uitgesproken zijn fair share te gaan leveren aan de steun die Oekraïne nodig heeft voor wederopbouw en roept ook andere landen EU-lidstaten op dat te doen.
Hoe gaat de Minister gehoor geven aan de acute noden van Oekraïne?
Gaat de Minister andere EU-lidstaten oproepen om nu gehoor te geven aan de financiële noden van Oekraïne? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
38. Antwoord van het kabinet:
Nederland financiert diverse noodhulporganisaties, waaronder van de VN en de Rode Kruisbeweging, die zich richten op het lenigen van de acute humanitaire noden. Ook militair heeft Nederland een aanzienlijke bijdrage geleverd, met materiele steun met een vervangingswaarde van meer dan een half mld. euro. Daarnaast steunt Nederland Oekraïne met onderhoud van materieel en trainingen van Oekraïense militairen, daar is ook grote behoefte aan. Het kabinet kijkt voortdurend naar mogelijkheden om de militaire steun te intensiveren. Over de details wordt uw Kamer vertrouwelijk geïnformeerd. Het kabinet heeft uitgesproken zijn fair share te gaan leveren aan de steun die Oekraïne nodig heeft voor wederopbouw en roept ook andere landen op dat te doen. Voor de winterization heeft het kabinet tijdens de jaarvergadering van de Wereldbank EUR 70 mln. als eerste schenking voor 2022 vrijgemaakt, om Oekraïne door de komende winter heen te helpen.14 De middelen worden ingezet voor het herstel van huizen, gezondheidszorg, onderwijs en het zekerstellen van gas-, voedsel- en elektriciteitsvoorziening.
De leden van de PvdA-fractie lezen dat de aanvullende € 70 mln. die het kabinet vrij wil maken voor de wederopbouw uit algemene middelen zullen worden gefinancierd. Het is goed dat de wederopbouw van Oekraïne naar aanleiding van de motie van de leden Thijssen en Van der Lee zo veel mogelijk uit additionele middelen gefinancierd wordt en niet ten koste gaat van ontwikkelingssamenwerking (OS) gelden. Gezien het feit dat er al andere financiering uit het official development assistance (ODA) en OS-budget is gekomen voor de steun voor Oekraïne, door middel van bijvoorbeeld het geoormerkte «financiering ontwikkelingsrelevante infrastructuurprojecten in ontwikkelingslanden» (DRIVE) budget en voor de opvang van Oekraïners, zijn de leden van de PvdA-fractie van mening dat vanaf nu geen OS-geld naar de wederopbouw Oekraïne meer dient te gaan en deze elders gedekt moet worden. Deelt de Minister deze mening? Waarom wel/niet?
39. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet beoogt de motie van het lid Thijsen en Van der Lee uit te voeren, zoals is gedaan met de EUR 70 miljoen.15
Ook zijn de leden van de PvdA-fractie van mening dat het feit dat de financiële steun zo veel mogelijk uit additionele middelen gefinancierd dient te worden, geen invloed mag hebben op de Nederlandse inzet voor het herstel en de wederopbouw van Oekraïne. Deelt de Minister deze mening van de leden van de PvdA-fractie? Zo nee, waarom niet?
40. Antwoord van het kabinet:
Zoals in de Kamerbrief stand van zaken hulp, herstel en wederopbouw van 27 september jl. vermeld, zal het kabinet deze motie meewegen in de besluitvorming over de Nederlandse inzet voor de herstel en wederopbouwopgave die Oekraïne voor zich ziet.16
Coördinatie en winter
De leden van de PvdA-fractie lezen dat in voorbereiding op de winter € 3,5 mld. nodig is op korte termijn. Wat zijn de precieze noden voor de winter? Hoe worden deze in kaart gebracht?
41. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet verwijst hiervoor naar het needs assessment van de Wereldbank. Het gaat hierbij om inzet voor huisvesting, gezondheidszorg, watervoorziening en elektriciteit.
Hoe verloopt de coördinatie voor deze acute hulpvraag?
42. Antwoord van het kabinet:
Zie ook vraag 12. Nederland heeft vorige week bij de jaarvergadering van de Wereldbank een bijdrage van EUR 70 mln. ten behoeve van winterization aangekondigd. De Nederlandse inzet binnen financiële instellingen, zoals via de Wereldbank, is erop gericht de gevraagde hulp zo snel en efficiënt mogelijk te verlenen in samenwerking met de Oekraïense autoriteiten. Daarnaast heeft het maatschappelijk middenveld via de giro 555 actie veel donaties mogen ontvangen waar het kabinet het Nederlandse publiek dankbaar voor is. Het kabinet heeft EUR 15 mln. toegevoegd aan deze actie. Dit geld wordt ingezet voor noodhulp, inclusief inzet op winterization.
Wat betreft de coördinatie van hulp en steun aan Oekraïne in het algemeen zijn de leden van de PvdA-fractie bezorgd over de efficiëntie op dit moment. Hoe is de coördinatie op dit moment vormgegeven? Hoe gaat de Minister Oekraïne hierin steunen?
43. Antwoord van het kabinet:
Binnen de EU als binnen de internationale financiële instellingen (IFI’s) wordt er momenteel gewerkt aan een coördinatiestructuur om Oekraïne te steunen. Het werk richting een goede coördinatiestructuur vindt parallel plaats aan de inzet om zo snel mogelijk tot acute, urgente steunverlening te komen. Managing Director Georgieva heeft tijdens de jaarvergadering IMF aangegeven met de Oekraïense autoriteiten samen te werken aan een economisch forum waarin de financieringsbehoeften van Oekraïne kunnen worden besproken evenals informatiedeling over donorefforts. De rondetafel bijeenkomst van 12 oktober jl. is een belangrijke stap geweest voor coördinatie van wederopbouw. Bij de wederopbouwconferentie op 25 oktober in Berlijn is internationale coördinatie van het herstel en wederopbouw van Oekraïne een van de belangrijkste agendapunten. Op het terrein van humanitaire hulp heeft OCHA daarnaast een belangrijke ondersteunende rol bij de coördinatie, met name waar het hulp betreft die verleend wordt door internationale hulporganisaties.
Inbreng leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben de kabinetsbrief gelezen. De leden hebben hier nog een aantal vragen over. Uit de kabinetsbrief blijkt dat Oekraïne kampt met een financieringstekort van € 5 mld. per maand, nog bovenop de geleden schade in het land. De geschatte kosten voor het totale herstel zijn € 350 mld. Er is € 3,5 mld. met haast nodig om de winter door te komen. Gaat Nederland hieraan bijdragen? Zo ja, hoeveel?
44. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet heeft tijdens de jaarvergadering van de Wereldbank EUR 70 mln. toegezegd voor 2022 voor de winterization om Oekraïne door de komende winter heen te helpen.17 De bijdrage is bedoeld om te zorgen dat mensen een dak boven hun hoofd hebben, dat waterleidingen en huizen worden hersteld en dat er gas, voedsel en elektriciteit is. Recent gelanceerde faciliteiten n.a.v. het in september gepresenteerde needs assesment, zoals het nieuwe Ukraine Relief, Recovery, Reconstruction and Reform Trust Fund (URTF) van de Wereldbank moet de financiële steun verder versnellen.
Er zijn in de EU discussies gaande of het verstandig is om Oekraïne financieel te steunen in de vorm van giften of van leningen. De EU heeft er tot nu toe vooral voor gekozen om leningen te verstrekken aan Oekraïne, waar de VS hebben gekozen voor giften. Wat is volgens de Minister de overweging geweest om via de EU over te gaan op leningen en niet giften?
45. Antwoord van het kabinet:
Omwille van het zo snel mogelijk kunnen verlenen van liquiditeitssteun aan Oekraïne is in EU-verband geopteerd om de steun te verstrekken via een bestaand EU-instrument, te weten macro-financiële bijstand (MFB). Dit instrument staat ter beschikking voor het steunen van partnerlanden in de directe omgeving van de EU die met een betalingsbalanscrisis worden geconfronteerd. MFB-steun bestaat doorgaans uit het verstrekken van leningen en kan deels ook uit giften uit de EU-begroting bestaan om de lening onder meer concessionele voorwaarden te verstrekken. Op dit moment is gekozen voor het verstrekken van leningen met een concessionele component om zo de schuldhoudbaarheid van Oekraïne te ontzien. Zo kan Oekraïne een rentesubsidie uit de EU-begroting aanvragen en kennen de leningen een lange looptijd. Over de vormgeving van een eventueel vervolg van de liquiditeitssteun gedurende 2023, mogelijk in de vorm van een combinatie van leningen en giften, wordt momenteel in EU-verband gesproken. Zodra hier meer over bekend is zullen wij uw kamer informeren.
Kan de Minister meer in detail ingaan op de focusgebieden waar Nederland op in gaat zetten ten aanzien van het herstel en de wederopbouw?
46. Antwoord van het kabinet:
Nederland beziet op verzoek van Oekraïne in het bijzonder mogelijkheden in de regio Cherson. Dat is echter geen exclusieve focus, omdat de noden in heel het land groot zijn en deze vaak ook effectiever geleverd kan worden door financiering te leveren aan programma’s die in het hele land actief zijn. Ook voor de inzet via het Nederlandse bedrijfsleven geldt dat deze ook in andere gebieden nuttige bijdragen kan leveren, gezien de specifieke Nederlandse expertise en mogelijkheden. De in oprichting zijnde platforms voor publiek-private samenwerking met betrekking tot landbouw, water en gezondheid zijn bedoeld als belangrijk informatiepunt voor dergelijke mogelijkheden.
Wordt daarbij ook gekeken naar de «architecture for peace» aanpak, voorgesteld door PAX?
47. Antwoord van het kabinet:
Bij het bepalen van de Nederlandse inzet wordt inbreng van het maatschappelijk middenveld verwelkomd. Organisaties uit het maatschappelijk middenveld, waaronder PAX, worden daarbij actief geconsulteerd. Onder andere tijdens de Ukraine Reconstruction and Recovery Conference die het Ministerie van Buitenlandse Zaken op 19 oktober jl. organiseerde.
Ziet de Minister een meerwaarde in de focus op psychosociale steun?
48. Antwoord van het kabinet:
Ja, Nederland pleit internationaal voor structurele integratie van geestelijke gezondheid en psychosociale steun (mental health and psychosocial support, MHPSS) in crisisrespons. Geestelijke gezondheid en psychosociaal welzijn dragen bij aan het vermogen van mensen en gemeenschappen om crises het hoofd te bieden, oplossingen te vinden en over wederopbouw mee te denken. Terwijl crises juist op grote schaal geestelijke en psychosociale noden veroorzaken en bovendien vaak behandeling van al bestaande geestelijke aandoeningen verstoren.
Hoewel het belang van psychosociale steun voor effectiviteit van noodhulp en wederopbouw steeds breder wordt onderkend, blijft gerichte focus hierop cruciaal: door pleitbezorging voor, en facilitering van integratie van MHPSS in de respons in Oekraïne kan Nederland helpen voorkomen dat meer tastbare noden de ruimte voor MHPSS verdringen en bijdragen aan daadwerkelijke toegang tot kwalitatieve psychosociale steun voor zoveel mogelijk mensen die daar behoefte aan hebben.
In de humanitaire inspanningen in Oekraïne en buurlanden wordt daadwerkelijk door een aantal organisaties MHPSS geïntegreerd in hun humanitaire programma’s. Ook bij wederopbouw is het van belang dat hiervoor ruimte bestaat.
Is de Minister bereid om te luisteren naar lokale behoeften en niet uitsluitend naar de wensen van de centrale overheid?
49. Antwoord van het kabinet:
Bij het bepalen van de Nederlandse inzet wordt een inclusieve benadering nagestreefd waarbij het voornemen is om inbreng van een veelheid aan actoren te betrekken. Naast de inbreng van centrale en lokale autoriteiten gaat de aandacht daarbij ook uit naar het Oekraïense maatschappelijk middenveld.
Inbreng leden van de Volt-fractie
De leden van de Volt-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Kamerbrief stand van zaken hulp, herstel en wederopbouw Oekraïne. Zij hebben daarover nog enkele vragen en opmerkingen.
Rapid Damage Needs Assessment
De leden van de Volt-fractie vinden het positief dat er in nauw overleg met Europese Commissie, Wereldbank en de Oekraïense autoriteiten een needs assessment tot stand is gekomen. Tegelijkertijd geeft de Minister aan dat de kosten verder kunnen oplopen naarmate de oorlog langer standhoudt. Zal er in dat kader een constante evaluatie blijven plaatsvinden over de totale kosten die nodig zijn voor wederopbouw in samenspraak met de Europese Commissie, Wereldbank en de Oekraïense autoriteiten? Zo ja, hoe is de Minister van plan te anticiperen op mogelijk hogere kosten voor wederopbouw?
50. Antwoord van het kabinet:
Op dit moment wordt nog niet voorzien in een nieuwe needs assessment, maar dat de schade toeneemt is met zekerheid vast te stellen. Het kabinet beoogt een gefaseerde aanpak van de wederopbouwopgave waarbij rekening wordt gehouden met de urgentie voor elk van de fasen die deze opgave omvat en staat hierover in contact met de internationale gemeenschap, zoals Wereldbank, Europese Commissie en de Oekraïense autoriteiten.
Daarnaast geeft de Minister aan dat er op zeer korte termijn USD 3,5 mld. nodig is voor de voorbereiding op de komende winter. In Oekraïne is er op dit moment een groot tekort aan dekens, medicijnen en voedsel, zeker in de getroffen en bevrijde gebieden. Daar komt bij dat de infrastructuur grotendeels plat ligt, waardoor verwarming, elektriciteit en water niet vanzelfsprekend zijn. Kan de Minister aangeven hoeveel Nederland op zeer korte termijn bijdraagt aan de USD 3,5 mld. en op welke termijn deze gelden beschikbaar zullen worden gesteld?
51. Antwoord van het kabinet:
Zie vragen 3 en 12.
Kan de Minister verder uitweiden over de internationale coördinatie van de winterization?
52. Antwoord van het kabinet:
De internationale gemeenschap onderschrijft het belang van een leidende rol van Oekraïne bij zowel de korte als lange termijn herstel- en wederopbouwplannen. Nederland is van mening dat de EU, G7, internationale financiële instellingen (IFI’s) en Verenigde Naties de steun aan Oekraïne zoveel mogelijk moeten coördineren. In de huidige oorlogssituatie is een dergelijk coördinatie mechanisme nog niet in werking getreden en vindt afstemming nog op ad hoc basis plaats. Het werk richting een goede structuur vindt parallel plaats aan de inzet om tot acute, urgente steunverlening te komen. De rondetafelbijeenkomst en marge van de jaarvergadering van de Wereldbank was een belangrijke stap richting betere coördinatie, en ook bij de wederopbouwconferentie in Berlijn op 25 oktober is coördinatie een punt op de agenda.
Wordt naast directe humanitaire hulp ook nagedacht over hoe de infrastructuur winterklaar gemaakt kan worden en op welke termijn is dit volgens de Minister uitvoerbaar?
53. Antwoord van het kabinet:
Zie vraag 12. Het kabinet verwijst hiervoor naar de aanbevelingen van het needs assessment van de Wereldbank.
Hulp, herstel en wederopbouw
De leden van de Volt-fractie hebben met interesse kennisgenomen van het overzicht van de financiële steun voor herstel en wederopbouw die Nederland, EU-lidstaten en G7-landen tot nu toe hebben toegezegd aan Oekraïne. Wel detecteren zij dat er naast noodhulp veel kosten gefinancierd worden uit het ODA-budget, zoals de opvang van vluchtelingen in Nederland en investeringen in het (Nederlandse) bedrijfsleven. Dit baart de leden van de Volt-fractie zorgen, gezien het feit dat het ODA-budget nog steeds de VN-norm van 0,7% niet haalt, maar er een trend ontstaat waarin er steeds meer non-ODA kosten gefinancierd worden uit ODA-budget, zoals opvang van vluchtelingen in Nederland en klimaatadaptatie. Tegelijkertijd begrijpen de Volt-leden dat de dringende situatie vraagt om een snelle reactie met financiering die al voorhanden is. Daarom vragen zij de Minister welke definitie van humanitaire hulp gehanteerd is en wat de reikwijdte daarvan is?
54. Antwoord van het kabinet:
Uitgaven vanuit het ODA-budget dienen te voldoen aan de criteria van OESO-DAC voor ontwikkelingshulp, de genoemde voorbeelden voldoen daaraan. Vanuit artikel 4.1 van de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking wordt humanitaire hulp gefinancierd die zich richt op mensen die zijn getroffen door gewelddadige conflicten en door natuurrampen. De essentie is: 1. het redden van levens, 2. het verlichten van lijden en 3. het beschermen en herstellen van de waardigheid van getroffenen. Hulpverlening vindt plaats door organisaties die in overeenstemming met de universeel erkende principes van noodhulpverlening werken (humaniteit, onpartijdigheid, onafhankelijkheid en neutraliteit). De reikwijdte van de noodhulpactiviteiten is vastgelegd in door de VN gecoördineerde humanitaire responsplannen. Het gaat in algemene zin om het lenigen van acute noden op terreinen als voedselhulp, (geestelijke en fysieke) gezondheidszorg, opvang en bescherming. In de brief van 27 september jl. zijn, met het oog op eenvoud en overzicht, in de overzichtstabel onder «humanitaire hulp» ook enkele bedragen meegeteld die niet vanuit artikel 4.1 (humanitaire hulp) van de begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking zijn betaald, maar die daarmee wel verband houden. Zoals bijvoorbeeld EUR 2 mln. bestrijding van seksueel geweld en gender gerelateerd geweld.18
Kan de Minister onderzoeken welke investeringen op de middellange tot lange termijn gedekt kunnen worden uit non-ODA middelen?
55. Antwoord van het kabinet:
Bij het bepalen of uitgaven kwalificeren als (non-)ODA volgt het ministerie de criteria van de OESO-DAC. Die zijn voldoende helder. Daarom ligt een dergelijk onderzoek niet voor de hand. Of uitgaven die als ODA kwalificeren uit het ODA-budget dan wel uit algemene middelen worden gefinancierd is een politieke keuze. Dat geldt ook voor het al dan niet rapporteren van die uitgaven als ODA-uitgaven door Nederland aan OESO-DAC.
De leden van de Volt-fractie waarderen het dat er € 2 mln. humanitaire hulp ingezet wordt voor het bestrijden van seksueel en gender gerelateerd geweld. Tegelijkertijd maken zij zich zorgen over de bescherming van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten, zoals het recht op abortus. In humanitaire crises is er minder toegang tot veilige abortus, terwijl er tegelijkertijd een stijging is van seksueel geweld. Kan de Minister aangeven of de € 2 mln. voldoende zal zijn voor het bestrijden van seksueel en gender gerelateerd geweld? Waarop is de inzet van € 2 mln. gebaseerd?
56. Antwoord van het kabinet:
Nederland heeft EUR 2 mln. bijgedragen aan het appeal van het Bevolkingsfonds van de Verenigde Naties (UNFPA) van in totaal USD 65,6 mln. (looptijd appeal is tot 31 december 2022). In de laatste update van UNFPA van 6 september jl. staat dat inmiddels 63% van het appeal is gedekt. Daarmee kunnen directe noden worden gefinancierd. Zoals in het appeal staat aangegeven is langdurige steun in de Oekraïne crisis waarschijnlijk nodig.
Worden deze gelden ook ingezet voor de bescherming van seksueel en reproductieve gezondheid en rechten, zoals het opzetten van veilige abortusmogelijkheden voor slachtoffers van seksueel geweld?
57. Antwoord van het kabinet:
De respons van UNFPA in Oekraïne en haar buurlanden omvat levensreddende medische en seksuele en reproductieve gezondheidszorg, geestelijke gezondheidszorg en het bieden van opvanglocaties voor overlevenden van seksueel en gender-gerelateerd geweld. UNFPA biedt onder andere toegang tot testen en behandeling van SOA’s, de morning-after-pil en veilige abortus zorg, waar wettelijk toegestaan, alsook psychosociale steun.
Verder geeft de Minister aan dat verzoeken voor steun betreffende gezondheidszorg en reparatie van huizen en bruggen zijn doorgeleid naar de desbetreffende departementen of aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) om het bedrijfsleven te stimuleren te helpen met wederopbouw in Oekraïne. Tegelijkertijd staat in Oekraïne de winter voor de deur en zijn huizen en ziekenhuizen platgebombardeerd. Het vrijblijvende karakter van wederopbouwhulp via bedrijven en de RVO draagt volgens de leden van de Volt-fractie niet bij aan een directe structurele oplossing voor de aankomende winter. Tegelijkertijd zet bijvoorbeeld het Rode Kruis zich hier wel voor in. Kan de Minister aangeven welke de relevante departementen zijn die zich inzetten voor de wederopbouw van huizen en ziekenhuizen en waarom dit niet belegd is bij Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking?
58. Antwoord van het kabinet:
De wederopbouw van Oekraïne is een enorme opgave die met de juiste expertise en goed gecoördineerd zal moeten worden uitgevoerd en wat de inzet van vele partijen vereist. Gezien hun ervaring, financiële slagkracht en institutionele expertise zullen met name de IFI’s, zoals de Wereldbank en de EBRD, een belangrijke rol moeten spelen bij de wederopbouw. Dit zijn ook de kanalen die op een effectieve wijze het geld praktisch tijdens de komende fase van winterization «on the ground» kunnen krijgen.
Daarnaast wordt er ook via de door Nederland beschikbaar gestelde humanitaire hulp, via VN, Rode Kruis en DRA, gezorgd dat Oekraïne de winter doorkomt: met voedsel en onderdak. Ook de Samenwerkende Hulp Organisaties (giro 555) gebruiken de ingezamelde gelden daarvoor.
Het kabinet hecht aan een goede coördinatie van activiteiten die de Nederlandse overheid verricht ten behoeve van het door oorlog zwaar getroffen Oekraïne. Daartoe heeft zij eerder een interdepartementale ambtelijke taskforce in het leven geroepen die zorgt voor een frequente afstemming en informatie-uitwisseling tussen de ministeries die activiteiten uitvoeren ten behoeve van Oekraïne. Deze interdepartementale «Taskforce Oekraïne» bestaat uit alle departementen die betrokken zijn bij deze steun- en herstelactiviteiten.
Kan de Minister uiteenzetten waarom zij inschat dat (Nederlandse) bedrijven de meest adequate actor zijn bij het wederopbouwen van huizen en ziekenhuizen?
59. Antwoord van het kabinet:
De wederopbouw van Oekraïne, inclusief van huizen en ziekenhuizen, vereist de inzet van vele partijen, waaronder het bedrijfsleven, ook uit Nederland. Om de inzet van het Nederlandse bedrijfsleven te ondersteunen zijn op 19 oktober jl. publiek-private platforms gelanceerd op het terrein van landbouw, water en gezondheidszorg. Deze platforms zijn ook bedoeld om in publiek-private samenwerking «te doen waar Nederland goed in is»; zodat optimaal gebruik kan worden gemaakt van Nederlandse kennis en kunde.
Op welke termijn schat de Minister in dat bedrijven hiermee aan de slag kunnen?
60. Antwoord van het kabinet:
Enkele Nederlandse bedrijven zijn reeds actief in Oekraïne of zijn voornemens dit te zijn. De veiligheidssituatie beperkt op dit moment evenwel de mogelijkheden voor het bedrijfsleven om bij te dragen aan de wederopbouw. Hoe de veiligheidssituatie zich ontwikkelt en op welke termijn bedrijven aan de slag kunnen, is op dit moment zeer onzeker. Momenteel worden maatregelen genomen om het bedrijfsleven optimaal te kunnen ondersteunen bij de wederopbouw zodra de situatie dit toelaat.
Deelt de Minister de mening dat de € 60 mln. die de Minister op 22 augustus jl. heeft toegezegd voornamelijk bestemd is voor het herstellen van infrastructuur zoals bruggen en voor investeringen voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) in Oekraïne, en dat slechts een gering bedrag bestemd is voor humanitaire hulp in de zin van hulp op korte termijn? Kan de Minister specificeren welk deel van de toegezegde € 60 mln. bestemd is voor humanitaire en noodhulp op korte termijn?
61. Antwoord van het kabinet:
Nee. Er is circa EUR 60 mln. voor humanitaire hulp uitgetrokken en er is EU 65 mln. voor investeringen in bedrijven beschikbaar gemaakt. EUR 15 mln. van de EUR 65 mln. is reeds via de Nederlandse Financierings-maatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO) geïnvesteerd in lokale software en IT-bedrijven. EUR 50 mln. is beschikbaar voor investeringen door FMO en/of Invest International in lokale en Nederlandse bedrijven. Deze gelden zijn onder meer voor export door het midden- en kleinbedrijf (mkb) en investeringen door het mkb in bijvoorbeeld landbouwprojecten en wederopbouw van infrastructuur, zoals ziekenhuizen en bruggen, met gebruikmaking van Nederlandse kennis en kunde. De voorgenoemde bijdragen wordt niet ingezet voor humanitaire hulp, noch betaald uit het budget daarvoor.
Kan de Minister in de volgende brief specifiek aangeven welke interventies en bijdragen strikt onder humanitaire hulp behoren, en welke anders geclassificeerd dienen te worden?
62. Antwoord van het kabinet:
Voor een overzicht van de bijdragen aan humanitaire hulp voor Oekraïne vanuit artikel 4.1 van de begroting Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking verwijs ik u naar de Kamerbrief van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 18 maart jl.19 Humanitaire partners ontplooien diverse activiteiten op het terrein van winterization. Het gaat voornamelijk om activiteiten die binnen het door OCHA gecoördineerde Flash Appeal en Winterization Plan vallen, veelal kleinschalige herstelwerkzaamheden aan huizen en opvangplekken en distributie van kleding, dekens, brandstof en verwarmingselementen.
Wat doet Nederland ervoor om te zorgen dat de geboden hulp ook de bekende «last mile» doelgroepen bereikt? Deze uitdaging betreft vrijwel elke humanitaire interventie en mist nu in de brief en mogelijk ook in de Nederlandse inzet op dit moment.
63. Antwoord van het kabinet:
De door Nederland gesteunde hulporganisaties hebben ruime ervaring met en zijn goed toegerust op hulpverlening in conflictsituaties. Werkend op basis van de humanitaire imperatief, hulp bieden waar de nood het hoogst is, zullen organisaties alles in het werk stellen om mensen met de hoogste noden te bereiken. Bij de vormgeving van hulpdistributie wordt ook rekening gehouden met beperkingen in mobiliteit door algehele onveiligheid en van specifieke groepen mensen in nood, bijvoorbeeld mensen met een beperking of ouderen. De aanwezige lokale structuren in Oekraïne ondersteunen hulporganisaties hierbij.
Daarnaast nemen de leden van de Volt-fractie waar dat er relatief gezien vanuit de EU en Nederland minder steun wordt geboden. Hoe beoordeelt de Minister dat de VS twee keer zoveel hulp, waaronder humanitaire hulp, dan de EU en alle EU-lidstaten gecombineerd aan Oekraïne ter beschikking stelt (Ukraine Support Tracker)?
64. Antwoord van het kabinet:
Zie vraag 37.
Hoe beoordeelt de Minister dat Nederland op het gebied van humanitaire hulp voor Oekraïne respectievelijk de 22e (bedrag) en 29e (bruto binnenlands product) plaats inneemt?
65. Antwoord van het kabinet:
Het Nederlandse noodhulpbeleid kenmerkt zich door meerjarige – dus voorspelbare – en grotendeels flexibele financiering aan een aantal vaste humanitaire partners. Nederland vertrouwt op de kennis en expertise van deze partners en op hun oordeel en keuze over waar en in welke vorm hulp het meest nodig is. Bij respons op humanitaire crises is snelle actie immers cruciaal. Dit beleid van ongeoormerkte bijdragen is in lijn met de Grand Bargain waarmee een verbetering van de effectiviteit en efficiëntie binnen het humanitaire systeem wordt nagestreefd. Nederland wordt hier door humanitaire partners voortdurend over gecomplimenteerd en spreekt andere donoren aan om dit voorbeeld te volgen. In het geval van Oekraïne is vanuit het ODA-budget in totaal circa EUR 60 mln. steun verleent voor humanitaire hulp (waaronder EUR 10 mln. voor ontmijning, EUR 10 mln. opvang in de regio en EUR 2 mln. voor bestrijden seksueel en gender gerelateerd geweld).
Nederland stelt met ongeoormerkte, flexibele financiering humanitaire organisaties in staat om noodhulp te verstrekken op grond van humanitaire basisbeginselen en aan de hand van hun professionele inschatting en ervaring
Bedrijfsleven
De leden van de Volt-fractie zijn positief over het feit dat de Minister een bijeenkomst zal organiseren voor het maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven om gedachten uit te wisselen over de mogelijkheden en kansen voor deze organisaties bij de wederopbouw van Oekraïne. Daarbij lezen zij in de brief dat er geld geoormerkt wordt voor Nederlandse bedrijven voor het helpen met de wederopbouw in Oekraïne, maar lijken er geen financiën geoormerkt te worden voor het maatschappelijk middenveld ter ondersteuning van de wederopbouw. Kan de Minister hierop reflecteren?
64. Antwoord van het kabinet:
De wederopbouw bestaat uit verschillende fasen die elk een andere urgentie met zich meebrengen. Het kabinet beoogt hiernaar te handelen. Het maatschappelijk middenveld heeft via de giro 555 actie veel donaties mogen ontvangen waar het kabinet het Nederlandse publiek dankbaar voor is. Daarnaast heeft het kabinet EUR 15 mln. toegevoegd aan deze actie. Dit geld wordt ingezet voor noodhulp, inclusief inzet op winterization. Uiteraard blijven wij met de betrokken organisaties in gesprek over de toekomst.
De leden van de Volt-fractie steunen het inzetten van Nederlandse kennis en expertise in publiek-private samenwerkingen op het gebied van gezondheidszorg, landbouw en water. Tegelijkertijd nemen zij waar dat andere infrastructuur voornamelijk wordt uitbesteed aan Nederlandse consortia via DRIVE en Develop2Build. De Minister gaat in haar brief echter niet in op de aansturing en coördinatie van deze initiatieven, alsook op de langere termijn consequenties van dit beleid. Daarom hebben de leden van de Volt-fractie de volgende vragen. Hoe zullen initiatieven van bedrijven gefinancierd uit overheidsgelden gecoördineerd worden?
65. Antwoord van het kabinet:
Voor DRIVE- en Develop2Build-projecten geldt dat de ontvangende overheid (in dit geval de Oekraïense regering) projecteigenaar is, die aangeeft welke projecten prioriteit hebben. Door de Oekraïense overheid aangedragen infrastructuurprojecten kunnen mede gefinancierd worden door Invest International. Het gaat dan zowel om projectontwikkeling (D2B) als de bouw (DRIVE). Bedrijven kunnen zelf ook voorstellen indienen (unsollicited proposals). Die moeten vervolgens wel passen in de ontwikkelingsplannen van de Oekraïense regering en door de Oekraïense overheid worden goedgekeurd.
Hoe wordt ervoor gezorgd dat deze initiatieven zo goed mogelijk aansluiten bij de gecoördineerde internationale respons?
Hoe wordt gegarandeerd dat de initiatieven van bedrijven zo veel mogelijk aansluiten bij de noden in Oekraïne, gebaseerd op de needs assessment?
66. Antwoord van het kabinet:
Invest International werkt voor het identificeren van projecten nauw samen met IFI’s, waaronder de Wereldbank. Het doel is ervoor te zorgen dat projecten passen binnen een gecoördineerde internationale respons, waaronder de door de Wereldbank opgestelde needs assessment. Ook onderhoudt Invest International nauw contact met de Oekraïense overheid (betrokken vakdepartementen en coördinerende ministeries) om ervoor te zorgen dat projecten passen binnen de door Oekraïne zelf geïdentificeerde noden en ontwikkelingsplannen van de Oekraïense overheid.
Kan de Minister garanderen dat deze private initiatieven een aanvulling zijn op de Nederlandse en internationale wederopbouw en gelden ter ondersteuning van een internationaal overeengekomen wederopbouwplan?
67. Antwoord van het kabinet:
Private sector initiatieven zijn cruciaal voor het doen slagen van de wederopbouwopgave. Gezien de aard van de economische schade zijn kennis en middelen van de private sector onontbeerlijk. Dit is niet iets wat de publieke sector alleen kan doen. Gegeven de grote risico’s voor de private sector zal er publieke steun nodig zijn om private sector activiteiten aan te jagen. De Oekraïense noden zullen leidend zijn voor de steun die het kabinet biedt aan de private sector. De in oprichting zijnde platforms voor publiek-private partnerschappen in de sectoren landbouw, water en gezondheid zullen een belangrijke rol spelen in het afstemmen van private initiatieven in deze sectoren op de Oekraïense behoeften en prioriteiten.
Daarnaast hebben de leden van de Volt-fractie nog enkele vragen over de lange termijn implicaties van het de investeringen in Nederlandse bedrijven voor het opbouwen van de infrastructuur via Invest International en de Nederlandse Financieringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden (FMO). Wie houdt de opgebouwde infrastructuur in handen?
68. Antwoord van het kabinet:
Dat hangt af van de gekozen projectstructuur. Bij een publiek infrastructuurproject houdt de overheid van het land (in dit geval Oekraïne) de infrastructuur in handen. Bij een publiek-privaat project kan de overheid een concessie verlenen aan bedrijven voor een bepaalde periode. De investeringen van FMO betreffen geen infrastructuur en worden rechtstreeks gedaan in private bedrijven.
Hoe wordt er zicht gehouden op de samenwerking met Oekraïense lokale initiatieven?
69. Antwoord van het kabinet:
Het kabinet juicht toe wanneer er sprake is van lokale initiatieven die bijdragen aan de wederopbouw van Oekraïne, maar ziet het niet als zijn rol om toezicht te houden op alle lokale initiatieven in Oekraïne. Het vormgeven van samenwerking met lokale partijen in Oekraïne is aan organisaties zelf.
Stand van zaken hulp, herstel en wederopbouw Oekraïne. Kamerstuk 36 045, nr. 113 – Brief regering d.d. 27-09-2022 Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher.
Financiële steun Oekraïne. Kamerstuk 36 045, nr. 116 – Brief regering d.d. 12-10-2022 Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.N.A.J. Schreinemacher.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-36045-117.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.